Ga naar de inhoud

NSF: Iedereen is gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen

Op vrijdag 2 april werd er in Utrecht vergaderd over de oprichting van een Nederlands Sociaal Forum. Het leverde in ieder geval alvast een spannende discussie op.

15 min leestijd
Placeholder image

Het heeft even geduurd maar het lijkt er toch van te gaan komen: Nederland krijgt haar eigen Sociaal Forum. Op initiatief van de drie netwerken ‘Sociale Alliantie’, ‘Nieuwe Dialoog’ en ‘Keer het Tij’ kwamen op twee april zo’n tachtig mensen bijeen in Utrecht voor een oprichtingsbijeenkomst van het Nederlands Sociaal Forum (NSF). De bijeenkomst verliep uiterst rumoerig omdat lang niet iedereen er van gediend was dat de drie netwerken voor zichzelf een centrale positie in het organisatieproces hadden toebedeeld. Vooral kleine, veelal basisdemocratische organisaties spraken hun onvrede uit met de ondoorzichtige en centralistische manier waarop de drie netwerken het aanpakten. In Groot-Brittannië, waar in oktober het Europese Sociaal Forum (ESF) wordt gehouden blijkt een vergelijkbare polemiek gaande tussen wat men daar de ‘horizontalen’ en de ‘verticalen’ noemt.

Sociale fora

Het idee van een Nederlands Sociaal Forum (NSF) borduurt voort op een traditie die drie jaar geleden werd gestart in het Braziliaanse Porto Alegre, waar toentertijd voor het eerst het ‘World Social Forum’ (WSF) plaatsvond. Deze bijeenkomst was opgezet als tegenhanger van het ‘World Economic Forum’ in het Zwitserse Davos, waar op hetzelfde moment ‘de machtigen’ der aarde bijeenkwamen [1]. Het WSF werd gepresenteerd als trefpunt van sociale bewegingen wereldwijd en voert als motto: “Een betere wereld is mogelijk”. Tienduizenden deelnemers van over de hele wereld reisden af naar Brazilië en naar de fora die daar op volgden, waarvan het laatste WSF in Mumbai [2], India is gehouden. Al snel werd het idee postgevat om het WSF proces te decentraliseren naar de verschillende continenten. Er vonden regionale bijeenkomsten plaats in onder meer Azië en Europa. Ook werden er in tal van landen een landelijk Sociaal Forum opgericht en in sommige landen zijn er zelfs lokale fora gevormd. De Sociale Fora en de vele andere internationale bijeenkomsten van wat bekend staat als de ‘de andersglobaliseringsbeweging’ brachten inmiddels honderdduizenden mensen en de meest uiteenlopende sociale bewegingen bij elkaar en leverde een niet te onderschatten bijdrage aan de opleving van de antikapitalistische beweging. In Nederland was tot nu toe de in zomer 2002 in Leiden gehouden conferentie van het Peoples Global Action netwerk (700 deelnemers) het grootste evenement van andersglobalisten. Drie jaar na het eerste WSF lijkt nu Nederland aan de beurt voor een eerste landelijk Sociaal Forum.

De verschillende regionale en nationale fora liëren zichzelf aan het WSF door het ‘WSF Charter of Principles’ [3] te onderschrijven. Hierin staan een veertiental voornamelijk organisatorische punten opgesomd waaraan Sociale Fora moeten voldoen. Ze moeten er voor zorgen dat de Sociale Fora hun open, divers, horizontaal en buitenparlementair karakter behouden. Dat dit geen vanzelfsprekendheid is bewijst de gang van zaken op de eerdere Sociale Fora. Achter de fraaie doelstellingen van de Sociale Fora trekken rijke, hiërarchische organisaties waaronder grote NGO’s en politieke partijen (voortaan ‘verticalen’ genoemd) aan de touwtjes. De basisdemocratische, veelal antiparlementaire, samenwerkingsverbanden spelen hoogstens een rol in de marge. Vaker nog besloot men na tevergeefse pogingen het organisatieproces open te breken, afstand te nemen van de Sociale Fora of verkoos men in de schaduw van een Sociaal Forum een eigen bijeenkomst te organiseren. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens het vorig jaar in Parijs gehouden Europees Sociaal Forum. Anti-autoritaire organisaties organiseerden er in aanloop van het officiële programma twee alternatieve, anti-autoritaire fora te weten Espace GLAD en het Libertaire Social Forum, terwijl het nou net de ‘horizontalen’ zijn geweest die de andersglobaliseringsbeweging op de kaart hebben gezet. Hun spectaculaire acties en vernieuwende organisatievormen vormde in de jaren rond de WTO top in Seatlle (’99) ongetwijfeld de belangrijkste katalysator van de andersglobaliseringsprotesten.

