Ga naar de inhoud

Recensie van Naomi Kleins De shockdoctrine

De illusies van de neoliberale revolutie.

8 min leestijd
Placeholder image

De dood
in de winter van 2006 van Milton Friedman, de intellectuele leider van de
beweging voor radicale vrijhandel, gaf alom aanleiding tot het opnieuw vertellen
van wat Naomi Klein de 'officiële versie' van de geschiedenis van het
neoliberalisme noemt. In deze versie voerde Friedman een 'vreedzame
ideeënstrijd tegen de mensen die vonden dat regeringen de verantwoordelijkheid
hadden om in de markt in te grijpen om de scherpe kantjes ervan te verzachten.'
Voor deze marktfundamentalisten, die zich verenigden in de 'Chicago school of
economics' departement aan de universiteit van Chicago, zat het tij echter
lange tijd tegen. Sinds de Tweede Wereldoorlog bestond er namelijk een grote
consensus over de rol van de overheid in de samenleving. Dit gold voor zowel de
sociaal-democratieën in het westen als de communistische staten in het oosten
als de nationalistische bevrijdingsbewegingen in het zuiden. Intensief overheidsingrijpen
was hier de regel.

Sinds
de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw, toen Thatcher in Groot-Brittannië
en Reagan in de Verenigde Staten aan de macht waren, kwam hier verandering in.
'Eindelijk waren er politieke leiders die de moed hadden onbeteugelde vrije
markten in de echte wereld in de praktijk te brengen,' zo verwoordt Klein de
gedachtegang van de neoliberalen. Zij voegt daar aan toe: 'Volgens dit
officiële verhaal waren de vrijheid en de welvaart die volgden nadat Reagan en
Thatcher beiden hun markt vreedzaam en democratisch hadden bevrijd zo duidelijk
wenselijk dat de massa's, behalve om Big Macs, ook om reaganomics vroegen toen
dictatoriale regimes van Manila tot Berlijn ineen begonnen te storten.' Het is
in deze versie van de geschiedenis dat Friedman een plek heeft veroverd als 'De
man van de Vrijheid.'

De
belangrijkste veronderstelling van deze officiële geschiedenis, waardoor
Friedman de geschiedenis in kon gaan als intellectuele vrijheidsstrijder, is
dat 'de triomf van het gedereguleerde kapitalisme uit vrijheid is geboren.'
Meer nog, Friedman veronderstelde dat onbeteugelde vrije markten niet alleen
samengaan met democratie, maar dat ze er ook de voorwaarde voor zijn. Voor
Friedman zijn democratie en een strikt liberale economie twee zijden van
dezelfde medaille. Het één is niet denkbaar zonder het ander. Ze
veronderstellen elkaar.

Deze
stellingname van de neoliberalen leidde er verder toe dat ze de socialistische
en communistische ideologieën, die tenslotte een grote rol reserveerden voor de
staat als planner van de nationale economie, vaak als inherent ondemocratisch
en onderdrukkend beschouwde. Elke beknotting van de economische vrijheid is
voor hen immers een inperking van de vrijheid op zich. Tegelijk met de opkomst
van het idee dat radicaal vrije markten hand in hand gaan met democratie
ontstond het idee dat democratie en socialisme, dat sociaal-democratie een
contradictio in terminis is.

Naomi
Klein heeft grote kritiek op beide bovenstaande redeneringen in haar nieuwe
boek De shockdoctrine, De opkomst van rampenkapitalisme. Ze gaat zo ver dat ze
deze officiële versie van de geschiedenis 'de meest geslaagde propagandacoup
van de afgelopen dertig jaar' noemt. Klein heeft De shockdoctrine geschreven
met de nadrukkelijke bedoeling de centrale stelling van de neoliberale
ideologen, dat onbeteugelde vrije markten en democratie hand in hand gaan, te
ontkrachten. Zij schrijft: 'ik (zal) laten zien dat deze fundamentalistische
vorm van kapitalisme consequent door de meest brute vormen van dwang op de
wereld is gezet…'

