Project voor een Universele Verklaring van het Algemeen Belang van de Mensheid
Dit project is nog niet af. Het is het resultaat van het werk van internationale juridische experts en sociale leiders. Het wordt door het Wereld Forum voor Alternatieven voorgesteld aan de sociale bewegingen en organisaties die aanwezig zijn op de ‘Top van de Volkeren’ in Rio de Janeiro in juni 2012 met de bedoeling er hun opmerkingen en voorstellen in te verwerken. De definitieve tekst van dit project zal worden voorgesteld op het Wereld Sociaal Forum 2013 in Tunesië.
(Originele vertaling van DeWereldMorgen)
Inleiding
We leven in een tijd die van essentieel belang is voor het voortbestaan van de natuur en van de mensheid. De aanvallen op de planeet (moeder aarde) nemen toe en zijn een bedreiging voor de levende soorten, de ecosystemen, de biodiversiteit, de oceanen, en zelfs het klimaat. Het leven van de volkeren wordt verwoest door de onteigening van hun grondgebied. De concentratie van het monopoliekapitaal, de hegemonie van de financiële sector, de ontbossing, de monocultuur, het massale gebruik van giftige stoffen, maar ook oorlogen, cultureel imperialisme, het bezuinigingsbeleid en de vernietiging van de sociale uitkeringen zijn het dagelijks brood van de mensheid geworden.
We leven in een tijd van multidimensionale crisis: de financiële crisis, de economische crisis, de voedselcrisis, de energiecrisis, de klimaatcrisis, een systeemcrisis van de waarden en van de beschaving. Al die crisissen leiden ons naar een logica van de dood. Zo’n historisch moment heeft niet genoeg aan een gedeeltelijke respons, maar vereist het zoeken naar echte alternatieven.
We leven in een tijd die gekenmerkt wordt door een behoefte aan samenhang. De resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), het VN-Verdrag inzake burgerrechten, politieke, economische, sociale en culturele rechten (1966), het Handvest van de rechten en economische verplichtingen van staten (1974), het Wereldcharter voor de Natuur (1982), de Verklaring over het recht op ontwikkeling (1986), de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling (1992), het Charter van de Aarde (2000), de Universele Verklaring van de UNESCO over Culturele Diversiteit (2001), de VN-verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren (2007), en nog andere verdragen vereisen een totaalvisie en een systeem van geïntegreerde beslissingen op ecologisch, economisch, politiek en cultureel vlak dat in dienst staat van het leven.
We leven in een tijd waarin de mensen zich realiseren dat ze het bewuste deel zijn van de natuur die ook zonder hen kan voortbestaan. Maar ze blijven die natuur voortdurend vernietigen, door de irrationaliteit van een roof die geleid wordt door de logica van winst en kapitaalaccumulatie en die gevoed wordt door een antropocentrische visie op een lineaire vooruitgang van een onuitputtelijke planeet. De overgang van antropocentrische visie naar een biocentrische visie is uitgegroeid tot een voorwaarde om te overleven.
We leven ook in een tijd waarin vele sociale en politieke bewegingen strijd voeren aan de basis voor ecologische rechtvaardigheid en ten voordele van de collectieve rechten van de volkeren. Het leven van de mensheid als een gezamenlijk project staat in het middelpunt van de belangstelling van verschillende documenten zoals de Universele Verklaring van de rechten van de volkeren (Algiers, 1976), de Universele Verklaring van Inheemse Vrouwen in de wereld (Peking, 1995), de Universele Verklaring van de Rechten van Moeder Aarde (Cochabamba, 2010). Deze visie moet nog versterkt en verspreid worden door een gezamenlijke inspanning die de specifieke kenmerken respecteert.
Het herstellen van de rechten van de natuur en het opbouwen de solidariteit tussen mensen wereldwijd zijn taken die intrinsiek met elkaar verbonden zijn. Daarvoor is er vandaag de dag een nieuw initiatief nodig dat parallel loopt met de Universele Verklaring van de Mensenrechten. Het is de bedoeling om in een nieuwe holistische visie de basiselementen van het collectieve leven van de mensheid op de planeet te definiëren en een nieuw ontwerp (paradigma) voor te stellen die de basis zou moeten worden voor een gezamenlijke inspanning van de sociale en politieke bewegingen.
