Ga naar de inhoud

Pensioenhervorming in Frankrijk: blijvend verzet (deel 2)

Gezien de onverminderd felle protesten tegen haar pensioenhervorming, hoopt de regering dat de stakers het niet volhouden en dat de protesten uiteindelijk zullen doodlopen. Maar het loopt niet zo goed voor Macron als hij had gehoopt. Hij wordt flink in de wielen gereden. De wil van de bevolking om verzet te bieden is ongebroken, ongeveer tweederde van de Fransen steunt de protesten ook nog na twee maanden staking. Nieuwe beroepsgroepen verklaren hun solidariteit en sluiten zich aan bij de protesten. Nu heeft de Raad van State het wetgevingsproject afgekeurd en verwerpen de fractievoorzitters in de senaat de snelle procedure voor de goedkeuring ervan. Bij de lokale verkiezingen in maart riskeert  Macrons LREM-partij  een ernstige nederlaag. De komende weken zullen cruciaal zijn, en meebepalen voor hoe lang Macron nog president van Frankrijk blijft.

20 min leestijd

(Door Marco Wenzel (*) Oorspronkelijk verschenen op Nachdenkseiten (*) Nederlandse vertaling: Ander Europa foto Parijs 23 september 2017. Foto Jacques Billaudel (Publiek domein CC BY-NC-ND 2.0)

Het eerste deel van deze analyse vindt u hier.

De pensioenhervorming moet de kern worden van de hervormingsplannen van Macron. Twee jaar werd aan de voorbereiding besteed en vooraf vonden veel gesprekken plaats, onder meer met Laurent Berger (CFDT), de favoriete gesprekspartner van de LREM. Hoewel de voorbereidende werkzaamheden voor de pensioenregelingen al in het najaar van 2017 begonnen, werden de details vanaf het begin verborgen of alleen bij stukken en beetjes aan het publiek vrijgegeven. Macron wilde de kansen voor de invoering vergroten en het de vakbonden moeilijk maken om tegen het project te mobiliseren. Vanaf het begin werd het aantal van 42 verschillende pensioenstelsels herhaald als een gebedsmolen. Het was allemaal te ingewikkeld en onrechtvaardig, voorrechten moesten worden afgeschaft en er was een uniform systeem voor alle beroepsgroepen nodig. Dat klonk aanvankelijk redelijk.

Premier Philippe en president Macron zijn echter niet van plan het pensioenstelsel te verbeteren of te vereenvoudigen, zoals ze altijd beweren, integendeel: ze willen het pensioenstelsel ongedaan maken. Hun pensioenhervorming is een neoliberaal rekenmodel dat tot doel heeft de speciale belangen van grote bedrijven te beschermen en een lucratieve markt voor pensioenfondsen en voor kapitaalgedekte pensioenen te openen. Om deze reden is het aandeel van pensioenen uitsluitend gebaseerd op het bruto binnenlands product (bbp) en is het vast en ongewijzigd op 14% in het hervormingsproject vastgelegd. Na meer dan vier decennia werken, zou de gemiddelde gepensioneerde slechts een pensioen op het bestaansminimum ontvangen. Alles daarboven moet privé worden geregeld.

Het tijdschema van de overheid

De regering wil het wetgevingsproject snel door de twee Kamers loodsen, het Parlement en de Senaat. Er zijn eigenlijk twee wetteksten: de eerste om een ​​uniform stelsel van pensioenfondsen te creëren en de tweede om ad hoc-commissies te creëren, zoals de commissie die later de monetaire puntenwaarde zal bepalen, of de commissie die de “evenwichtsleeftijd” zou moeten bepalen. Artikel 45 van de Franse grondwet voorziet in een snelle wetgevingsprocedure. De procedure is als volgt: de tekst van de wet wordt alleen behandeld door een speciale commissie, die speciaal hiervoor is ingesteld. Ze heeft hiervoor 14 dagen. De leden van de commissie voor pensioenhervorming zijn al benoemd. Ze heeft 71 parlementsleden. Het wetgevingsproject werd op 6 januari goedgekeurd door de Raad van Ministers en onmiddellijk overgedragen aan de Raad van State. Dit moet commentaar geven op wetgevende projecten van de overheid. De Raad van State is onder andere het adviesorgaan van de regering over juridische kwesties en onderzoekt het juridisch project op wettigheid en grondwettelijke konformiteit  voordat het aan het Parlement wordt voorgelegd. De Raad van State heeft op 24 januari 2020 advies uitgebracht.

