Ga naar de inhoud

Trump’s ondersteuners uit de zakenwereld zijn verantwoordelijk

Republikeinse leden van het Congres die het complot om de verkiezingsuitslag om te draaien hebben gesteund, zullen samen met de te schande gemaakte 45e president zelf in de schijnwerpers komen te staan. Dat geldt zowel voor de zielepieten die nog steeds de leugens herhalen als voor de senatoren en volksvertegenwoordigers die de beschamende kruistocht pas hebben losgelaten nadat een door Trump opgejutte meute het Capitool is binnengevallen.

5 min leestijd

(Door Phil Mattera, Dirt Diggers Digest, vertaling globalinfo.nl, Collage door outtacontext, CC2.0/Flickr)

(* noot van de vertaler: het woord in de tekst is ‘enablers’, hetgeen meer dan steun geven betekent, maar iets als ‘drijvende kracht achter,’ ‘instaatsteller’ maar dat is helaas geen Nederlands woord)

(Aanvulling: Lijst van Corporate financiers van ‘Republican State Leadership Committee’)

Er is echter nog een andere groep ondersteuners (*) die ter verantwoording moeten worden geroepen: Het zakenleven in de Verenigde Staten. Zeker, het grootkapitaal probeert nu verwoed afstand te nemen van Trump, waarbij de National Association of Manufacturers er zelfs op aandringt dat Vice President Pence en het kabinet een beroep doen op het 25e Amendement. Te midden van de chaos op woensdag riep de Business Roundtable Trump op om een einde te maken aan het geweld. Eind november drong een groep van meer dan 160 topmanagers er bij de regering Trump op aan om de overwinning van Biden te accepteren en mee te werken aan het overgangsproces.

Maar net als bij de republikeinen in het Congres kwamen deze gebaren pas nadat ze vier jaar de antidemocratische praktijken van Trump mogelijk hadden gemaakt. Terwijl Trump gestaag voortstapte op de weg richting autoritarisme, lieten grote bedrijven zich afkopen door middel van belastingfaciliteiten en het terugdraaien van regelgeving. Er waren af en toe confrontaties met bedrijven als Carrier en General Motors over ontslagen en offshoring, maar dit waren nepconfrontaties van het type reality-TV die niets uitmaakten.

Belangrijker was het beleid van een naar verluidt populistische president dat de vakbonden verzwakte, de OSHA-handhaving (over veilige arbeidsomstandigheden, vert.) terugdraaiden, eerlijke arbeidsnormen inperkten en werkgeversvriendelijke staatssecretarissen voor Arbeid installeerden.

Zakelijk Amerika heeft ook geprofiteerd van het achterlijke milieubeleid van Trump, met name de inspanningen om de beperkingen op de uitstoot van broeikasgassen terug te schroeven. Op hun weg naar buiten proberen ambtenaren zoals Andrew Wheeler van de EPA (Milieubescherming in de VS) de opties te beperken die het Biden-bestuur zal hebben om de controle op vervuiling te herstellen.

Specifieke bedrijven hebben ook geprofiteerd van het beleid van Trump. Militaire aannemers zoals Lockheed Martin hebben geprofiteerd van het gebruik van de verkoop van wapens aan landen als Saoedi-Arabië als een belangrijk onderdeel van het buitenlands beleid van de regering. Bedrijven op het gebied van telecommunicatieapparatuur, zoals Cisco, hebben geprofiteerd van de campagne van Trump tegen de Chinese concurrent Huawei.

Zelfs bedrijven die door Trump zijn uitgekozen als doelwit voor zijn nepconfrontaties hebben van hem geprofiteerd of hebben hem geholpen om zijn macht uit te breiden. Nieuwsbedrijven zoals CNN gaven Trump’s eerste bijeenkomsten veel aandacht en hielpen zijn politieke opkomst te bevorderen. Sociale-mediaconcerns hebben Trump voor het grootste deel in staat gesteld om haatdragende taal en gevaarlijke onwaarheden te verspreiden.