Het gaat er om (1) om over te stappen van het uitbuiten van de natuur als een natuurlijke hulpbron naar het respecteren van de aarde als een bron van leven, (2) om in de economische activiteit de gebruikswaarde te laten voorgaan op de ruilwaarde, (3) om het principe van de democratie te veralgemenen in alle sociale relaties, ook tussen mannen en vrouwen en in alle sociale instellingen en (4) om de interculturaliteit te bevorderen zodat alle culturen, alle kennis en alle religies zouden meewerken aan een juiste lezing van de werkelijkheid, aan de ontwikkeling van een nieuwe ethiek en aan de verwachting dat “een andere wereld mogelijk is”.
Dit is het paradigma van het Algemeen Welzijn van de Mensheid of van ‘Het Goede Leven’ als kans, als mogelijkheid en als verantwoordelijkheid om het leven van de planeet te verzekeren en het fysieke, culturele en spirituele bestaan van alle menselijke wezens over de hele wereld te produceren en te reproduceren. Vandaar het voorstel voor een Universele Verklaring.
Universele Verklaring voor het Algemeen Welzijn van de Mensheid
(1) Respect voor de natuur als bron van leven
Artikel 1: het bewerkstelligen van de symbiose tussen de aarde en de mensheid als bewust onderdeel van de natuur
De natuur is de bron van vele levensvormen, waaronder die van de mensheid, waarvan de aarde de thuisbasis is. De kern en de aardkorst, lucht, licht, water, bodem, rivieren, oceanen, bossen, flora, fauna, biodiversiteit, zaden, het genoom van de levende wezens: het zijn allemaal wezenlijke onderdelen van de werkelijkheid. De natuur moet worden gerespecteerd in zijn schoonheid, haar fundamentele integriteit, haar evenwichten, de rijkdom van haar ecosystemen die de biodiversiteit produceert en reproduceert, en haar regeneratieve capaciteit. De menselijke soort, als het bewuste deel van de planeet, is verantwoordelijk voor het respecteren van de ecologische rechtvaardigheid en de rechten van de natuur, die ook de basis vormen van zijn eigen bestaan en dus van het Algemeen Welzijn van de Mensheid.
Alle praktijken die de regeneratieve capaciteit van ‘moeder aarde’ vernietigen, zoals de wilde exploitatie van de natuurlijke rijkdommen, het destructieve gebruik van chemicaliën, de massale emissie van broeikasgassen, de monoculturen die de bodem en de watervoorziening uitputten, het irrationeel gebruik van energie, de productie van nucleaire, chemische en biologische wapens zijn in strijd met de menselijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de natuur, het gemeenschappelijk welzijn van de mensheid en het Goede Leven, en zijn dus strafbaar.
Artikel 2: de harmonie tussen alle elementen van de natuur verzekeren
De volkeren van de aarde hebben de plicht om te leven in harmonie met alle andere elementen van de natuur. Men mag geen enkele activiteit voor ontwikkeling ondernemen die leidt tot ernstige en onherstelbare schade aan het leven van de natuur, die ook de steunpilaar is van de reproductie van het fysieke, culturele en spirituele leven van de mensheid. Een principe dat moet gerespecteerd worden, is dat men de gemeenschappen of bevolkingsgroepen, die door de exploitatie van delfstoffen, openbare werken of het gebruik van natuurlijke hulpbronnen getroffen worden, goed moet informeren en voorafgaandelijk raadplegen.
Alle acties en instituties, die modellen van ontwikkeling bevorderen die ingaan tegen de integriteit en de reproductie van het ecologisch systeem, zijn tegenstrijdig met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en moeten strafbaar worden gesteld.
Artikel 3: het beschermen van de aarde, die de basis is van alle fysieke, culturele en spirituele leven
De natuur is een unieke en beperkte realiteit die de bron is van het leven van alle soorten en van elk levend wezen dat in de toekomst geboren wordt. De aarde kan worden beheerd door mensen, met de nodige waarborgen van de continuïteit in het management, maar ze kan geen eigendom worden of een verkoopartikel of een bron van speculatie.
