Ga naar de inhoud

Veranderende arbeidsprocessen in de zorg

De grote bezuinigingen in de zorg leiden tot ingrijpende aanpassingen van de arbeidsprocessen. Mede onder druk van de zogenaamde marktwerking tekent zich een ontwikkeling af in de richting van industriële bedrijven. De zorg wordt een product, het productieproces bedrijfsmatiger. Managers krijgen de opdracht meer te letten op de kosten dan op de kwaliteit van de zorgverlening.

5 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen op de website van Solidariteit, foto: website SP)

Verandering van arbeidsprocessen is een aandachtsgebied, waarmee de vakbeweging zich weinig bemoeid heeft. In de lopende cao voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) ligt de nadruk op een looneis van 3 procent en de verlaging van de werkdruk. Tegelijkertijd staan in de zorgsector als geheel bijna 100.000 banen op de tocht. De bonden zijn traditioneel bezig met arbeidsvoorwaarden, terwijl juist nu de inhoud en de organisatie van de arbeid in de zorg ter discussie staan. Het wordt tijd voor Abvakabo FNV om alle aandacht te geven aan de inrichting van de arbeid. Dat staat overigens de strijd om de arbeidsvoorwaarden niet in de weg.

Arbeidsdeling

Bekende termen als taylorisering (opknippen van taken tot een rigide arbeidsdeling), flexibilisering van de arbeid, verhoging van de arbeidsproductiviteit, efficiëntie en effectiviteit, waarmee de industrie al jaren worstelt, vinden hun weg naar de mensen die in de zorg werkzaam zijn. Gevolgen als toegenomen werkdruk, verslechterende arbeidsomstandigheden en afnemende identificatie met het werk (vervreemding) gaan in de aanpassingen van de arbeidsprocessen mee. Dat geldt ook voor oplossingen als zelfsturende teams en resultaatverantwoordelijkheid; managementjargon voor een reële onderschikking van de arbeid aan het kapitaal.

De arbeidsprocessen in de zorg kenmerkten zich traditioneel door een hoge taakintegratie. De grootste uitgavenpost zijn dan ook de personeelskosten. Het is om die reden niet verwonderlijk dat – nu het om forse door de overheid opgelegde bezuinigingen gaat – op het personeel bezuinigd wordt. Tot voor kort was er een groot personeelstekort en werden jonge mensen gestimuleerd om verplegende en verzorgende beroepen te kiezen. Nu is zo’n lonkend perspectief op werk verdwenen en dreigen massaontslagen. Is er sprake van minder zorgvraag of is de vergrijzingsgolf al voorbij, voordat de babyboomers met pensioen gaan? Allerminst. De instellingen gaan het, op aangeven van de bezuinigende overheid, anders en goedkoper doen. Een paar voorbeelden.

    Mensen die nog kunnen lopen, familie hebben en geacht worden zich te kunnen redden, krijgen geen zorg meer. Dat betreft niet alleen ouderen, maar ook psychiatrische patiënten, verstandelijk en lichamelijk gehandicapten en probleemjongeren. Is hier de zorg een bepalend criterium? Nee, alles draait om wat heet ‘het kostenplaatje’. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat de verzorgingshuizen leeglopen, de dagbesteding in de gehandicaptenzorg vervalt en psychiatrische cliënten en jongeren die aangewezen zijn op de jeugdzorg in de kou komen te staan.
    Zorgtaken worden uiteengerafeld en door verschillende zorgbedrijven geleverd. Voor het aantrekken van steunkousen, het verrichten van (wijk)verpleegkundige handelingen, het schoonhouden van het huis, het signaleren van sociale problemen (eenzaamheid), komen verschillende mensen langs die niet méér mogen doen dan de taak waarvoor ze op pad gestuurd zijn. Voor individuele aandacht, een praatje, een kopje koffie of thee, is geen tijd meer; er moet productie gedraaid worden.

Zo wordt zorg lopendebandwerk, waarbij de zorgverleners zich absoluut niet meer kunnen identificeren met hun vak en professionaliteit. Deze veranderende inrichting van de arbeidsprocessen wordt ook toegepast in de instellingen die zorg leveren. De stress die daardoor ontstaat, vindt zijn oorzaak niet alleen in de grote werkdruk, maar ook in de verzakelijkte verhouding tussen verlener en ontvanger van zorg.

Vakbondsinitiatieven nodig

De vakbonden hebben zich met deze kwestie, de inhoud van het werk, in het verleden te weinig ingelaten. Zij zijn primair gesprekspartners over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Met als gevolg dat zorgverleners bij de herinrichting of het herontwerp van hun werk tevergeefs aankloppen bij de vakbeweging. Begrijpelijk dat mensen die hun baan dreigen te verliezen zich afvragen wat ze aan een vakbond hebben die in de strijd voor een goede cao het tegengaan van massaontslagen en het anders organiseren van het werk lijken te verwaarlozen.
De discussie over de verandering van arbeidsprocessen moet gevoerd worden, met aan kop FNV in Beweging. Amechtig probeert het management in de zorg sociale plannen met de vakbonden af te sluiten om zo de vrije hand te krijgen om enerzijds de arbeid anders in te inrichten en anderzijds ontslagvergunningen binnen te halen. Die plannen rusten op het zogenaamde afspiegelingsbeginsel, een voorwaarde van het UWV die inhoudt dat van alle leeftijdscategorieën in gelijke mate mensen moeten afvloeien. Een andere kwestie is de eis van het UWV voor een mobiliteitsplan, de inmiddels beruchte begeleiding van werk naar werk, waarvan iedereen aanvoelt dat het resultaat nihil zal zijn.
Juist voor een reorganisatie van het werk zijn alle mensen met ervaring en professionaliteit nodig, in het bijzonder de breed gekwalificeerde zorgwerkers. Zij zijn degenen die de werkelijke zorg vorm en inhoud kunnen geven. Ontslagen verplaatsen sociale problemen. De route is bekend: vaste baan, boventallig, werkloosheidsuitkering, bijstand en vervolgens vrijwillig het werk doen dat eerst een betaalde baan was. Het wordt tijd dat de vakbeweging in de cao’s daaraan paal en perk stelt. Dat kan bijvoorbeeld met de eis voor herverdeling van het werk via arbeidstijdverkorting.

De vernieuwde FNV wil een vakbond van de leden zijn. Dat kan alleen door zich te oriënteren op wat er werkelijk in de zorg speelt. Daarvoor is vakbondswerk aan de basis nodig, actieve betrokkenheid van zorgwerkers door de invoering van vakbondsteams op de werkvloer. Aan de onrust en de verontwaardiging op de werkvloer zal het niet liggen, die zijn sterk en zoeken naar uitwegen. Organizen is één, re-organizen van de bond is twee. Beide zijn nodig om de zorg te redden en sociaal te houden.