Vliegen na coronacrisis
Vliegvergunning en kerosinefonds zijn nodig voor krimp luchtvaart.
Het kabinet Rutte wil twee tot vier miljard staatssteun aan de KLM geven. De duurzaamheidseisen daarvoor moeten nog nader worden uitgewerkt. Volgens D66 zou een voorwaarde moeten zijn dat de KLM vakantiebestemmingen als Malaga en Ibiza gaat schrappen (AD, 28 april 2020). De partij vindt dat de luchtvaartmaatschappij zich moet richten op een netwerk van zakelijke bestemmingen, maar zorgt zo niet voor een rechtvaardige en milieubewuste verdeling van de schaarse vliegcapaciteit. De tijd is aangebroken om te kiezen voor ‘eerlijke krimp’.
(Door Rene Danen, eerder verschenen op Andere Geluiden, via solidariteit.nl)
Vliegen moet na de coronacrisis niet een voorrecht voor zakenreizigers en rijke veelvliegers worden. Dat is te voorkomen door vliegtuigstoelen vanaf nu net zo te gaan verdelen als al gebeurt met de beperkte parkeerruimte in de stad – via vergunningen.
Door de coronacrisis staat nu 90 procent van de vliegtuigen aan de grond en Schipholbaas Benschop heeft gezegd dat hij pas in 2023 terug wil naar het oude niveau van een half miljoen vluchten. Van teruggaan naar de oude situatie kan echter helemaal geen sprake zijn. Die situatie was immers al een crisis: de klimaatcrisis. Voorwaarde voor staatssteun aan de luchtvaart zou daarom moeten zijn dat ook na 2023 minder wordt gevlogen. Als de luchtvaart in de pas wil blijven met het verdrag van Parijs zal er over tien jaar, in 2030, al de helft minder uitstoot moeten zijn. Dat is technisch alleen mogelijk door minder te vliegen. Krimp van het aantal vluchten dus.
Overstappers en veelvliegers
Een kleiner Schiphol is niet alleen noodzakelijk, maar ook heel goed mogelijk. Nederland had voor de crisis een uitzonderlijk grote luchthaven voor een klein land. Schiphol was in aantallen passagiers bijvoorbeeld bijna drie maal zo groot als Brussel Airport. Dat kwam niet door de paar vakantievluchten van Nederlanders naar vakantiebestemmingen zoals Malaga en Ibiza die D66 wil afschaffen. Veel van de 68 miljoen passagier op Schiphol wonen niet in Nederland en vakantiereizen vormen ook maar een klein deel van alle vluchten.
Maar liefst een derde van alle reizigers op Schiphol was een buitenlandse ‘overstapper’ die de luchthaven gebruikte als draaischijf van de wereld. Een groot deel van de stoelen wordt bovendien ingenomen door zakenreizigers en andere veelvliegers. Ongeveer 15 procent van de reizigers op Schiphol bezette 70 procent van de vliegtuigstoelen op alle vluchten. Uiteindelijk bleef voor vakantiereizigers niet veel ruimte over. De 10.000 ‘vakantievluchten’ die de regering naar Lelystad wilde verplaatsen, vormde maar 2 procent van de half miljoen vluchten op Schiphol. Het kabinet Rutte heeft al ingezien dat opening van Lelystad in de huidige situatie zinloos is.
Vakantievluchten binnen Europa schrappen, werkt bovendien averechts voor de milieudoelstelling. KLM zal de vrijkomende ruimte vooral gebruiken voor lange intercontinentale vluchten die weliswaar lucratiever zijn voor het bedrijf, maar veel slechter voor het milieu.
Vliegvergunningen
Nu KLM door overheidssteun overeind gehouden wordt, komen onze volksvertegenwoordigers in de positie om op een democratische manier de vluchten te verdelen. Dat kan door middel van een vliegvergunning voor passagiers. Dat de overheid ingrijpt om mobiliteit te reguleren is niet ongebruikelijk. In de loop van de jaren zeventig bijvoorbeeld ontstond er zoveel druk op dichtgeparkeerde binnensteden dat de overheid de schaarse parkeerruimte is gaan verdelen. De gemeente bepaalt met parkeervergunningen bijvoorbeeld dat iedere bewoner recht heeft op één parkeerplek en ieder bedrijf met vijftig medewerkers ook. Daarnaast reguleert de overheid de nog vrij beschikbare plekken met uiteenlopende parkeertarieven.
