Ga naar de inhoud

TTIP/TAFTA: Met de economische NAVO naar de Mooie Nieuwe Investeerderswereld

Het wordt een Corporate Utopia genoemd, een luilekkerland voor ondernemingen, door het Seattle to Brussels Netwerk, doelend op de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) en de aanpalende Transatlantische Vrijhandelszone (TAFTA). Terwijl ondernemersorganisaties, de Europese commissie en de regering van de VS de gebruikelijke optimistische vooruitzichten voorspiegelen, kristalliseert het Corporate Utopia als een hel voor alle anderen uit. Als er niet weer een breed verzet op gang komt zoals jaren geleden tegen de MAI en ACTA-onderhandelingen, zou het best kunnen zijn dat we binnenkort voorgoed afscheid kunnen nemen van de laatste resten aan sociale bescherming, rechten van arbeiders en consumenten, milieubescherming, mensenrechten en demokratie.

15 min leestijd

(Vertaling/bewerking globalinfo.nl van een stuk door Riot Dog Barking at the System op indymedia-linksunten foto: uit artikel van bilaterals.org)

Samen met het eveneens geplande Trans-Pacific Partnership (TPP), wordt een systeem gebijteld en juridisch verankerd, waaraan zich wegens diens economische overmacht vervolgens alle andere staten moeten onderwerpen.

—————–

De onderhandelingen voor de TTIP zijn in juli 2013 in Washington begonnen, waarbij het zeker niet toevallig was dat elke openbaarheid ver te zoeken was. Officieel wordt gerekend met een tijdsschema van twee jaar, voordat het verdrag daadwerkelijk ondertekend wordt. De geheimhouding zou moeten verzekeren dat niet publiek bekend wordt wat er allemaal op het spel staat, terwijl honderden adviseurs van de bedrijven voorrangstoegang genieten tot de documenten en de politici. Als reden voor de geheimhouding wijst Lori Wallach (van de Amerikaanse consumentenorganisatie Public Citizen, vert.) in maandblad Le Monde Diplomatique ook nog op het volgende: “Zo’n verdrag zou de overheden, van nationale regering tot aan gemeentelijke bestuursniveau’s, verplichten om hun bestaande en toekomstige beleid aan te passen aan de omvangrijke regelgeving. In dit verdrag zouden op diplomatiek niveau uitonderhandelde wetsvoorstellen vastgelegd worden, die naar de wens van de ondernemingen ook veel gebieden zouden beslaan die niet direct met handel te maken hebben: bijvoorbeeld over de veiligheid en markering van levensmiddelen, de grenswaarden van chemische en giftige belasting, het gezondheidswezen en de prijzen van medicijnen, het recht op privacy op internet, energievoorziening en culturele “dienstverleningen”, patenten en copyrights, de ontginning van land en grondstoffen, de rechten en arbeidsmogelijkheden van migranten, de openbare aanbestedingen en nog veel meer.” De nagestreefde “harmonisering” in “niet-handelsbeleidsgebieden” wordt door Lori Wallach als “langzame staatsgreep”omschreven. Want: “Als niet voldaan wordt aan de normen van het bedrijfsleven, dan kunnen handelssancties van onbeperkte tijdsduur opgelegd worden. Of de bedrijven kunnen aanspraken maken op gigantische schadevergoedingen. … [De] voordelen die een dergelijke “economische Navo” de bedrijven zou bieden, zouden bindend zijn, blijvend en praktisch niet terug te draaien, aangezien elke afzonderlijke bedinging alleen met de instemming van alle deelnemende lidstaten aangepast zou kunnen worden.” [1] Deze omstandigheid maakt dat de bedingingen in het verdrag onaantastbaar zouden zijn voor demokratische controlemechanismen als verkiezingen, politieke campagnes of publieke protestacties.

