Ga naar de inhoud

Noam Chomsky over Actueel Anarchisme

‘We moeten met zorg de herinnering bewaren aan de anarchistische ideeën en bovenal de inspirerende strijd van mensen, die ervoor hebben gevochten zich te bevrijden van onderdrukking en overheersing. De manier om ons dat te herinneren moet er niet een zijn, waarbij gedachten en opvattingen in nieuwe vormen gestold raken. Ze moeten als basis dienen van waaruit men de sociale werkelijkheid begrijpt en tegelijk moet het werk wordt verricht om de noodzakelijke maatschappelijke verandering tot stand te brengen’. Noam Chomsky geciteerd door Normand Baillargeon. Waarom dat zo?

6 min leestijd
Placeholder image

Dese recensie van Thom verscheen eerder op de website van De Vrije

Noam Chomsky (1928), vermaard taalkundige, maatschappij filosoof, politiek activist, libertaire socialist, heeft zich in zijn lange leven regelmatig over het anarchisme uitgelaten. Zoals onlangs nog in een interview van 28 maart 2010.

De Canadese libertaire militant en docent onderwijswetenschappen aan de universiteit van Montreal, Normand Baillargeon, besteedt daar aandacht aan in een artikel in het Franse anarchistische weekblad ‘Le Monde libertaire’, nr. 1592 van 22-28 april 2010. Het artikel heeft als titel: ‘Chomsky, Enkele opmerkingen over actueel anarchisme’. Inmiddels heeft Baillargeon zijn artikel ook op zijn weblog gezet, zie: http://nbaillargeon.blogspot.com/ .

Baillargeon plaatst zijn beschouwing in een wat ruimer kader dan ik hier zal doen. Ik geef slechts enkele springende punten weer uit de antwoorden die Chomsky geeft op de vragen aan hem tijdens het interview gesteld. Het interview is te lezen op de site.

Wat Chomsky hier verwoordt komt mij voor als iets dat ook elders in de wereld, dus bijvoorbeeld Nederland, herkenbaar moet zijn. Chomsky betrekt zijn observaties echter voornamelijk op de Verenigde Staten. Zo merkt hij op dat er heden wel een zeer groot aantal mensen rond loopt dat zichzelf anarchist noemt. Maar is er ook een ‘anarchistische beweging’? Het is een retorische vraag, want waar hij op ingaat is het ‘atomisme’ en het ‘sektarisme’ onder anarchisten: ‘today’s anarchisme in the United States (..) is extremely scattered, highly sectarian’ en er is veel intolerantie onder elkaar.

Om tot een ‘beweging’ te geraken, moeten anarchisten elkaars verschillen en controverses weten te accepteren, oppert hij. Zij moeten actiepunten zoeken waarbij die verschillen er niet toe doen. Zo noemt hij het actievoeren tegen kernwapens en de verspreiding van kernwapentechnologie. Daarbij geeft hij een ‘pijnpunt’ aan dat om overwinning vraagt: de puriteinse zelfverzekerdheid van velen. ‘The insistence on purity of proposals simply isolates you from effectiveness in activisme’. Waar verwijst Chomsky naar?

Iedere anarchist is het er over eens dat het bestaande maatschappelijke bestel radicaal om moet. We moeten af van het sociale systeem dat is gegrondvest op verspilling etc. De vraag is hoe? Niemand heeft daarop een sluitend antwoord. In ieder geval is het antwoord niet: roepen dat je wil leven in een vrij en rechtvaardige samenleving. Dat is iets om naar de streven op de lange termijn. Dat is een ‘proposal’, een voorstel, in de gedachte van Chomsky, ter onderscheid van ‘advocacy’, pleitbezorging. Een voorstel kan zijn dat iedereen in vrede moet kunnen leven, en dat iedereen moet kunnen samenwerken zonder in enige hiërarchisch verband opgesloten te zitten. Wel, dat is een mooi voorstel voor een academisch ‘seminar’…

Pleitbezorging, ‘advocacy’, vereist meer dan zomaar een voorstel. ‘It means setting up your goals (proposal), but also sketching out a path here to there (that’s advocacy)’. En dit uitzetten van het pad van hier naar daar, dat vereist bijna onveranderlijk kleine stapjes. Het vereist een rekening houden met de bestaande sociale en economische werkelijkheid en ideeën over hoe toekomstige instituties tot stand te brengen binnen de bestaande maatschappij, om Bakoenin te citeren, merkt Chomsky op. En ik voeg eraan toe dat dit naar mijn smaak tevens een verwijzing naar Karl Poppers (1902-1994) ‘peacemeal engineering’ inhoudt, want spreekt Chomsky ook niet over ‘mild reformist tactics’?