Ze mag niet onderworpen worden aan een onomkeerbare en systematische agressie, ongeacht de wijze van productie. De natuurlijke rijkdommen (mineralen, olie, oceanen, bossen) zijn collectieve goederen die niet kunnen worden geprivatiseerd door personen of door bedrijven of door financiële groepen. De elementen van de aarde (bodem, lucht, water, zee, rivieren, bossen, flora, fauna, ruimten, genomen, enz.) moeten worden beheerd en verwerkt in overeenstemming met de reproductie van ecosystemen, de biodiversiteit, het leven van de soorten, het evenwicht in het metabolisme tussen de natuur en de mensheid, het goede leven van de huidige en de toekomstige generaties.
De vervuiling van het water, de bodem en de zeeën, het patenteren van de natuur, de privatisering van de grond, het verhandelen van natuurlijke rijkdommen (die nodig zijn voor de reproductie van het leven van levende soorten, met name water, zuurstof, zaden) zijn in strijd met het constructieve respect voor de natuur, met het Algemeen Welzijn van de Mensheid. En daarom zijn ze strafbaar.
Artikel 4 : Zorgen voor de regeneratie van de aarde
Het is dringend nodig dat de capaciteit van de aarde om zich te regenereren spoedig hersteld wordt. Alle volkeren en groeperingen van mensen hebben de plicht bij te dragen aan deze doelstelling. De inventaris en de controle van de milieu-effecten is dringend nodig, evenals de evaluatie van en de compensatie voor de veroorzaakte schade. Alle volkeren en individuen, en in het bijzonder de industrieën, de bedrijven en de overheden hebben de plicht om de materialen (gebruikt bij de productie, verspreiding en consumptie van goederen) te hergebruiken en te recycleren.
De kunstmatige vermindering van de levensduur van producten, het verspillen van energie en andere grondstoffen, het opslaan van gevaarlijk afval en het roekeloos verzuim van het ecologisch herstel zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn dus strafbaar.
(2) De economische productie in dienst van het leven en van de continuïteit van het leven
Artikel 5: het gebruik van sociale vormen van productie en van uitwisseling, zonder privé-accumulatie
Om het Algemeen Welzijn van de Mensheid en het Goede Leven te verzekeren is het essentieel dat personen, instellingen en economische systemen prioriteit zouden geven aan sociale vormen van eigendom van de grote productiemiddelen en de economische circulatie: gemeenschaps- en gezinsbezit, gemeenschappelijke, coöperatieve, maatschappelijke, openbare vormen van eigendom.
Daardoor vermijden we een individueel of corporatief accumulatieproces dat sociale ongelijkheid veroorzaakt. De controle door werknemers en consumenten van de productie en de circulatie van goederen en diensten, alsmede van het financiële systeem, zullen worden georganiseerd volgens passende sociale vormen, variërend van coöperatie tot participatie van de burger of nationalisatie.
De toe-eigening door particulieren, bedrijven of financiële groepen, van de productiemiddelen en van de circulatie van goederen met het oog op een privékapitalistische accumulatie, is in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn daarom verboden.
Artikel 6: de gebruikswaarde heeft prioriteit op de ruilwaarde
Het economische systeem van productie en uitwisseling heeft als doelstelling om de behoeften en capaciteiten van alle volkeren en alle mensen op de planeet te voldoen. De toegang tot de gebruikswaarden is een fundamenteel recht dat de productie en reproductie van het leven nodig heeft. De ruilwaarde, die het product is van de vermarkting, moet onderworpen zijn aan de gebruikswaarde en mag niet dienen voor kapitaalaccumulatie en voor de vorming van financiële zeepbellen, die voortkomen uit de speculatie en een bron zijn van diepe sociale ongelijkheid.
Alle individuele of corporatieve activiteiten in de economische circulatie die de gebruikswaarden verhandelen als loutere ruilwaarden, en de reclame manipuleren voor een irrationele consumptie, en die aanleiding geven tot speculatie, zijn eveneens in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid; en ook de belastingparadijzen, het bankgeheim, de speculatie met voedsel, met natuurlijke hulpbronnen en energiebronnen. De publieke en private ‘hatelijke schulden’, maar ook de armoede, als gevolg van onrechtvaardige sociale verhoudingen, worden illegaal verklaard.
