Ga naar de inhoud

Pensioenhervorming in Frankrijk: blijvend verzet (deel 1)

De protestbeweging in Frankrijk werd veroorzaakt door de geplande pensioenhervorming. Het was de laatste druppel die de emmer liet overlopen, maar het was al lang aan het gisten. De gele hesjes hadden het terrein voorbereid. Macron wil het omslagstelsel van de pensioenen onderuit halen en de uitkeringen terugbrengen tot een niveau dat nauwelijks een waardig leven bij pensionering toelaat, tenzij men privé-voorzieningen kon treffen. Het is het gebruikelijke neoliberale liedje: mensen worden steeds ouder, de kosten stijgen, premieverhogingen brengen het concurrentievermogen in gevaar en het omslagstelsel kan de last niet langer alleen dragen. Daarom moeten de Fransen in de toekomst langer werken of particuliere voorzieningen treffen.

16 min leestijd

(Door Marco Wenzel (*) Oorspronkelijk verschenen op Nachdenkseiten (*) foto: Betoging in Parijs (28 december 2019) tegen de pensioenplannen van Macron. Nederlandse vertaling: Ander Europa)

De Fransen hebben het spel van de regering Macron al lang doorzien. Het gaat niet langer alleen over de pensioenhervorming, maar over het neoliberale systeem in het algemeen, het Macron-systeem. Het gaat ook over beleid op het gebied van gezondheidszorg, verpleging, onderwijs en huisvesting, dat men niet langer “aan de markt” en zijn onvoorspelbare grillen wil overlaten.

Kroniek van de gebeurtenissen sinds half december

Nadat de Franse premier Philippe op 18 december 2019 de details van de voorgestelde wet aan vakbondsfunctionarissen had gepresenteerd, waren ze aanvankelijk verontwaardigd. De CFDT-chef, Laurent Berger, was vooral geïrriteerd dat de regering de leeftijd van 64 jaar wilde bepalen als de “sleutelleeftijd” voor pensionering van 2022 tot 2027. Dit zou de tekorten van de pensioenfondsen moeten compenseren. Verdere ontmoetingen tussen de regering en vakbondsvertegenwoordigers waren de komende twee dagen geregeld. Eerst individueel op 19 januari en vervolgens weer samen op 20 januari. In het bijzonder probeerde de regering ook de vakbonden te overtuigen tot een “wapenstilstand”, d.w.z. de stakingen tijdens de feestdagen aan het einde van het jaar op te schorten.

Vakbonden in Frankrijk
(toegevoegd door de vertaler)


Frankrijk heeft in Europa een van de allerlaagste vakbondsaansluitingscijfers, rond de 8 à 11% (afhankelijk van de wijze van tellen) van de werknemers zijn bij een vakbond. Vergelijk dit met Nederland, Duitsland, Portugal of Spanje (18 à 20%), met België (circa 55%) of de Scandinavische koplopers (65-75%). Dit wil evenwel niet zeggen dat de Franse vakbonden geen belangrijke sociale rol spelen; vooral de CGT is een strijdbare  bond.

Een tweede kenmerk is de grote waaier aan syndicale organisaties, sommigen zeggen de grote versplintering. Hieronder de grootste. Het is moeilijk betrouwbare cijfers over de ledentallen te krijgen, de cijfers hieronder zijn eerder indicatief. 

  • CFDT (Confédération française démocratique du travail): christelijke wortels, in de jaren 60-70 opkomend voor een zelfbeheerde maatschappij, daarna verworden tot een zeer compromisgerichte vorm van syndicalisme; secretaris-generaal Laurent Berger. De CFDT claimde 623.000 leden in 2017.
  • CGT (Confédération générale du travail):  ontstaan in 1895,  socialistisch van aard, na de Tweede Wereldoorlog en tot halverwege de jaren 1990 nauw gelieerd met de Franse Communistische Partij (PCF). Secretaris-generaal: Philippe Martinez. De CGT zou 664.000 leden gehad hebben in 2016.
  • FO (Force Ouvrière): in 1948 ontstaan als scheuring van de CGT, die te dicht aanleunend bij de PCF werd beschouwd. FO zou 500.000 leden hebben.
  • CFE-CGC: 12,3%, technici, kaders. 160.000 leden ?
  • CFTC (Confédération générale des travailleurs chrétiens): 11%, christelijk geïnspireerd, niet gelaïciseerd zoals CFDT. 140.000 leden?

