Slow motion coup in Venezuela
EU ‘vredesproject’; weer bereid vuile handen te maken. De VS is er klaar voor het lastige Venezuela beslissende klappen toe te brengen. Het Europese ‘vredesproject’, de EU, biedt gewillig hand- en spandiensten aan om wederom een land van kleur te laten verschieten.
(Dit stuk is, met de bijbehorende foto’s, oorspronkelijk verschenen op Ravage Digitaal)
Politicus Hans van Baalen, aangewezene voor de VVD in het Europees parlement, moet vergenoegd in zijn handen gewreven hebben. De motie die hij onder meer met een aantal post-franquistische Spaanse politici indiende om de chavistische regering Maduro van Venezuela politiek in de beklaagdenbank te zetten, werd 11 maart met grote meerderheid aangenomen (385 voor, 75 tegen, 45 abstenties).
Na zijn persoonlijke triomftocht op het Maidan plein in Kiev, voorafgaande aan de coup tegen voormalig president Janoekovitsj, werden de champagneflessen ook nu weer open getrokken op de burelen van de vrijheidsfractie. Het verderfelijke communisme was wederom een rake slag toegebracht. De timing was perfect. Men zou haast denken dat sprake was van een gecoördineerde actie in samenwerking met de Amerikaanse overheid, die Venezuela in dezelfde week keiharde economische strafmaatregelen in het vooruitzicht stelde.
Een beproefd stappenplan
Dat Venezuela sinds 2013 na jaren van groei en spectaculaire armoedereductie economisch behoorlijke problemen kent, is een situatie die door de planners van het State Department optimaal uitgebuit kan worden. In het kader van een economische oorlogsvoering zijn de laatste maanden dan ook behoorlijk ingrijpende en verontrustende stappen gezet.
Er hangt bijvoorbeeld een sterke suggestie boven de markt dat de VS met hulp van bevriende autocratieën in de OPEC (=kartel van olie producerende landen) verantwoordelijk is geweest voor de sterk dalende olieprijs van de laatste tijd. Hoewel Venezuela tijdens de OPEC vergadering tegenstemde, drukte onder andere VS beschermeling Saudi Arabië een beleid door de productie niet af te vlakken (om de prijs enigszins te handhaven op een aanvaardbaar niveau), maar juist op te voeren. De grootste klappen vallen precies in die landen die in vroegere tijden zijn omgevormd tot nuttige leveranciers van koolwaterstoffen, maar momenteel de lastigste luizen in de pels van Empire zijn: Iran, Rusland, Venezuela.
Nu de toch al kwakkelende Venezolaanse economie extra lijdt onder een sterk verminderde instroom van dollars uit de verkoop van olie, acht het State Department de tijd gekomen met een stel zware economische sancties het leed nog eens beslissend te verzwaren. Vervolgens is kennelijk de steun van de Europese bondgenoten ingeroepen om de politieke druk via internationale instituties op te voeren. Er lijkt een sfeer rond Venezuela gecreëerd te worden van apocalyptisch verval in politieke zeden (‘socialisme’ schendt mensenrechten en is inherent dictatoriaal) en in bevrediging van praktische behoeften (‘socialisme’ werkt niet), die ingrijpen noodzakelijk zou maken. Het is een bekend scenario dat in diverse landen in de regio ongemakkelijke herinneringen zal oproepen.
De onoprechtheid waarmee de hele operatie gepaard gaat, werd uitstekend geïllustreerd met de lachwekkende rechtvaardiging die het State Department uitgaf, namelijk dat Venezuela inmiddels een bedreiging zou vormen voor de nationale veiligheid van de VS. Uiteraard zou het imperium niet uit zijn op direct ingrijpen, hoewel ongetwijfeld nog meer zware sancties zullen volgen. De VS zou zelfs, volgens een zegspersoon van de Amerikaanse overheid, traditiegetrouw een beleid volgen van non-interventie, een uitspraak die zelfs de correspondent van American Press in lachen deed uitbarsten.
The Spanish connection
Het opzichtige gemanipuleer deed denken aan de Irakese minister van Informatie die beweerde dat Saddam de invasie in 2003 tot staan had gebracht, terwijl de Amerikaanse bommen achter hem insloegen. Ondanks het duidelijk waarneembare traineren en liegen van de Amerikanen doen de westerse massamedia ongestoord hun werk, met wat meer vrijheid in suggestie en geladen woordkeuzen dan politici kunnen aanwenden.
