Ga naar de inhoud

Uitzendwezen in Duitsland: Een slechte beurt voor de vakbonden

Bij de uitzendbureaus heerst alarm. Het Europese Gerechtshof deed de uitspraak dat uitzendkrachten per cao minder betaald mogen worden, maar daarvoor een volwaardige compensatie moeten krijgen. Door deze uitspraak worden de uitzendcao’s onwettig. Een oorvijg, ook voor de vakbonden.

8 min leestijd

(Door Gesa von Leesen (1), overgenomen van solidariteit.nl)

Wolfgang Däubler, één van de meest gerenommeerde arbeidsadvocaten in Duitsland, is trots. Het arrest van het Europese Hof van Justitie is aan hem te danken. De 83-jarige advocaat blijft opkomen voor de rechten van arbeiders. Ruim vijf jaar geleden raakte hij betrokken bij de campagne voor uitzendkrachten die ook werd gepromoot door het satirische programma Die Anstalt.

Goedkoop, toch profijtelijk

Aanleiding was een rechtszaak die een uitzendkracht in Beieren had aangespannen. Zij werkte in de detailhandel en verdiende 4,40 euro per uur minder dan haar vaste collega’s die vergelijkbaar werk verrichtten. Ze werd namelijk betaald via het uitzendtarief en stapte met juridische steun van ver.di naar de arbeidsrechtbank en wilde zo’n 1.300 euro vergoeding. (ver.di: vakbond, onder meer ‘diensten’ en ‘voeding’) Ze verloor, maar uiteindelijk sluisde het Federale Arbeidshof de aanvraag door naar het Europese Hof van Justitie dat december jongstleden oordeelde dat een uitzendkracht volgens de cao minder betaald hoeft te worden. Maar de Europese Uitzendrichtlijn stelt dat het gaat om een Totale bescherming voor werknemers en dat betekent dat het lagere loon adequaat gecompenseerd moet worden. Bijvoorbeeld door meer vrije tijd en niet door de toekenning van een extra vakantiedag met 20 procent minder salaris. Dit beginsel staat echter nu niet in de cao’s tussen de vakcentrale DGB en de Federale Werkgeversvereniging BAP.

De procedure gaat terug naar de Federale Arbeidsrechtbank die naar verwachting medio 2023 zal beslissen. De twee tariefpartners moeten snel bedenken wat ze gaan doen, vooral omdat op dit moment de onderhandelingen plaatsvinden over een nieuwe cao voor uitzendkrachten. Het werkgeverskamp wordt onrustig en begrijpt het belang van de uitspraak van het Hof van Justitie. Al in de zomer waarschuwden de advocaten van de werkgevers voor de gevolgen. Zo meldde Christian Häuszer dat bestaande, tijdelijke arbeidscontracten met verminderde beloning heel waarschijnlijk geen standhouden. Zijn waarschuwing: als uitzendwerk in principe net zo duur zou zijn als vaste arbeidscontracten, dan wordt het een minder flexibel arbeidsmarktinstrument. Aangezien bijna alle uitzendbureaus onder een cao vallen, wordt een hele sector door dit oordeel getroffen. Voor die bureaus gaat het om de kern van de zaak, aldus het weekblad Der Betrieb dat voor ondernemers toonaangevend is op het gebied van belastingen en wetgeving. Het zou nu afhangen van de creativiteit van de onderhandelingspartners om een redelijk evenwicht te vinden, waarin tijdelijk werk niet te duur wordt en toch de moeite loont. Op de dag van het vonnis publiceerde de werkgeversvereniging BAP een persbericht. Het sociale partnerschap met de vakbond DGB heeft zich goed bewezen. Nu moet het ‘Bundesarbeitsgericht’ de kant kiezen van de grondwettelijke vrijheid om cao’s af te sluiten die passende arbeidsvoorwaarden ook in de toekomst mogelijk maken. Cao’s die zowel wettelijk, praktisch als aantrekkelijk zijn. Met ‘aantrekkelijk’ bedoelen de werkgevers uiteraard goedkoop.

Lage-lonen-sector

Vanwege de Kerstvakantie zijn DGB en ver.di niet in de gelegenheid inhoudelijk te reageren op de uitspraak van het Europese Hof van justitie. Het hoofd van ver.di in Baden Württemberg, Martin Gross, beperkt zich tot: Ik kan geen goede inschatting maken wat die uitspraak betekent. Maar ik ben van mening dat uitzendkrachten minstens, zo niet beter, betaald moeten worden dan vaste werknemers. De persvoorlichter van IG Metall is blij met de uitspraak van het Hof van Justitie. Maar hoe het in Duitsland verder moet, is door het Hof van Justitie niet aangegeven, dus wordt afgewacht wat de Duitse wetgever er over zal zeggen.

Het is verwonderlijk hoe weinig enthousiast de bonden reageren. Het is toch een schot voor open doel om bij de komende cao-onderhandelingen veel meer te eisen voor uitzendkrachten. In de praktijk maakten de bonden hun slogan ‘gelijk loon voor gelijk werk’ niet waar. De slechte toestand, waarin uitzendkrachten werken, begon met bondskanselier (1998-2005) Gerhard Schröder. Samen met de sociaaldemocratische SPD en de Groenen heeft hij zich onvermoeibaar ingezet om goedkope lonen wettelijk mogelijk te maken. In januari 2005 verklaarde hij trots op het World Economic Forum in Davos: Wij hebben één van de beste lage-lonen-sector in Europa opgebouwd. Hij heeft gelijk gekregen. Ze bloeit en groeit en dan vooral in de uitzendbranche. Op de vraag van Die Linke in de Bondsdag welke cijfers bekend zijn, was het antwoord dat 31 december 2021 zo’n 620.000 mensen werkzaam waren als tijdelijke arbeidskracht en dat daarvan twee derde aan de onderkant van de beloningen zat. Bij de vaste voltijdswerkers is dat 18 procent. Daarbij is bijna de helft van de tijdelijke arbeidskrachten van buitenlandse afkomst.