Artikel 7: het bevorderen van waardig werk, dat niets met uitbuiting te maken heeft
De processen van productie en circulatie moeten aan de werknemers een participatief en waardig werk garanderen, dat goed is voor hun gezinsleven en voor hun culturele leven. Het moet hun vaardigheden bevorderen en zorgen voor een adequaat materieel bestaan.
Alle moderne vormen van slavernij en uitbuiting, inclusief kinderarbeid, die het persoonlijk gewin of eigen accumulatie van meerwaarde als doel hebben, en ook de beperkingen van de vrijheid van vereniging van de werknemers, gaan in tegen het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn daarom strafbaar.
Artikel 8: het herstellen van de territoria
Ten overstaan van de mondialisering, die een unipolaire economie, de concentratie van de beslissingsbevoegdheid, de hegemonie van het financierskapitaal en de irrationele stroom van goederen en diensten bevorderd heeft, is het absoluut noodzakelijk om de territoria te reconstrueren. Die dienen als basis voor de voedsel- en energiesoevereiniteit, voor de regionalisering van de economieën op basis van complementariteit en solidariteit, en voor de perifere regio’s om ‘los te koppelen’ van de hegemoniale economische centra. Zo kunnen ze autonoom worden op het vlak van handel, financies en productie.
Het creëren van monopolies en oligopolies, op om het even welk terrein van productie-activiteit, of circulatie of financiering, is in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid, en wordt daarom verboden.
Artikel 9: de toegankelijkheid van openbare goederen en de universele sociale bescherming moeten worden gegarandeerd
Er bestaan gemeenschappelijke goederen, die van essentieel belang zijn voor het collectieve leven van individuen en volkeren, die tot de onvervreemdbare rechten behoren. Hier gaat het over voedsel, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en materiële en immateriële communicatie. Er bestaan ook verschillende middelen van burgercontrole of van sociale eigendom die de toegang tot goederen en diensten efficiënt kunnen organiseren. De ‘universele bescherming’ is een recht van alle volkeren en van alle individuen en dus een verplichting van de overheid, die moet zorgen voor een adequate fiscaliteit.
De privatisering van openbare diensten, die dienen om bij te dragen aan de accumulatie van privékapitaal, is tegenstrijdig met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en is daarom verboden.
Strafbaar zijn ook de speculatie op voedsel, huisvesting, gezondheid, onderwijs, communicatie en ook alle corruptie in de uitoefening van deze rechten.
(3) De democratische collectieve organisatie als basis voor de mens als subject
Artikel 10: de veralgemening van de democratie en de zorg voor de opbouw van het subject
Alle volkeren en alle mensen zijn subject van hun eigen geschiedenis en hebben recht op een collectieve sociale en politieke organisatie. Dit moet zorgen voor harmonie met de natuur en de toegang van allen tot de materiële basis van leven, door middel van systemen van productie en circulatie die gebaseerd zijn op sociale rechtvaardigheid.
Daarom moet de collectieve organisatie het mogelijk maken dat allen deelnemen aan de productie en de reproductie van het fysieke leven van de planeet en van de mensen; met andere woorden het Algemeen Welzijn van de Mensheid. Het principe om deze doelstelling te bereiken, is de veralgemening van de democratie in alle sociale relaties, de familie, het geslacht, het werk, de uitoefening van het openbaar gezag, en ook tussen volkeren en naties en ook in alle maatschappelijke, politieke, economische, sociale, culturele en religieuze instellingen.
Naast de politieke initiatieven voor de participatieve democratie, zullen vormen van participatie ontwikkeld worden in alle sectoren van het gemeenschappelijk economische, sociale en culturele leven.
Alle niet-democratische vormen van organisatie van het politieke, economische, sociale en culturele leven van de samenleving zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en het Goede Leven. De genocides worden veroordeeld als onherstelbare daden van discriminatie. Elke vorm van discriminatie in verband met geslacht, ras, natie, cultuur, seksuele voorkeur, fysieke of mentale capaciteiten, religie en ideologie is strafbaar.