Met name de Spaanse media weten zich daarbij in negatieve zin te onderscheiden. Inmiddels hebben de landelijke kranten El País en El Mundo de campagne tegen Venezuela opgevoerd tot één of meerdere stukken per dag, zonder uitzondering geschreven binnen de vertrouwde, hierboven geschetste negatieve kaders. De indruk ontstaat dat Spanje in deze kwestie een belangrijke pijplijn is om de Amerikaanse agenda in het hart van de Europese politieke ruimte te brengen. Dat gevoel wordt versterkt doordat een opmerkelijk groot aantal initiatiefnemers van de Europese anti-Venezuela motie uit de hoek van de Spaanse partijen PP, UPyD en PSOE komen.
Overigens hebben deze partijen nog een ander groot voordeel bij de propagandacampagne tegen het Latijns-Amerikaanse land. Sommige topstukken van Podemos hebben ad-hoc adviseurschappen bekleed voor de Venezolaanse regering. Men kan via die connectie eenvoudig de gevaarlijke linkse uitdager meetrekken in suggestieve verdachtmakingen en beschuldigingen over dictatoriale neigingen en hang naar corruptie.
De rol die voormalig corps-fascist Van Baalen speelt in de strijd tegen de communistische boeman is overigens niet de enige overeenkomst met de Oekraïense kwestie. De methoden van de zogenoemde ‘vreedzame protesten’ lijken wel heel erg op een oude kaskraker die inmiddels tot vervelends toe is afgedraaid.
De eenzijdige financiële en organisatorische steun aan ‘de democratische oppositie’, de poging na verkiezingsnederlagen via de straat de regering af te zetten (La salida, het ‘vertrek’ van de regering als Leitmotiv van de protesten), de professionele en breed verspreide media-uitingen zoals de gelikte ‘SOS Venezuela’ propagandafilmpjes op Youtube, de openlijke steun van Spaanse politici aan de protestanten, zelfs de sluipschutters ontbreken niet. Het zijn herkenbare signalen die de hand van westerse inmenging in de protesten doen vermoeden.
De EU na Maidan
Met het goedkeuren van een motie op 11 maart jl. waarin het Europees Parlement zich stevig uitspreekt tegen het beleid van de regering Maduro, laat men zien dat loyaal wordt vastgehouden aan de lijn die het State Department uitzet. Het regime wordt vooral neergezet als een bende brute mensenrechtenschenders die zomaar ‘vreedzame demonstranten’ gevangen zetten en ‘oppositieleiders als politieke gevangenen vasthouden’ en daarmee ‘de vrijheid van meningsuiting blokkeren’.
Overigens waren twee belangrijke oppositieleiders, Leopoldo López en María Corina Machado, betrokken bij de coup van 2002 tegen Chávez, waarmee hun aanhankelijkheid aan democratische procedures wel zo´n beetje wordt verklaard. López riep tijdens de protesten in februari vorig jaar op tot La salida en spoorde zijn aanhangers aan ‘de woede naar de straat te brengen’, een daad die in deze omstandigheden onder elk zichzelf respecterend rechtssysteem als een vorm van gevaarlijke opruiing zou kunnen worden beoordeeld. In Nederland gaat men vanwege een naar het koninklijke gezag geworpen waxinelichtjeshouder al jaren voor de bijl.
Lachwekkend wordt het als de motie spreekt over ‘de plicht van een democratische staat de leden van de oppositie niet te criminaliseren’, een praktijk waaraan een hele beroepsgroep in het imperiale militair-journalistieke complex zijn werk te danken heeft. Van Mossadeq tot Lumumba, van Castro tot Milosevic, van Khadaffi tot Putin; telkens schijnt het weer te werken. Maduro uitmaken voor incompetente buschauffeur of borstkloppende baviaan, de klassistische en racistische labels die men vaak in de Amerikaanse en Spaanse media tegenkomt, behoort blijkbaar wél tot het domein van democratisch fatsoen.
De feiten zijn schokkend, niet in de laatste plaats omdat ze in vele gevallen vrij ver af staan van het beeld dat in de motie gecreëerd wordt. Men kan genoeg afdingen op het bewind en de stijl van de chavistas, maar weinig van de aanklachten uit de niet zo democratische krochten van de Europese politiek snijden serieus hout.
Het merendeel van de omgekomen mensen tijdens de protesten (‘guarimbas‘) van afgelopen jaar viel bijvoorbeeld aan de kant van de chavistas en burgers die probeerden barricades uit hun straten te verwijderen, die door opposanten waren opgeworpen. Sluipschutters schoten op tegendemonstranten. Een broer van een PSUV parlementslid werd vermoord. Een motorrijder werd onthoofd na advies van een gepensioneerde pro-oppositie generaal om bij de barricades metalen draden over de weg te spannen. Universiteiten die niet staakten en andere overheidsgebouwen gingen in vlammen op en medische buurtvoorzieningen werden vernield vanwege de aanwezigheid van Cubaans personeel.
