Ga naar de inhoud

Verliezen Belgen echt 1000 euro als Griekenland zijn schuld niet afbetaalt?

Bij de nieuwe situatie die is ontstaan na de verkiezingen in Griekenland, blijven enkele hardnekkige vooroordelen de ronde doen. Ze zijn nuchter te weerleggen. “Iedereen die de Griekse kwestie – en de vraag van de Europese schuld in het algemeen – met enige kritische zin beschouwt, beseft dat het probleem niet technisch of economisch van aard is, maar politiek.”

8 min leestijd

(Bron: DeWereldMorgen)

Zoals verwacht hebben Europese leiders uit het gehele politieke spectrum en zogenaamde economische experten na de verkiezingen van 25 januari er niet lang mee gewacht om ons te waarschuwen voor een budgettaire catastrofe waarvan wij, belastingbetalers, de Grieken de schuld geven. Laat ons enkele feiten op een rijtje zetten die ingaan tegen deze georganiseerde desinformatie, die niet aarzelt om de Europese volkeren tegen elkaar op te zetten. 

1. De Grieken hebben niet boven hun stand geleefd en zijn niet ‘gered’ door Europa

De ronduit racistische houding die sinds 2009 tegen de Griekse bevolking wordt aangenomen (de Grieken zijn lui, corrupt, enz.) is herhaaldelijk door cijfers tegengesproken. Laten we daarom de oorzaken van de schuld van hun land opsommen:

  • de dictatuur van kolonels (1967-1974) die de staatsschuld verviervoudigd hebben;
  • de kolossale en niet gerechtvaardigde militaire uitgaven;
  • de financiële put van de Olympische Spelen in 2004;
  • de corruptie van de leidende klasse (denk bijvoorbeeld aan de affaire-Siemens);
  • de vrijstelling van belastingen voor de grote reders en de orthodoxe Kerk (en, zoals elders in Europa, lage belastingen voor grote ondernemingen en de rijkste huishoudens);
  • de speculatie rond de Griekse schuld door private banken (tegen een woekerrente);
  • de besparingen zelf.

We moeten er ons goed bewust van zijn dat de Griekse schuld onbetaalbaar is, maar ook dat het niet aan het volk is om dit terug te betalen. Dit is een onrechtvaardige, en zelfs hatelijke en onwettige schuld. De Griekse bevolking hoeft die schuld niet te erkennen.

Een ander feit dat steeds meer bekend wordt: meer dan drie kwart van het publieke geld dat in verschillende ‘reddingsplannen’ voor Griekenland werd geïnjecteerd, is onmiddellijk terechtgekomen in de kassa’s van Duitse, Frans, Italiaanse en Belgische privébanken (in die volgorde). Het was er hun respectievelijke regeringen niet om te doen Griekenland er weer bovenop te brengen, maar om zichzélf te redden. Zij zijn immers de voornaamste schuldeisers. De factuur, dat wil zeggen de aderlating in de vorm van illegale besparingsplannen, werd aan de bevolking voorgelegd. 

2. De schuldoverdracht van private in publieke handen is weldoordacht

Sinds 2010 hebben de Europese instellingen (nationale overheden inbegrepen) verschillende mechanismen in werking gesteld die het privébanken mogelijk maken zich te ontdoen van hun Griekse obligaties. Zij hebben massaal aan Griekenland geleend zonder zich te bekommeren over zijn mogelijkheid om dit terug te betalen, precies omdat ze wisten dat de publieke instellingen hen voor ieder risico zouden vrijwaren in geval van nood. Laten we hier de twee grootste gevallen aanhalen:

  • De Europese Centrale Bank heeft in het kader van het Securities Market Program (SMP) in mei 2010 beslist om Griekse obligaties te garanderenen om deze op te kopen op de secundaire markt. De ECB heeft dus indirect de verliezen van de privébanken voor haar rekening genomen.
  • De herstructurering van de Griekse schuld in maart 2012. Dezelfde commentatoren die vandaag aanstoot nemen aan een eventueel ‘gebrek aan verantwoordelijkheid’ van de nieuwe Griekse regering, hebben deze herstructurering voorgesteld als een uitzonderlijk vrijgevig hulpprogramma voor Griekenland. De private schuldeisers verklaarden zich akkoord om ongeveer 100 miljard euro af te boeken, dat wil zeggen om de helft van de Griekse schuld uit te wissen. Weinigen hebben daarbij vermeld dat dit ‘hulpprogramma’ gepaard ging met nieuwe besparingsmaatregelen en vooral dat het de privébanken mogelijk maakte om zich van obligaties te ontdoen die nauwelijks 15 à 30 euro waard zijn op de secundaire markt van de schuld voor obligaties, tegen de nominale waarde van 46,5 euro… De resterende schuldeisers hebben dus bij de omzetting gewonnen en de obligaties zijn overgebracht naar de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF).

Vandaag is de Griekse schuld dus voor 80% in handen van zogenaamd publieke geldschieters.

3. De kwijtschelding van de Griekse schuld zou geen 1000 euro per Belg kosten

Je kon zowat overal lezen en horen dat België een bedrag van om en bij 10 miljard euro zou moeten betalen ingeval de Griekse schuld wordt kwijtgescholden. Dat is nogal kort door de bocht…

In feite heeft België 1,9 miljard aan Griekenland geleend en daarmee 3,7% van het gehele eerste ‘reddingsplan’ gefinancierd. Tot nu toe heeft het al 120 miljoen euro van dit bedrag aan terugbetaalde interesten van dit land in crisis ontvangen. Deze lening komt overeen met 0,5% van het BBP, of drie keer minder dan het geld dat werd besteed aan de laatste F-16’s. Vergelijk dit ook met de 33 miljard die (dit keer zonder voorwaarden) werd uitgegeven aan de redding van de banken in België. Opmerkelijk is dat deze lening al werd opgenomen in onze overheidsschuld en dat het verschuldigde bedrag moet worden afgelost tussen 2020 en 2040, wat betekent dat een Griekse kwijtschelding de overheidsschuld niet zal doen toenemen…

De andere engagementen zijn indirect. Het gaat om 2,2 miljard aan Griekse effecten die de Europese Centrale Bank (waarvan onze Belgische bank aandeelhouder is) opgekocht heeft. De ECB kan inderdaad deze verliezen op zich nemen, zoals ze dat sinds het begin van de crisis ook voor de private financiële instellingen doet.