De speciale commissie is met haar werkzaamheden op 3 februari begonnen en zal deze vóór 17 februari voltooien. De commissie luistert onder andere ook naar de mening van de sociale partners en de pensioencommissie. Vanaf 17 februari vinden de debatten in het parlement plaats. Het Parlement moet de definitieve tekst uiterlijk op 3 maart goedkeuren, zo nodig tijdens vergaderingen ook in het weekend, maar ruim vóór het parlementaire reces voor de lokale verkiezingen, die op 15 en 22 maart plaatsvinden. Nadat de wettekst is aangenomen, wordt deze doorgestuurd naar de Senaat, die hierover in laatste instantie een beslissing zal moeten nemen. Als de regering haar plan op die manier erdoor krijgt, zou de wet rond Pinksteren van kracht kunnen worden.

Je ziet, Macron heeft plotseling haast, alhoewel deze haast objectief gezien niet nodig is. De spoedprocedure is eigenlijk bedoeld om de overheid in staat te stellen snel de nodige wetten in te voeren om een noodsituatie het hoofd te bieden. Maar waar is de noodsituatie in dit geval? Er is geen urgentie te bekennen. Maar de sociale situatie in Frankrijk is momenteel op zijn zachtst gezegd zeer gespannen. De mensen zijn elke dag op straat, de populariteit van Macron en zijn regering is laag. En alles dat de populariteit van de regeringsmeerderheid schaadt, moet zo snel mogelijk worden verwijderd. De pensioenhervorming van Macron dreigt op termijn een fiasco te worden. De enige uitweg is de vlucht vooruit.

Het advies van de Raad van State

De Raad van State in Frankrijk staat er niet bepaald om bekend dat zij een regering hindert. Hoewel de Raad van State slechts een adviserende rol heeft en geen beslissingsbevoegdheid, is zijn advies van 24 januari over het pensioenproject een klap in het gezicht van de regering Macron. Onvoldoende, ga maar zitten! De Raad van State eist van de president zijn wettekst opnieuw te herzien. Hoewel het maar een advies was, komt dit neer op een bevel.

Het ernstigste verwijt van de Raad van State is de gehekelde ongrondwettigheid. Het gaat om de belofte om de positie van de leraren te herwaarderen in ruil voor een nieuw pensioensysteem, waarvan ze  de grote verliezers zouden zijn. Volgens de Raad van State mag de wet op de pensioenhervorming niet voorschrijven dat er later nieuwe wetten moeten worden ingevoerd om de oorspronkelijke belofte aan de leraren na te komen. Met andere woorden, de ‘volgorde’ van het pensioenproject om een wet voor te stellen om de positie van de leraren te verbeteren, is niet constitutioneel. Handhaving van deze bepaling zou het risico inhouden dat de Constitutionele Raad de tekst verwerpt. Het verzoek van de regering om binnen drie weken een advies te geven, stond de Raad van State ook niet toe zijn opdracht in de nodige rust en stilte uit te voeren om de rechtszekerheid van de door hen uitgevoerde toetsing te waarborgen, vooral omdat het wetsontwerp in dezelfde periode zes keer was veranderd.

De Raad van State merkt ook op dat de ingediende financiële prognoses volkomen onvolledig zijn. Het wetsontwerp bevat ook bepalingen die de regering machtigen om 29 verordeningen aan te nemen. De Raad van State benadrukt dat hierdoor de “algemene zichtbaarheid” verloren gaat die nodig is om de gevolgen van de hervorming te beoordelen en, bijgevolg, haar grondwettelijke en contractuele karakter.

