Porto Alegre: Soevereiniteit en netwerken
Het World Social Forum werd opgericht als tegenhanger van het World Economic Forum, dat oorspronkelijk de zegeningen van de globalisering telde. Op het WSF, dit jaar in Porto Alegre, Brazilië, kregen de verscheidene tegenbewegingen de kans zich te bezinnen op hun aard en hun strategieën voor de toekomst.
Deze vertaling verscheen eerder in De Groene Amsterdammer van 23-02-2002
In plaats van het World Social Forum in Porto Alegre tegenover het World Economic Forum in New York te plaatsen, heeft het meer zin om je voor te stellen dat het een verre nazaat is van de historische Bandung Conferentie die in 1955 plaatsvond in Indonesië. Beide worden beschouwd als pogingen om tegenwicht te bieden aan de overheersende wereldorde: kolonialisme en de onderdrukkende Koude-Oorlogs-polariteit in het geval van Bandung, en de macht van kapitalistische globalisering in het geval van Porto Alegre.
De verschillen zijn echter ook meteen duidelijk. Aan de ene kant toonde de Bandung Conferentie, waar leiders bijeenkwamen die voornamelijk afkomstig waren uit Azië en Afrika, op een dramatische manier de raciale dimensie van de wereldorde van het kolonialisme en de Koude Oorlog; een orde die, in de beroemde woorden van Richard Wright, werd gescheiden door de kleurbarrière. Porto Alegre daarentegen is in de eerste plaats een blanke aangelegenheid. Er zijn verhoudingsgewijs weinig deelnemers uit Azië en Afrika en de raciale verscheidenheid van Amerika is ernstig ondervertegenwoordigd. Dit wijst onmiskenbaar op een belangrijke taak voor degenen die in Porto Alegre bij elkaar waren: het verder globaliseren van de bewegingen, zowel binnen elke samenleving als over de hele wereld, een streven waarin het Forum slechts één stap is. Aan de andere kant, waar Bandung werd geleid door een kleine groep van nationale politiek leiders en afgevaardigden, werd Porto Alegre bevolkt door een krioelende menigte en een netwerk van bewegingen. Deze veelvuldigheid van hoofdrolspelers is de grote noviteit van het Forum en is essentieel voor de hoop die het wekt voor de toekomst.
De eerste en overheersende indruk van het World Social Forum is derhalve de overrompelende enormiteit ervan. Het gaat niet zozeer om het aantal aanwezige mensen – de organisatie zegt dat er tachtigduizend waren – als wel om het aantal programmaonderdelen, ontmoetingen, happenings. Het programma waarin alle officiële conferenties, seminars en workshops staan vermeld, waarvan de meeste plaatsvonden op de Katholieke Universiteit, heeft de omvang van een krant, maar je beseft al gauw dat er talloze andere meetings zijn, verspreid over de stad, sommige aangekondigd op affiches en folders, andere van mond tot mond. Er zijn ook afzonderlijke bijeenkomsten voor de verschillende groepen die deelnemen aan het Forum, zoals een meeting van de Italiaanse maatschappelijke bewegingen of een voor de diverse nationale afdelingen van ATTAC (Association pour la Taxation des Transactions Financières pour l’Aide aux Citoyens). Dan zijn er nog de demonstraties, zowel officieel gepland – zoals de openingsparade, een massale demonstratie in 1 mei-stijl – als kleinere protestbijeenkomsten, tegen, bijvoorbeeld, de parlementsleden van verschillende landen op het Forum die stemden voor de huidige war on terrorism. Ten slotte wordt er nog een reeks events gehouden in het enorme jeugdkamp bij de rivier met zijn velden en velden vol tenten die vijftienduizend mensen herbergen in de sfeer van een zomers muziekfestival, vooral als het regent en iedereen door de modder banjert met plastic zakken als regenjassen.
Kortom, als iemand met obsessieve neigingen zou moeten proberen te begrijpen wat er allemaal gebeurt in Porto Alegre, zou het resultaat zonder twijfel een totale zenuwinzinking zijn. Het Forum is onkenbaar, chaotisch, gefragmenteerd. En die overvloed creëert een opgewektheid in alle deelnemers, verloren in een zee van mensen uit zoveel delen van de wereld die op dezelfde manier strijden tegen de huidige vorm van kapitalistische globalisering.