Er gaat
een heel eenvoudige en doeltreffende redenering schuil achter Kleins claim dat
het wereldwijd dominant worden van de puristische kapitalistische ideologie en
praktijk met de meest brute vormen van dwang samengaat en waarom het dus niet
democratisch is. Ze beargumenteert dat het pakket beleidsmaatregelen bestaande
uit deregulering, privatisering en het snijden in de sociale voorzieningen, het
ABC van de marktfundamentalisten, nu eenmaal uiterst impopulaire maatregelen
zijn omdat de meerderheid van de bevolking er als gevolg daarvan op achteruit
gaat. Omdat dit ongewilde hervormingen zijn, maken de neoliberale beleidsmakers
keer op keer handig gebruik van momenten van sociale ontwrichting waarop andere
dingen belangrijker lijken dan technisch-economische maatregelen. Zij
exploiteren in feite natuurrampen, gewelddadige coups en economische crises;
kortom momenten van shock (zo is Klein ook tot de keuze voor haar titel
gekomen). Alleen op momenten van collectieve verwarring, op momenten dat
democratie een praktische onmogelijkheid lijkt, kunnen de radicale kapitalisten
hun, vaak clandestiene, plannen doordrukken.

Klein
gaat nog een stap verder in haar boek. Net als de neoliberale ideologen vaak
het communisme als inherent autoritair hebben afgeschilderd, zo vraagt Klein
zich af in hoeverre deze radicale, puristische variant van het kapitalisme niet
evengoed innig verbonden is met onderdrukking. Klein: 'De staatsgrepen,
oorlogen en bloedbaden om regimes die het bedrijfsleven steunen in het zadel te
helpen en te handhaven zijn nooit opgevat als kapitalistische misdaden, maar
werden in plaats daarvan afgedaan als de excessen van fanatieke dictators, als
hete fronten van de Koude Oorlog, en nu als de War on Terror.' Zij voegt daar
aan toe: 'Als de meest toegewijde tegenstanders van het corporatistische
economische model systematisch worden uitgeroeid (…), wordt die onderdrukking
uitgelegd als deel van de 'vuile oorlog' tegen communisme en terrorisme – en
bijna nooit als de strijd ten behoeve van de bevordering van zuiver
kapitalisme.' In De shockdoctrine doet Klein dit wel. Hierdoor ontstaat een
aantrekkelijke alternatieve geschiedenis van de laatste vijfendertig jaar,
welke wordt geïnterpreteerd als de bewuste, systematische verspreiding van een
nieuw economisch model, in feite een nieuwe fase binnen de expansiegeschiedenis
van het kapitalisme. Nadat alle uithoeken van de wereld reeds gekoloniseerd
zijn, is er nog slechts één domein over dat gewonnen kan worden door de
radicale kapitalisten: de staat.

De 669
pagina's die de Nederlandse versie van haar boek rijk is, bestaat vooral uit
een opeenstapeling van goed gedocumenteerde feiten ter onderbouwing van
bovenstaande stellingen. Van Chili, Argentinië en Brazilië naar
Groot-Brittannië, van Zuid-Afrika naar Rusland en China, en tenslotte via Irak
en Sri Lanka naar de Verenigde Staten en Israël; overal waar de radicale, pure
vorm van kapitalisme werd doorgevoerd werd handig gebruik gemaakt van momenten
van collectieve shock. Coups, oorlogen en natuurgeweld zorgden voor deze
momenten van sociale ontwrichting. Neoliberale economen zagen hun kans schoon
en voerden radicale pakketten met vergaande beleidsmaatregelen door, waarbij
steeds opnieuw ruimte gemaakt moest worden door de staat voor het
bedrijfsleven. Steeds gebeurde dit in een ondemocratisch vacuüm. Steeds ook,
wanneer even later duidelijk was geworden wat er in de tussentijd was gebeurd,
ontstond er breed verzet tegen de doorgevoerde maatregelen. Dit verzet werd
vervolgens onderdrukt. Het leverde, alleen al in Zuid-Amerika, tien duizenden
doden en 'verdwenen' activisten op. Landen die in de greep van de puristische
kapitalisten kwamen, werden zo door drie vormen van shock getroffen, aldus
Naomi Klein. Allereerst was er de shock van het natuurgeweld, de coup of de
oorlog. Daarop volgde de economische shock die weer werd gevolgd door de shock
van onderdrukking, laatstgenoemde niet zelden met gebruikmaking van marteling.