ESF in London

Ook rond het komende Europees Sociaal Forum in Londen woedt een felle discussie over de wijze waarop het een en ander moet worden georganiseerd. De discussie begon al met de tamelijk bizarre wijze waarop Groot-Brittannië in Parijs kandidaat werd gesteld voor het ESF 2004. De kandidatuur vond plaats op initiatief van de trotskistische Socialist Workers Party (SWP) [4], enkele aan haar gelieerde organisaties en de gemeenteraad van Londen (Great London Assembly, GLA). De kandidatuur van London kwam voor de meeste Britten als een volslagen verrassing. De lokale Sociale Fora in het Verenigde Koninkrijk waren door de SWP en de GLA niet eens geconsulteerd. In Parijs werd echter beterschap beloofd. Als geruststelling werd voor half december 2003 een open Europese Voorbereidingsbijeenkomst (EV) uitgeroepen met het doel het organisatieproces alsnog open te breken. Het Londense Social Forum en tal van Londense organisaties verenigden zich onder de noemer ‘horizontalen’ [5]. Onder hen bevinden zich socialisten, autonomen, communisten, ecologisten, spiritualisten en anarchisten die in ‘A call for democracy in the ESF process’ [6] volledige transparantie en toegankelijkheid van het organisatieproces eisten. De horizontalen stelden dat het op dat moment aan zelfs de minimale voorwaarden daarvoor ontbrak en dat er niets anders op zat dan opnieuw te beginnen. Wanneer je het op een goede manier zou aanpakken zou het ESF, zo verwachte men, niet vóór 2005 in Groot-Brittannië kunnen worden gehouden.

Tijdens de EV van maart 2004 werd echter besloten dat het ESF toch in 2004 moest plaatsvinden. Het was bovendien te laat om nog een ander gastland voor het ESF 2004 te vinden. De oproep tot een transparant organisatieproces werd echter door de EV in december ondersteund en omgezet in de vorming van een aantal werkgroepen rond bijvoorbeeld het programma, culturele activiteiten en logistiek. Een in januari 2004 gehouden speciale ESF vergadering van het Britse Social Forum borduurde voort op dit besluit en besprak de vorderingen van de werkgroepen.
De verontwaardiging was dan ook groot toen de werkgroepen een maand later werden ontbonden door diegene die in Parijs Groot-Brittannië (in feite Londen) hadden gekandidateerd voor het ESF en zichzelf al aan het begin hadden benoemd tot het ‘UK Organising Committee’ (UK ESF OC). In een chaotische vergadering, waarvoor uitnodigingen twee dagen van te voren waren verspreid en de voorzitters zich alles behalve neutraal opstelden, werden vanuit allerlei kanten voorstellen gedaan zonder dat men tot enig besluit kwam.

Volgens de horizontalen kwam dit doordat de ‘verticalen’ (GLA, Vakbonden en ‘SWP-achtigen’) de sleutelposities in het Organiserend Comité bezetten en een gerichte campagne voeren om anderen uit die plaatsen te houden waar de belangrijke besluiten worden genomen. Veel vergaderingen vinden plaats achter gesloten deuren en informatie wordt achtergehouden. Doordat voor ieder stukje inspraak hard geknokt moet worden ontstaat er bovendien een steeds diffusere organisatiestructuur waarbinnen alsmaar onduidelijker wordt waar welke beslissingsbevoegdheid ligt. In dit organisatorisch vacuüm trekken de verticalen de macht steeds weer en meer naar zich toe.
Vervolgens wordt de ‘organisatorische chaos’ gebruikt als argument tegen democratisering van het ESF proces, terwijl de nu ontstane situatie gemakkelijk had kunnen worden voorkomen wanneer men van meet af aan anderen een gelijkwaardige plek had gegund in het organisatieproces. Dat men dit desondanks niet heeft gedaan heeft deels te maken met culturele verschillen, maar vooral met geld en macht. Voor wat betreft de culturele verschillen noemt Indymedia activist Javier Ruiez het voorbeeld van de vakbondsman die hij probeerde uit te leggen dat hij met zijn Indymedia kameraden geregeld, met behulp van een chat programma, vergaderen op het Internet. Javier legde hem tevens uit dat Indymedia voldoende kennis in huis had en dat het echt niet nodig was om het beheer van de ESF website voor 35.000 euro uit te besteden aan een particulier bedrijf. Beide ideeën gingen er bij de vakbondsman eenvoudigweg niet in.