Die openheid is het belangrijkste element van het Forum. Ook al is het beperkt in sommige belangrijke opzichten, sociaal en geografisch, toch is het Forum een mogelijkheid om de cyclus van protesten die zich hebben uitgestrekt van Seattle tot Genua verder te globaliseren. Dit netwerk van bewegingen is tot nu toe beperkt gebleven tot, ongeveer, de Noord-Atlantische as. Zij worden geconfronteerd met veel van dezelfde kwesties als diegenen elders in de wereld die in het algemeen de huidige kapitalistische vorm van globalisering of specifieke institutionele beleidsvormen zoals die van het IMF bestrijden, maar de bewegingen zelf zijn begrensd gebleven. Het herkennen van gemeenschappelijke doelen met geestverwanten in andere delen van de wereld is de eerste stap naar het uitbreiden van het netwerk van bewegingen, of het koppelen van een netwerk aan een ander.
Die herkenning van gemeenschappelijkheid is de belangrijkste reden voor de opgewekte en feestelijke sfeer van het Forum. De ontmoeting zou echter niet alleen de gezamenlijke doelen en verlangens moeten tonen en aan de orde stellen, maar ook de verschillen van de betrokkenen, verschillen in materiële omstandigheden en politieke oriëntatie. De diverse bewegingen overal ter wereld kunnen niet zomaar worden gekoppeld in hun huidige vorm, maar moeten eerst worden getransformeerd door een soort wederzijdse aanpassing. Die uit Noord-Amerika en Europa bijvoorbeeld kunnen in Porto Alegre niet anders dan verbaasd zijn door de verschillen in landbouwarbeid en plattelandsarmoede in Brazilië, het meest indringend getoond door de MST (Landlozen Beweging).
Wat voor soort veranderingen zijn noodzakelijk voor de Euro-Amerikaanse globaliseringsbewegingen en de Latijns-Amerikaanse bewegingen voor landhervorming en tegen plattelandsarmoede om niet hetzelfde te worden of zich zelfs te verenigen, maar zich met elkaar te verbinden in een groeiend gezamenlijk netwerk? Het Forum biedt een mogelijkheid om zulke verschillen en zulke vragen te herkennen voor hen die ze willen zien, maar het biedt niet de voorwaarden om ze aan de orde te kunnen stellen. In feite gaat precies datzelfde gefragmenteerde, overvloeiende karakter van het Forum dat de euforie der gemeenschappelijkheid creëert, met succes het terrein uit de weg waarop zulke verschillen en conflicten aan de orde kunnen worden gesteld.
Anti-kapitalisme en nationale soevereiniteit
Het Forum van Porto Alegre is in die zin misschien te blij, te feestelijk en niet conflictueus genoeg. Het belangrijkste politieke verschil dat het hele Forum doorsnijdt heeft te maken met de rol van nationale soevereiniteit. Er zijn twee overheersende standpunten in de reactie op de tegenwoordige dominante krachten van globalisering: ofwel probeert men de soevereiniteit van de natiestaten als een defensieve grens tegen de almacht van buitenlands en globaal kapitaal te versterken, ofwel kan men streven naar een niet-nationaal alternatief voor de huidige vorm van globalisering dat even globaal is. Het eerste stelt dat het neoliberalisme de belangrijkste analytische categorie is, en ziet als grootste gevaar een onbeperkte wereldwijde kapitalistische activiteit met zwakke staatscontrole. Het tweede is duidelijker gericht tegen het kapitaal op zichzelf, of het nu door de staat wordt gereguleerd of niet. Het eerste kan terecht een antiglobaliseringsstandpunt worden genoemd, in zoverre dat nationale soevereiniteiten, zelfs al zijn ze gekoppeld door internationale solidariteit, dienen om de krachten van kapitalistische globalisering te beperken en te reguleren. Nationale bevrijding blijft derhalve voor de aanhangers van dit standpunt het ultieme doel, net zoals het dat was voor de oude antikoloniale en anti-imperialistische krachten. Het tweede daarentegen verzet zich tegen nationale oplossingen en streeft in plaats daarvan naar een democratische globalisering.
