Samir Amin: “Ontmantel het Europees systeem”
Dat weinigen ooit van de Egyptische econoom Samir Amin (80) hebben gehoord, is normaal (Amin trekt zich namelijk weinig aan van de korte termijn en het jojo-gedrag van de manisch-depressieve beurzen), maar daarom niet minder onterecht. Amin is één van de eersten die kort na de Tweede Wereldoorlog komaf maakte met het naïeve geloof dat de landen uit het Zuiden dezelfde economische ontwikkeling zouden kennen als de rijke landen zolang ze maar dezelfde recepten volgden. In tal van boeken legde hij de mechanismen bloot die er voor zorgen dat arme landen arm blijven.
(origineel op website DeWereldMorgen.be)
Ook om de huidige crisis te begrijpen zijn de inzichten van Amin bruikbaar. Kortetermijndenken is niet aan hem besteed. Hij heeft het altijd over “la longue durée”, niet over de korte termijn van de beurspraatjes.
“We beleven een lange, structurele en systemische crisis van het kapitalisme die al begon in 1970”, zegt hij. In de plaats van een lange fase van stabiele groei kwam er een chaotische periode waarin het financiële kapitalisme de wind in de zeilen kreeg. Niet alleen financiële instellingen maar ook grote bedrijven wagen zich aan speculatie.
Samir Amin: “Dat financiële kapitalisme is onhoudbaar. Het zorgt voor een groeiende ongelijkheid in de verdeling van de opbrengst, niet alleen binnen de landen maar ook op internationaal vlak. Dat leidt dan weer tot een crisis van de vraag. Er is een groeiende kloof tussen de massa winsten die blijven stijgen en de lonen die slechts matig omhoog gaan.”
Hoe reageert het economische systeem op die vraagcrisis? Door luchtbellen te creëren, de ene na de andere. Die luchtbellen zijn nog de enige manier om wat te ademen, aldus Amin. Terwijl we nog altijd het puin ruimen van het uiteenspatten van de luchtbel van de Amerikaanse huizenmarkt, zijn er ondertussen al nieuwe luchtbellen rond de grondstoffen gecreëerd.
Amin is niet echt optimistisch over de korte termijn. “De mogelijkheid bestaat dat er wel protest en sociale bewegingen op gang komen, maar dat die defensief blijven en dat ze niet in staat zijn om een alternatief te formuleren. Ik vrees dat we dan in een chaotische situatie terechtkomen. Het zou niet de eerste keer zijn dat dat gebeurt. Op de eerste grote crisis van het kapitalisme in 1873 volgde ook een periode van chaos met de eerste wereldoorlog, de Russische revolutie, de instorting van het financieel systeem in 1929, de opkomst van het nazisme, de tweede wereldoorlog en de Chinese revolutie.”
Van economen of van politici verwacht Amin weinig hel. “Met welke oplossingen komen Merkel en Sarkozy op de proppen? Met blabla. Het bewijs is dat de ineenstorting gewoon verder gaat. Krijgen we nu een snelle crash zoals in 1929 of een crash gespreid over twee jaar met dalingen en af en toe een stijging waarbij politici dan telkens zullen uitroepen dat de crisis eindelijk voorbij is? De welvaartsstaat kwam er ook niet door economen als Keynes maar door een verandering van de krachtsverhoudingen.”
Op lange termijn is Amin wat optimistischer. Hij ziet in Latijns-Amerika wel ruimte ontstaan voor alternatieven. Volgens de Egyptische econoom zullen landen als Brazilië, China en India gedwongen worden om zich meer op hun interne markt te richten en op de ontwikkeling van hun hinterland. Zo kunnen er op verschillende plaatsen in de wereld relatief autonome groeipolen ontstaan en krijgen we na de unipolaire wereld van de tweede helft van de 20ste eeuw met de VS als onwrikbare hegemonie in de 21ste eeuw een multipolaire wereld. Een wereld waarin er meer mogelijkheden zijn voor sociale en economische experimenten.