Met De
shockdoctrine heeft Naomi Klein een uiterst goed leesbaar en evengoed
onderbouwd boek geschreven dat voorgoed afrekent met de illusies van de
neoliberale revolutie van de afgelopen vijfendertig jaar. Anders dan de
voorstanders ervan beweren, gaan vrijheid en democratie niet hand in hand met
de onbeteugelde vrije markt. In feite wordt deze vrije markt vaak doorgevoerd
in een ondemocratisch moment en vervolgens met harde hand gehandhaafd. Dit
heeft niets met democratie van doen. En, anders dan dat dit gebrek aan
democratie moet worden toegeschreven aan toevallige factoren of afwijkingen van
een in essentie goede bedoeling, laat Klein zien dat dit een wezenlijk
onderdeel uitmaakt van deze neoliberale revolutie. Deze onderdrukking maakt een
noodzakelijk onderdeel uit van 'de strijd ten behoeve van de bevordering van
zuiver kapitalisme' om de eenvoudige reden dat het pakket maatregelen erg
impopulair is.

Verder
concludeert Klein dat de kritiek van de neoliberale theoretici van het eerste
uur op het autoritaire communisme, dat met Stalin van een gezicht werd
voorzien, net zo goed van toepassing is op de marktfundamentalisten zelf. De
radicale hervormingen in naam van de vrije markt, die zo verbonden zijn met de
naam Milton Friedman, zijn evengoed autoritair omdat net als verschillende
maatregelen in de Sovjet-Unie onder Stalin, deze hervormingen nu erg ongewenst
zijn. Zo is de cirkel rond. En, zo besluit Klein haar boek in het laatste
hoofdstuk, net zoals het autoritaire communisme voorgoed is gedelegitimeerd
door de schandalen in de Sovjet-Unie en elders, zo is ook de neoliberale vorm
van het kapitalisme veel van het heilige vuur uit de jaren tachtig kwijtgeraakt
doordat zij verwikkeld is geraakt met dictatoriale regimes en veelvuldig
ondemocratische ruimtes heeft benut; kortom omdat zij zich baseerde op de
verwarring van de shock.

Als de
neoliberale revolutie achteraf niet als een intellectuele vrijheidsstrijd
opgevat kan worden, zoals Naomi Klein overtuigend beargumenteert in De
shockdoctrine
, wat was het dan wel? Als de concrete praktijk van de neoliberale
shocktherapie, als het 'reëel bestaande' radicale kapitalisme niet is geboren
uit vrijheid, heeft het dan misschien wel die welvaart opgeleverd die Reagan en
Thatcher in de jaren tachtig beloofden? Hierover is Klein duidelijk. Naast een
enorme scheefgroei van de verdeling van de welvaart, die zo kenmerkend is voor
de tijdperk van de globalisering, merkt ze op: 'Overal waar de kruistocht van
de Chicago School triomfeerde, heeft hij een permanente onderklasse van 25 tot
60% van de bevolking gecreëerd.'

—————–

Meer
informatie: website van het boek

Naomi Klein: The Shock Doctrine. The Rise of Disaster Capitalism. 558
blz. euro 16,–. De Nederlandse vertaling (De shockdoctrine) verscheen bij De Geus (isbn 9789044509182, 670 pagina’s € 24,90)