De wetsontwerp creëert ook geen ‘universeel pensioensysteem’. Binnen het nieuwe systeem kan men vijf systemen onderscheiden, namelijk het algemene systeem voor bedienden, het systeem voor ambtenaren, rechters en militairen, het systeem voor landarbeiders, het systeem voor niet-agrarische werknemers buiten de landbouw  en het systeem voor zeevarenden. Het vliegpersoneel, dat is aangesloten op het algemene systeem voor werknemers, behoudt zijn aanvullend systeem. Binnen elk van deze gecreëerde of bijgevoegde schema’s worden regels gedefinieerd voor verschillende beroepen die afwijken van het principe van het algemene systeem.

Ten slotte wijst de Raad van State erop dat het doel van “elke euro die wordt betaald om iedereen dezelfde rechten te geven”, zoals uiteengezet in het wetsontwerp, door de structuur en verscheidenheid van de regels voor het betalen van bijdragen of de toegang tot rechten onvoldoende wordt weerspiegelt.

De Raad van State merkt verder op dat het doel van het project beoogt de pensioenuitgaven te stabiliseren op 14% van het bbp. Aangezien het aantal 65-plussers tegen 2070 met 70% zal toenemen, vestigt zij de aandacht van de regering op het feit dat rekening gehouden moet worden met de impact van dergelijke veranderingen  op de werkloosheidsverzekering , gezien de lage arbeidsparticipatie van 65-plussers, en met de uitgaven voor sociale minima. Gegevens die allemaal ontbreken in de studie van de impact van de wet.

De Raad van State bekritiseert verder de keuze van het jaarlijkse specificeren van de individuele parameters van het systeem, wat betekent dat de voorspelbaarheid van de regels die van toepassing zijn op de verzekerde kort voor pensionering beperkt is. De Raad van State bekritiseert bovendien dat perioden van ongecompenseerde werkloosheid niet langer in aanmerking komen  voor het minimumpensioen.

“Een dalend minimumpensioen bij de overheid en sommige speciale systemen heeft voorts tot gevolg dat het niveau van het minimumpensioen voor de openbare dienst en bepaalde speciale systemen aanzienlijk wordt verlaagd onder overigens identieke omstandigheden, […] met ongeveer 6,8% voor ambtenaren, 9,6 % voor het spoorpersoneel van de SNCF en 13,8% voor werknemers van de Banque de France ”.

Natuurlijk bleven de reacties uit de gelederen van de tegenstanders van hervormingen niet uit. Wat in de meeste uitspraken werd benadrukt, is het ‘amateurisme’ van de overheid en het ‘slecht uitgewerkte’ karakter van de wet. De CGT zei dat de regering de Raad van State had gevraagd een blanco cheque te geven voor het wetgevingsproject. Dat was mislukt.

29 verordeningen, dat wil zeggen 29 onbekenden, die de huidige regering, en alle volgende regeringen, volgens hun eigen wil kunnen creëren. Niemand kan precies weten hoe deze voorschriften eruit zullen zien. Niemand kan de effecten van de pensioenhervorming van Macron nauwkeurig voorspellen. Het wordt aan de keuze van de regering overgelaten om de inhoud van de verordeningen vast te leggen, afhankelijk van de omstandigheden of naar eigen smaak. Een groot aantal wettelijke bepalingen blijft onduidelijk, wordt uitgesteld tot later en uitbesteed aan nog onbekende commissies.

Het wetsontwerp staat ook vol uitzonderingen en corporatistische overeenkomsten voor verschillende beroepsgroepen om hen te compenseren voor de verliezen die door de pensioenhervorming zijn veroorzaakt. Vooral voor beroepsgroepen, zoals de politie en het leger, die de regering te vriend wil houden, omdat ze ze nodig heeft om tegenstanders met repressie te neutraliseren. De regering wil voorkomen dat de politie staakt, doordat ze hen belooft voorlopig de status-quo te handhaven.

Politie, militairen, de Opera van Parijs, EDF, luchtverkeersleiders … de lijst van sectoren waarmee de overheid corporatieve overeenkomsten probeert te sluiten, groeit. De overheid biedt leraren aan om hun salaris te verhogen, zodat ze de pensioenhervorming accepteren. Dit is hoe de regering het stakingsfront wil breken. Omdat hij de hervorming niet in zijn geheel kan verkopen, wil Macron deze graag in schijfjes opdelen.