Dit zijn de zgn. ‘representatieve’ vakbonden, die officieel kunnen onderhandelen en akkoorden tekenen. Daarnaast zijn er een aantal ‘niet-representatieve’ waarvan de belangrijkste:

  • Solidaires (Union syndicale solidaire), een groep kleinere bonden waaronder de  deelgroep SUD
  • UNSA (Union nationale des syndicats autonomes ) 360.000 leden?
  • FSU (Fédération syndicale unitaire).

Een iets ouder artikel over de Franse vakbonden door Freddy De Pauw in Uitpers (2004) is in grote lijnen nog actueel.

Hoewel Philippe geen concessies meer wilde doen, riep het hoofd van de UNSA-unie, na met Philippe te hebben gesproken, zijn leden op om weer aan het werk te gaan, maar de meeste leden weigerden en bleven staken. En dus namen de regering en de vakbondsleiders afscheid zonder een “wapenstilstand” en spraken ze pas op 7 januari een volgende onderhandelingsronde af. De volgende staking en actiedag van het vakbondsfront Intersyndicale was gepland voor 9 januari. Er was geen wapenstilstand gesloten, maar de vakbondsleiders lieten hun leden met rust tot na de vakantie. Desalniettemin gingen de stakingen en demonstraties onverminderd door en waren er nauwelijks treinen, bussen of de Parijse metro tijdens de vakantie. Musea en theaters bleven gesloten en toeristen naar Parijs bleven vaak weg.

De Opera van Parijs was ook gesloten, maar met Kerstmis gaven de dansers en muzikanten een gratis buitenvoorstelling om solidariteit met de stakers te tonen. Toen de regering hen vervolgens een speciale regeling aanbood om hen uit de beweging te verwijderen, bedankten ze vriendelijk en bleven ze solidair doorstaken.

Sinds 24 december staakten twee van de acht olieraffinaderijen van Frankrijk. Op 29 december waren er landelijke demonstraties op grote schaal met de gele hesjes. Op 30 december bezochten stakers in het openbaar vervoer de stakende arbeiders van de raffinaderij in Grand-Puits, om hun collega’s in de particuliere sector te ondersteunen en aan te moedigen. Er werd een solidariteitsbijeenkomst gehouden.

In zijn nieuwjaarstoespraak bleef Macron onvermurwbaar. Nauwelijks een woord over de stakingen en sociale onrust, maar hij benadrukte dat de hervorming “zal worden uitgevoerd”. Geen bijzondere verrassing, sommigen spraken zelfs over een oorlogsverklaring. Van hun kant hadden de stakers niets anders verwacht en zweerden door te gaan met vechten totdat het wetsontwerp was ingetrokken. Macron’s speech verhardde de fronten alleen maar verder.

Het onderwijs was met vakantie. Maar de leraren namen vanaf het begin in groten getale deel aan de stakingen en demonstraties. Als de wet wordt toegepast, zullen zij tot de grootste verliezers behoren. Een decreet keurde echter een bonus van € 50.000 aan het einde van het jaar goed voor de academiedirecteuren en hun plaatsvervangers, wat leidde tot verdere wrok onder de leraren.

