Van bijbaantje tot precaire arbeid
Deze keer niet met mijn buurman gesproken, maar met zijn dochter, zestien jaar en volgend jaar eindexamen. Ze wil geschiedenis studeren, nadat ze de brieven van haar overleden opa had gelezen die hij in 1948/1949 als soldaat uit Indonesië naar zijn moeder stuurde. Daar werd thuis niet veel over gesproken, ze vond wel dat die brieven steeds kritischer werden.
(Foto publiek domein europeana)
Zo schreef hij bijvoorbeeld: ik ben mijn handen aan het vuil maken en dat wil ik niet. Ze had er op school over gesproken en zei in één van onze gesprekjes: het lijkt wel of er twee geschiedenissen zijn, één van school en die van mijn opa.
Het lukte me aardig om te luisteren bij dit klassieke vraagstuk over ideologie en werkelijkheid. Ook toen ze woedend vertelde wat ze afgelopen weken in haar baantjes had meegemaakt. De ene ging over wat ze het ”Tik Tok restaurant” noemde en de andere over de zelfscan bij Albert Heijn. Over haar boosheid, zei ze, dat ze op haar opa leek.
Uitgerekend dat restaurant in het centrum van Amsterdam kreeg deze dagen een recensie in het Magazine van de Volkskrant (3 juni 2023). Cijfer 7,5 – een tikje prijzig, tikje hyperig. Meer dan warm aanbevolen door Tik Tok. Net geopend, klein zaakje met een open metalen keuken, roze muren, graffiti, afhalen aan de straatkant. Landelijk nieuws vanwege de lange wachtrijen van toeristen die naar een stroopwafel of platburger leken te smachten. Het ging om een te versturen ‘selfie’ met het restaurant op de achtergrond. Ze waren er geweest. Een paar weken was de buurt ontregeld, ondanks een ingehuurde ‘crowdmanager’.
Ook hier dienden zich twee werelden aan. Een succesvolle show aan de buitenkant (wie wil daar niet bij zijn) en het vuile werk aan de binnenkant (wie kiest daar voor).
Lang leve de klant
Aangespoord door een klasgenoot wilde ook mijn buurmeisje onderdeel zijn van zo’n groot spektakel. Hoe tijdelijk ook, dat wilde ze best eens meemaken. Maar het viel zwaar tegen, alleen familieleden van de baas stonden in verschillende talen de etenswaren te verkopen. Voor anderen bleef het klaarmaken van de platgedrukte hamburgers en plakkende wafels over, plus alsmaar opruimen en schoonmaken. Opgejaagd, zonder iets dat op een kantine leek, ook een toilet was er niet, dus er tussendoor naar een café verderop. Het tijdloon was heel stipt, was er even geen werk, dan geen cent.
Toen ik er naar vroeg, bleek een arbeidscontract te ontbreken, laat staan dat er een verzekering was als er wat zou gebeuren. Hoe langer de rijen buiten waren, des te meer werd er gesnauwd. Het artikel in de Volkskrant leverde veel details over andere gerechten, zelfgemaakte citroenlimonade en jasmijnthee. Een leerschool voor frisse start-up jongens met franchise-ambities. Jonge ondernemers die niet beter weten, en dat was nou precies het probleem. Inmiddels was Tik Tok al weer op weg naar de volgende reclameboodschap.
Het tweede bijbaantje was controleur van de zelfscan bij een supermarkt van Albert Heijn. Mijn buurmeisje knapte af op de heel gerichte scholing. Het management had gemerkt dat de uitbesteding van het kassawerk aan de consument geld kostte: klanten scanden te weinig, ‘dus’ stalen ze. Een aantasting van de 2,5 miljard euro winst in 2022 van het moederbedrijf Ahold Delhaize en de grof profiterende directieleden en aandeelhouders. Mijn buurmeisje schrok even van haar eigen woorden: wie steelt hier nou.
De controleurs, veelal scholieren, leerden in een cursus op afroep door een verstrekte mobiel de boodschappentas van de potentiële dief leeg te halen en te vergelijken met de scan. Vooral zichtbaar voor iedereen. Bij een serieuze verdenking en helemaal bij ‘het bewijs’ ging dat verder door ‘de verdachte’ luid aan te spreken, te kak te zetten en een sfeer van intimidatie bij de overige consumenten op te roepen. Meestal was het daarna stil.
Onzeker en onverzekerd
Door over ‘bijbaantjes’ te spreken, lijken de opgedane ervaringen wel mee te vallen: de prijs voor de vrije keuze om een avond en/of een dagdeel van het weekeinde te werken. Maar dat is een oppervlakkig oordeel in de wetenschap dat de geschetste arbeidsverhoudingen zich niet beperken tot ‘baantjes’ van scholieren. Honderdduizenden mensen hebben geen andere keus om in hun onderhoud te voorzien:
* tijdelijk werk, een paar dagen in de week of maand, onregelmatige tijden die op het laatste moment kunnen veranderen, werktijden tot twaalf en veertien uur, permanente beschikbaarheid, nul urencontracten;
* onzeker en onverzekerd, geen cao, rechteloos, niet alle werkuren uitbetaald, geen vakantiegeld, reiskostenvergoeding of pensioenopbouw, vakbond afwezig, al of niet buitengesloten;
* herhalende arbeid, ziekmakende arbeidsomstandigheden, geen beschermende kleding;
* dan weer hier en dan weer daar uitbesteed werk, of aan een ‘plotselinge klus’ of seizoen gebonden;
* uitzendbureaus die met het werk ook een tijdelijke behuizing regelen, met in de praktijk: geen werk, geen huis;
* schijnzelfstandigheid die de ondernemer vrijstelt van sociale kosten;
* kortom, precaire arbeid.
Deze, vast niet volledige, opsomming wordt door deskundigen samengevat als de ‘randen van de werkgelegenheid’, die kansen biedt aan mensen met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’, waar steeds weer koppelbazen, beunhazen en ronselaars optreden en winsten steeds vuiler worden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau kwam maart 2023 tot een precariaat van 860.000 mensen (6 procent van de werkende bevolking). De Internationale Arbeidsorganisatie (Verenigde Naties) meldde in 2016 op wereldschaal zo’n 1,5 miljard mensen, bijna de helft van de wereldbevolking in de werkende leeftijd.
Bij die cijfers zullen de bijbaantjes van scholieren niet meegerekend zijn, hun precaire arbeid is net zo verwerpelijk als van de velen die geen keus hebben. Met dank aan mijn buurmeisje, een tip voor haar docenten: één of meer lessen over de werkelijkheid van ‘bijbaantje tot precaire arbeid’, oftewel de klassieke overgang van ervaring naar analyse.