Gewelddadige (extreem)rechtse groepen namen de straten en de protesten over. Het zou volgens de EU waarschijnlijk allemaal mogelijk moeten zijn, omdat het in Kiev ook zo adequaat uitpakte. Een straatrevolutie kan inderdaad legitiem zijn, maar deze was dat niet. Wanneer het Europees parlement in meerderheid spreekt over ‘vreedzame protesten’ tegen een zogenaamd dictatoriaal regime, dan staat de vraag open of we hier te maken hebben met mensen die het gewoon niet helder zien of met klinkklare leugenaars in de traditie van het State Department.
Morele acrobatiek
Onlangs kwam een 14-jarige jongen, Kluivert Roa, om door een politiekogel, een triest voorval dat lezers van Amerikaans nieuws toch niet onbekend zal voor komen na de gewelddadige dood van teenager Michael Brown. De dood van de jongen is direct gebruikt in de Europese motie als voorbeeld van de manier van werken van het wrede antidemocratische bewind.
Maar in tegenstelling tot in de VS, waar de politie opmerkelijk vaak over de schreef maar toch vrijuit gaat, is de betrokken Venezolaanse veiligheidsagent direct in hechtenis genomen. In Ferguson, woonplaats van Brown, deed men er ondertussen nog een schepje bovenop door de Nationale Garde met militair materieel tegen de protestanten te laten uitrukken. Dat is zoals een democratie kennelijk wél behoort te functioneren, ook al spreekt het EU parlement in alle ernst schande van bewapende oproerpolitie en overmatig geweld tegen demonstranten zolang het Venezuela betreft.
Een opmerkelijk groot aantal punten dat de motie aanvoert, zou beter leesbaar zijn als ‘de VS’ zou worden ingevuld op de plaatsen waar ‘Venezuela’ staat. De Amerikaanse politie schiet honderden burgers per jaar af, met strafrechtelijke immuniteit. In de VS wordt politiek bedreven via het Hooggerechtshof, is de politie compleet gemilitariseerd, verdwijnen niet-militairen in militaire gevangenissen en zijn opposanten van de Occupy-beweging hinderlijk gevolgd door de geheime diensten.
In tegenstelling tot in Venezuela martelt men op grote schaal, bestaan geheime gevangenissen (inmiddels ook op eigen grondgebied) en doet men aan ‘bulk verzameling van persoonsgegevens’. Momenteel voert de VS ontwrichtende oorlogen in het Midden-Oosten zonder toestemming van het congres en van de VN, maar dan weer wel met instemming van de rechtschapenen onder ons, de Van Baalens en co. Internationaal recht en burgerrechten worden dus stelselmatig vertrapt, op grovere schaal dan het chavista regime ooit zou kunnen.
Als een politicus in de EU het al aangedurfd zou hebben de VS daarom ‘dictatoriaal’ te noemen, is het jammer genoeg aan de aandacht van de media en de rest van het narcistische Europese circus ontsnapt. Dat het Europese parlement – de democratische schaamlap van de EU technocratie – evengoed Venezuela kapittelt om haar democratische tekorten, brengt hen in een spagaat van morele corruptie. Saudi Arabië zou waarschijnlijk Zweden geloofwaardiger kunnen aanklagen vanwege een gebrek aan vrouwenrechten.
Motie punt 8: delegitimatie vooraf
De westerse media suggereren dat ‘dictator’ Maduro het hele parlement het komende half jaar buiten werking heeft gesteld (‘Maduro regeert half jaar per decreet’, De Volkskrant 12/03/15). Maduro heeft inderdaad presidentiële bevoegdheden, zoals elk presidentieel systeem per definitie toewijst. Maar de extra bevoegdheden die hij bij het parlement aanvraagt in dit soort tijden van dreiging, zijn herroepbaar en tijdelijk. Het parlement blijft normaal functioneren.
In de VS is dat nauwelijks anders. Daar kent men het ‘clear and present danger‘ criterium, waarbij de president in tijden van existentiële dreiging mag handelen buiten het congres om. De gemandateerde in het Oval Office heeft bovendien met o.a. de PATRIOT Act achter de hand bevoegdheden die de taken van Maduro ver te boven gaan. Misschien is het in het licht van toegenomen economische terreur en de gedachte aan de vorige coup niet zo gek dat Maduro clear and present danger voelt. De Europese parlementsleden ervaren dat vreemd genoeg niet, aangezien zij eventuele coupplannen en moordcomplotten tot ‘bizarre’ ideeën bestempelen.