Tegelijkertijd zijn op 1 januari 2020 nieuwe voorschriften voor ambtenaren in werking getreden. Een overheidsinstantie kan nu aan zijn werknemers voorstellen om het contract te beëindigen door middel van een “wederzijdse overeenkomst”,  een aanval op bescherming tegen ontslag in openbare dienst. We kennen dit al van de particuliere sector: werknemers waar men van af wil, worden onder druk gezet totdat ze een ontslagovereenkomst ondertekenen.

Op 2 januari organiseerden stakers en gele hesjes een demonstratie voor het hoofdkwartier van Macron’s  LREM-partij (‘La République en Marche’). Macron en zijn partij beweerden dat de demonstranten hadden geprobeerd in te breken in het hoofdkwartier van de partij en lieten de politie hen in elkaar slaan en verspreiden. Er vielen daarbij veel gewonden.

Op 6 januari heeft de ministerraad het wetgevingsproject inzake pensioenhervorming goedgekeurd en vervolgens ter beoordeling aan de Raad van State voorgelegd. Dit is des te zorgwekkender omdat destijds nog onderhandelingen met de vakbonden over het wetsontwerp waren gepland. Drie dagen later werd het wetgevingsproject ook naar de pensioenfondsen gestuurd, zodat zij commentaar konden geven op het financiële aspect.

De overeengekomen nieuwe onderhandelingsronden tussen de regering en de vakbonden begonnen op 7 januari. Maar wat valt er nog meer te onderhandelen wanneer de inhoud van de wettekst al is bepaald en de eerste stappen naar de uitvoering ervan al zijn gezet?

Op 8 januari gingen alle 8 olieraffinaderijen een week in staking. Geen druppel brandstof verliet de raffinaderijen, noch via pijpleidingen, noch via de weg of het spoor. De overheid moest haar strategische reserves gebruiken. Op 9 januari was er de eerste gezamenlijke actiedag van het vakbondsfront in het nieuwe jaar, met massale deelname aan zowel stakingen als demonstraties in het hele land. Op 10 januari werd overeengekomen om een ​​conferentie op te zetten om de financiering van het pensioentekort tussen de “sociale partners” te bespreken. Op 11 januari trok premier Philippe voorlopig de “sleutelleeftijd” van 64 jaar uit het wetgevingsproject. In hoeverre dit een list is, wordt hieronder verder besproken. Op 12 januari trok de CFDT zich ook, zoals lange tijd werd gevreesd, uit het vakbondsfront terug nadat Philippe het “rode doek” voor Laurent Berger had weggetrokken. Op 13 januari dreigden meer dan 1200 ziekenhuisbestuurders en afdelingshoofden gezamenlijk in een brief dat ze onmiddellijk zouden aftreden als niet onmiddellijk onderhandelingen werden gevoerd over de arbeidsomstandigheden in het ziekenhuis. Ze zijn aan het eind van hun krachten en kunnen niet langer verantwoordelijkheid nemen onder de huidige omstandigheden. Op 14, 15 en 16 januari riep het vakbondsfront op tot nieuwe dagen van actie tegen de pensioenhervorming, met groot succes en hoge deelname gedurende drie opeenvolgende dagen.

Op 17 januari kwamen stakende spoorweg- en metrowerknemers het CFDT-hoofdkwartier binnen en bezetten het kort. De deur stond open, ze schreeuwden leuzen en zwaaiden met vlaggen. De actie was vreedzaam en eindigde na korte tijd. Het was gericht tegen de leiding van de CFDT, die het vakbondsfront had verlaten. Laurent Berger werd daarop boos, belde de politie en diende een strafrechtelijke klacht in tegen de betrokken werknemers. Op de avond van 17 januari werd Macron herkend tijdens een optreden in een theater in Parijs. Het nieuws van zijn aanwezigheid verspreidde zich onmiddellijk via sociale netwerken en kort daarna verzamelde een protesterende menigte zich voor het theater. Macron werd vervolgens geëvacueerd door de politie.

