Ga naar de inhoud

Van ‘de wereld, mijn dorp’ naar ‘mijn dorp, de wereld’

Zo’n twintig jaar geleden werd mijn eerste boek uitgegeven, het resultaat van mijn doctoraatsonderzoek. Ik legde erin uit hoe, onder de ‘deskundige’ leiding van de Wereldbank, het armoedethema zich een weg had gebaand naar de internationale agenda en er de plaats had ingenomen van ‘ontwikkeling’. Vanaf dan was het afgelopen met het collectieve project van nationale modernisering en werd enkel nog gekeken naar de ‘arme mensen’. De ngo-wereld jubelde omdat men niet zag of niet wilde zien dat tegelijk een eind werd gemaakt aan het idee van sociale ontwikkeling en er plaats werd gemaakt voor het allesoverheersend paradigma van de neoliberale mondialisering.

13 min leestijd

(Door Francine Mestrum, oorspronkelijk verschenen bij Uitpers.be)

De uitgever veranderde stiekem de titel van mijn boek en maakte van ‘mondialisering’ ‘globalisering’, wellicht hopend dat ik de niet zo subtiele ideologische ingreep niet zou zien of begrijpen. En toen ik de andersmondialiseringsbeweging vermeldde, gaf een vooraanstaand VRT-journalist mij als antwoord: hoezo, is dat dan een anders-kapitalisme?

Om maar te zeggen, kijken naar de wereld is niet voor iedereen hetzelfde. Sommigen zien meer contacten tussen mensen, uitwisselingen tussen verschillende culturen, meer reizen en meer kennis.

Anderen zien een kapitalistisch monster dat meer en meer alles om zich heen verpulvert en verslindt. De natuur, gemeenschappen én mensen mét hun overlevingsmechanismen moeten eraan geloven.

Eigenlijk is dat, m.i., een probleem van hoofdzakelijk mannen die slechts één hersenhelft gebruiken en menen dat je analyse bij één van beide visies moet aansluiten. Terwijl, overduidelijk, de twee visies juist zijn. De wereld is één mondiaal dorp geworden, en in dat dorp grijpt de kasteelheer wild om zich heen om iedereen in zijn pas te laten lopen. Terwijl de boeren en proleten hun eigen taal ontwikkelen, hun eigen agenda volgen en het verzet organiseren.

En ja, dan krijg je een Trump die handelsoorlogen uitlokt, die ‘America great again’ wil maken, en je krijgt het oude British Empire dat een Brexit wil, om ‘take control’ again, of een China dat het ‘denken van Xi JinPing’ op de universitaire agenda’s zet. Het zijn leiders die hún land aan de top willen krijgen en de lessen van de tweede wereldoorlog vergeten zijn. Ze vinden multilateralisme een vuil woord en geven er de voorkeur aan hun bevolking op te zetten tegen de mensen in andere landen of, beter nog, mensen in het eigen land. Wit tegen zwart, geel tegen wit, Britten tegen Europeanen, Amerikanen tegen Chinezen.

En de civil society? Zij volgt. Zij verzet zich tegen de Trumps en Borissen van deze wereld, maar kijkt even goed ‘inwards’, verlaat de mondiale scene en gaat lokale acties promoten. Commons, weet je wel. Verander de wereld, begin bij jezelf. Vooral geen vliegtuig nemen, zeer slecht voor het milieu. Een wereld sociaal forum? Uit de tijd. Vandaag werken we aan municipalisme, eigen openbare dienst eerst. Van ‘de wereld, mijn dorp’ naar ‘mijn dorp, de wereld’. Zoek in de media maar een degelijk bericht over het buitenland. Of, erger nog, probeer er maar eens een te publiceren.

En ondertussen? De multinationals breiden hun macht uit. Ze hebben niet enkel de Staten maar meer en meer ook de civil society in hun klauwen, vooral via hun filantropische stichtingen. Van State capture naar civil society capture. Met de nieuwe cryptomunt, de Libra, als bemiddelaar.