Maar mankeert er dan wat aan het geheugen van die 385 parlementsleden met betrekking tot de coup uit 2002? Heeft men geen kennis van het inderdaad bizarre aantal complotten dat op het leven van Fidel Castro is gesmeed? Is er een gat in de grijze massa gevallen waar wetenschap zou kunnen rusten over andere regeringsleiders die de VS heeft omgebracht? Zijn de Latijns-Amerikaanse martelkamers uit het recente verleden alleen bekend uit de sprookjes van Grimm? De grijze kronkels van de afgevaardigden zijn ondoorgrondelijk.
Waarschijnlijk redeneren Van Baalen en zijn collega´s zoals Pinochet, Videla en Uribe hun daden vergoelijkten: ‘We deden wat we deden om het communistische gevaar en de dreigende anarchie van een burgeroorlog te stoppen’. Een ‘moderate repressive regime‘ is bij tijd en wijlen noodzakelijk en rechtvaardig en een goed geweten begint bij een slecht geheugen. Alles in het kader van vrijheid en democratie uiteraard.
Een belangrijk punt in de motie laat dan ook zien waar het werkelijk om draait, als het Europees parlement zijn bezorgdheid uitspreekt over ‘[…] both legitimacy and outcome of the electoral process’. Venezuela gaat dit jaar namelijk naar de stembus en al bij voorbaat wordt een eventuele gunstige uitslag voor Maduro ter discussie gesteld. Wint de ‘democratische oppositie’ dan zal een grote overwinning voor vrijheid en democratie worden gevierd en een veer in de eigen bips worden gestoken. Winnen de chavistas, voor de 19de keer op rij, dan zullen de bekende aanklachten over dictatoriaal gedrag, onvrije verkiezingen en fraude volgen, exact conform het scenario van de kleurenrevolutie. De EU helpt alvast mee met zaaien van wat straks geoogst moet worden.
Vredesproject
Misschien kunnen we kijken naar bevriende landen om de successen te tellen van wat een ideale democratie dan wél zou behoren te zijn. We zouden kunnen beginnen in Latijns-Amerika. Daar behoren eigenlijk alleen Honduras (na de coup van 2009), Colombia, Mexico en Panama nog tot het kleine geïsoleerde clubje modelstaten, overigens landen met florerende doodseskaders, talloze verdwijningen, politieke moorden op journalisten, activisten en vakbondsmensen, gemankeerde verkiezingen en complete sociale ontwrichting. Of we beginnen buiten het continent, waar de nieuwe junta in Egypte en de wahabitische autocraten van Saudi-Arabië tot grote voorbeeldlanden kunnen worden gerekend aangezien zij volledige westerse support ontvangen.
Tenslotte kan de recente geschiedenis in Venezuela zelf als voorbeeld dienen van hoe de liefhebbers van democratie uit de VS en EU een modelland eigenlijk voor zich zien. Misschien zijn de ‘Caracazo’ van 1989, waarbij duizenden demonstranten tegen het neoliberale beleid door de regering werden vermoord, en de angstaanjagende ontwikkelingen rond de coup van 2002 voorbeelden van hoe een werkelijk rechtmatig regime zou behoren te functioneren. Deze lugubere zaken staan in ieder geval te pronken op het palmares van de ‘democratische oppositie’ die het vrije westen zo graag de regie in Venezuela ziet overnemen.
Venezuela is onder de chavistas zeker geen ideaalstaat. Maar het land kan, sinds zij aan de macht zijn, wel bogen op grote successen bij de bestrijding van armoede, gebrek aan medische zorg en ongeletterdheid. Men zou hen kunnen bijstaan bij de problemen die er nu zijn, zoals de rest van Latijns-Amerika op een paar Amerikaanse cliëntstaten na ook doet. Maar in plaats van serieuze hulp geeft de EU steun aan een ‘slow motion coup’ onder leiding van de VS, waarbij de regering van Venezuela langzaam in het nauw gedreven wordt tot de tijd voor een definitieve omwenteling rijp is.
De EU noemt zich een vredesproject, maar steunt de agressieve hegemonie door dik en dun. De EU was betrokken bij de gewelddadige opdeling van Joegoslavië, de bombardementen op Servië en de instigatie van een coup en burgeroorlog in Oekraïne. Nu is zij betrokken bij een ideologische oorlog tegen Venezuela, die inmiddels met alle middelen wordt gevoerd.
De geloofwaardigheid van het vredesproject is tot nul gereduceerd. Een kleurenrevolutie tegen deze hypocriete pseudo-democratie zou volkomen legitiem zijn. Heeft u van de protesten bij het nieuwe gebouw van de ECB vernomen? Dat waren uiteraard geen ‘relschoppers’, zoals ons staatsjournaal beweerde. Het was de ‘democratische oppositie’.