Op 18 januari veroordeelde de CGT de bezetting van het CFDT-hoofdkwartier de dag ervoor. CGT-leider Martinez stond dus achter Laurent Berger, tot grote ergernis van de stakers. Een vakbondsleider die de politie roept tegen protesterende arbeiders voor een nietige reden, waardoor de CGT in plaats van Berger de schuld krijgt, versterkt de positie van Berger! Martinez zou beter hebben gedaan om het geweld van de politie tegen de demonstranten en dus tegen zijn eigen leden eindelijk te veroordelen.

Op 20 januari reageerden advocaten van alle 164 advocatenkantoren die sinds december in staking zijn door gerechtsgebouwen te bezetten en andere acties, zoals het symbolisch afleggen van hun advocaatsgewaden. Omdat de advocaten staken, kunnen veel rechtszaken niet worden gevoerd. Macron is ook van plan om de speciale pensioenfondsen voor vrije beroepen af te schaffen.

24 januari was weer een actiedag van het vakbondsfront, Intersyndicale, met grote deelname. Op 25 januari keurde de Raad van State het wetsvoorstel over pensioenhervorming af, meer in detail in het tweede deel van dit artikel. Op 27 januari heeft de regering het versnelde procedure voor het aannemen van de wet in gang gezet en de nodige speciale parlementaire commissies daarvoor ingesteld. Meer daarover in het tweede deel van dit artikel.

Op 28 januari eisten de fractievoorzitters in de Senaat dat het versnelde pensioenhervormingsproces niet zou worden gestart. Met een grote meerderheid besloten zij “zich te verzetten tegen het starten van een versnelde procedure”, die de parlementaire discussie beperkt tot één lezing per Kamer. Dit besluit is meegedeeld aan de voorzitter van het Parlement. (De versnelde procedure en de planning van de regering zullen ook worden besproken in het tweede deel van dit artikel.) Op 28 januari vond in Parijs een grote demonstratie van de brandweer plaats. Ze werden door de oproerpolitie met traangas en wapenstok aangevallen. Er waren verschillende gewonden onder de brandweerlieden.

Op 29 en 30 januari vonden twee opeenvolgende actiedagen van de vakbonden plaats met grote deelname. De vergadering over de financiering van de pensioenen begon op 30 januari.

De pensioenleeftijd (âge pivot)  en de uittreding van de CFDT uit het vakbondsfront

 Verschillende vakbonden wezen erop dat de premier de pensioenleeftijd op 64 jaar had laten vallen en begroetten dit als een eerste succes. Ook in de buitenlandse pers wordt het meestal voorgesteld alsof een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd nu van tafel is. Dit is niet waar: Philippe’s  besluit is slechts tijdelijk. Het gaat om het voor de gek houden van  bepaalde sociale partners en om vooral Laurent Berger en de CFDT te behagen, want voor de CFDT was het laten vallen van deze maatregel een voorwaarde voor het hervatten van de onderhandelingen. Laurent Berger wachtte gewoon op een excuus om het vakbondsfront te verlaten.

De hogere pensioenleeftijd was bedoeld om de tekorten van de pensioenfondsen van 2022 tot 2027 te compenseren. Hiervoor moet de pensioengerechtigde leeftijd, mogelijks vanaf dit jaar, worden verhoogd van 62 naar 64 jaar, met een bonus-malussysteem vanaf de leeftijd van 64, waarbij de pensioenleeftijd van 64, de nieuwe pensioennorm, een pensionering zonder inhoudingen, maar ook zonder bonuspunten, zou zijn.

De voorlopige intrekking van deze maatregel is onder de voorwaarde dat vakbonden en werkgevers binnen drie maanden een andere oplossing vinden die een financieel evenwichtig systeem vanaf 2027 zal garanderen. Anders zal Philippe ‘zijn verantwoordelijkheid nemen’ en later de nieuwe pensioenleeftijd bij regeringsdecreet opnieuw in de wet moeten invoeren, die dan waarschijnlijk al in werking is getreden.