Het eerste standpunt, dat van de nationale soevereiniteit, neemt de meest zichtbare en dominante ruimtes van het Porto Alegre-forum in. Dat standpunt wordt vertegenwoordigd in de grote plenaire sessies, herhaald door de officiële woordvoerders van het Forum, en uitgedragen in de pers. Een zeer belangrijke voorvechter van dit standpunt is de leiding van de Braziliaanse PT (Arbeiderspartij), die in wezen de gastheer van dit Forum is aangezien ze het stads- en regionale bestuur aanvoert. Het is logisch en onvermijdelijk dat de PT een centrale plaats in het Forum inneemt en de internationale uitstraling van het geheel gebruikt als deel van zijn campagnestrategie voor de komende verkiezingen.
De tweede dominante voorvechter van nationale soevereiniteit is de Franse leiding van ATTAC, dat het fundament legde voor het Forum in Le Monde Diplomatique. De leiding van ATTAC staat in dit opzicht heel dicht bij veel Franse politici, meest opvallend Jean-Pierre Chevènement, die pleiten voor het versterken van nationale soevereiniteit als oplossing voor de tekortkomingen van de hedendaagse globalisering. In elk geval zijn dat de figuren die het aangezicht van het Forum overheersen, zowel intern als in de pers.
Het niet-soevereine, alternatieve globaliseringsstandpunt daarentegen is in de minderheid op het Forum, niet in kwantitatieve zin maar in de zin van vertegenwoordiging. In feite kan de meerderheid van de deelnemers aan het Forum wel eens dit minderheidsstandpunt hebben ingenomen. Ten eerste zijn de diverse bewegingen die de protesten hebben geleid van Seattle tot Genua in het algemeen gericht op niet-nationale oplossingen. De gecentraliseerde structuur van staatssoevereiniteit zelf staat haaks op de horizontale netwerkvorm die de bewegingen hebben ontwikkeld. Ten tweede zijn de Argentijnse bewegingen die zijn gegroeid door de huidige economische crisis, georganiseerd in buurt- en stads raden, al even gekant tegen voorstellen voor nationale soevereiniteit. Hun slogans roepen op niet slechts één politicus aan de kant te zetten, maar alle politici – que se vayan todos – de hele politieke klasse. En ten slotte: aan de basis van de verscheidene partijen en organisaties die aanwezig waren op het Forum is het gevoel veel negatiever ten opzichte van voorstellen voor nationale soevereiniteit dan aan de top. Dit geldt met name voor ATTAC, een hybride organisatie waarvan het hoofd, vooral in Frankrijk, zich onder traditionele politici begeeft terwijl zijn voeten stevig zijn geworteld in de bewegingen.
Het verschil tussen het soevereine antiglobaliseringsstandpunt en het niet-soevereine, alternatieve globaliseringsstandpunt komt overeen met twee verschillende vormen van politieke organisatie. De traditionele partijen en gecentraliseerde organisaties kiezen over het algemeen de kant van nationale soevereiniteit, terwijl de nieuwe bewegingen, georganiseerd in horizontale netwerken, juist het niet-soevereine standpunt innemen. En daarbij: binnen traditionele, gecentraliseerde organisaties neigt de top naar soevereiniteit en de basis juist ervan vandaan. Het is misschien geen wonder dat degenen in machtsposities meer zouden zijn geïnteresseerd in soevereiniteit en die zonder macht minder. Dat kan helpen verklaren hoe het standpunt van nationale soevereiniteit en antiglobalisering de afvaardigingen op het Forum kon domineren, ook al neigt de meerderheid van de deelnemers eerder naar het perspectief van een niet-nationale alternatieve globalisering.
