Tunis: een verhaal over twee Wereld Sociale Forums
Het Wereld Sociaal Forum (WSF) dat in maart 2013 in Tunesië werd gehouden, was energieker, levendiger en jeugdiger dan dat van de afgelopen jaren. Het land verkeert ongetwijfeld in een ontwakingsfase, waarbij alle vragen over de toekomst nog onbeantwoord zijn en alles nog mogelijk is.
Er werden felle debatten gevoerd over de rol van de Islam in een zich vernieuwende maatschappij. Ook werd gedebatteerd over vrouwenrechten, seksualiteit, imperialisme, syndicalisme, de Westelijke Sahara en Syrië, waarbij de debatten over de laatste twee onderwerpen volledig uit de hand liepen.
Dagelijks werden er meerdere spontane demonstraties gehouden over allerlei onderwerpen, meestal vergezeld van revolutionaire hip hop muziek.
Het forum was overladen met afbeeldingen van anti-imperialistische ‘helden’, de een wat smaakvoller dan de ander. De ereplaats was voor Chokri Belaid de leider van de linkse oppositie, die enkele weken voor het forum begon vermoord werd. Belaid bracht een aantal partijen en groeperingen in het Volksfront samen en gaf veel activisten hier hoop op een radicale regering in de toekomst.
De fundamentalistische Islamic Salafist groepering was ook op komen dagen, om hun opvattingen ten aanzien van de seculiere radicalen te verkondigen.
Opvallend waren de kraampjes van de Iraanse regering, de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras en USAID (de laatste ging vrij snel weg na een demonstratie tegen ze).
In de jeugdruimte – gebouwd van tenten die eerder door de VN werden geschonken- waren drie podia aanwezig waarop allerlei muziek werd gepresenteerd. Van elektronische Arabische folk tot alternatieve rock van drie zelfbewuste teenagers (met vrij goed gitaarspel).
Ideeënrijk
In de relaxte Franse sfeer van Tunis, een wereld van verschil met het lawaai, de vervuiling en de verwarring van Caïro, leeft de ideeënrijke Tunesische jeugd, die anders is dan men zou verwachten.
Voor schuldactivisten is Tunesië vrij belangrijk, als gevolg van het parlementsbesluit om een schuldenaudit uit te voeren met betrekking tot de onder het bewind van de dictator Ben Ali opgelopen schulden. Dat is een directe uitdaging aan het adres van Frankrijk en het IMF, die graag nieuwe leningen aan de regering verstrekken. Op die manier kunnen de verfoeide schulden uit het verleden weer worden opgevoerd en terugbetaald, verder kunnen ze worden gebruikt om economische voorwaarden aan Tunesië op te leggen. Men gaat ervan uit dat de besprekingen over een IMF-pakket in een eindstadium zijn aangekomen. De schuldenaudit is een stap in een heel andere richting.
De potentiële audit is opzienbarend, zeker nu Ecuador zijn hulp heeft aangeboden, het land dat de eerste officiële schuldenaudit in de wereld uitvoerde en die gebruikte om haar schuld onwettig te verklaren en zo een afschrijving van meerdere miljarden dollars te bewerkstelligen. De regering van Ecuador heeft onlangs verklaard een andere audit te houden, namelijk met betrekking tot haar investeringsverdragen, die vaak als vrijbrieven fungeren voor ondernemingen. Regeringen hebben daardoor geen invloed meer op het winstvormingsproces bij transnationale ondernemingen, waardoor de rechten van de bevolking onbeschermd blijven.
Als Tunesië een deel van het Ecuadoriaanse beleid overneemt, zou dat een echte nagel in de doodskist van de neoliberale economie zijn. Het zou ook een klap voor de Franse regering zijn, die al is getroffen door de Tunesisch weigering om haar luchtruim te gebruiken voor de Franse oorlog in Mali. Maar niets is zeker hier. Veel activisten geven uiting aan hun frustratie dat de zaken niet snel geregeld worden.