De oplossing moet in een financieringsconferentie van de sociale partners gevonden worden. De vereiste voorwaarde is om jaarlijks € 12 miljard te ‘vinden’, dat wil zeggen: via besparingen, een bedrag dat gebaseerd is op een rapport van de Pensioenadviesraad en niet meer ter discussie staat. De financieringsoplossing mag ook niet leiden tot een vermindering van de pensioenen vanwege de noodzakelijke koopkracht van gepensioneerden, noch tot een verhoging van de arbeidskosten om het concurrentievermogen van de economie te waarborgen. Werkgevers hebben al aangekondigd dat verhoging van de loonkosten uitgesloten is.

Het zijn schijnonderhandelingen die daar worden gevoerd. Mission impossible! Afgezien van de vakbonden is niemand geïnteresseerd in het vinden van een oplossing. Als noch een verhoging van de premies noch een verlaging van de uitgaven worden overwogen, en verdere financiering uit de staatskas niet langer een optie is, blijft naast een hogere pensioenleeftijd alleen een goddelijke tussenkomst, een vermenigvuldiging der broden als oplossing over. Dat belooft leuk te worden op de smalle weg naar een oplossing! Philippe gooide Berger wat lokaas toe,  en deze heeft toegehapt. Philippe kan zich later op de borst slaan als de flexibele vol goodwill, en die alleen mislukte door de onenigheid onder de sociale partners.

En zo komen we bij het tweede punt, dat betrekking heeft op de pensioengerechtigde leeftijd en dat nog steeds in het wetgevingsproject zit: de evenwichtsleeftijd, die na 2027 van kracht moet worden, uiterlijk in 2037. Waar gaat het om? Welnu, zelfs als er een overeenkomst is tussen de sociale partners om het pensioentekort tot 2027 te financieren, zal een nieuwe “leeftijd van evenwicht” worden ingevoerd. Artikel 10 van het regeringsontwerp voorziet in een “lange termijn” evenwichtsleeftijd, die in de toekomst de pensioengerechtigde leeftijd zal verhogen volgens de levensverwachting, maar ook volgens de begrotingsparameters die inherent zijn aan het puntensysteem, d.w.z. die met constante bbp-budgetten zorgt voor een algemene verlaging van de pensioenen. Deze evenwichtsleeftijd zal worden bepaald door een commissie die nog moet worden gecreëerd. En dit punt is niet onderhandelbaar. Het komt erop neer dat de Fransen op de lange termijn tot 67 jaar of meer moeten werken om een ​​redelijk adequaat pensioen te krijgen.

Wat doen de vakbonden in de financieringscommissie?

We komen dan tot de vraag: wat hebben de vakbonden te zoeken in deze financieringscommissie? En wie gaf hen een mandaat om met de regering te onderhandelen over pensioenhervorming? De eis van de stakers is duidelijk: geen onderhandelingen, maar intrekking van de hele wet. Na alle hervormingen van Macron hebben de Fransen al genoeg verliezen geleden. Het gaat er niet om te onderhandelen over hoe zwaar de nieuwe ketenen zullen zijn die ze in de toekomst moeten dragen, ze willen helemaal geen ketenen meer dragen. Het is genoeg nu! De volledige intrekking van de wet wordt nog steeds geëist door de CGT. In een verklaring heeft het vakbondsfront Intersyndicale eraan herinnerd dat het geld om pensioenen te financieren moet worden verkregen door een billijkere verdeling van de sociale welvaart gecreëerd door werknemers. Maar wat doet de CGT dan nog in de onderhandelingen en vooral in de financieringscommissie? De CGT heeft in deze ‘financieringsconferentie’ niets te zoeken. Of is de tacticus Martinez ook op zoek naar een excuus om het stakingsfront te verlaten?