Een veel groter probleem vormt de rol van geld en macht. Dat is ook niet vreemd. Sociale Fora zoals het ESF zijn groots opgezette evenementen waarin rijke Niet Gouvernementele Organisaties (NGO’s) en linkse partijen de dienst uit maken. Ook overheden spelen direct en indirect een grote rol in de organisatie van de Sociale Fora. Dat deze partijen niet op een euro’tje letten is duidelijk. De kosten van het ESF forum in Parijs worden geschat tussen de 3 en 7 miljoen euro (over het budget wordt geheimzinnig gedaan). Achter al die euro’s schuilen natuurlijk grote belangen en die van de NGO’s en overheid laten zich gemakkelijk raden. Eerstgenoemde willen met de Sociale Fora een hoop subsidie binnenslepen en met hun rol op een dergelijk prestigieus evenement hun aanzien en invloed op het politieke proces versterken. De overheid (of beter gezegd de politici die aan het roer staan) kunnen met een Sociaal Forum vooral mooie sier maken, terwijl ze in praktijk een onvervalst neoliberaal beleid voeren. Ter illustratie: in de weken voorafgaand aan het ESF in Florence ontruimde de plaatselijke overheid nog snel even tientallen huurders die kampten met een huurachterstand en in Londen overweegt het (publieke) metrobedrijf haar call-centers te verplaatsen naar lage lonen-land India.
De ander hoofdrolspelers binnen de Sociale Fora zijn linkse (veelal trotskistische) splinterpartijtjes. Partijen, zoals in Groot-Brittannië de SWP, zien het Sociaal Forum als welkome rekruteervijver waarin zij zichzelf bovendien kunnen presenteren als het ‘alternatief’. Hoewel volgens het WSF charter politieke partijen zijn uitgesloten van organisatorische functies, bezetten zij allerlei sleutelposities. Om de boycot van politieke partijen te ontlopen verschuilt men zich achter mantelorganisaties. In het Britse ESF Coordinatie Commitee verbergen SWP leden zich achter het platform ‘Globalise Resistance’ of een vakbondslidmaatschap. Op deze manier weet men het besluitvormingsproces danig te domineren.

NSF

Dichter bij huis, tijdens de oprichtvergadering van het Nederlandse Sociaal Forum, ging het er op een vergelijkbare manier aan toe, zei het dat de politieke verhoudingen en omstandigheden natuurlijk niet vergelijkbaar zijn. Het begon, net als in Groot-Brittannië, al met de uitnodiging. Een aantal leidende figuren, afkomstig uit drie netwerken, vatten niet alleen het idee op het initiatief te nemen voor een Nederlands Sociaal Forum, maar plaatsten zichzelf meteen in het centrum van besluitvorming: de coördinatiegroep. Tijdens de oprichtingsvergaderingen hadden de vertegenwoordigers van ‘de drie netwerken’ welgeteld twee keer een half uurtje ingeruimd voor het bespreken van de organisatiestructuur en de opzet van het door hun voorgestelde NSF evenement. Onder de aanwezigen zaten ook een groot aantal mensen die zichzelf telkens presenteerden als lid van een politieke partij, hetgeen regelrecht in strijd is met het WSF charter, maar wat de voorzitters van de vergadering afdeden als ‘iets wat altijd discussies zal blijven opleveren’. De drie netwerken stelden voor het NSF op 5, 6 en 7 november te houden, tegelijkertijd met een EU Conferentie over Sociaal beleid in Amsterdam. Men benadrukte dat het maar een voorstel was, maar toen mensen de schijnbare vanzelfsprekendheid van Amsterdam bekritiseerden en de maand november te vroeg vonden werd plotseling gesuggereerd dat men niet langer kon wachten met de datum en locatiekeuze omdat dit het voorbereidingsproces zou ophouden. Na de vergadering bleek overigens dat de EU conferentie was verplaatst naar Rotterdam.

