Ga naar de inhoud

Ongebruikelijke Methoden

OPINIE – ‘Quantitative easing’, ofwel geldverruiming, doet niets voor de reële economie, maar wel voor de institutionele spelers in het ‘financiële casino’.

7 min leestijd

(Overgenomen van sargasso.nl Foto rareclass/flickr)

Hoera! Het gaat eindelijk weer wat beter met de economie in Europa. Maar wat in de juichstemming vaak onderbelicht blijft is de reden dat het weer wat beter gaat: er wordt minder bezuinigd. Dat was een belangrijke oorzaak dat het zo slecht ging de laatste jaren. Als je daarmee stopt is het logisch dat het weer beter gaat. Paul Krugman vergeleek het onlangs met iemand die stopt met zichzelf op de kop te slaan en zich beter gaat voelen. Dat is geen verdienste.

De matige groei die we nu hebben is bovendien lang niet genoeg om de achterstand die we hebben opgelopen sinds 2008 in te halen. Aan beide kanten van de Atlantische oceaan is de werkloosheid nog steeds erg hoog en het herstel is erg traag. Terwijl regeringen bezig waren met het ‘op orde brengen van hun huishoudboekjes’, waren alleen de centrale banken van Europa en de VS nog in staat om de economie te stimuleren met ongebruikelijke methoden.

Meer geld

Voor de kredietcrisis konden banken de economie stimuleren door de rente te verlagen, maar dat kan niet meer omdat de rente al extreem laag is: bijna 0%. Centrale banken hebben nog een ander middel om de economie te stimuleren: meer geld in circulatie brengen. De dure term voor het maken van meer geld is quantitative easing. Ik gebruik de Nederlands term: geldverruiming.

Geldverruiming helpt de economie om twee redenen. De eerste reden is dat dit de inflatie verhoogt. Wat hogere inflatie is goed voor de economomie omdat dit afbetaling van schulden gemakkelijker maakt – zelfs als je niets doet, wordt door de geldonwaarding je ‘echte schuld’ toch kleiner. De tweede reden is, dat men hoopt dat de banken dit geld gaan gebruiken om het uit te lenen aan ondernemers en particulieren.

Geldverruiming is niet zonder gevaar: want de inflatie kan ook te hard stijgen. Als het helemaal uit de hand loopt, kan het het zelfs tot hyperinflatie leiden. Dat is niet ondenkbaar want het gaat om onvoorstelbaar grote hoeveelheden geld: duizenden miljarden euro’s. Sommige economen waarschuwden een paar jaar geleden voor hyperinflatie, anderen juist niet. Tot nog toe hebben de laatsten hebben gelijk gekregen.

Het monster

Het Duitse weekblad Der Spiegel* vroeg zich onlangs af of geldverruiming helpt en of centrale bankiers de economie nog wel onder controle hebben. Tot nog toe lijkt het niet veel te helpen, want van stijging van de inflatie is nog steeds geen sprake. In tegendeel zelfs, het gevaar van deflatie is juist groter aan het worden.

Wat gebeurt er met al die biljoenen euro’s, ponden en dollars? Het bereikt grotendeels de gewone economie niet want het gaat naar, wat Der Spiegel noemt, het ‘financiële casino’: de wereld van effecten, derivaten en beleggingen. De beurskoersen zijn al maanden lang op grote hoogte. Geldverruiming doet echter niets voor de ‘echte economie’ waar u en ik in leven maar helpt vooral speculanten en handelaren in effecten.

En dit is niet iets van de laatste jaren. Sinds de liberalisering van de kapitaalmarkten hebben centrale bankiers een financieel Monster van Frankenstein gekweekt dat zij nauwelijks onder controle kunnen houden. De crisis van 2008 was slechts de laatste en grootste crisis in een rij van crises sinds de jaren tachtig: de Savings en Loans-crisis, de Azië-crisis in de jaren negentig en de dotcombubbel in het begin van deze eeuw.