Artikel 11: er moet een relatie van gelijkheid tot stand gebracht worden tussen mannen en vrouwen
Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de relaties tussen mannen en vrouwen, die al sinds onheuglijke tijden ongelijk zijn in de verschillende samenlevingen in de loop van de geschiedenis van de mensheid. Alle instellingen en alle sociale en culturele systemen moeten het recht op een vol leven van vrouwen, gelijk aan dat van mannen, erkennen, respecteren en bevorderen.
Alle sociale en economische activiteiten en alle instellingen en culturele en religieuze systemen die de discriminatie van vrouwen verdedigen of toepassen, zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid. Zijn dus strafbaar alle vormen van mannelijke overheersing en in het bijzonder de economische verschillen in salaris en de niet-erkenning van het intrafamiliaal huishoudelijk werk met betrekking tot de reproductie van het leven.
Artikel 12: verbod op oorlog
De internationale democratische relaties laten niet toe dat men gebruik maakt van oorlog om conflicten op te lossen. Vandaag de dag kan men vrede niet garanderen wegens de wapenwedloop. Het bestaan van nucleaire, biologische en chemische wapens brengt het leven van de mensheid in gevaar. De wapens zijn een koopwaar geworden. Hun productie brengt een enorme verspilling van energie, natuurlijke hulpbronnen en menselijk talent mee. En het gebruik ervan veroorzaakt niet alleen het verlies van mensenlevens, maar ook ernstige vernietiging van het milieu.
De vervaardiging, het bezit en het gebruik van massavernietigingswapens, de accumulatie van conventionele wapens om de regionale hegemonie te bewerkstelligen en de natuurlijke hulpbronnen te controleren, de regionale hegemoniale verdragen en de militaire oplossing voor interne politieke problemen zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn daarom verboden.
Artikel 13: de opbouw van de staat met het oog op het Algemeen Welzijn
De rol van de staat, als collectieve beheerder, is het Algemeen Welzijn te dienen; dat wil zeggen, het algemeen belang ten overstaan van de individuele of particuliere belangen. Om het algemeen welzijn (de grondwet) te definiëren en toe te passen is een democratische participatie nodig.
Alle volkeren van de aarde, alle organisaties en sociale bewegingen hebben recht op politieke systemen met directe of gedelegeerde participatie met een mandaat dat herroepbaar is. De regionale overheden en de internationale organisaties moeten worden opgebouwd op een democratisch beginsel, vooral de Verenigde Naties.
Dit geldt voor alle instellingen die specifieke belangen vertegenwoordigen, zoals de industriële of landbouwondernemingen, de commerciële of financiële organisaties, de politieke partijen, de religieuze instellingen of vakbonden, de NGO’s, de sport- of culturele verenigingen en de humanitaire organisaties.
Alle dictatoriale of autoritaire systemen in de uitoefening van de politieke of economische macht, waar de formele of informele niet-representatieve minderheden de besluitvorming monopoliseren zonder participatie, initiatief of controle van het volk zijn in strijd zijn met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en dus verboden.
Zijn ook verboden alle openbare subsidies aan organisaties, sociale bewegingen, politieke partijen, culturele of religieuze instellingen, die de democratische beginselen niet respecteren of discriminatie naar geslacht of ras toepassen.
Artikel 14: het waarborgen van de rechten van inheemse volkeren
De inheemse volkeren hebben het recht te worden erkend in hun verschillen. Zij hebben behoefte aan materiële en institutionele grondslagen voor de reproductie van hun gebruiken, talen, wereldbeelden, gemeentelijke instellingen: een beschermd territorium, tweetalig onderwijs, een eigen rechterlijke macht, een publieke vertegenwoordiging, enz.
Zij staan aan de oorsprong van belangrijke zaken in de hedendaagse wereld: de bescherming van moeder aarde, de weerstand tegen extractie- en exportvormen van productie en accumulatie, een holistische visie op de sociale werkelijkheid.
Alle activiteiten, instellingen en politieke en culturele economische systemen die vernietiging, scheiding en discriminatie meebrengen of die het fysieke, culturele en geestelijke leven van de inheemse volkeren verhinderen, zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn daarom verboden.
Artikel 15: respect voor het recht op verzet
Alle volkeren en groepen in de samenleving hebben het recht om kritisch te denken, deel te nemen aan vreedzaam verzet tegen alle activiteiten die de werking van de natuur, van het menselijk leven, van individuele of collectieve vrijheden vernietigen. Indien nodig hebben ze recht op opstand.
