Portugal: Van de Revolutie naar de Trojka
Enkele maanden voor de laatste evaluatie door de Trojka (IMF, Europese Centrale Bank en de Europese Commissie) van het “stabilisatie programma” dat in Portugal werd ingesteld in de afgelopen jaren (2011-2014) hebben duizenden mensen de straten van Lissabon bezet bij de viering van de 40e verjaardag van de “anjer-revolutie” (25 april). Net als in 1974 geschiedde, was het Largo do Carmo (Carmo Plein) het centrum van de mobilisaties van de bevolking.
Veertig jaar geleden dwong een opstandige groep in het leger de regering om af te treden en vroeg de bevolking om om veiligheidsredenen binnenshuis te blijven. De premier en sommige andere leden van de regering zouden in de gebouwen op Carmo blijven, tot de uiteindelijke overgave. Ondanks de aanbevelingen vanuit het leger, kwam de bevolking van Lissabon massaal naar het Carmo om te vieren dat er een eind was gekomen aan 48 jaar dictatuur.
Vandaag, met een rechtse regering en een rechtse president die de leiding heeft over de 40e verjaardag van de Revolutie, hebben zelfgeorganiseerde groepen demonstraties gehouden die vanuit verschillende delen van de stad vertrokken en op Largo do Carmo bijeenkwamen in de nacht van 24 april. Uiteindelijk was het grote plein te klein voor de vele duizenden mensen. (zie hier voor meer informatie over de demonstraties, en hier foto’s)
Op de ochtend van de 25e had de “Associação 25 de Abril” (een organisatie waarin de meeste militairen die aan de Revolutie hadden deelgenomen zitting hebben) opgeroepen tot een ander evenement op dezelfde plaats, na een conflict met het Parlement en hun weigering om deel te nemen aan de officiële parlementaire viering. Wederom was het plein te klein om de gehele menigte te kunnen bevatten.
Deze mobilisaties waren een viering van de Revolutie en een protest tegen het bezuinigingsbeleid dat door de “Trojka” opgelegd werd, ondanks het zogenaamde “succes” van het programma dat in Portugal uitgevoerd werd en werd gerechtvaardigd met het terugdringen van het begrotingstekort (5% in 2013) of het terugdringen van de rente voor Portugese obligaties, en onafhankelijk van de rampzalige sociale omstandigheden die mensen het hoofd moeten bieden.
Het “stabiliserings programma” dat de Trojka opstelde begon in 2011, in het kader van de economische crisis die in 2007 losbrak: het jaarlijkse begrotingstekort was gestegen van 3,7 % in 2008 naar 10,2 % in 2009 en 9,9% in 2010. In 2011 kreeg Portugal een lening van 78 000 miljoen euro van de “Trojka”, vergezeld van een hard programma van privatiseringen, terugdringen van overheidsuitgaven en “verlichting” van arbeidsrechten.
Als gevolg van dit programma werden de overheidsinvesteringen drastisch teruggebracht, van 3,8% van het BBP in 2010 naar 1,4 % in 2013. Private investeringen zijn sindsdien ook teruggevallen, met een heel beperkt herstel in de eerste helft van 2013. Sinds de aankomst van de “Trojka” is het BBP voortdurend gekrompen (- 1,3% in 2011, -3,2 in 2012 en -1,4% in 2013).
De structurele zwakte van de Portugese economie kan gloed gezien worden in het lage gehalte van export van hoogtechnologische producten binnen de algehele export. Dit getal lag duidelijk onder het gemiddelde van de meest ontwikkelde economieën in 2008 (6%) en is beduidend gedaald sindsdien (3,4% in 2013) als gevolg van de reductie van publieke en private investeringen, waaronder onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en technologie.
Sinds de invoering van de Euro (2002) is het aantal werklozen in Portugal gestegen met 247%, van 338 duizend naar 876 duizend. In dezelfde periode is dit getal in het hele Eurogebied gestegen met 64% (in Nederland 141%). Het “stabiliserings programma” heeft duidelijk gezorgd voor een verheviging van het probleem en 17% van de actieve bevolking van Portugal is nu werkeloos (meer dan 30% voor mensen tussen de 25 en 34 jaar oud). Volgens officiële data krijgen 445 duizend mensen zonder werk geen enkele werkloosheidsuitkering.
Gedurende het afgelopen decennium besloegen de uitgaven van de Portugese centrale regering tussen de 45 en 50% van het BBP (dicht in de buurt van het gemiddelde in de Eurozone), maar de sociale uitgaven per hoofd van de bevolking door de Portugese regering in 2011 (4985€), was niet veel meer dan de helft van het gemiddelde in de Eurozone, zelfs als je het corrigeert naar de koopkrachtstandaard in elk afzonderlijk land. Vandaag zit 20% van de bevolking onder de armoedegrens (zelfs al hebben ze werk), terwijl de sociale ongelijkheden stijgen (de Gini-coëfficiënt was 33,7% in 2010 en 34,5 in 2012).
Ondanks de terugdringing van het jaarlijkse begrotingstekort op korte termijn, blijft de publieke schuld stijgen, van 68% in 2007 naar 129% in 2013 (bijna een verdubbeling en veel meer dan in het begin van het “Trojka” programma in 2011, toen het 108% bedroeg). Volgens het “stabiliteitspact” dat onlangs opgesteld werd door de Europese Commissie, moet dit getal onder de 60% blijven. Dat betekent dat Portugal zijn bezuinigingsbeleid de komende decennia zal moeten handhaven . De schatting is dat de “aanpassing” (“adjustment”) 20 a 30 jaar zal duren, volgens de regering. Ondertussen is er aangekondigd dat Portugal tot het jaar 2037 twee keer per jaar “technisch bezoek” zal krijgen van de Trojka, om het beleid te controleren.
Het “stabiliteits-programma” dat door de Trojka opgelegd is en het “stabiliteitspact” dat door de Europese Commissie ingesteld is, zullen Portugal omtoveren in een levend laboratorium voor een nieuw type maatschappij, met een sterk afgezwakte welvaartsstaat, een haast geheel geprivatiseerde economie, afwezigheid van arbeidsrechten, massale werkloosheid, precaire arbeid en lage lonen. Het ultra-liberale programma dat door Milton Friedman ontworpen werd voor Chili (jaren 1970), Brazilië (jaren 1980), Rusland (1990) of Argentinië (2000), komt nu in West Europa terecht. De bevolking van Portugal (en Griekenland of Spanje) zijn het testveld voor een nieuwe maatschappij – en een nieuw verzet – in Europa. De duizenden mensen die de straat opkwamen voor de viering van de 25e April zullen zeker niet voldoende zijn om dit barbaarse project te stoppen.