Belasting betalen

Tot zover ben ik het geheel eens met de analyse in Der Spiegel. De vraag die we nog moeten beantwoorden is, waarom het geld niet in de economie terecht komt. De reden die hiervoor wordt gegeven, is uiterst merkwaardig. Der Spiegel citeert de Amerikaan Richard Fischer, voorzitter van de FED in Texas (mijn vertaling):

Schuld daaraan zijn vooral de politici in Washington, die het niet eens kunnen worden over de begroting. Zolang ondernemingen niet weten hoeveel belasting ze de komende jaren moeten betalen investeren ze niet; en zo lang ze niet investeren komt de economie niet op gang. ‘De brandstof van de centrale bank bereikt de motor niet’ […]

Angst voor hoge belasting dus. Dit is een vreemde verklaring. In de eerste plaats omdat de meeste investeerders en bedrijven toch wel wegen vinden om de fiscus te omzeilen. Grote internationale bedrijven betalen al bijna geen belasting meer en er zijn genoeg leuke belastingparadijzen waar ze succesvolle investeerders graag helpen.

Maar er is nog een andere reden waarom dit een merkwaardige conclusie is: er wordt weinig geïnvesteerd omdat de economie niet of weinig groeit. Bij lage groei verwachtingen is het minder interessant om te investeren. Je kunt beter wachten tot de economie weer aantrekt.

Het deflatiespook

Angst voor hoge belasting is dus het wel laatste waar ik aan zou denken om te verklaren waarom het geld niet wordt geïnvesteerd. En er is nog een factor die herstel tegenwerkt: ondanks de vergroting van de hoeveelheid geld wordt de inflatie steeds lager. Mogelijk hebben we het aan de geldverruimingspolitiek te danken dat er nog geen deflatie is opgetreden.

Deflatie is erg slecht voor de economie. Het lijkt paradoxaal: immers als geld meer waard wordt, kun je er toch meer voor kopen? Dat is toch goed? Nee, dat is niet het geval en wie een beetje over nadenkt kan dat ook wel begrijpen. Investeren is minder lucratief wanneer geld in waarde stijgt. Wie geld leent moet er mee rekening houden dat het meer waard is geworden als hij moet terugbetalen. Je kan geld dan beter oppotten: zonder risico te lopen stijgt het in waarde. Het bedrag op je bankrekening wordt niet groter (de nominale waarde) maar je kan meer voor je geld kopen (de reële waarde). Dit is erg slecht voor de economie. Iedereen zal, als het even kan, aankopen uitstellen omdat de prijzen dalen: wie wat langer wacht bespaart geld.

Naar wie geluisterd wordt

Geldverruiming is geen goede oplossing omdat het geld niet in de economie terecht komt. Gebrek aan geld is ook niet het probleem. Er is genoeg geld dat ‘boven de markt hangt’ – er wordt alleen niets mee gedaan. Het probleem is alleen dat niemand op dit moment wil investeren. Iedereen zit op iedereen te wachten maar niemand doet wat.

Er is één partij op de markt die groot en sterk genoeg is om als eerste te beginnen: de staat. De staat kan bovendien bijna gratis geld lenen en er zijn genoeg nuttige zaken om in te investeren: energie, infrastructuur, onderwijs, onderzoek en niet te vergeten de hervormingen In Zuid-Europa. Helaas zijn Europese leiders geheel gefocust op ‘hervormen’ en bezuinigen**. Het eerste zal misschien over jaren effect hebben en met het tweede wordt het tegendeel bereikt.

Aan deze situatie zal voorlopig niet veel veranderen. De media vertellen ons dat stimuleren van de economie door het maken van schulden niet kan (Meer uitgeven dan je verdient, dat kan toch niet?). Maar de belangrijkste reden is dat dit beleid vooral gunstig is voor mensen met veel geld en het ‘financiele casino’. Zij varen hier wel bij en naar hen wordt goed geluisterd door de politiek. Wat er in de gewone economie gebeurt zal ze een zorg zijn.

[*] ‘Die Getriebenen,’ Der Spiegel, Jaargang 2014, Heft No 16 p 76, Michael Sauga, Anne Seith

[**] Er is een buitensporigtekortprocedure tegen Nederland gestart door de Europese Commissie. ‘Landen die in een dergelijke procedure zitten, krijgen aanbevelingen om de overheidsfinanciën te verbeteren en een deadline waarbinnen dit moet zijn gebeurd.’