De bekende oude waanvoorstellingen over het nut van groei

In een rapport stelt het Seattle to Brussels Network vast: “EU-handelscommissaris Karel de Gucht heeft sterk overdreven verklaringen over de economische effecten van TTIP opgesteld. Op basis van onderzoeken die door het bedrijfsleven werden gefinancierd, werd een stijging van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van 1 % beloofd, en het scheppen van “honderdduizenden banen”. Desondanks kwam de eigen inschatting van de Europese Commissie over de effecten van TTIP tot de slotsom dat een groei van rond de 0,1 % een meer realistische prognose zou zijn. … De sociaal-economische en ecologische risico’s voor zo’n triviale economische winst zouden katastrofaal kunnen uitpakken. De met de liberalisering van de handel verbonden gestegen concurrentie tussen de EU en de VS zouden een economische herstructurering kunnen creëren , die zelfs tot verlies van banen zou kunnen voeren.” [2] Bovendien is het zinvol om eerdere vrijhandelsverdragen te bekijken, zoals NAFTA (in 1994 begonnen vrijhandelsverdrag tussen VS, Canada en Mexico, vert), om tot een inschatting te kunnen komen van de gevolgen van TTIP: in tegenstelling tot de oorspronkelijke prognoses van de NAFTA-voorstanders dat er “20 miljoen banen geschapen” zouden worden, heeft NAFTA tot nu toe tot het verlies van een miljoen banen in de VS gevoerd. Daar komt dan nog een verhoging van de druk op lonen en achteruitgang in arbeidsomstandigheden bij, zowel in de VS als in Mexico. [3]

Neerwaartse spiralen bij uitenlopende normen

Lori Wallach schrijft: “Maar waarom wordt deze agenda er juist nu doorheen gedrukt? In Washington hoort men daarover de theorie dat de Europese politici op dit moment wanhopig op zoek zijn naar een of ander resultaat, dat ze als impuls voor economische groei zouden kunnen opvoeren. Daarom vertonen ze nu een nieuw soort flexibiliteit en zouden ze bereid zijn voor dit doel alle belangrijke instrumenten ter bescherming van publieke belangen uit handen te geven. …De meeste huidige prognoses gaan uit van de aanname dat verlaging van invoertarrieven altijd een sterke economische opleving veroorzaken, wat empirisch al lang ontkracht is. … Verschillende … rapporten die politici en ondernemersverbonden bij het venten gebruiken, beperken zich daarom maar tot het centrale doel van het transatlantische project: de elimintatie van de non-tarifaire handelsbelemmeringen (die dus niets met invoerstarieven van doen hebben, vert.), zoals ze het terugdraaien van allerhande wetgeving en regelgeving ter bescherming van publieke belangen eufemistisch noemen. Deze rapporten baseren zich geheel en alleen op het onbewezen mantra dat de afschaffing van verworvenheden van de welvaartsstaat op de een of andere manier voor iedereen economische winst zou brengen. Maar zelfs met zulke goedkope optelsommen voor het Tafta-project, komen ze slechts op een zeer armzalige economische balans uit. Waarbij ze ook nog de quantificeerbare kosten onder het tapijt schuiven, die de consumenten en de lokale economie te verduren krijgen, als alle verworvenheden in het publieke bereik, van het gezondheidswezen tot aan milieubescherming en de welvaartsstaat in de ruimste zin van het woord, weer teruggeschroefd worden.”[4] Op het gebied van het wegruimen van “storende factoren op handelsgebied” willen de ondernemersverbonden aan weerszijden van de Atlantische Oceaan bereiken dat concerns volgens dezelfde regels en zonder interventies van staatswegen opereren kunnen. “Men wil de regeringen in naam van de ‘gelijkwaardigheid’ en de ‘wederzijdse erkenning’ inperken om ze te dwingen ook die producten en diensten toe te laten, die niet aan de binnenlandse normen voldoen”, aldus de Monde Diplomatique. [5]

Genetische gemanipuleerde producten

Dat zal bijvoorbeeld uitwerking hebben op het gebruik van genetisch gemodificeerd organismen (ggo’s). Het verbond van biotech-concerns (BIO), waar bijvoorbeeld Monsanto lid van is, verwacht dat de TTIP-onderhandelingen de in de VS en Europa sterk verschillende toelatingsnormen zullen gelijkschakelen, waardoor ggo’s sneller op de Europese markt zouden worden toegelaten. Verder eisen de concerns die gentechniek produceren of gebruiken, dat de ggo-labeling door het TAFTA-verdrag komt te vervallen. In de VS werd op die manier in de helft van de deelstaten een spaak in het wiel gestoken van pogingen om gentisch gemanipuleerde produkten te markeren. [6] Aan de Europese kant van de Atlantische Oceaan mikt TTIP dan wel niet direct op wetswijzigingen op dit gebied, maar wordt verwacht dat dat de verplichting om ggo’s op labels aan te geven, via de weg van een versnelde testfase de facto uit de weg geruimd wordt. [7]