Het ogenschijnlijk eenvoudige puntensysteem is onrechtvaardig omdat het de meest elementaire basis van het rechtvaardigheidsbeginsel schendt, hetgeen vereist dat het gelijke gelijk en het ongelijke ongelijk wordt behandeld. Het gaat niet om de afschaffing van privileges, maar om een compensatie voor lage lonen en hard werken gedurende het hele professionele leven en de bijbehorende belofte van een vroeg en goed ouderdomspensioen. Met de introductie van een puntensysteem worden beloften verbroken, waarop mensen zich op het werk en in het leven hebben georiënteerd.

Niet alleen moet volgens het wetsontwerp de pensioengerechtigde leeftijd worden verhoogd, maar een combinatie van een verschuiving in leeftijd en een devaluatie van de puntenwaarde moet ervoor zorgen dat het financieel evenwicht van het systeem alleen ten koste gaat van de werkende bevolking.

Economisch gezien is de pensioenhervorming onzin. Het zorgt alleen voor een geldstroom naar de zakken van de financiële spelers. Zelfs de Raad van State bevestigt dit in zijn rapport, als je het aandachtig leest. Wat heeft het voor zin om uw beroepsleven met twee jaar te verlengen als er tegelijkertijd 3,5 miljoen werklozen in het land zijn? Wat de Staat bespaart op de subsidies voor pensioenverzekeringen, moet het toevoegen aan de zorg voor werklozen en ouderdomsarmoede. Macron heeft de wet op de werkloosheidsverzekering al ‘hervormd’ en daar de uitkeringen verlaagd. Maar je kunt de mensen die niet langer nodig zijn in het neoliberale systeem niet uithongeren; ze laten vegeteren tot ze doodgaan, dat lijkt echter prima.

Hoewel de LREM een meerderheid heeft in het Parlement, waarmee ze ondanks alle tegenwind nog steeds de wet kan goedkeuren, zal het een moeilijke weg zijn, omdat het project veel tekortkomingen heeft, zowel juridisch als grondwettelijk. Technisch gezien staat de voorgestelde wet op een zeer laag niveau. De regering heeft daarom al aangegeven dat, indien nodig, de wet via een regeringsdecreet kan worden aangenomen in overeenstemming met artikel 49-3 van de Grondwet.

De senaat bekritiseert de snelle procedure

De volgende kritiek op Macron kwam kort daarna uit de Senaat. De fractievoorzitters in de Senaat eisten op 28 januari de inhouding van het versnelde pensioenhervormingsproces, dat de regering van plan is vóór de zomer in te voeren. Met een grote meerderheid besloten ze zich “te verzetten tegen het begin van de versnelde procedure”, die de parlementaire discussie beperkt tot één lezing per Kamer. Dit besluit is meegedeeld aan de Voorzitter van het Parlement. De voorbehouden van de Raad van State hadden de vastberadenheid van de senatoren om de versnelde procedure te weigeren versterkt: “We willen echt dat de regering erkent dat we een kwestie als deze niet op deze manier kunnen behandelen.”

Opdat de spoedprocedure niet zou worden gestart, moet het verzoek daartoe worden aanvaard door de vergadering van fractievoorzitters van het Parlement, die daar met de LREM een meerderheid heeft. Maar die aanvaarding is onwaarschijnlijk. Staatssecretaris voor Pensioenen, Laurent Pietraszewski, zei dat de regering tegen het wijzigen van het schema was. “De tijd is voor het parlement voldoende om een debat in goede omstandigheden mogelijk te maken,” zei Marc Fesneau, minister van Betrekkingen met het Parlement, die de Senaatsvergadering bijwoonde.

De socialistische fractie zei dat “een dergelijke prutswet, die alle Franse burgers treft en financiële implicaties heeft voor ongeveer 14% van het bbp, met een spoedprocedure te willen behandelen enkel minachting is voor het parlementaire werk, een echte ontkenning van de democratie”.