Uitzendkrachten wisselgeld

Het krankzinnige in Duitsland is dat ook voor uitzendkrachten ‘gelijk loon voor gelijk werk’ geldt, maar per cao mag daarvan naar onder worden afgeweken. Dan zouden de uitzendkrachten geen cao moeten afsluiten, zou je denken, maar helaas gaat dat niet op zolang de bonden van de DGB meedoen met de werkgevers. Gemiddeld worden uitzendkrachten 30 procent minder betaald dan de vaste werknemers. De debatten in de DGB waren destijds heftig. Velen wezen deze cao’s voor ‘goedkoop werk’ af. Helaas haalden ze dat niet. Een tegenargument was dat de christelijke bonden wel meededen en nog slechtere cao’s afsloten. Dus de DGB moest wel in actie komen om betere cao’s voor elkaar te boksen.
Tegenwoordig geldt dit argument niet meer, omdat in 2010 het Bundesarbeitsgericht de uitspraak deed dat de christelijke bonden niet representatief waren en dus geen cao mochten afsluiten. De al door die bonden afgesloten cao’s werden buiten werking gesteld. Toen was de DGB enthousiast en steunde de klagers met eisen voor schadevergoedingen bij niet uitbetaald loon. De DGB verklaarde zelfs dat de werkgevers via deze cao’s het principe van ‘gelijk loon voor gelijk werk’ omzeilden.

uitzendwerk is moderne slavernij

Waarom de DGB precies hetzelfde deed en nog steeds doet, verklaart advocaat Däubler met de stelling dat de Duitse vakbeweging zich sterk identificeert met de groep vaste werknemers en de heersende orde. De DGB ziet zich niet meer als tegenkracht/macht. Deze mening deelde ook Tom Adler, in de jaren negentig als ‘Alternative’ lid van de ondernemingsraad van Daimler. De Alternative kende een actieve groep kritische kaderleden in de vakbond IG Metall die zich toen in de fase bevond van ‘maakt niet uit wat we regelen’ als we maar partij zijn bij de onderhandelingen. Daarbij telt dat uitzendkrachten moeilijk te organiseren zijn en bovendien een mooie ‘arbeidsreserve’ bieden die bij de grote bedrijven de klappen opvangen. Als het economische tij even tegenzit, vliegen ze er als eersten uit. Een mooie buffer voor de vaste werknemers die ook nog eens vaak beter en meer georganiseerd zijn. Tegelijkertijd dreigden de werkgevers dat als er geen goedkope arbeidskrachten ingehuurd mochten worden, ze nog meer werk naar het oosten van Europa zouden verplaatsen. En dat gebeurt nog steeds!

Miljoenen euro’s wachten

Aangezien het nog wel enige maanden duurt voor de uitspraak van het Europese Hof van Justitie door het Bundesarbeitsgericht behandeld wordt, verandert er voorlopig niets voor de uitzendkrachten. Behalve als de DGB bonden in actie zouden komen, want deze maand gaan de cao onderhandelingen weer van start. Het advies van advocaat Däubler aan de bonden is om een hoge compensatie te eisen. Enerzijds om de lage lonen te verhogen en anderzijds zo hoog dat het nooit meer loont om vaste werknemers in te ruilen voor uitzendwerkers. Als uitzendwerk veel duurder wordt, zullen werkgevers er alleen in een noodgeval gebruik van maken. Bijvoorbeeld bij hoog ziekteverzuim en tijdelijk veel werk.

Däubler hoopt dat de sociale verzekeringsinstanties snel in actie komen. Zij derven miljoenen inkomsten, omdat de bijdragen gebaseerd zijn op het recht dat iemand heeft en niet op wat hij krijgt. Toen de cao’s van de christelijke bonden onwettelijk werden, konden de verzekeringsinstanties ongeveer 250 miljoen extra ophalen. Omdat de uitspraak van het Europese Hof van Justitie geldt voor alle sectoren, krijgt 99 procent van de uitzendbedrijven ermee te maken. De niet afgedragen bijdragen kunnen met een terugwerkende kracht van vier jaar gevorderd worden, dus is het absoluut lonend het geld op te eisen. Ook in de politiek zijn de reacties lauwtjes. Alleen die Linke eisen in de Bondsdag dat per cao niet meer naar beneden afgeweken mag worden van ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Afgevaardigde in de Bondsdag Susanne Ferschl is van mening dat, hoewel bijna de hele uitzendbranche onder een cao valt, uitzendkrachten slechts kunnen dromen van ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Het allerbeste is als er geen uitzendwerk meer nodig is.

(1)Die Tageszeitung (TAZ) TAZ Oorspronkelijke titel: Schlechtes Zeugnis für Gewerkschaften, 14 januari 2023. Vertaling/bewerking: Ab de Wildt.