Databescherming

Een ander betrokken gebied is dat van de databescherming. Zo verlangt de Digital Trade Coalition, een anoniem verbond van Internet- en IT-concerns, dat de strengere regels voor databescherming in de EU niet zouden mogen verhinderen dat data naar de VS vloeien. De actuele – en in het kader van het NSA-schandaal plausibele – inschatting van de EU, dat de databescherming in de VS niet voldoende afgedekt is, wordt door de Coalition als “onredelijk” van de hand gedaan. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat de US-Council for International Business (USCIB), die eveneens voor een verlichting van de databescherming pleit, onder andere uit concerns berstaat die voor de NSA dataspionage bedreven hebben. [8] Een TAFTA-verdrag zou kunnen betekenen dat het in 2012 door het EU-parlement na massale protesten afgekeurde ACTA-verdrag, via de achterdeur toch nog in de Europese wetsstructuur terecht komt. Als een vergelijkbaar hoofdstuk over intellectuele eigendomsrechten bij een TAFTA-verdrag een rol zou spelen, dan zouden de Europese burgers ertoe gedwongen kunnen worden om hun persoonlijke gegevens prijs te geven aan concerns aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, en hun recht op privacy te verliezen. In verwijzing naar de vooral in relatie met de VS minimale bescherming van privacy in de EU, verlangen BusinessEurope en de US-Chamber of Commerce dat “de invoering van onnodig strenge en afwijkende toegankelijkheid tot privacy en opslag van gegevens, bescherming en lokalisering van de data, zonder meer verhinderd moet worden.”[9] Het bespioneren van burgers naar voorbeeld van de NSA is de bedrijven een bijzonder punt van zorg, aangezien er van de providers een alomvattende controle van het internetverkeer wordt verlangd. Het Seattle to Brussels Network vreest dat TTIP “de handhaving van de wet hoofdzakelijk in handen van de private bedrijven zou leggen, en werkelijk elk mens zou met een muisklik tot potentiele misdadiger bestempeld kunnen worden – zelfs als de zogenaamde “misdaden” niet om commerciële redenen begaan zouden zijn. [10]

Landbouw en voedselzekerheid

Uiteindelijk staat ook de voedselzekerheid onder vuur van het bedrijfleven. Zo zou de vleesindustrie in de VS graag zien dat het verbod op met chloor en andere desinfectiemiddelen behandelde hoendervlees in de EU geschrapt wordt. Ook het verbod in de EU op vlees dat met groeihormonen is behandeld, wil de vleesindustrie graag weg hebben. Daartoe behoren kankerverwekkende middelen als Ractopamine of het door Monsanto gebruikte rBST. Zulke middelen zijn in 160 landen, waaronder alle EU-landen, verboden of beperkt. Het grote ondernemersverbond BusinessEurope zou op haar beurt graag wetten in de VS opheffen, waarmee voedselautoriteiten besmette voedingsmiddelen uit de markt kunnen halen. [11]

Het schrappen van invoerheffingen en “non-tarifaire barrières”, waar TTIP op gericht is, zou de Europese landbouw blootstellen aan concurrentie door grote agrobusiness uit de VS. Dat zou voeren tot toenemende concentratie van macht in handen van bedrijven, ten nadele van consumenten en boeren. TTIP zou een “hervorming van de Europese landbouw in de richting van meer duurzaamheid in economische, sociale en ecologische zin, ondergraven en een eind maken aan het oogmerk om tot kortere ketens te komen tussen consumenten en producenten, evenals [van aan] de versterking van lokale en regionale voedselketens.”[12]

Arbeidersrechten

In het rapport van Seattle to Brussels Network wordt daarnaast beschreven; ‘De harmonisatie van regels zou ook ernstige gevolgen kunnen hebben voor de rechten van arbeiders en vakbonden, aangezien het recht op vrije vereniging en collectieve loonsonderhandelingen in de VS veel slechter verankerd is dan in Europa. [Bij een verdrag over TAFTA] zouden we in de toekomst kunnen zien dat Europese en VS-Amerikaanse arbeiders met elkaar in concurrentie treden en zo laag mogelijk gaan zitten in de vertwijfelde poging om private investeringen aan te trekken.”[13]

Gezondheidswezen

Typerend is ook dat de ondernemers zich erop gezet hebben om REACH te laten stranden, de EU-wetgeving voor veilige chemicaliën. REACH maakt het mogelijk dat de productie, verkoop en toepassing van chemicaliën gereguleerd wordt, om gezondheidsrisicofs te beperken. De chemische industrie wenst een aanpassing van de EU-wetten in de richting van de veel laksere wetgeving in de VS, waar de autoriteiten over veel minder sturingsmogelijkheden beschikken. Zodoende moet bevreesd worden dat door TTIP ook de EU-markt door ziekmakende en milieuschadelijke chemicaliën overspoeld zal worden. Ook de beoogde versterking van intellectuele eigendomsrechten zou tot gevolg kunnen hebben dat de rechten van patienten en kwalitatieve medicijnen (generika) nog verder ondergraven worden. [14]