Het agendapunt ‘organisatiestructuur’ dreigde een zelfde verloop te krijgen. Verschillende keren werd vanuit de zaal aangegeven dat lang niet alle mensen vertegenwoordigd waren, of zich vertegenwoordigd voelden, door de zichzelf tot ‘coördinatiegroep’ uitgeroepen drie netwerken. In drie kwartier tijd ontpopten de drie netwerken zich tot de Nederlandse variant van ‘de verticalen’. Dit leidde tot de bizarre situatie waar door vertegenwoordigers van organisaties werd gezegd dat zij zich niet wensten te laten vertegenwoordigen door de drie netwerken, terwijl vanachter de voorzitterstafel werd volgehouden dat zij wel degelijk iedereen vertegenwoordigden. Een aantal andere aanwezigheden, waaronder Internationale Socialisten riepen op ‘nu eindelijk eens over de inhoud te praten’ en stelden dat kritiek op de centralistische organisatiewijze hetzelfde was als zeggen dat je de personen achter de tafel niet vertrouwde. Het veranderen van de organisatiewijze (lees: het transparant en toegankelijk maken) zou bovendien garant staan voor vertraging en chaos. Nog net voor de pauze werd vanuit de verticalen een poging gedaan het oproer de kop in te drukken door het Basta netwerk [6] een plaats in de coördinatiegroep aan te bieden. Basta bedankte wijselijk voor de eer. Niet omdat het geen verantwoordelijkheid wil nemen, maar omdat dit soort ‘achterkamertjespolitiek’ precies hetgeen is waar zij zich die dag (met tal van anderen) tegen uitsprak.

Na veel geharrewar en onder grote druk vanuit de zaal werd besloten tot de vorming van een (extra) werkgroep rond het vraagstuk hoe het NSF moest worden georganiseerd. In de overige acht werkgroepen werd gesproken over onderwerpen als ‘oorlog’, ‘duurzame ontwikkeling’, ‘cultureel programma’ en een ‘afsluitende actie’, want dat er een afsluitende actie moest komen hadden de drie netwerken ook al voor de aanwezigen bedacht. Hoewel volgens de verticalen niemand behoefte zou hebben aan een discussie over de ‘organisatiestructuur’ nam maarliefst eenderde van de aanwezigen deel aan een werkgroep rond dit onderwerp. Tijdens de discussie werd al snel duidelijk dat, behalve de twee aanwezige ‘coördinatiegroepleden’, iedereen af wilde van het ‘drie netwerken’ verhaal dat deze netwerken speciale privileges zou geven ten opzichte van anderen. Een deelnemer aan de organisatie werkgroep merkte op dat ‘we nu met z’n allen een nieuw (NSF) netwerk vormden waar alle aanwezige groepen en individuen in opgaan (zonder verlies van eigen identiteit of autonomie overigens). Voorts was iedereen, behalve de twee aanwezige ‘coördinatiegroepleden’, het snel eens over wat wel een transparante en toegankelijke organisatiestructuur zou zijn en werd ook een aantal organisatorische details en uitgangspunten op een rij gezet. In het uiteindelijke voorstel dat, op de twee aanwezige ‘coördinatiegroepleden’ na, unaniem werd gedragen werd wordt de organisatie onderverdeeld in de viertal permanente werkgroepen ‘programma’, ‘communicatie’, ‘financiën’ en ‘logistiek’, waaronder weer kleinere subgroepen kunnen vallen. Iedere werkgroep kiest twee vertegenwoordigers voor in een coördinatiegroep (8 mensen in totaal). Het moet hier om mensen gaan die voor langere periode voldoende tijd beschikbaar hebben. Iedere werkgroep krijgt haar eigen email communicatielijst en er komt een werkgroepoverkoepelende emaillijst waarover alle notulen van werkgroepen, subgroepen en de coördinatiegroep openbaar worden gemaakt. Grote besluiten die het karakter van het NSF wezenlijk bepalen worden genomen in maandelijkse plenaire vergaderingen.

Bij terugkoppeling door de werkgroepen, waarvoor een half uurtje was uitgetrokken, werd het organisatievoorstel aanvankelijk met applaus begroet, maar de stemming veranderde toen vertegenwoordigers van de drie netwerken en individuele verticalen zich er tegen uitspraken. De FNV, niet in de laatste plaats potentieel een belangrijke financier, dreigde op vriendelijk toon haar steun aan het NSF in te trekken als het geen zetel kreeg in de coördinatiegroep. Internationale Socialisten herhaalden hun Nostradamus-achtige voorspelling van de totale chaos waar de voorgestelde democratisering toe zou leiden. De vertegenwoordigers van de drie netwerken staken opnieuw hun (door de organisatiewerkgroep naar de prullenbak gewezen) riedel af over hoe breed zij wel niet waren en stelden dat wanneer zij niet automatisch een plekje kregen in de coördinatiegroep de breedheid van het NSF verloren zou gaan. ‘Coördinatiegroep’ lid en voorzitster Vera Dalm (Milieudefensie) sprak bovendien haar verwachting uit dat maandelijkse plenaire vergaderingen niet zouden werken, terwijl ze dit een uur eerder juist noemde als belangrijkste platform waarop organisatorische beslissingen zouden worden genomen (hun ‘coördinatiegroep’ voerde deze alleen maar uit). De suggestie dat de drie netwerken zichzelf via de werkgroepen voor een plaatsje in de coördinatievergadering konden kandidateren werd als onredelijk van de hand gedaan. Iedereen is gelijk, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen, en hebben daarom recht op privileges, zo was de onuitgesproken gedachte.