Na de coronacrisis kan invoering van een vergelijkbaar systeem van vliegvergunningen een rechtvaardige oplossing bieden. Daarmee kan bepaald worden wie er op het gekrompen Schiphol de vliegtuigstoelen mag bezetten. Zijn dat vooral overstappers, zakenreizigers, veelvliegers, buitenlandse toeristen of Nederlandse vakantiegangers? Het zou bijvoorbeeld merkwaardig zijn als inwoners van Nederland niet meer op vliegvakantie mogen, terwijl de buitenlandse overstappers die een derde van de herrie en uitstoot veroorzaakten boven ons hoofd, vrolijk doorvliegen.
Kerosinefonds
Vliegen zal duurder worden. Door de ‘anderhalvemeter maatregel’ zijn er minder stoelen beschikbaar. Ook is evident dat de vliegmaatschappijen, nu overeind gehouden met belastinggeld, in de toekomst ook gewoon belasting moeten betalen. Dat klinkt logisch, maar is het nog niet. Zo wordt er bijvoorbeeld nog geen BTW op vliegtickets en kerosine betaald. Vliegen zal duurder worden, wanneer dat wel gebeurt. Dat zorgt er voor dat de mensen met de kleinste portemonnees minder kunnen vliegen. Nu al vliegt de rijkste helft van Nederland dubbel zo vaak als de armste helft. Mensen met een hoge opleiding vliegen vier keer zo vaak als mensen met weinig scholing. Veelvliegers zijn doorgaans veelverdieners die zich niets zullen aantrekken van hogere vliegprijzen. En ook het schrappen van vakantievluchten naar Spanje, zoals D66 wil, zou daar niets aan veranderen. De veelvliegers nemen gewoon een andere vlucht. Een vliegvergunning kan wel regulerend werken en het veelvliegen inperken.
Minder vluchten betekent ook minder werken. Maar met hogere ticketprijzen, kunnen de laagstbetaalde werknemers wel betere arbeidsvoorwaarden krijgen. En een deel van het personeel kan mogelijk aan de slag in groene sectoren, zoals bij het internationaal treinverkeer. De regering heeft in 2019 al 22 miljoen euro toegezegd voor mensen die door milieumaatregelen hun werk verliezen bij onder meer de kolencentrales. Dit kolenfonds moet uitgebreid worden met een kerosinefonds dat werknemers bij de luchtvaart helpt op weg naar ander werk. Sprekend is dat milieuorganisatie Greenpeace onlangs bij haar spandoekactie op de startbaan van Schiphol ook pleit voor een soortgelijk fonds voor de werknemers bij de luchtvaart.
Zo ver is vakbond FNV nog niet. Bij de online-aanbieding van een petitie aan Schiphol-baas Benschop ging het enkele weken geleden nog vooral om andere, terechte eisen zoals mondkapjes voor de medewerkers en een minimumloon van 14 euro. De internationale vakbondskoepel ITUC pleit in algemene zin wel voor een Just Transition, een eerlijke omschakeling naar groen werken tijdens de klimaatcrisis. Dit beleid wordt ondersteund door de FNV.
Rechtvaardige krimp
Luchtvaart blijft ook na de coronacrisis een belangrijke voorziening voor het deel van de bedrijfsreizen die echt noodzakelijk zijn, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die ver weg op familiebezoek willen. Nu de luchtvaart door belastinggeld overeind gehouden wordt, kunnen we het niet meer aan de vrije markt overlaten wie er (veel) mag vliegen.
Wat we nodig hebben, is een rechtvaardige krimp. Schiphol was de afgelopen tien jaar met bijna 100.000 vluchten gegroeid tot een half miljoen. Zoveel vluchten hebben we niet nodig in dit kleine land en ze zijn ook niet mogelijk binnen de klimaatdoelstellingen. De overheid moet daarom in ruil voor de miljardensteun aan de luchtvaartindustrie de regie naar zich toetrekken en op een democratische manier de beperkte capaciteit gaan verdelen met een vliegvergunning. Dat is noodzakelijk voor een rechtvaardige verdeling die voorkomt dat na de coronacrisis vliegen een privilege van rijke veelvliegers en grote bedrijven wordt.