Milieu- en klimaatbeleid

Ook het klimaatbeleid via de emissiehandel geraakt in het visier van het bedrijfsleven. Met name het grotere verband van de Amerikaanse vliegtuigbranche zou liever niet verplicht worden om voor de mede door de vliegtuigbedrijven veroorzaakte CO2-uitstoot te betalen en ziet daarin een “onnodige beperking” die afgeschaft zou moeten worden. [15] Meer in het algemeen zou door TTIP gestegen productie en handel de milieuvervuiling en uitputting van grondstoffen versterken en in naam van de “harmonsering” de reguleringen van bescherming van ecosystemen afbouwen. TAFTA zou onder druk van BusinessEurope en de US-Chamber of Commerce op een onmiddelijke ondergraving van het voorzorgsbeginsel mikken, waar het Europese milieubeleid op gebaseerd is. Met name de producenten van Ethanol, dat vellal uit genetisch gemanipuleerde mais en soja wordt verkregen, verhogen de druk op de uitfasering van de EU-directive voor vernieuwbare Energie (RED). Deze directive zorgt er voor, ondanks alle sluipwegen, dat het vee dat voor biomassaenergie ingezet wordt, tenminste een minimale reductie van broeikasgassen teweegbrengt. De bedrijven hebben het ook voorzien op de talrijke moratoria en verboden van de fracking-technologie in Europa, en vooral op de schaliegas-reserves in Polen, Denemarken en Frankrijk. [16]

Privatisering van publieke voorzieningen

De TTIP-onderhandelingen richten zich ook op de dienstensector, met het verklaarde doel om “elke binnenlandse speelruimte voor de ‘regulering’van gebieden zoals het transportwezen, gezondheid, energie- en waterverzorging, tot aan de regionale of lokale ruimtelijke inrichting of af te schaffen.” [17]

Financiële sector

Last not least staan ook het terugdraaien van de controlerende en beperkende regels voor de financiële sector op de TTIP-agenda, met de bijbehorende liberalisering en deregulering van financiële diensten. Wat bestreden wordt is enerzijds de belasting op financiële transacties in Europa, en omgekeerd de strengere regels van de hervormingen van de financiële markten in de VS. gHet resultaat van de onderhandelingen zou niet alleen het verbod op riskante financiële producten en – diensten uitsluiten. Er zou zelfs de mogelijkheid geschapen worden om beperkende wetten van afzonderlijke landen aan te vechten, die bepaalde riskante producten en diensten of omstreden juridische constructies verbieden.[18]

Tribunalen van de juridische bedrijven chanteren “recalcitrante” landen

TTIP zou tot een juridische bevoorrechting voeren van ondernemingen ten opzichte van de souvereiniteit van staten. Het recht van bedrijven wordt benadrukt om bij een arbitragegerecht staten aan te klagen. Het bijzondere aan deze abitragegerechten is dat ze noch demokratisch bepaald worden, noch aan regels van de rechtsstaat voldoen. Ze worden doorgaans samengesteld uit drie rechters, die vaak ook als advokaten voor bedrijven actief zijn. Deze tribunalen zijn er niet toe verplicht bij landen te zijn aangesloten, laat staan dat haar besluiten toegelicht moeten worden en ook bestaat er geen mogelijkheid tot beroep. Op basis van bestaande vrijhandelsverdragen is er ondertussen een heuse juridische bedrijfstak ontstaan, in de vorm van advokatenkantoren, die erin gespecialiseerd zijn om in opdracht van bedrijven landen aan te klagen, omdat deze maatregelen voor milieubescherming of consumentenbescherming getroffen hebben. Zulke maatregelen worden door bedrijven als belemmering van de bedrijfsvoering beschouwd en sinds begin jaren 2000 is het aantal klachten dat voor dergelijke tribunalen dient, enorm gestegen. Daardoor is meer dan 400 miljoen dollar aan belastinggeld naar bedrijven gevloeid die zaken gestart waren tegen verboden tegen giftige substanties, licentieregels, wetten over waterbescherming of bosgebruik en andere “investeringsvijandige” regels. Op dit moment zijn voor deze tribunalen klachten aanhangig ter waarde van 14 miljard dollar, die betrekking hebben op zaken als toelating van medicijnen, aansprakelijkheid voor milieuschade, of klimaatbescherming en energiewetgeving. Het TTIP-TAFTA-project zou dit dreiginstrument van investeerders tegen de staat een geheel nieuwe reikwijdte geven.”[19] Vaak volstaat namelijk al de dreiging met een eis tot miljarden schadevergoeding om vooral staten uit de periferie te laten verhinderen dat ze de bedoelde maatregelen in het publieke belang nemen, of worden ze daardoor gedwongen om alleen sterk verwaterde varianten in te stellen.