De drie netwerken kwamen vervolgens met een compromisvoorstel waarin zij een vaste plek in de coördinatiegroep zouden krijgen naast een aantal mensen uit de werkgroepen. Dit voorstel en dat van de organisatiewerkgroep werd echter vanwege tijdsgebrek afgeraffeld. De drie netwerken waren duidelijk niet van plan de plenaire vergadering wezenlijke inspraak te geven. Notulen werden er niet gemaakt en besluitvormingsprocedures, iets waar je normaal gesproken mee begint, ontbraken. Op de vergadering ingediende amendementen, die betrekking hadden op de door de drie netwerken vooraf al bepaalde organisatiestructuur, werden niet aan een besluitvormingsprocedure onderworpen. De hele bijeenkomst had daardoor het karakter van een vrijblijvende discussie. Net voor het einde van de vergadering werd wel nog even snel de meningen gepeild over het organisatievoorstel en de voorgestelde datum waarop het NSF moest plaatsvinden. Het compromisvoorstel kreeg van de aanwezigen de meeste steun (ongeveer 25 tegen 20). Een dergelijke peiling werd ook gedaan over de datum waarop het NSF moet worden gehouden. Een meerderheid bleek voor november 2004 te zijn, maar ja er was dan ook geen alternatief voorstel gedaan, noch waren de argumenten voor en tegen goed bediscussieerd. Aan ‘de peilingen’ mag dan ook niet veel waarde worden gehecht.

Hoe verder?

De grote vraag is hoe het verder moet. De gemêleerde samenstelling van het in Utrecht verzamelde gezelschap was in ieder geval inspirerend en veelbelovend. Het is immers niet vaak dat zoveel stromingen en belangengroepen van de Nederlandse sociale beweging zich in een expliciet buitenparlementaire context ontmoeten. Of dit unieke en waardevolle experiment zal slagen zal de komende maanden moeten blijken. Eén van de weinige voorstellen waar de voorzitster de indruk wekte mee akkoord te gaan (concreter werd het namelijk niet) is dat er voor half mei een nieuw plenair overleg wordt uitgeroepen. Voor die tijd worden door de ‘coördinatiegroep’ open werkgroepvergaderingen uitgeroepen en door haar nagedacht over een toegankelijke en transparante organisatiestructuur. Gelet op de onwelwillende houding tijdens de eerste plenaire vergadering is het voor de horizontalen van belang daar niet op te wachten, maar deel te nemen aan de verschillende werkgroepen en meer mensen te betrekken in het streven naar een ’transparant en toegankelijkheid NSF’. Leden van het Bastanetwerk hebben daarmee, in navolging van de Britse horizontalen, een begin gemaakt met de opening van een speciale emaillijst [8], waarop ook individuen en niet Basta organisaties zich kunnen abonneren. Daarnaast zou het een goede zaak zijn wanneer er door de horizontalen nog voor de tweede plenaire bijeenkomst wordt opgeroepen tot een tweede (open) bijeenkomst van ‘de organisatiewerkgroep’. Het kan immers niet zo zijn dat een ongekozen ‘coördinatiegroep’ achter gesloten deuren gaat bepalen welke organisatiestructuur er op de volgende NSF bijeenkomst wordt gepresenteerd, want wanneer die ‘andere wereld’ waar de Sociale Fora voor zeggen te staan slechts een zaak is van ‘andere bazen’ hebben de ‘horizontalen’ er niets te zoeken.

Noten:

[1] http://www.weforum.org/
[2] ‘Dusnieworld in Mumbai’ http://eurodusnie.nl/2004/01/882.shtml
[3] http://www.wsfindia.org/charter.php
[4] De SWP is het tamelijk ‘succesvolle’ equivalent van de Nederlandse Internationale Socialisten (IS).
[5] ESF site van de horizontalen: http://www.esf2004.net/
[6] http://www.bastanetwerk.nl
[7] http://www.esf2004.net/content/view/29/2/
[8] Horizontalen emaillijst:

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Marco Eurodusnie.)