Ga naar de inhoud

Nuttige demonstranten, een vuistregel

Politieke bewegingen in de internationale sfeer kunnen min of meer worden ingedeeld in nuttige demonstranten en nutteloze oproerkraaiers. Welke lijn de politiek en massamedia volgen, is afhankelijk van de koers die de VS vaart.

7 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen op Ravage Digitaal)

Hoewel de term niet van hem afkomstig is, vertelt de aan Lenin toegeschreven aanduiding ‘nuttige idioten’ veel over het cynisme van naar macht hunkerende volksmenners. Met nuttige idioten worden onschuldige, consciëntieuze politieke activisten aangeduid die zich door leiders als politiek instrument laten gebruiken om doelen te verwezenlijken die ze eigenlijk niet volledig vatten. Lenin zou er westerse, goed bedoelende socialistische fellow travelers mee bedoeld hebben, maar waarschijnlijk weerspiegelt het begrip de minachting die men in het westen zelf had voor de beoogde doelgroep.

Sterker nog, uit de manier waarop politiek en media tegen demonstranten aankijken, zou men gemakkelijk kunnen afleiden dat volksopstanden nog steeds ingekleurd worden naar de behoeften die bij onze leiders leven. Er lijkt sprake te zijn van nuttige demonstranten, mensen die zich te weer stellen tegen regimes die het westen onwelgevallig zijn, en nutteloze relschoppers, demonstranten die in actie komen tegen regimes die het westen welgezind zijn of demonstreren tegen onze eigen regeringen.

Een voorbeeldje: actievoerders tegen de G8 (grotendeels eigen regimes) zijn destructieve relschoppers maar demonstranten in Rusland (onwelgevallig regime) zijn legitiem tegen onderdrukking in verzet komende oppositiegroepen. Het gaat zelfs zo ver dat actievoerders en anarchisten als Greenpeace en Pussy Riot – lokaal altijd minachtend of zelfs vijandig benaderd – door onze parlementaire politiek en media stevig omarmd worden.

Geleidende trechter

Interessant aspect hierbij is dat de belangrijke massamedia heel strak deze onderverdeling tussen nuttige en nutteloze demonstranten volgt. Het vermoeden komt op dat er een soort geleidende trechter bestaat waarin de berichtgeving in de massamedia uiteindelijk altijd samenvalt met nationale belangen, zoals die door onze leiders geformuleerd worden. Met andere woorden, als volksopstanden nuttig zijn voor de agenda van onze leiders, dan worden zij ook positief ingekaderd door de belangrijke media. Zijn ze niet nuttig of contraproductief, dan zal er weinig, respectievelijk negatief, over bericht worden.

De journalistiek lijkt zich toch vooral te onderscheiden in lui engagement met de officiële partijlijn van Buitenlandse Zaken en/of State Department. Positie in het kader van mensenrechten wordt alleen ingenomen tegen goedgekeurde vijanden van belang. Tegen Poetin (al dan niet met oog voor onze economische belangen), tegen Assad (maar toch ook niet vóór Al-Nusra, wat de zaak wat lastig maakt en de boel vertraagt), tegen Janoekovitsj, tegen Chavismo, tegen Iran, tegen Noord-Korea.

U zult in dit artikel niet vermoeid worden met diepgravende analyses van dit fenomeen, hoewel die wel uitgevoerd zijn. [1] Laat ik volstaan met te beweren dat men zeker in de buitenlandse politiek, de cynische realiteit van internationale relaties en concurrentie om kale macht, redelijk goed uit de voeten kan met deze categorieën.

Een blik op recente gebeurtenissen kan dat wellicht verhelderen. Nuttige demonstranten zijn bijvoorbeeld de mensen die recent de straat op zijn gegaan tegen de Oekraïense president Janoekovitsj en de studenten die in Venezuela demonstreerden tegen president Maduro en de chavista regering. Beide regimes staan op het lijstje met onwelgevallige regimes dat onze leiders aanhouden, omdat zij ideologisch dan wel praktisch in de weg staan van belangen die worden nagestreefd.

De VS en de EU willen bijvoorbeeld Oekraïne, net als andere landen aan de grenzen van Rusland, losweken uit de Russische invloedssfeer en in de Europese ruimte betrekken. Niet alleen om een strategisch cordon sanitaire te kweken rond de steeds eigenwijzer opererende Russische moloch. Economische belangen wegen ook zwaar, zoals de druk op de lonen en de verzorgingsstaat die de inkapseling van lage lonen landen in de EU met zich mee brengt, en de gas-transits die van Rusland via Oekraïne naar Duitsland lopen.

Obstakel

Het Janoekovitsj-regime was, vanwege haar banden met Rusland, een obstakel. Dat zij democratisch gekozen was, bleek slechts een klein technisch probleem. De EU en VS waren in nauwe eenheid met de nuttige demonstranten betrokken bij een delegitimatie campagne van de Janoekovitsj-regering door ondersteuning te leveren in politieke, financiële, organisatorische en logistieke zin bij het afdwingen van een regime change via de straat. Oppositieleiders als Klitschko coördineerden onomwonden hun strategie met Berlijn.

