Ga naar de inhoud

Top EU-China werd ‘succes’

Driehoeksverhoudingen doen het goed in stationsromannetjes, maar ook in de wereldpolitiek. Dat blijkt na de recente topontmoeting tussen de EU en China, met op de achtergrond de Amerikaanse president Donald Trump als de jaloerse derde.

6 min leestijd

(Door Frank Slegers, oorspronkelijk verschenen bij grenzeloos.org)

Het stond niet op voorhand vast dat de top een succes zou worden. In de aanloop had de EU China nog uitgeroepen tot ‘systemisch rivaal’. China zou het spel niet eerlijk spelen: buitenlandse bedrijven krijgen geen toegang tot Chinese overheidsprojecten, technologie wordt gejat, streekproducten worden nagemaakt. China dreigt wereldwijd doorslaggevende productketens te gaan overheersen. Het controleert al de wereldmarkt voor zonnepanelen, en is de grootste autoproducent.

Vandaag staat de productie van vliegtuigen voor de commerciële luchtvaart nog in het teken van de tweestrijd tussen Boeing en Airbus, oftewel de VS en de EU. Maar men schat dat China in de komende twintig jaar 7.690 nieuwe vliegtuigen nodig heeft, ter waarde van 1,2 biljoen dollar (veel geld). Die wil China zelf gaan maken. De Franse president Emmanuel Macron wist het bezoek van de Chinese president Xi Jinping nog op te luisteren met de verkoop van 300 vliegtuigen van Airbus, maar lang gaat dat niet meer duren.

Een symbolisch moment was de opkoop door een Chinees bedrijf van de Duitse specialist in robotica Kuka.

De EU wil zich tegenover China nu minder “naïef” opstellen, om Macron te citeren.

Gemeenschappelijke verklaring

Toch werd de top met China een succes, en afgesloten met een gemeenschappelijke verklaring. Die komt er op neer dat de EU en China zeggen samen te willen ijveren voor een open wereldhandel, gebaseerd op regels, onder de hoede van de Wereld Handels Organisatie (WHO). Beide hebben daar belang bij.

De VS, nog steeds de dominerende wereldmacht, is van zins haar tanende positie te beschermen, als het moet door middel van brute machtspolitiek. De VS kunnen dat, omdat zij de sterkste zijn. Als zwakkere spelers hebben de EU en China belang bij regels die zorgen voor een gelijk speelveld. Zij verzetten zich daarom tegen eenzijdig opgelegde handelstarieven buiten de WHO om, en willen de WHO opwaarderen. De EU zet tegen China daarom liever ‘legale’ wapens in, zoals de eis van wederkerigheid bij openbare aanbestedingen.

De EU heeft een samenhangend verhaal ontwikkeld: het belang van regels die gelden voor iedereen. Binnen de EU ondersteunt dit verhaal dat de politieke democratie moet wijken voor de regels van de vrije markt, vastgelegd in de Verdragen, en naar buiten het pleidooi voor wereldwijde vrijhandel, zoals vastgelegd in de regels van de WHO, niet verstoord door brute machtspolitiek.

Het Chinese verhaal vertoont minder samenhang, tot spijt van neoliberale dagdromers die gehoopt hadden dat in China de economische groei zou leiden tot het terugdringen van de staat. Maar China weet dat het ondanks de economische successen technologisch kwetsbaar blijft, zoals het ervaren heeft toen het Chinese bedrijf ZTE onder Amerikaans vuur kwam te liggen en bijna kopje onder ging. Daarom heeft ook China niets te winnen bij handelsoorlogen.

De situatie is anders dan ten tijde van de koude oorlog, toen West-Europa en de VS tegenover de Sovjetunie hecht verenigd waren in het Atlantisch bondgenootschap. Weliswaar probeert de NATO de geschiedenis te herhalen door van China de nieuwe gemeenschappelijke vijand te maken, maar dat lijkt toch niet echt te lukken. De Chinese premier Li Keqiang merkte tijdens zijn bezoek op dat China aan de kant van de EU staat inzake het klimaatakkoord en Iran. De Amerikaanse president Donald Trump is er nog niet in geslaagd de Chinese G5-reus Huawei wereldwijd in de ban te doen.

EU inwendig verdeeld?

De Europese Unie heeft het overigens moeilijk om tegenover China een gemeenschappelijk front te vormen. Daarin spelen verschillende factoren. Een aantal lidstaten vinden het fijn afzonderlijk met China zaken te doen. Zo kan Italië het geld van de Chinese Zijderoute-strategie goed gebruiken, en hielden enkele lidstaten uit Midden- en Oost-Europa enkele dagen na de EU-China-top een aparte ontmoeting met China in de zogenaamde 16+1-top, waar ook niet EU-lidstaten uit de regio aan deelnamen (en een volgende keer misschien ook wel Griekenland).

Ook Frankrijk en Duitsland spreken met gespleten tong, geïnteresseerd als ze zijn via investeringen mee te springen op de Chinese trein. De EU is de belangrijkste handelspartner van China, en China de op een na belangrijkste handelspartner van de EU.

Sommige lidstaten, vooral de noordelijke, zijn dan weer om andere redenen niet uit op een al te offensieve aanpak van China: de Chinese producten zijn welkom, want goedkoop, en dat is goed voor de koopkracht in Europa en het kostenplaatje van in Europa producerende bedrijven. Protectionisme maakt alles maar duurder, zeggen ze.

En tenslotte is er het bedrijfsleven zelf: bedrijven in Europa zijn al in Chinese handen (het Chinese Cosco heeft bijvoorbeeld 35% in handen van de Euromax-terminal in de Rotterdamse haven), of Europese bedrijven hebben belangen in China (ING wordt allicht de eerste buitenlandse bank met een meerderheidsbelang in een Chinese bank). Dus als Mark Rutte telefoneert met Li Keqiang spelen in zijn achterhoofd tegenstrijdige belangen.

Ook bredere verschuivingen en globale risico’s spelen in de debatten een rol.

China staat voor 25% van de mondiale industriële productie. Dat brengt voor veel bedrijven een ongemakkelijke afhankelijkheid met zich mee, die des te vervelender wordt in een onstabiele context. Multinationale bedrijven gaan hun productie daarom spreiden. Ook stijgen de loonkosten in China gestaag. Met Amerikaanse of Europees patriotisme hebben deze verschuivingen van productieketens echter niet veel te maken.  

Op de achtergrond speelt ook de wereldwijde recessie die in de lucht lijkt te hangen. Misschien heeft dit geholpen om van de Europees-Chinese top een succes te maken, en zal het ook Donald Trump aanzetten alsnog een deal te sluiten met China. Als je een diepe recessie wil vermijden is het wel zo slim geen zand in de Chinese motor te strooien.

Vast staat dat de Europese leiders de ‘systemische rivaal’ China en de ‘onberekenbare’ Trump zullen inzetten om de Europese volkeren op te roepen in de EU schouder aan schouder te staan. De sociaaldemocratische premier van Spanje Sánchez riep bijvoorbeeld recent op Europa te beschermen, opdat Europa de burgers in Europa zou kunnen beschermen. Dit laatste doet Europa nu echter net niet. De Europese burger heeft er dus misschien toch belang bij de mondiale driehoeksverhouding niet door de bril van de Europese elite te bekijken.