De stakingsbeweging begon zonder de vakbondsleiders. Het waren de arbeiders die zich organiseerden tegen de pensioenplannen van de overheid en die zelf stakingen en protesten organiseerden. Om de aansluiting niet te verliezen, sprongen de vakbondsleiders snel op de trein toen deze het station al had verlaten. Hoe kunnen ze nu het voortouw nemen en met de regering onderhandelen over zaken die voor de meerderheid van haar leden niet onderhandelbaar zijn? Het zijn niet de vakbondsleiders die hebben opgeroepen tot stakingen na vruchteloze onderhandelingen met de regering, nee, de stakingen waren uitgebroken vóór de onderhandelingen, de vakbondsleiders waren gedwongen om deel te nemen als ze niet alle eer wilden verliezen. Ze moesten de staking ingedragen worden.

En ten minste twee van hen, eerst Laurent Escure van de UNSA en vervolgens Laurent Berger van de CFDT, maakten van de eerste gelegenheid gebruik om de Intersyndicale te verlaten. Laurent Escure was blij de stakingsacties te kunnen annuleren met “opgeheven hoofd” en aan het eind van het jaar een “wapenstilstand” te kunnen uitroepen. Zodat de zielige reizigers ook met Kerstmis de trein naar hun familie konden nemen. Hij riep zijn leden in de trein en de metro van Parijs op om weer aan het werk te gaan, maar ze bleven gewoon doorstaken. Onnodig te zeggen dat de UNSA na de vakantie niet is teruggekeerd naar het stakingsfront. Laurent Berger deed hetzelfde. Het was Berger die het idee voor de financieringsconferentie voorstelde een dag of twee voordat Philippe de sleutelleeftijd tijdelijk introk. Na de mislukte presentatie door LREM van het wetgevingsproject op 18 december vorig jaar en de negatieve reactie van alle aanwezige vakbondsleiders, was de belangrijkste zorg van LREM: hoe kunnen we de CFDT weer aan onze kant krijgen? En Laurent Berger, die zijn positie vooral tot alleen de pensioenleeftijd had beperkt, was dankbaar om van de gelegenheid gebruik te maken om het vakbondsfront te verlaten.

Berger was trouwens de eerste die hem smeerde tijdens de rally van de gele hesjes en de vakbonden op 1 mei vorig jaar, en het toneel na minder dan een half uur verliet. De politie had voortdurend geprobeerd de demonstraties te verstoren, had met traangas op de demonstranten geschoten en enkele demonstranten in elkaar geslagen. Het geweld kwam duidelijk van de politie. In plaats van de acties van de politie te veroordelen, veroordeelde hij ‘gewelddadige demonstranten’ die ‘niets te zoeken hadden’ bij een vakbondsbijeenkomst en stond hij als goede ‘republikein’ achter de politie en de overheid ‘. Overigens had Berger ook de anti-oproerwet goedgekeurd die Macron had aangenomen in reactie op de protesten van de gele hesjes.

[Binnenkort volgt het tweede deel]


(*) NachDenkSeiten is een Duitse website opgezet als “informatiebron voor burgers die hun twijfels hebben over de mainstream opiniemakers en zich verzetten tegen de gangbare slogans”. De website is gratis toegankelijk, het initiatief wordt gefinancierd met vrijwillige bijdragen. Naast de redactionele artikels – met extra aandacht voor manipulatie van de publieke opinie – worden ook interessante publicaties in andere media gebracht,  eventueel met kritische commentaar. Er zijn ook verwijzingen naar videos. In tal van steden ontstonden rond NachDenkSeiten gespreksgroepen.
Marco Wenzel was beroepshalve elektrotechnisch ingenieur, en de laatste 15 jaar voor zijn pensionering (2015) vakbondssecretaris, actief rond arbeids- en sociale rechten. Zijn artikel  verscheen op 3 februari 2020 onder de titel Rentenreform in Frankreich: der Widerstand bleibt ungebrochen – Teil I op de site NachDenkSeiten. De Nederlandse vertaling is door Ander Europa. We danken Nachdenkseiten voor de toelating tot overname.