De rest van het bedrag dat België ingeval van een Griekse kwijtschelding zou moeten betalen, houdt verband met de Belgische deelname aan het FESF. Ons land staat in feite borg voor een bedrag van 5 miljard euro, dat ook al werd opgenomen in de overheidsschuld. Deze borg geldt voor het fonds, dat aandelen uitgeeft op private markten om vervolgens de landen in moeilijkheden en hun respectievelijke bankensector ‘ter hulp te schieten’. Deze landen, Griekenland, Portugal en Ierland, moeten het geleende bedrag begin 2025 terugbetalen.

Kortom, het verlies dat ons te wachten staat in geval van de unilaterale kwijtschelding van de Griekse schuld is vooral dat van de 20 miljoen euro aan jaarlijks door Griekenland aan België terugbetaalde interesten voor de bilaterale lening. Dat zou ongeveer twee euro per Belg zijn, of minder dan de jaarlijkse accijnzen op limonade.

Bovendien worden niet alle belastingbetalers gelijk behandeld… Er zijn miljonairs en zelfs biljardairs in België. En er zijn ook banken die op de Griekse schuld hebben gespeculeerd en geprofiteerd hebben van de crisis, zowel hier als ginder. Het zou niet meer dan gepast zijn (en men zou eigenlijk verder moeten gaan) hen een uitzonderlijke taks op te leggen in geval van eventuele ‘verliezen’. 

4. Steun aan het Griekse volk en kwijtschelding van alle illegitieme schulden

Iedereen die de Griekse kwestie – en de vraag van de Europese schuld in het algemeen – met enige kritische zin beschouwt, beseft dat het probleem niet technisch of economisch van aard is, maar politiek.

De ervaring met de derdewereldlanden heeft voldoende aangetoond dat schuld vooral een machtsmiddel is om een specifiek beleid op te leggen, dat specifieke belangen dient.

De besparingsmaatregelen en de ultraliberale agenda die sinds 2009 aan het Griekse volk worden opgelegd, dienen niet om de publieke schuld – die van 115% van het BBP vòòr de maatregelen is gestegen naar 175% vandaag – te verminderen en de ‘begroting te saneren’ (hoe moeten we in dat geval de privatisatie van publieke goederen tegen bodemprijzen rechtvaardigen?). Een alternatieve aanpak van de problemen, die zich in Griekenland zou ontwikkelen en die een einde maakt aan de besparingsmaatregelen – of zelfs een belangrijk deel van haar schuld kwijtscheldt – zou niet zozeer ten koste gaan van het financiële patrimonium van de kapitalistische klasse, maar ze zou vooral politiek niet geaccepteerd worden.

Daarom is het belangrijk het Griekse volk te steunen in zijn pogingen om het land en zijn huidige regering tot ongehoorzaamheid aan de Trojka en zijn schuldeisers aan te zetten. De bevolking van alle landen die aan dezelfde economische logica worden onderworpen, moet hun schuld in vraag stellen en strijden tegen elke vorm van besparingen – dit is overigens wat het platform Burgeraudit van de Staatsschuld (BAS) doet. België moet haar Griekse schuldvorderingen kwijtschelden, dit is hier en nu de beste vorm van solidariteit van de Belgische bevolking tegenover de Grieken. Zo voorkomen we ook dat Griekenland geïsoleerd blijft. 

De oorspronkelijke, Franse versie van dit artikel vind je hier op de website CADTM. Vertaling door Chloë Versluys.

————————–

Voor meer informatie, lees Eris Toussaint en Damien Millet, AAA: Audit, Annulation, Autre politique, Le Seuil, 2012, pp. 110-114.

Meerdere studies schatten dat, om de officiële doeleinden van de sanering door de Trojka (IMF, ECB en de Europese commissie) te halen – dat wil zeggen dat in 2020 de schuld 120% van het BBP bedraagt – Griekenland vanaf nu een primair begrotingsoverschot van minstens zes procent per jaar moet opbouwen.

Lees «Pourquoi les programmes d’austérité imposés par la Troïka en Europe sont illégaux?» van Renaud Vivien, september 2015.

Zie «Un défaut intégral de la Grèce coûterait près de 10 milliards d’euros à la Belgique» in l’Echo van 7 januari 2015.

Het zou nog beter zijn mocht België de schuldvorderingen op Griekenland kwijt te schelden, zoals Noorwegen in 2005 heeft gedaan voor onredelijke schuldeisen tegenover vijf landen (Egypte, Ecuador, Jamaica, Peru en Sierra Leone).

Deze zijn sinds december 2012 vastgelegd op Euribor 3 maanden +0.5%, want de voorgaande tarieven veroorzaakten schandaal.

Mogen we erop wijzen dat er op zijn minst zes miljard aan belastingen ontdoken werd, enkel en alleen in het geval Swissleaks?

Zie onder andere hun communiqué: ‘Rejeter l’austérité en mettant en question le paiement de la dette, c’est possible en Grèce ! Pourquoi pas chez nous ?