Ga naar de inhoud

Oekraïne, de sociale ‘nevenschade’

Na één jaar Russische agressie (1). In Kiev droomt men luidop over snelle aansluiting bij de Europese Unie. Voor die droom had in 2013-2014 de “Maidan-revolutie” plaats, waardoor Oekraïne zich duidelijk zou losmaken van Rusland, om westwaarts zijn heil te zoeken. De recente golf van corruptiebestrijding moet dat makkelijker maken.

6 min leestijd

(Door Freddy de Pauw, overgenomen van Uitpers.be foto: De oorlog gaat verder, de klassestrijd ook).

Kiev koos in 2014 dus voor het Westen. Vanaf de eerste dag van de Russische agressie, 24 februari 2022, stelden talrijke westerse politici en media de oorlog voor als een strijd van de democratische wereld tegen autoritaire regimes. Oekraïne als voorpost van het “democratisch kamp”.

Zo simpel is het niet. De aandacht spitst zich uiteraard toe op het strijdtoneel zelf waar Oekraïne onverwacht weerbaar is. En op de bijzonder zware gevolgen van de agressie die een groot deel van het land heeft vernield, duizenden burgers doodde, miljoenen uit hun woningen verdreef, nog meer miljoenen in ontbering stortte. Intussen verandert ook de Oekraïense maatschappij. Wat geeft dat als de oorlogsellende ooit voorbij is. Wordt het een democratischer socialer Oekraïne dan wat het totnogtoe was?

Gelijkend

Het Poetin-regime in Rusland is inderdaad een fasciserend kapitalistisch bewind waar roofkapitalisten al drie decennia de rijkdommen van het land plunderen. In Rusland wordt oppositie alleen geduld als ze het regime steunt, critici worden monddood gemaakt.

Maar Oekraïne een bastion is de strijd van het democratisch kamp? Oekraïne had een jaar geleden een regime dat veel gelijkenissen had met het Russische. Met oligarchen die al 30 jaar onderling streden om de buit, met bovenop ook nog, sinds 2014, steeds meer discriminatie van minderheden.

De oorlog heeft daarin verandering gebracht. De oligarchen die vorige eeuw samen met, of als, maffiosi het land hadden leeggeroofd, hadden tot een jaar geleden in Oekraïne nog meer macht in economie, politiek en media dan hun Russische collega’s. Die waren politiek gekortwiekt door Poetin en zijn ’siloviki’ die uit de geheime diensten kwamen en hun deel namen..

Geslonken rijkdom

De gevestigde Oekraïense oligarchie is door de oorlog dooreen geschud, in de eerste plaats omdat ze armer is geworden. Ze blijven geld verdienen in de zware industrie, mijnbouw, banken, gas- en oliehandel, landbouw, media,… maar de Russische agressie heeft hun fortuin danig aangevreten. Het fortuin van superoligarch Rinat Achmatov werd een jaar geleden op ca 13 miljard euro geraamd; daar schiet nu volgens ‘Forbes’ 4 miljard van over. Idem voor de meeste andere oligarchen.

Hun onderlinge gevechten gaan ook verder. De Russische agressie was voor president Zelensky de aanleiding om af te rekenen met Viktor Medvetsjoek wiens tv-zenders al eerder uitgeschakeld waren. Hij werd opgepakt en omgeruild met Rusland. Ihor Kolomoïsky, de mediamagnaat die Zelensky als acteur en politicus lanceerde, is om onbekende redenen in ongenade gevallen en is genoemd in de recente corruptieschandalen.

Er is niet alleen de oorlog, er is een nieuwe generatie ondernemers die fortuin maakt: bij de 20 rijkste ondernemers van Oekraïne zitten 7 tech-ondernemers van wie er enkele hun hoofdkwartier in de VS hebben. Zij hebben minder te lijden van de vernielingen.

Het Oekraïens kapitalisme ziet er dus na een jaar Russische agressie anders uit. Indien er ooit een einde aan die oorlog komt, zal de wederopbouw dat minstens even ingrijpend veranderen, elke oligarch of andere ondernemer denkt er nu al aan hoe daar garen bij te spinnen.

32 op 100

De oorlog heeft ook duidelijk geen einde gemaakt aan de corruptie die ook al het Russisch niveau benaderde (Voor wat het waard is: Transparency International gaf in 2021 Oekraïne 32 op 100 in zijn strijd tegen corruptie, een flinke buis).