De westerse massamedia reageerden navenant. De nuttige demonstranten werden, ondanks aanwezigheid van diverse ultranationalistische en neonazistische stromingen, over het algemeen positief bejegend. In de publieke opinie kon gekapitaliseerd worden op diep ingehamerde gevoelens van anticommunisme, via de link die gelegd kon worden tussen Janoekovitsj, Rusland, Poetin en het communistische verleden. Termen als corruptie en machtsmisbruik vielen als het Janoekovitjs betrof. Na de machtsovername werd de privé-rijkdom van Janoekovitsj mediabreed als bewijs geleverd en achteraf als legitimatie opgevoerd.

27

Nuttige demonstranten in Caracas, Venezuela

>Venezuela is zowel ideologisch (als tegenvoorbeeld voor neoliberalisering), economisch (olie) als politiek (oprichten van Latijns Amerikaanse samenwerkingsverbanden zonder de VS) een gevaarlijke vijand. De overeenkomsten tussen de recente gebeurtenissen in Oekraïne en de situatie in Venezuela zijn opmerkelijk. Ook in Venezuela werden de straten in eerste instantie gevuld door mensen met legitieme grieven, waarbij zich later groepen van bedenkelijk allooi aansloten die overgingen tot hardere, gewelddadigere vormen van actie. Ook in Venezuela wordt de oppositie eenzijdig ondersteund door westerse, met name Amerikaanse hulp en gaan de leiders regelmatig in conclaaf met hun beschermheren in Washington.

Ook hier is een delegitimatie campagne aan de gang rond buzzwoorden als ‘dictatuur’, ‘corruptie’ en ‘gestolen verkiezingen’, ondersteund door oude anticommunistische reflexen die gemakkelijk via de link Chavez-Castro-Cuba in de westerse publieke opinie kunnen worden uitgespeeld. Er wordt net als in Oekraïne gezinspeeld op regime change van een democratisch gekozen regering via een revolutie van de straat, nadat de leider van de oproer, Lopez, demonstranten opriep Maduro af te zetten.

Venezuela is net als Oekraïne een land op ons lijstje onwelgevallige regimes. Dus demonstranten tegen de regeringen in deze landen zijn nuttig en worden zodoende ook in het algemeen als zodanig in de westerse massamedia geportretteerd. Er is wel een opvallend verschil. De situatie in Oekraïne heeft in ons eigen land veel meer media-aandacht gekregen, dan de demonstraties in Venezuela. In de Spaanse kranten was dat bijvoorbeeld, mogelijk door culturele en linguïstische banden met Latijns Amerika, veel gelijkmatiger verdeeld (hoewel de berichtgeving in beide gevallen wel de vertrouwde categorie ‘nuttige demonstranten’ aanhield). Onze vuistregel heeft misschien een kleine aanpassing nodig.

Schoothondje versus Rottweiler

Nederland is een klein land en in de wereld van internationale betrekkingen geldt toch vooral dat schoothondjes moeten kwispelen naar de Rottweiler. Enerzijds is daar de trans-Atlantische connectie met de Angelsaksische landen die leidend is voor de politieke meningsvorming. Ideologisch en cultureel zijn wij betrouwbare volgers, economisch zijn we afhankelijk, militair zijn we ondergeschikt. Grof gezegd, wat de Amerikaanse heilstaat zegt of doet, wordt redelijk integraal overgenomen als leidraad voor beleid.

Aan de andere kant bevinden wij ons in de invloedssfeer van de Duitse Rottweiler en het Europese project, een realiteit die in ons feitelijke leven veel sterker doet voelen. Het is duidelijk dat alle middenpartijen zich ideologisch sterk verbonden voelen met het Verenigd Europa en dat het project, in neoliberale vorm, onze elites geen windeieren heeft gelegd. De vereenzelviging met het Europese belang is dus groot.

Wanneer we langs deze as het verschil in berichtgeving bekijken, wordt het verschil in media-aandacht opgehelderd. Het nabije Europese belang dat Oekraïne vormt, heeft kennelijk veel meer invloed gehad op de geleidende trechter die politiek en media samen laat smelten, dan het gevaar dat Venezuela vormt in de achtertuin van de Amerikaanse bovenbaas.

Zo krijgen we langzaam zicht op een aardig hulpmiddel dat ons van nut kan zijn bij de interpretatie van buitenlandse politiek en de positie die door de politiek en nationale massamedia daarin wordt ingenomen. Geen mens vaart wel zonder praktische kennis en vuistregels. Politieke bewegingen in de internationale sfeer kunnen min of meer worden ingedeeld in nuttige demonstranten en nutteloze oproerkraaiers. Welke lijn onze politiek en massamedia volgen, is afhankelijk van de lijn die onze ideologische wereldleider, de VS, volgt. Tenzij er een direct EU-belang in het spel is, dan volgen zij de EU-lijn.

Hector Reban

Noten: 1. Edward Herman en Noam Chomsky hebben bijv. diepgravend wetenschappelijk werk gedaan om tot een bevestiging en verklaring te komen van dit fenomeen in de Amerikaanse media. Uiteindelijk kwamen zij tot een propagandamodel, dat bestaat uit vijf filters waar het ruwe nieuws doorheen gaat, zodat het de vorm bereikt die we allemaal kunnen ervaren.