De censuur op het denken, de criminalisering van het verzet en gewelddadige onderdrukking van bevrijdingsbewegingen zijn in strijd met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en dus verboden.
(4) Interculturaliteit als het dynamisch principe van het denken en de sociale ethiek
Artikel 16: respect voor de interculturaliteit
Het Gemeenschappelijk Welzijn van de Mensheid heeft te maken met de deelname van alle culturen, kennis, kunst, filosofieën, religies, folklore, de interpretatie van de werkelijkheid en de ontwikkeling van de ethiek die nodig zijn voor de opbouw en de productie van hun taalkundige en esthetische symbolische uitdrukkingen en op het formuleren van hun utopieën.
Men mag de culturele rijkdom van het menselijk ras, die gegroeid is als een erfenis door de geschiedenis heen, niet vernietigen. Interculturaliteit betekent dat alle culturen elkaar bevruchten met hun diversiteit, en een inbreng doen voor de verschillende dimensies van het Gemeenschappelijk Welzijn van de Mensheid: respect voor de natuur als bron van leven, voorrang van de gebruikswaarde op de ruilwaarde op basis van sociale rechtvaardigheid, veralgemeende democratisering en diversiteit in culturele uitwisselingen.
Culturele etnocide, praktijken, instellingen en culturele systemen die de bijdragen van de volkeren versluieren, discrimineren en ‘folkloriseren’ en die een monoculturele homogenisering opleggen door het identificeren van menselijke ontwikkeling met de westerse cultuur zijn in strijd zijn met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en het Goede Leven, en zijn daarom verboden.
Zijn ook verboden de praktijken, instellingen en politieke en culturele systemen die een terugkeer naar een denkbeeldig verleden opeisen en die aanzetten tot geweld of discriminatie tussen volkeren.
Artikel 17: het waarborgen van het recht op informatie en op de circulatie van kennis
Alle volken en individuen hebben het recht op informatie en op het uitwisselen van wijsheid en kennis die nuttig zijn voor de opbouw van het Algemeen Welzijn van de Mensheid.
Het monopolie op de media door groepen die de macht hebben op financieel of industrieel gebied, de macht van de reclamebureaus, de exclusieve en niet-participatieve controle van de staten over de inhoud van informatie, de brevetten op wetenschappelijke kennis, die de doorstroming van kennis voor het welzijn van de volkeren verhinderen, zijn in strijd zijn met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en zijn daarom verboden.
(5) Plichten en sancties bij het niet uitvoeren van deze verklaring
Artikel 18: de toepassing van het paradigma van het Algemeen Welzijn van de Mensheid
De schending van de rechten van deze Verklaring, die een geheel vormen voor de permanente opbouw van het Algemeen Welzijn van de Mensheid of het niet uitvoeren van de mechanismen van deze Verklaring moeten gekend en berecht en bestraft zijn of hersteld worden in verhouding tot de omvang en de gevolgen van de schade en, indien beschikbaar, in overeenstemming met de bepalingen van de nationale wetten en het internationale recht.
Overgangsmaatregelen op de korte of middellange termijn (hervormingen en overeenkomsten) zullen de relatie met de natuur, de prioriteit van de gebruikswaarde, de veralgemening van de democratie en de creatie van de interculturaliteit gaandeweg omvormen. Ze kunnen echter niet een eenvoudige aanpassing betekenen van de hedendaagse vormen van accumulatie aan de nieuwe ecologische en sociale eisen.
Zijn in strijd zijn met het Algemeen Welzijn van de Mensheid en het Goede Leven, en worden daarom nietig verklaard: elke straffeloosheid of amnestie of een andere regeling die een ontkenning inhoudt van gerechtigheid voor de slachtoffers, voor de natuur en het bewuste element ervan, de mensheid.
(uit het Frans vertaald door Toon Mondelaers)
Elke groepsbijdrage of individuele bijdrage is welkom: commentaren en aanvullingen sturen naar het volgende adres: declara2012@gmail.com
De lezers van DeWereldMorgen.be worden uitdrukkelijk opgeroepen hun opmerkingen, aanvullingen en verbeteringen naar dit mailadres te sturen.