De lokale verkiezingen

De regering Macron wil de wet er ook snel doorjagen, zodat deze voor de lokale verkiezingen op 15 en 22 maart is geregeld en de discussie hierover zo veel mogelijk buiten de verkiezingen kan worden gehouden. Veel lokale politici staan aan de kant van de stakers en dreigen daarom ruzie met hun partij te krijgen.

Een lokale politicus die openlijk voor pensioenverlagingen is, heeft slechte kaarten om verkozen te worden als tegelijkertijd driekwart van de kiezers ertegen is. Maar als hij een standpunt inneemt tegen Parijs, loopt hij het risico in de problemen te komen en zelfs uit zijn partij te worden gestoten. Er is een enorme kloof tussen Parijs en lokale politici. En hoe kun je  voorkomen dat de pensioenhervorming tijdens een verkiezingsbijeenkomst wordt besproken als iedereen in het hele land erover praat?

Macron en de LREM in Parijs worden geconfronteerd met verdere tegenspoed: de Franse wiskundige en parlementslid van de LREM, Cédric Villani, heeft, tegen de wil van Macron, zijn kandidatuur als burgemeester van Parijs voor de lokale verkiezingen van dit jaar aangekondigd. Hiervoor werd hij afgelopen donderdag uit de partij gezet. Villani is erg populair bij Parijzenaars en maakt een goede kans om de verkiezingen te winnen. Villani is niet de enige afvallige uit de LREM. De LREM had eerder twee parlementsleden en verschillende andere oppositiefiguren in de partij uitgesloten. Anderen hebben de partij zelf verlaten. Eén parlementslid heeft nu aangekondigd dat hij een linkse oppositie binnen de LREM wil opzetten.

De krant 20 Minutes meldt dat in nog eens 25 grote Franse steden, waaronder Lyon, de LREM-kandidaten niet langer door de partijleiding in Parijs verkiesbaar gesteld worden en nu hun eigen weg willen gaan. Lokale vertegenwoordigers hebben LREM in veel dorpen en steden in Frankrijk verlaten en kandideren nu alleen of op een andere lijst.

Om de naderende electorale inzinking van de LREM op zijn minst statistisch te verbergen, had minister van Binnenlandse Zaken Castaner op 10 december vorig jaar al een circulaire gestuurd naar alle prefecten in de afzonderlijke departementen. De circulaire van Castaner drong er bij de prefecten op aan geen politieke ‘nuance’ toe te kennen bij de verkiezingsuitslagen van gemeenten met minder dan 9.000 inwoners (**).

Concreet betekende dit dat 96% van de gemeenten en 50% van de kiezers verdwijnt uit de resultaten van de lokale verkiezingen, vooral uit de plaatsen waar LREM bijna niet vertegenwoordigd is. De circulaire voorzag er ook in dat de “Lijst van verschillende centrumpartijen” (LDVC), die tot de regerende partij wordt gerekend, wordt toegeschreven aan de kandidatenlijsten, die niet waren opgesteld door de LREM, maar er wel door worden ondersteund. Het doel is om de verkiezingsresultaten te manipuleren om de te verwachten nederlaag van de LREM-lijsten bij de volgende lokale verkiezingen te relativeren.

De Raad van State heeft dit nu opgeschort omdat men ‘ernstige twijfels’ had over de rechtmatigheid van de circulaire. Dit is een nieuwe klap in het gezicht van de regering vanwege de Raad van State, enkele dagen na hun felle kritiek op de pensioenhervormingswet. Met deze circulaire probeerde de regering de resultaten van de LREM bij de lokale verkiezingen kunstmatig op te blazen door de politieke kleuren te negeren in de kleine steden waar de presidentiële partij niet of onvoldoende vertegenwoordigd is. Om misverstanden hier te voorkomen: natuurlijk zouden de verkiezingen en de verkiezingsresultaten voor de kandidaten zelf niet zijn veranderd, maar de officiële statistieken wel.

Een wet op het stakingsverbod wordt verwacht

Al toen de olieraffinaderijen in staking waren en geen brandstof de fabrieken verliet, dreigde Philippe de stakers met de politie om de staking in de raffinaderijen te breken.