Heroriëntatie en vernieuwing.
In tegenstelling tot de Tunesische energie, voelde het niet Tunesische deel van het WSF (het deel van het evenement waar veel Europese, Latijns-Amerikaanse en Aziatische activisten een groot deel van hun tijd doorbrachten) saai en wat verouderd aan. Geografisch enigszins gescheiden van het gebied waar de meeste Magreb problemen werden besproken (een probleem veroorzaakt door de organisatoren) leek de ruimte meer op een groot beleidsseminar dan op een levendige bijeenkomst van activisten en groepen zoals de bedoeling was.
Het WSF werd opgericht in 2001, als uiting van de anti-globaliseringsbeweging en een manier om mensen samen te brengen, nieuwe allianties te vormen en strategieën te ontwikkelen om veranderingen te bewerkstelligen. Daardoor werden ondemocratische mondiale beleidsinstellingen zoals het IMF en de WTO, de centrale doelwitten van de protestbeweging.
Te veel sessies worden gedomineerd door dezelfde sprekers, die dezelfde speeches al 15 jaar houden, waarbij weinig vooruitgang wordt geboekt met het bereiken van nieuwe bewegingen en het opzetten van begrijpelijke alternatieven, ondanks een constant refrein, dat betere aansluiting nodig is bij onze problematiek en organisaties. Zelfs in de internationale afdeling bleven taal- en nationale groepen vaak op een kluitje bij elkaar. Een verbazingwekkende bijeenkomst over de Europese Centrale Bank werd gedomineerd door Duitse activisten die niet eens over de crisis in Griekenland spraken.
Het WSF ontstond lang voordat de bewegingen van de Indignados en Occupy begonnen met hun nadruk op participatieve besluitvorming en ‘het brengen van politiek naar openbare ruimtes’. Waarschijnlijk was het beste aspect van dit WSF de beschikbaarstelling van een buitenruimte aan een groep van internationale activisten van de Occupy en Indignados beweging, die samenwerkten met lokale groepen als deGlobal Squares Movement.
Begonnen als een Europees gecentreerde ruimte, kreeg ze geleidelijk een Tunesisch karakter, met een uiteindelijke verhuizing naar het centrum van de stad waar duizenden mensen bijeenkwamen en de overgrote meerderheid van de bijdrages in het Arabisch was.
Tijdens de jaren dat het WSF bestond, zijn zeer belangrijke overwinningen geboekt door de netwerken die er werden gevormd en gevoed. De WTO werd afgeremd en de vrijhandelszone van Amerika geblokkeerd. Voedselsoevereiniteit en een verbod op genetische modificatie zijn nu in veel landen grondwettelijk verankerd. Het recht op water en de rechten van boeren worden nu erkend door de Verenigde Naties.
Ondanks deze overwinningen worden we geconfronteerd met veel onrecht, een milieucrisis, economische crisis , militarisme en oorlog, op veel gebieden staat het er slechter voor dan 15 jaar geleden. Omdat nieuwe revoluties een nieuwe generatie van activisten brengen naar de global justice movement, moet de WSF zich heroriënteren teneinde goed met deze nieuwe uitdagingen om te kunnen gaan. Meer gericht op participatie, planning, open ruimtes, echt leren in plaats van het na-apen van gemeenplaatsen. Op nationaal niveau moet er een betere manier komen om nieuwe activisten aan bod te laten komen en het forum te kunnen leiden. Een limiet op hoe vaak één persoon kan deelnemen zou een interessante richtlijn zijn.
Activisten zouden zich moeten richten op voortzetting van de Tunesische revolutie en het beginnen van een revolutie in het WSF.
—————————-
Door: Nick Dearden, directeur van de Jubilee schulden campagne, vertaling Tijn van Beurden/globalinfo.nl
De originele versie verscheen in tijdschrift Red Pepper