Ja, er zijn wat verschuivingen aan de top van de lijst met allerrijkste mensen ter wereld. Zij worden rijk omdat de belastingparadijzen zowat overal ter wereld verspreid liggen in tropische delen van de oceanen. De grote investeerders doen het met wat minder, maar in Azië en Afrika nemen de internationale investeringen nog toe. En in landen waar het wat moeilijker gaat, zoals de ‘transitielanden’, daar organiseert men gewoon ‘speciale economische zones’, belastingvrij, zonder vervelende sociale en milieunormen, doorgaans. Meer dan duizend zijn er de afgelopen vijf jaar bijgekomen. De WTO is uitgeteld, klopt, maar het aantal bilaterale handels- en investeringsakkoorden neemt toe, en die zijn veel véél moeilijker te controleren door die lastige ngo’s. Neen, dit is niet het einde van de globalisering, maar wel van de pogingen om de handel wereldwijd te reguleren. Het wordt weer ieder voor zich en vooral ieder tegen allen.

En dan?

Het spreekt voor zich dat progressieve mensen en bewegingen deze stand van zaken in de wereld niet kunnen aanvaarden.

We leven in de paradoxale situatie dat nooit eerder de sociale bescherming zo hoog op de agenda stond, maar ze tegelijk nooit eerder zo werd bedreigd. En dat komt omdat ‘sociale bescherming’ voor de internationale organisaties iets anders betekent dan voor ons, gewone mensen. Wat de Wereldbank wil is onderwijs en gezondheidszorg voor arme mensen, en een klein basispensioentje voor wie zich niet op de markt kan verzekeren.  Maar géén verzorgingsstaten, met arbeidsrecht en openbare diensten.

De economische en sociale rechten worden verder afgebouwd, men wil ons doen geloven dat de extreme armoede afneemt, maar de honger in de wereld neemt toe! Alternatieve berekeningen tonen aan dat meer dan de helft van de wereldbevolking arm is. De ongelijkheid neemt nooit eerder geziene proporties aan, met, volgens Oxfam, 26 mensen die evenveel bezitten als de armste helft (3,8 miljard) van de wereldbevolking. Dit is gewoon immoreel en decadent. Mensenrechten worden meer en meer ongestraft met voeten getreden, in de VS, in Brazilië, in de Filippijnen en, niet te vergeten, in onze eigenste Middellandse Zee. Méditerranée, zó blue, zó blue?

De democratie wordt in twijfel getrokken, van China tot Hongarije en tot de Arabische wereld. Regimes die nog doen alsof ze democratische vertegenwoordiging nastreven, worden wat meesmuilend bekeken. Alsof het zou helpen!

Dat is de wereld waarin een verzuipende linkerzijde het hoofd boven water probeert te houden. Radikaal links heeft in de EU nog 5 % van de stemmen! De sociaal-democraten staan op een goede 20 % en de Groenen op een kleine 10 %. In veel landen op andere continenten is er van een politieke linkerzijde nauwelijks sprake, laat staan dat ze er een progressief beleid zou kunnen voeren.

En helaas is het met de sociale bewegingen en ngo’s niet veel beter gesteld.

Op het eerste gezicht lijkt het er op dat de zogenaamde civil society nooit zoveel macht heeft gehad als vandaag. Ze is aanwezig bij de VN, bij de ILO, bij de Wereldbank en zelfs een beetje bij het IMF. Er zijn ontmoetingen met de Europese instellingen. Straks nodigt Guy Verhofstadt onze bewegingen uit om deel te nemen aan zijn boeiende conferentie over de democratisering van de Europese instellingen.

En toch.

Het Europees Sociaal Forum is mislukt. Het Wereld Sociaal Forum is op sterven na dood. In het People’s Forum voor Europa en Azië wordt geprobeerd zich iet of wat te organiseren. De ego’s struikelen over elkaar en wie nog wil reizen kan de tickets niet meer betalen. De indignado’s, de Okkupy’s, de Nuits Debout, de Black lives matter… waar zijn ze? Dagelijks krijg ik tientallen emails binnen van ergens weer een sociale actie, maar wat betekenen ze voor het systeem? Verandert er echt iets? Hoe lang houden de gilets jaunes het nog uit?

Kort samengevat: er zijn wel wat problemen.