Maar is dat zo ‘mild’ wat hij voor ogen heeft? Immers hij spreekt over activisme betreffende ‘workers rights, specific environmental issues, problems of poverty and suffering, imperialism and so on’. Kortom, al die problematieken die regelmatig ook op deze site aan de orde worden gesteld. En hij voegt er nadrukkelijk aan toe: dit zijn de zaken die ons moeten bezighouden ‘if you want to advocate long-term, significant social change towards a more free and just society’.

Daarna wordt hem de vraag voorgelegd of de ‘vernietiging van de staat’ niet een betere strategie is in het kader van het bestrijden van ‘business power’. Chomsky heeft hierop een eenvoudig antwoord, namelijk: dat is geen ‘betere’ strategie, omdat er in het geheel geen strategie is. De strategie van de ‘vernietiging van de staat’ zit namelijk op het zelfde niveau als voor te stellen: ‘laat er vrede en gerechtigheid heersen’.

Hoe ga je te werk bij de vernietiging van de staat? Kan je een manier bedenken hoe dat te doen? Werkelijk alles zou in elkaar storten, want er is niets dat de plaats ervan kan innemen, gaat hij door, tenzij… Kijk, zou er een bloeiend en krachtig netwerk van coöperaties, van gemeenschappelijke organisaties, van door arbeiders zelfbestuurde industrieën bestaan, dat zich uitstrekte over het hele land, over de hele wereld, ja dan pas kan je praten over ‘vernietiging van de staat’.

Dit ontkent niet het gevaar van de staat. Maar het aantal machtssystemen is veel groter. En wat het allemaal nog gevaarlijker maakt, is dat die systemen nauw met elkaar verbonden zijn. Het gevaarlijkste systeem betreft de ‘business power’. Het gaat hier om een ontelbare hoeveelheid ‘private tyrannies’. En ja, daarna komt de ‘state power’. Dit zijn allemaal werkelijke problemen. Maar laten we nu eens naar de problematiek van de strategieën kijken, zegt Chomsky. Neem bijvoorbeeld eens de gezondheidszorg bij de kop, zo stelt hij voor (bedenk dat hij over de VS spreekt).

Wat zal de strategie zijn om iets te doen aan de verbetering van tientallen miljoenen mensen, die van gezondheidszorg zijn verstoken? Het probleem daarbij is, dat het gaat om een ongeregeld, geprivatiseerd systeem dat gezondheidszorg alleen verleent aan welgestelden. Wat doe je daaraan? ‘Laten we de staat vernietigen!’, wordt er dan geroepen. Maar dit heeft helemaal niets met strategie te maken. Wat de korte termijn vereist, is de ontwikkeling van een nationaal gezondheidszorgsysteem voor iedereen toegankelijk. En dat wil ook een meerderheid van de bevolking al heel lang. Je hoeft dus niet erg veel muren af te breken om voor het bereiken van dat doel mensen te organiseren. Chomsky erkent: dat is niet het innemen van een ‘anarchistische positie’; het is eenvoudig weg een basale, menselijke positie.

Is er voor anarchisten een taak die mede verwijst naar een lange-termijn project? Chomsky meent van wel: je moet erop uit om mensen duidelijk te maken dat ze zichzelf organiseren rond de punten die hen aan het hart gaan, die hen zelf betreffen. Die punten moeten dan in verband worden gebracht met lange-termijn projecten van een anarchistische signatuur. Mensen kunnen de fabrieken overnemen en deze zelf beheren. We hebben het in het verleden gezien. Veel meer bestaat er eenvoudig weg niet. Er zijn wat leiddraden voor hoe een toekomstige libertaire maatschappij er uit moet zien, maar specifieke antwoorden zijn er niet. Onze kennis is gewoon niet toereikend genoeg, merkt Chomsky op.

Het gaat dus om organisatorische strategieën rond punten die mensen in het dagelijks leven herkennen en die korte-termijn doelen dienen, om dat dan te combineren met lange-termijn doelstellingen. Er moet dus al een deel in het heden zijn gerealiseerd om als basis te dienen voor een maatschappij die gevestigd is op vrije organisatie, solidariteit, zelfbestuur etc. Dit is wat Chomsky zich voorstelt in het kader van strategisch denken. Je moet je dus niet bezighouden met een abstract vraagstuk van de ‘vernietiging van de staat’, omdat we daar geen strategie voor hebben.