Ga naar de inhoud

Toekomstscenario’s

Bijna alle programma’s van de politieke partijen worden tegenwoordig ‘doorgerekend’ door het Centraal Planbureau. Naast dit doorrekenen van partijprogramma’s puzzelt het CPB “toekomstscenario’s” in elkaar.

5 min leestijd
Placeholder image

Van de Geen Paniek, de website van Eurodusie.Onder het stuk op de website kan erop gereageerd worden.

Binnen de kaders van de bestaande politieke speelruimte zijn er vier scenario’s opgesteld, die proberen aan te geven hoe Nederland er in 2040 kan uitzien.

De vier scenario’s zijn berekend door het Centraal Planbureau, het Ruimtelijk Planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau. Vooral die laatste twee zijn bij het publiek niet zo bekend. De adviezen en rapporten van deze bureau’s spelen echter een belangrijke rol bij de ontwikkeling van politiek beleid in Nederland. “Partijprogramma’s slingeren over een door planbureaus uitgezet pad”, kopte de Volkskrant gisteren in een opiniestuk over de nieuwe toekomstscenario’s. De scenario’s dienen (volgens de makers van het rapport) “als een gezamenlijke basis voor het beoordelen van beleidsvoorstellen en grote infrastructurele projecten”. Daarom is het toch wel de moeite waard eens een kijkje te nemen naar deze modellen, opgesteld in het rapport (pdf) “Welvaart en Leefomgeving, scenariostudies voor Nederland in 2040”.

Links/rechts

Twee van de scenario’s zijn links, en twee zijn er rechts. Onder “links” wordt door de opstellers van het rapport verstaan een actief milieubeleid door de overheid en het instandhouden van de collectieve sector. Onder dit laatste wordt verstaan een overheid die relatief veel geld blijft uitgeven en incasseren, en daarmee o.a. de sociale zekerheid in stand houdt. Met “rechts” wordt bedoeld een beperkt milieubeleid en een grondige herziening van de collectieve sector. Onder dit laatste valt te verstaan belastingverlaging, een terugtrekkende overheid en het grotendeels afschaffen van de sociale zekerheid.

Eerst de linkse scenario’s. De eerste variant, “Regional Communities” is nationaal van karakter. Nederland blijft relatief soeverein binnen de EU en de wereldeconomie. De sociale zekerheid blijft overeind, en er is een effectief nationaal milieubeleid. De tweede variant, “Strong Europe”, is internationaal van karakter. De Europese instituties worden effectief hervormd (lees: de EU wordt politiek een eenheid); er is internationale vrijhandel gecombineerd met een effectief mondiaal milieubeleid, en de hervormingen in de collectieve sector blijven beperkt.

Dan de rechtse scenario’s. De eerste variant, “Transatlantic Market” is weer nationaal van karakter. De soevereiniteit van Nederland wordt gehandhaafd; er komt dus geen Europese politieke Unie. De collectieve sector wordt volledig hervormd en het milieubeleid blijft beperkt. De arbeidsmarkt wordt nog flexibeler, en er is een sterke nadruk op economische groei. De tweede rechtse variant, “Global Economy”, is internationaal van karakter. Volledige internationale vrijhandel komt tot stand, terwijl er nauwelijks een milieubeleid wordt gevoerd, want de internationale samenwerking blijft beperkt tot de economie. De collectieve sector wordt volledig herzien.

Gevolgen

De scenario’s hebben een aantal interessante gevolgen op verschillende terreinen. Allereerst de terugdringing van de CO2 uitstoot. Deze is in de linkse modellen respectievelijk 10 en 20 procent, maar in de rechtse modellen mislukt deze compleet: onder de “Transatlantic Market” stijgen de emissies tot 2040 met 30 procent, en in de “Global Economy” zelfs met 65 procent. De hoeveelheid bedrijventerreinen: die groeit het hardst in de rechtse scenario’s (resp. 43 en 23 procent), en blijft bij de linkse scenario’s beperkt (resp. -3 en 18 procent). In de rechtse scenario’s wordt ook meer afval geproduceerd. Daarentegen is de welvaartsstijging (het Bruto Binnenlands product) onder de rechtse scenario’s het grootst, die verdubbelt namelijk in beide gevallen. Bij de linkse scenario’s is de welvaartsstijging ‘slechts’ resp. 33 en 56 procent. De internationale varianten van links en rechts leiden tot meer migratie (en dus ook een grotere bevolking met meer huizen) en meer mobiliteit.

Uit ‘draagvlakmetingen’ blijkt dat de steun voor de ‘linkse’ modellen groter is dan de steun voor de rechtse modellen. 67 procent van de mensen steunt de linkse modellen, 33 procent de rechtse. Opvallend is echter ook dat de meerderheid van de bevolking de ‘nationale’ modellen steunt, met “Regional Communities” als het populairste model (45 procent steun). Sibolt Mulder van TNS/NIPO concludeert hieruit dat Nederlanders een actief sociaal- en milieubeleid belangrijker vinden dan grote economische groei, en dat de globalisering wordt gewantrouwd.

Uitstoot

Een belangrijke conclusie van dit gegoochel met modellen: of we nu ‘linksom’ of ‘rechtsom’ gaan (in de definitie van de planbureaus), er is altijd welvaartsstijging en economische groei. In de ‘linkse’ modellen wordt die welvaartsstijging wat meer gespreid over de bevolking, in de ‘rechtse’ scenario’s groeien de verschillen tussen arm en rijk. Met het milieu gaat het in feite in alle scenario’s slecht. De rechtse scenario’s leiden tot een rampzalige verdere groei van CO2 uitstoot (tot + 65 %); maar ook in de linkse scenario’s wordt die uitstoot niet afdoende teruggebracht. Om de gevolgen van de klimaatverandering – o.a. een flinke zeespiegelstijging – nog enigszins in bedwang te houden moet er in 2050 mondiaal een vermindering van zeker 60 procent in CO2 uitstoot worden bereikt, meent onder meer het International Panel on Climate Change. Het “Strong Europe” model – dat nota bene alleen geldt voor Nederland – bereikt slechts 20 procent. De meeste economische modellen gaan er van uit dat rond 2050 de uitstoot van CO2 internationaal met de helft zal zijn toegenomen.

De scenario’s in het rapport “Welvaart en Leefomgeving 2040” zijn gebaseerd op de veronderstelling dat Nederland binnen de kaders van de politieke verhoudingen “globaal doorgaat met het huidige nationale beleid.” Nog afgezien van mogelijke andere argumenten om voor afwijkende scenario’s te kiezen betekent de huidige koers, of het nu linksom of rechtsom gaat, een kaarsrechte lijn richting een milieucatastrofe. Of de huidige lichting politici daar wakker van ligt valt te betwijfelen. Er moet internationaal een scenario op tafel komen, dat ècht zoden aan de dijk zet. Misschien moeten we eerst eens hard met onze neus op de feiten worden gedrukt. Bijvoorbeeld als de warme golfstroom tot stilstand komt. Twee jaar geleden gebeurde het al een keer – slechts tien dagen lang.

Aanvulling globalinfo

Binnen project ‘voor de verandering’ is een uitgebreide kritiek op het rekenmodel van het CPB opgesteld, inclusief een pleidooi voor een andere manier van rekenen die een veel eerlijker beeld van de economie zou schetsen, de Meta Economische Verkenningen

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door David Vervoort.)