Ga naar de inhoud

Recensie: Amory Starr, Global Revolt

Vijf
jaar na het verschijnen van haar boek over de globaliseringsbeweging Naming the
Enemy, heeft Amory Starr een knap vervolg geschreven: Global Revolt

4 min leestijd
Placeholder image

(de schrijfster Amory Starr is een van de sprekers op het symposium over de globaliseringsbeweging op zondag 18 maart in Crea in Amsterdam)

Amory
Starr werd in beperkte kring bekend doordat ze in 2000 het boek Naming the
Enemy (anti-corporate movements confront globalization) schreef (zie een
eerdere recensie daarvan). Dat
boek kreeg nooit de aandacht die werken van mediagenieke auteurs als Naomi
Klein en Noreena Hertz kregen, maar was minstens zo diepgravend. Het
verfrissende aan Starr's eerste boek, was het gebrek aan vooringenomenheid
waarmee ze de netwerken en actiegroepen in hun volle breedte beschreef, en het
vermogen om de verschillen en overeenkomsten leesbaar in kaart te brengen.

Met
Global Revolt (a guide to the movements against globalization) zet ze die
traditie voort. Het boek is lichter, minder analyserend van toon dan Naming the
Enemy en geeft meer een overzicht van de stand van zaken. Maar geen
gemakzuchtig overzicht; Starr begint met een paar hoofdstukken die kort en
bondig de kritiek op de heersende economie weergeven, en de recente
geschiedenis van de globaliseringsbeweging. De hoofdmoot van het boek bestaat
uit een aantal inventarisaties van achtereenvolgens belangrijke teksten
(manifesten en artikelen), controverses en actiemethodes (of zoals ze die
noemt: tactieken).

Elke
inventarisatie bestaat uit een serie korte hoofdstukken, waarin de kern van het
thema beschreven wordt, gevolgd door een heldere uiteenzetting van de problemen
en afgesloten met verwijzing naar websites en andere bronnen waar je desgewenst
meer informatie kunt krijgen. Zo passeert bijna ongemerkt een hele hoop
doorgaans taaie stof de revue. Bij de manifesten zie je de voornaamste thema's
waarover de strijd gaat, van de discussie over schulden tot migratie en
patenten en copyrights. Maar ook teksten die meer over de 'eigen' ontwikkeling
gaan, komen aan bod, zoals over de het WSF-gebeuren, of de problemen rond solidariteit
met inheemse volkeren, of de gevolgen van de aanslagen van 11 september
(waarover ze tamelijk optimistisch is).

Het
hoofdstuk daarna is het meest spannende want gaat – de naam zegt het al – over
controverses binnen (of tussen) de bewegingen. En dat is tamelijk uniek.
Meestal durven auteurs de kritiek niet goed aan, tenzij ze 'buiten de
bewegingen staan' en dan is het meestal een en al kritiek waardoor het boek ook
weer onleesbaar wordt. Maar Amory Starr slaagt goed in deze spagaat en ook in
dit hoofdfstuk is de variatie groot. Er worden strategische kwesties
aangesneden (waar zijn ze tegen?) maar ook wordt met kennis van zaken
geschreven over de anarchistische stromingen en de dwarsverbanden (en
verschillen) die er zijn met bewegingen als de voormalige Italiaanse Witte
Overals. Evenals in Naming the Enemy is verfrissend dat de schrijfster geen
moreel probleem maakt van meer militante actievormen, en die goed kan
relativeren. Niet de ngo's en hun dure symbolische campagnes staan centraal,
maar de activisten en directe actievormen. In een speciaal hoofdstuk over
'reformisme' vergelijkt ze deze met de meer hervormingsgezinde strategieen en
beschrijft de voor en nadelen ervan. Daarbij overheerst een lichte scepsis van
de schrijfster jegens sterk hervormingsgezinde campagnes zoals fair trade.
Tegelijkertijd blijft ze oog houden voor de nadelen van militant 'lifestile
activisme'. Een kenmerkend citaat (uit het hoofdstuk 'consumption politics'):
"some anti-consumption countercultures alienate potential sympathisers
from the broader society by limiting communication to what appears to be
self-congratulatory clique. The behavioural and stylistic purism of
counterculture activists can alienate even fellow activists for whom
politicized consumption is impractical or inaccessible.

Meanwhile,
greenwashing and other corporate practices coopt radical consumption movements,
convincing potential activists that they can indeed shop for a better world
(…)" (p. 146)

Het
afsluitende hoofdstuk over tactieken geeft weer heel praktische voorbeelden van
actiemethodes en campagnes. Naast verschillende actieterreinen (zoals tegen
reclame, media, commercie) gaat het hier ook over organisatievormen en
verschillen in tactieken en spanningen daartussen. Met aparte hoofdstukken over
een fenomeen als Black Bloc en een indicatie van de omstandigheden waaronder
zo'n tactiek wel en niet effectief is. Zelfs… zelfmoord komt aan bod als
actiemiddel (naar aanleiding van de zelfmoord van de Zuidkoreaanse boer Lee
Kyung Hae tijdens de WTO-top in Cancun in 2003).

De
hoopvolle conclusie van de schrijfster is dat de kracht van de
globaliseirngsnetwerken nog steeds toeneemt. Dat bestaande
mainstream-organisaties en overheden voortdurend elementen overnemen moet
vooral gezien worden als bewijs van die groeiende kracht.

Global
Revolt, Zed Books London/New York 2005 , 264 pagina's, 18,50 euro