Partijen vs netwerken
Je kunt je eenvoudig een ouderwetse ideologische confrontatie tussen deze twee standpunten voorstellen. De aanhangers van het eerste standpunt zouden die van het tweede kunnen verwijten het neoliberalisme in de kaart te spelen, de staatssoevereiniteit te ondermijnen en de weg te plaveien voor verdere globalisering. Politiek, zo zouden die eersten kunnen vervolgen, kan alleen worden bedreven op het nationale terrein en binnen de natiestaat. En de tweeden zouden dan kunnen antwoorden dat nationale regimes en andere vormen van soevereiniteit, corrupt en onderdrukkend als ze zijn, vooral obstakels vormen voor de wereldwijde democratie waar we naar streven. Die soort confrontatie kan echter niet plaatsvinden in Porto Alegre, deels vanwege het gefragmenteerde karakter van de hele toestand waardoor de neiging ontstond conflicten uit de weg te gaan, en deels omdat de soevereiniteitspositie met zoveel succes door de belangrijkste afvaardigingen is ingenomen dat er geen strijd nodig is.
Maar een andere belangrijke reden voor een gebrek aan strijd kan te maken hebben met de organisatievormen die corresponderen met de twee standpunten. De traditionele partijen en gecentraliseerde organisatie(s) hebben woordvoerders die hen vertegenwoordigen en hun strijd dirigeren, maar niemand voert het woord namens een netwerk. Hoe kun je discussiëren met een netwerk? De bewegingen die zijn georganiseerd in netwerken oefenen hun macht uit, maar ze boeken geen vooruitgang door oppositie. Een van de essentiële eigenschappen van de netwerkvorm is dat er niet twee polen tegenover elkaar staan en tegengesteld zijn, maar altijd worden aangevuld door een derde en dan een vierde en een oneindig aantal andere polen binnen het web. Dat was een van de kenmerken van de gebeurtenissen in Seattle die we het moeilijkste konden begrijpen: groepen waarvan we dachten dat ze tegengesteld waren en tegenover elkaar stonden – milieuactivisten en vakbonden, kerkgroeperingen en anarchisten – konden plotseling samenwerken in de context van het netwerk van de menigte.
De bewegingen, om een iets andere invalshoek te kiezen, functioneren enigszins als een openbare ruimte, in die zin dat ze een volledige expressie van verschillen toelaten binnen de gezamenlijke context van open uitwisselingen. Maar dat betekent niet dat netwerken passief zijn. Netwerken gaan tegenstellingen uit de weg en bedrijven in plaats daarvan een soort alchemie of liever een ingrijpende verandering die de traditioneel vaste standpunten in de stroming van de bewegingen opneemt. De netwerken oefenen hun kracht uit door middel van een soort onweerstaanbare onderstroom.
Net als het Forum zelf is de veelsoortigheid binnen de bewegingen altijd overrompelend, excessief en onkenbaar. Het is dan ook absoluut belangrijk, aan de ene kant, om de verschillen te herkennen die de activisten en politici in Porto Alegre scheiden. Het zou, aan de andere kant, een vergissing zijn om te proberen die scheiding te plaatsen in het traditionele model van ideologisch conflict tussen tegengestelde kanten. Politieke strijd in de tijd van netwerkbewegingen werkt niet meer op die manier. Ondanks de klaarblijkelijke kracht van hen die het centrale podium bezetten en het Forum domineren, zouden ze uiteindelijk weleens kunnen bewijzen dat ze de strijd hebben verloren. Misschien zijn de vertegenwoordigers van de traditionele partijen en gecentraliseerde organisaties in Porto Alegre te veel als de oude nationale leiders die bijeenkwamen in Bandung – stel je Lula van de Braziliaanse PT voor in de positie van Ahmed Sukarno als gastheer en Bernard Cassen van ATTAC Frankrijk in die van Jawaharlal Nehru als de hoogst geëerde gast. De leiders kunnen ongetwijfeld rond een conferentietafel oplossingen bedenken die nationale soevereiniteit onderschrijven, maar ze kunnen nooit de democratische macht van de bewegingen begrijpen. Uiteindelijk zullen ook zij worden opgenomen in de menigte, die in staat is alle vaste en gecentraliseerde elementen te transformeren tot zoveel meer polen in haar oneindig uitdijende netwerk.
vertaling: Rob van Erkelens
uit: De Groene Amsterdammer*
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door door Michael Hardt.)