Drie afvalverbrandingsovens in de regio Ile de France zijn sinds 23 januari gesloten. Stakingen in de vuilnisophaal hebben de inzameling van huishoudelijk afval in bijna alle gemeenten in de regio Parijs tot stilstand gebracht. Het afval ligt nog steeds op straat. De directie van de afvalverbrandingsovens heeft de overheid nu in een brief om hulp gevraagd om de vuilnismannen te dwingen weer aan het werk te gaan.

Bovendien betaalden de Franse spoorwegen, SNCF, werknemers die niet staakten een premie van tussen de € 500 en € 1.500 voor hun ‘beschikbaarheid tijdens de stakingen’ bij hun loon in januari. Terwijl de stakers een nul hadden op hun loonstrook van januari, ontvingen de stakingsbrekers een extra bonus.

Terwijl de pensioenhervorming nog steeds zijn weg door de instanties volgt, werkt de Senaat al aan een wet die het recht om te staken in het openbaar vervoer aanvalt door een “minimumdienst” in te voeren. Een wetsontwerp over de oprichting van ‘het gegarandeerde recht op openbaar vervoer’ is al aan de commissie sociale zaken voorgelegd. De regering lijkt vastbesloten hard op te treden om het stakingsrecht fundamenteel te beperken.

Vooruitzicht

Nu de regering vastbesloten is de wet tegen alle verwachtingen in door te drukken, ongeacht de verliezen, zelfs in een snelprocedure, zullen de komende weken van cruciaal belang zijn. Er is nauwelijks een terugkeer mogelijk voor beide partijen. Macron heeft zijn nek te veel uitgestoken en wil zijn gezicht als ‘hervormer’ niet verliezen. Maar het gezichtsverlies van Macron zal de werknemers een zorg zijn. Macron heeft sowieso zijn schaapjes op het droge. Als hij moet gaan, dan zeker niet naar het arbeidsbureau. Het ziet er heel anders uit voor de werknemers die nu twee maanden in staking zijn. Ze hebben hun lonen twee maanden opgeofferd, hun spaargeld is op en hun toekomst ziet er nogal somber uit in de Macronie, zoals het neoliberale systeem van Macron genoemd wordt. Je geeft het nu niet op om gewoon naar huis te gaan. De protesten zullen niet stoppen totdat deze regering verdwenen is. De fronten hebben zich  te veel verhard.

De werknemers van de trein en de metro van Parijs hebben hun werk tijdelijk hervat. Ze hebben gewoon geen geld meer. De collectes die nu in het hele land zijn gelanceerd om de stakers te helpen, en die behoorlijk succesvol zijn geweest, zijn desondanks niet genoeg om het verloren loon goed te maken.

Als de overheid de politie blijft ophitsen tegen de demonstranten, zullen er binnenkort regelrechte straatgevechten plaatsvinden. De basis is bereid zichzelf al autonoom te organiseren. De vakbondsleiders hebben vanwege hun bereidheid om te onderhandelen met de regering een slechte naam gekregen. Zelfs de gele hesjes willen niet veel te maken hebben met de vakbonden, die op hun beurt de gele hesjes belasteren.

De CFDT en de UNSA verloren alle krediet na het verlaten van het vakbondsfront. Ze kunnen onderhandelen wat ze willen met Philippe, de basis accepteert het niet. De stakers spreken van verraad en sturen hun lidmaatschapskaarten massaal terug. Berger (CFDT) en Escure (UNSA) hebben alle krediet bij de stakers verloren en kunnen zich beter niet laten zien tijdens een evenement of een demonstratie aan het stakingsfront.

Macron wordt uitgejouwd waar hij ook verschijnt. De veiligheidstroepen moesten hem tijdens een bezoek aan het theater evacueren, omdat ze vreesden dat de menigte die zich voor het theater had verzameld hem daar weg zou halen. Dit doet denken aan de Lodewijk XVI, die in 1789 door massa’s mensen uit het paleis van Versailles werd gehaald en gearresteerd. En sommigen dreigen zelfs de guillotine weer uit de kelder te halen.