Lori Wallach noemt een paar voorbeelden van lopende disputen tussen investeerders en staten bij zulke tribunalen: “De verhoging van minimumlonen in Egypte en een Peruaanse wet voor controle op giftige emissies, worden momenteel aangevochten door bedrijven uit de VS en de EU, met beroep op hun (voor)rechten als investeerders. Andere bedrijven hebben klachten ingediend met een beroep op het NAFTA-verdrag tegen garantieprijzen voor bijmenging van hernieuwbare energie en tegen een moratorium op fracking. De tabakgigant Philip Morris is een zaak begonnen tegen progressieve anti-rook wetten in Uruguay en Australië, nadat het bedrijf er niet in geslaagd was de wet bij lokale rechtbanken te laten intrekken. Zo heeft ook het VS-Amerikaanse pharmaconcern Eli Lilly met verwijzing naar het NAFTA-verdrag een klacht aanhanging gemaakt tegen Canada omdat dat land eigen criteria gebruikt voor toelating van medicijnen (met als doel medicijnen te bieden die voor iedereen betaalbaar zijn). Het Zweedse energieconcern Vattenfall wil van Duitsland een miljardenhoge schadevergoeding vanwege de beperkende vergunningen voor kolencentrales en de stapsgewijze stillegging van kerncentrales. g[20] Ook het geval van Chevron helpt om te begrijpen waar het hier om gaat: Het olieconcern werd door een rechtbank in Ecuador veroordeeld tot het betalen van 18 miljard USD schadevergoeding, omdat het bedrijf het Ecuadoraanse oerwoud zwaar vervuild heeft bij olieboringen. Dat heeft niet alleen milieuverontreiniging veroorzaakt, maar ook talloze ziektes zoals kanker bij mensen. Chevron benut nu sinds geruime tijd de investeerders-arbitragegerechten om aan de schadevergoeding te ontkomen. [21]

Internationale implicaties: Kolonialisme reloaded

Het Seattle to Brussels Network merkt op: “Met meer dan een derde van de totale mondiale handel die momenteel tussen de VS en de EU verloopt, zou TTIP het grootste handelsblok van de wereld vormen. De effecten daarvan zouden ver voorbij het Atlantische gebied reiken, aangezien TTIP de facto de handelsregels opnieuw zou structureren. … TTIP zou daarom een instrument kunnen worden om het mondiale Zuiden op een ontwikkelingspad te dwingen naar de belangen van de VS en de EU. TTIP zou in het bijzonder een strategie kunnen zijn voor de elites van Europese en VS-amerikaanse bedrijven, om opkomende economiën als India, Rusland, China, Brazilië, Zuid-Afrika en de ASEAN-regio te overtroeven en weer een leidende rol te verkrijgen in een veranderende wereldorde, die de hegemonie van de EU en VS bedreigt.h[22] Ook binnen Europa zou TTIP er toe leiden dat het rijke centrum en de verarmde en hoe dan ook door het bezuinigingsdiktaat zwaar getroffen periferie verder uit elkaar drijven.

Zie voor veel achtergrondinformatie over TTIP:  kluster op bilaterals.org

 —————————

Bronnen: [1] http://www.monde-diplomatique.de/pm/2013/11/08.mondeText1.artikel,a0003.idx,0

[2] http://www.tni.org/sites/www.tni.org/files/download/brave_new_atlantic_partnership.pdf

[3] Tni.org

[4] Monde Diplomatique

[5] ibid.

[6] ibid.

[7] Tni.org

[8] Monde Diplomatique

[9] Tni.org

[10] ibid.

[11] Monde Diplomatique

[12] Tni.org

[13] ibid.

[14] ibid.

[15] Monde Diplomatique

[16] Tni.org

[17] Monde Diplomatique

[18] ibid.

[19] ibid.

[20] ibid.

[21] Tni.org

[22] ibid.