Sommige prominente bedrijfsleiders hebben Trump rechtstreeks gesteund, zowel met steunbetuigingen als met substantiële campagnebijdragen. Dit zijn onder andere Stephen Schwarzman van The Blackstone Group, Kelcy Warren van het pijpleidingenbedrijf Energy Transfer Partners, en casinomagnaat Sheldon Adelson.

Andere bedrijven en handelsverenigingen hebben Trump en zijn familie de afgelopen vier jaar opgezogen. Afgelopen februari nog gaf de NAM, de organisatie die nu het 25e Amendement promoot, haar Alexander Hamilton Award aan Ivanka Trump.

Over het geheel genomen heeft het grote bedrijfsleven weinig meer dan milde berispingen afgeleverd tegen de gevaarlijke neigingen van Trump, terwijl het aanzienlijke voordelen heeft behaald. Net als de Republikeinen van het Congres moet zakelijk Amerika ter verantwoording worden geroepen.

————–

The New Republic heeft in een uitvoerig artikel een lijst afgedrukt van Corporate financiers van ‘Republican State Leadership Committee’, dat onder meer gespecialiseerd is in de ‘gerrymandering’ oftweel gemeentelijke herindeling om de verkiezingsuitslag te beinvloeden. Dit Comitee heeft 45 miljoen ontvangen afgelopen jaar en het geld was afkomstig van:

3M, Amazon, Anheuser-Busch, Autozone, Bank of America, Best Buy, Boeing, Bristol-Myers Squibb, Capital One, Charter Communications, Chevron, Citigroup, Coca-Cola, Comcast, ConocoPhillips, Deloitte, Dominion Energy, DraftKings, Ebay, Eli Lilly, ExxonMobil, Facebook, Farmer’s Group, FedEx, Freedom Financial, General Motors, GlaxoSmithKline, Google, Hewlett-Packard, Home Depot, Honeywell, iHeartMedia, Intuit, JPMorgan Chase, Juul, Kwik Trip, LegalZoom, LexisNexis, MasterCard, Microsoft, MillerCoors, Motorola, Mylan, Nationwide, Novo Nordisk, PayPal, PepsiCo, Pfizer, Raytheon, Reynolds American, Sheetz, SmileDirectClub, Square, Target, TIAA, T-Mobile, Tracfone, TruGreen, UnitedHealth, UPS, Visa, Volkswagen, Waffle House, Walgreens, Wal-Mart, Waste Management, Waymo, Wells Fargo, and Yum Brands.

En merkt daarbij op dat:

Opmerkelijk genoeg leidinggevenden van enkele van deze bedrijven – Deloitte, MasterCard, Microsoft en Pfizer – onder de ondertekenaars zaten van een brief van het Partnership for New York City op maandag, waarin Republikeinse verwerping van de overwinning van Biden worden afgewezen. “Pogingen om dit proces te dwarsbomen of te vertragen,” luidde het, “druisen in tegen de essentiële principes van onze democratie.” Vanaf nu moeten bedrijven die respect tonen voor de essentiële principes van onze democratie, zich verantwoorden voor donaties aan de Republikeinse Partij en haar geassocieerde groepen en instellingen. Dat geldt ook voor bedrijven die vorig jaar pro forma verklaringen hebben afgelegd ter ondersteuning van Black Lives Matter. Coca-Cola, bijvoorbeeld, waarvan de CEO in juni verklaarde dat het zijn ,,middelen en energie zal inzetten voor het maken van een einde aan de cyclus van systemisch racisme” zou liever moeten ophouden zijn middelen in te zetten voor de herverkiezing van Republikeinse staatswetgevers – met inbegrip van in staten zoals Georgia waar zijn hoofdkantoor staat en waar de Republikeinse Partij bijzonder vasthoudend in zijn inspanningen is geweest om Afrikaanse Amerikanen rechteloos te maken. Als zij dat niet doen, zouden de mensen die dat belangrijk vinden, beter kunnen ophouden met Coca-Cola hun geld of arbeid te doen toekomen.