De speciale commissie voor pensioenen, die maandag aan haar werkzaamheden is begonnen, zal ook plezier beleven. De partijen hebben al 22.000 amendementen ingediend, een record in deze wetgevingsperiode. Hiervan komen er 19.000 alleen al uit La France Insoumise (Mélenchon) dat een strategie nastreeft om de Commissie uit te putten. De 71 leden van de speciale pensioenhervormingscommissie zullen een berg van amendementen moeten doornemen. De deadline voor het indienen van amendementen was afgelopen vrijdag. De amendementen van de rapporteur en de regering, waarvoor geen deadline geldt, komen daar nog bij.

Op 3 februari volgden over het hele land, maar vooral in Parijs, advocaten, artsen en andere vrije beroepen de oproep van het collectief SOS-Retraites en demonstreerden in groten getale tegen de pensioenhervorming. Alleen al in Parijs waren er 15.000 witte jassen en zwarte gewaden, met alle 164 ordes van advocaten opnieuw in staking. Vijf vrije gezondheids- en medische vakbonden roepen op tot een staking voor onbepaalde tijd vanaf 3 februari.

De oppositiebeweging op straat blijft onvermoeibaar. De volgende acties zijn al aangekondigd voor de komende dagen:

  • 5 februari: Protestacties van verschillende jeugdorganisaties met steun van het vakbondsfront.
  • 6 februari: Weer een landelijke actiedag van het vakbondsfront.
  • 14 februari: Protest van ziekenhuispersoneel en hulpdiensten tegen arbeidsomstandigheden in de gezondheidssector.

Verrassingsacties worden nooit uitgesloten. De oppositie tegen Macron is goed genetwerkt en communicatie via sociale media maakt het mogelijk om binnen een korte tijd overal aanwezig te zijn.


(*) NachDenkSeiten is een Duitse website opgezet als “informatiebron voor burgers die hun twijfels hebben over de mainstream opiniemakers en zich verzetten tegen de gangbare slogans”. De website is gratis toegankelijk, het initiatief wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen. Naast de redactionele artikels – met extra aandacht voor manipulatie van de publieke opinie – worden ook interessante publicaties in andere media gebracht,  eventueel met kritische commentaar. Er zijn ook verwijzingen naar videos. In tal van steden ontstonden rond NachDenkSeiten gespreksgroepen.
Marco Wenzel was beroepshalve elektrotechnisch ingenieur, en de laatste 15 jaar voor zijn pensionering (2015) vakbondssecretaris, actief rond arbeids- en sociale rechten. Zijn artikel  verscheen op 5 februari 2020 onder de titel Rentenreform in Frankreich: der Widerstand bleibt ungebrochen – Teil II op de site NachDenkSeiten. De Nederlandse vertaling is door Ander Europa. We danken Nachdenkseiten voor de toelating tot overname.

(**) De politieke ‘nuance’ (nuançage d’office) wordt in Frankrijk zowel toegekend aan politieke partijen als aan individuele kandidaten (want die ‘nuance’ van een kandidaat hoeft niet samen te vallen met die van de lijst). Het zijn een soort etiketten die de politieke gezindheid moeten aanduiden, en die ook gebruikt worden bij de bekendmaking van de resultaten. Voorbeelden van ‘lijstnuances’ zijn: LEXG (liste extrême gauche), LSOC ( Liste Socialiste), LRG (liste régionale); voorbeelden van ‘kandidatennuances’ zijn EXG (extrême gauche), DVG (divers gauche), DVD (divers droite), enz. Het manoeuvre van de Castaner-circulaire berust er vooral op dat verkiezingsresultaten die geen ‘nuance’ of etiket dragen, ook niet meegeteld worden in de bekendmaking van de resultaten. Als op TV de score van Macrons partij LREM getoond wordt, die het in de kleinere steden naar verwachting niet goed zal doen, en de lage LREM-score van die steden wordt niet meegerekend want niet medegedeeld zoals de circulaire aangaf, dan zal dit de score van LREM op het TV-scherm omhoog drijven. De officiële score van de LREM is dan wel slecht, maar niet of veel minder de ‘perceptie’ ervan.  [Noot van de vertaler]