Ngo’s en sociale bewegingen hebben het transnationaal moeilijk, omdat:

  • Ja, die ego’s, hoef ik daar meer over te zeggen?
  • Ja, de vijanden, want voor links is de vijand altijd het andere links.
  • De foute of uitblijvende analyses. Hoewel de sociale fora altijd hebben kunnen rekenen op de participatie van heel wat academici, heeft men zelden een juiste kijk kunnen ontwikkelen op neoliberalisme, globalisering en de daaruit voortvloeiende sociale rampen. Tot vandaag, met een klimaatcrisis voor de deur, blijft de oplossing al te vaak beperkt tot ‘het kapitalisme’ dat eerst weg moet vooraleer iets te ondernemen. Dat werkt verlammend en demotiverend.
  • Té veel ngo’s en sociale bewegingen vechten voor wat hen al gegeven is! Hun agenda wordt bepaald door de internationale instellingen: zij beslissen dat we vanaf nu gaan vechten tegen armoede en voor een minimale sociale bescherming. Maar in plaats van een eigen agenda met eigen linkse prioriteiten vast te stellen, volgens ze slaafs wat hen door diezelfde instellingen al is toegezegd. Energie voor een eigen inbreng, voor een eigen analyse is er dan niet meer.
  • Té veel ngo’s en sociale bewegingen maken zich blij met hun zelf ontwikkelde ‘nieuwe’ methodes: ze werken aan horizontaliteit, tegen alle hiërarchieën, aan een eigen gebarentaal, enz. Maar zien niet dat elke organisatie die zichzelf au serieux neemt wel een minimum aan structuur en ja, hiërarchie moet inhouden. Dat kan perfect democratisch, met regels voor de verdeling van verantwoordelijkheden en verantwoording/accountability. Horizontalisme is al te vaak een mechanisme om de bestaande machtsrelaties te verbergen in plaats van ze te aanvaarden en te reguleren.
  • En wat vooral geldt voor de ecologische beweging: de fatale roep van ‘begin bij jezelf”’. Alsof minder plastic strootjes gebruiken iets kan doen aan het plastic en vervuilingsbedrijf Ineos in de haven van Antwerpen, alsof een emissievrijezone in Antwerpen iets kan doen aan het roet van de cruiseschepen, of in Gent aan één van de meest vervuilende staalbedrijven van Europa. Alsof op reis gaan met de trein iets kan doen aan de vervuilende business van de bouw van spoorlijnen en wagons en de pakjesbedrijven aan banden zal leggen. Moeten we dan niets veranderen aan ons gedrag? Zeker wel, maar dat kan enkel een gevolg zijn van de structurele veranderingen die op ons af (moeten) komen. Individuele veranderingen kan je niet afdwingen, zeker niet als ze gepaard gaan met bangmakerij.
  • En kijk, nu hebben we toch wel ontdekt dat de klimaatcrisis vooral de armen zal treffen! Allen daarheen! Hoe kunnen we die arme drommels helpen (3,8 miljard, ik zei het al)? Jeff Bezos en Elon Musk lachen in hun vuistje. De rijken doen ondertussen gewoon door, zij vervuilen tien keer meer dan de armen, en als er geen schone lucht meer is vallen ze net zo goed dood als de armen. Maar ze hebben langer kunnen profiteren.

Ach, ik hoor het al. Ik ben veel te pessimistisch, ik zie niet hoe al die kleine acties, kleine revoluties de aanzet kunnen zijn naar iets meer. Ik zou dat wel willen geloven, maar ik zie het niet gebeuren. Hoe lang moeten we misschien nog wachten?

Is de meest positieve ontwikkeling van de jongste tijd niet het ontstaan van ‘Youth for climate’? Jonge mensen die in eigen land en elders in Europa wekelijks op straat komen om doortastende milieumaatregelen te eisen. Jonge mensen die zich bewust zijn van de reële problemen en de politici met actie er willen toe aanzetten effectief te handelen.

Ja, dat is geweldig positief en het is met recht en rede dat ze hier in Gent de prijs voor de democratie hebben ontvangen.

Maar laat ons ook realistisch zijn.

Hun beweging is nog lang niet Europees. In heel veel landen heeft men er nog niet van gehoord.

En vooral: alleen kunnen ze het niet. Je kan niet van middelbareschoolscholieren verlangen dat ze met een uitgewerkte klimaatwet of realistische en haalbare plannen uitpakken. Ze hebben de steun nodig van andere politieke bewegingen die hen helpen om voor België realistische en urgente plannen uit te werken, en vooral om ook internationaal en mondiaal actief te worden.