De minister van Defensie Oleksii Reznikov ontkende eerst dat er zware overfacturatie was bij de levering van eieren en andere voedingsmiddelen voor de strijdkrachten. Dan minimaliseerde hij de omvang er van. Hij bedreigde zelfs de klokkenluiders die het schandaal aan het licht brachten. Toch kan Reznikov op post blijven. Vier vice-ministers, onder wie van Defensie, vijf gouverneurs, een vice-procureur-generaal en talrijke hoge en lage ambtenaren moesten wel opstappen.

De onthullingen kwamen net voor het hoog bezoek van de EU aan Kiev, waarmee president Zelensky zijn gasten duidelijk kon laten zien dat het menens is met de strijd tegen corruptie – officieel een voorwaarde om in aanmerking te komen voor de EU. Vóór de barbaarse Russische inval, was dat niet zo duidelijk. Het waren vooral corruptiebestrijders die het toen lastig kregen. Als het aan minister Reznikov ligt, zou dat nog zo zijn. En enkele media wezen erop dat in andere omkoopschandalen die vorig jaar aan het licht kwamen, de betrokkenen wel op post konden blijven of dat het onderzoek ongemeen lang aansleept.

Wederopbouw

Nu al, terwijl de oorlog in al zijn verschrikking verder gaat, wordt luidop nagedacht over wat dat wordt me de wederopbouw die er toch ooit zal komen. Het zal om enorme bedragen gaan. Op een conferentie in Lugano in juli vorig jaar pakte de Oekraïense regering uit met een ‘plan’ voor 750 miljard dollar over tien jaar. In welk kader zal dat gebeuren?

Een neoliberaal kader, daaraan bestaat al lang geen twijfel, het zit ingebakken in het associatieverdrag met de EU. Het plan van 750 miljard dollar voorziet alleszins in zeer lage belastingen voor ondernemers.

Vooral het sociaal aspect baart zorgen. Wetten die vorig jaar werden goedgekeurd, zijn bijzonder asociaal en stuiten dan ook duidelijk op het verzet van de vakbonden. De noodzaak om samen de agressoren te bestrijden, dringt dat natuurlijk naar de achtergrond. Maar het belooft niets goeds voor het Oekraïne na de oorlog.

Aleksander Rodnjansky, economisch adviseur van Zelensky, windt er geen doekjes om. In The Guardian stelde hij in oktober vorig jaar duidelijk dat de arbeidswetten op maat van de ondernemers moeten gesneden worden. En dat er volop zal moeten geprivatiseerd worden. Nog meer dan nu. De toekomstplannen zijn dus bijzonder neoliberaal. Wat dan met de zogenaamde wetten om de macht van de oligarchen te beperken?

Anti-sociaal

De toekomstplannen die in juli vorig jaar werden besproken op die conferentie in Lugano, met een duizendtal deelnemers uit ca 60 landen, gingen in dezelfde richting. “9 weken vooropzeg? In Polen en Zuid-Korea slechts 4, dat moet veranderen. De arbeidsmarkt moet “modern” worden…

De wetten die sindsdien zijn goedgekeurd, gaan helemaal in die richting. Zero-arbeidscontracten naar Brits model, was een eerste “modernisering”. Gevolgd door een wet die 70% van de arbeiders (die uit bedrijven met minder dan 250 personeelsleden) onttrekt aan collectieve overeenkomsten. “Anti-sociaal, geïnspireerd door de oligarchen”, reageerden Europese en internationale vakbewegingen.

Maar daar stopt het niet. De macht van de vakbonden is de machthebbers een doorn in het oog. Die vakbonden hebben in 1991, bij de onafhankelijkheid, de bezittingen van de oude Sovjetvakbonden geërfd. De regering wil die bezittingen in het kader van de zogenaamde “de-sovjetisering” confisqueren. Om zo de vakbonden te kortwieken in hun verzet tegen de sociale afbraak.
Het is natuurlijk een land in oorlog. Maar is de staat van oorlog voldoende excuus om het land intussen een uitgesproken ultraliberale richting in te sturen? Helpt dat dan de oorlog winnen?

Volgende bijdrage: Patriottisme, etnisch homogeen?