We weten allemaal dat Vlaanderen, noch België, noch de EU op hun eentje de milieuproblemen kunnen oplossen. Als er ergens een mondiaal probleem bestaat dat wijst op onze onderlinge afhankelijkheid, dan wel hier. Vandaar dat een klassenanalyse misschien nuttig maar verre van voldoende is. Want als de lucht niet in te ademen valt in Peking, Cairo of Mexico City, dan voor iedereen. Er komt een dag dat de rijken ook vroegtijdig zullen sterven omdat ze niet op één twee drie in Patagonië of Nieuw Zeeland geraken.

En, om terug te keren tot die individuele doe-het-zelf-acties, we weten ook dat mensen hun gedrag niet zullen veranderen als hen geen beter leven in het vooruitzicht wordt gesteld, maar aub, niet in termen van ‘je zal gelukkiger zijn ‘, of ‘je kan meer doen met minder’… mensen geloven dat niet en ze hebben gelijk. Hou daarom op met dat gemoraliseer en stel hen daarentegen materiële verbeteringen voor, een geïsoleerd huis dat minder verwarming vergt, goedkopere geneesmiddelen, een versterkte sociale zekerheid, beter en goedkoper openbaar vervoer, met bio-voeding, enz. Via sociale maatregelen die het leven van mensen verbeteren kan heel veel voor het milieu worden gedaan en kan stap voor stap gewerkt worden aan systeemverandering. Het kan!

Maar hoe?

Het denken over de toekomst is nog lang niet uitgeklaard.

Wat we moeten leren is denken met onze twee hersenhelften. Het betekent dat we afzien van oude slogans zoals think global, act local (of omgekeerd). Beide zijn nodig.

Ten tweede moeten we leren pragmatisch in plaats van sectair zijn. Samenwerken met alle progressieve groepen die begrijpen dat er een systeemverandering nodig is.

Ten derde is het mijn overtuiging dat we af moeten van alle post-moderniteit en post-ontwikkeling. De moderniteit moet herbekeken worden maar moet niet, vooral niet overboord gegooid worden. Wat er fout aan was is de scheiding van mens en natuur, het externaliseren van de natuur, terwijl de mens deel is van de natuur. Vanuit dat nieuwe besef moeten we onze wereld hertekenen, met respect voor iedereen, niet met bewondereng voor iedereen, want elke beschaving heeft zijn voor- en nadelen. De boetedoening van ‘witte mensen’ is niet nodig. We mogen ons niet laten misleiden door de predikheren die ons terug naar de middeleeuwen willen brengen, naar tribale gemeenschappen, die bang zijn van nieuwe technologie en spiritualiteit als redmiddel zien.

We moeten terug naar het universalisme want we zijn allemaal verschillend, we leven met een grote diversiteit, maar vreedzaam samenleven is enkel mogelijk als we allemaal gelijk zijn. We hebben gelijke rechten, precies omdat we allemaal verschillend zijn, het zijn niet de verschillen die onze rechten en onze status bepalen. We zijn verschillend en daarom zijn we gelijk. Gevaarlijk zijn zij die deze twee begrippen door elkaar halen.

Youth for climate is een kans die niet mag verloren gaan. Het is inderdaad zeer hoopgevend dat jonge mensen het initiatief genomen hebben, de oudere generaties mogen hen niet in de steek laten. Ze moeten helpen met het uitwerken van concrete beleidsvoorstellen voor het regionale, nationale, Europese en mondiale niveau. Ze moeten helpen met het duiden op de links die er bestaan tussen diverse sectoren, van sociale rechtvaardigheid naar milieurechtvaardigheid, naar democratie, naar fiscaliteit, naar vrede. Alles hangt samen met alles en iedereen is nodig.

Ik wil daarom een vurig pleidooi houden voor het organiseren van een wereldwijde beweging, met een duidelijke democratische structuur, met daarin vakbonden, sociale bewegingen en ngo’s. Dit moet een beweging worden die werkt aan duurzaamheid: duurzaamheid van het leven, van mensen, van de maatschappij, van de natuur. Dit is dringend.

Wij hebben nog één ding meer nodig, een voorwaarde voor het slagen van wat hierboven staat: een sterke, mondiale beweging tegen het fascisme dat overal ter wereld de kop weer opsteekt. Indien zij winnen is ook de democratie verloren en is wellicht de mensheid verloren. Voor lange tijd.

Vandaar: mondialiseren. Het moet.

Francine Mestrum

Gentse Feesten, 28 juli 2019