Neo-liberalisme is belangrijkste oorzaak Turkse mijnramp
Honderden mijnwerkers zijn overleden door de mijnramp op 13 mei 2014 in de stad Soma in West-Turkije. De gebeurtenissen vóór en ná de ramp laten duidelijk zien hoe het neo-liberalisme in zijn totaliteit werkt.
(Oorspronkelijk verschenen bij doorbraak Foto: Medewerker Erdogan trapt familielid mijnwerkers)
Vóór de mijnramp
In 2005 besluit de Turkse AKP-regering om de mijnen in Soma te privatiseren. Het toen opgerichte bedrijf Soma Holding, waarvan de eigenaar nauwe banden heeft met de AK-partij, neemt de mijnen over van het staatsbedrijf Türkiye Kömür İşletmeleri (Steenkoolbedrijven Turkije).
Vanmiddag (za 17 mei) vanaf 15:00 uur is er een protest tegen de massamoord op de mijnwerkers op het Museumplein in Amsterdam. Georganiseerd door Gezi Solidariteit Nederland. |
De eigenaar van Soma Holding, Alp Gürkan, vertelt tijdens een interview in 2012 dat hij ervoor gezorgd heeft dat de kosten van de kolenmijnen in Soma zijn gedaald van 130 à 140 dollar per ton steenkool naar 23,80 dollar, inclusief de vijftien procent die aan de Steenkoolbedrijven Turkije wordt betaald. De interviewer vraagt of deze vermindering van de kosten niet voor veel winst heeft gezorgd, waarop Alp Gürkan antwoordt: “Als we geen winst zouden maken, zouden we nooit in deze business zijn gegaan”.
Er werden ook onderaannemers ingeschakeld. Het bedrijf van Alp Gürkan runt namelijk slechts het hoofdgedeelte van de mijnen, alle andere delen worden gerund door onderaannemers. Die uitbesteding ging gepaard met het verminderen van de vakbondskracht van de mijnwerkers. Niet slechts omdat het door de verschillende onderaannemers voor hen moeilijker wordt om zich te organiseren, maar vooral ook omdat de AK-partij in Soma samen met de werkgevers het bestuur van de vakbond in Soma heeft gekaapt. Zo zijn de politiek, de werkgever, en de vakbond zo’n beetje een en dezelfde club geworden. Dat geldt ook voor de inspectie. De bedrijven die een goede relatie onderhouden met de AK-partij worden slechts voor de vorm geïnspecteerd. Er verschijnen nu verhalen van mijnwerkers op sociale media waarin ze aangegeven dat de inspectie van te voren aankondigt dat men langs komt, en dat er door de werkgever zelfs barbecues worden georganiseerd voor de inspectie.
Kortom, de privatisering van de mijnbouw in Turkije, die begon in 2002, heeft geleid tot het ontstaan van onderaannemers, het verminderen van de kosten per ton kool, en het verminderen van vakbondskracht. Met andere woorden: na de privatisering is alles op alles gezet voor winstmaximalisatie. Het gevolg daarvan was dat het dodental onder arbeiders in de mijnbouw steeg met veertig procent. Daarnaast ontstond er kinderarbeid: een van de overledenen van de mijnramp in Soma was een kind van vijftien jaar. Er kwam meer onzekerheid en onveiligheid voor de mijnwerkers. De werkdruk steeg enorm, en de lonen kwamen op ongeveer vijf lira (1,73 euro!) per uur, een enorme onderbetaling.
De drang naar winstmaximalisatie heeft er ook voor gezorgd dat eerdere signalen over de onveiligheid in de mijnen in Turkije werden genegeerd. Deze signalen waren zowel afkomstig van de oppositiepartijen als van experts. In 2010 heeft de Kamer van Mijnbouwingenieurs, Maden Mühendisleri Odası, een document uitgebracht met als titel “Verslag van arbeidsongevallen in de mijnbouw”. Met technische details laten ze in dit document zien wat in de mijnbouw in Turkije de tekortkomingen zijn en hoe er spoedig ingegrepen moet worden.
Daarnaast hadden oppositiepartijen zes maanden geleden gevraagd om een onderzoekscommissie op te richten om de veiligheid van de mijnbouw in Soma te onderzoeken. Er kwamen namelijk eerder al berichten dat de situatie onveilig was en dat er doden vielen. Tussen begin 2011 en eind 2013 zijn er elf mijnwerkers overleden in Soma. Ook nu komen er berichten dat er vaak sprake was van brand in de mijnbouw. De regerende AK-partij weigerde om het onderwerp van de oppositiepartij op de agenda te zetten. Ongeveer twee weken geleden kwam het verzoek toch op de agenda, maar werd het verworpen met als argument dat de betreffende minister het wel ging regelen.
Ná de mijnramp
Twee weken later, op 13 mei 2014 rond 15.00 uur, ontstond de mijnramp in Soma. Hierna werd het ware gezicht van de neo-liberale politiek nóg duidelijker zichtbaar. De privatisering en daarmee ook de drang van de werkgever tot winstmaximalisatie is namelijk niet los te zien van hoe het staatsapparaat werkt.
Hierboven is de relatie tussen de werkgever en de staat genoemd. De staat privatiseert de bedrijven en geeft ze aan werkgevers met wie men goede banden heeft. Na de mijnramp in Soma is premier Erdogan op bezoek geweest. Tijdens dit bezoek vallen er een aantal gebeurtenissen op. Om te beginnen wordt de premier door iedereen uitgejoeld. Mensen scanderen leuzen dat de regering moet aftreden en dat de staat de moordenaar is.
Er is een enorme afstand tussen de mensen in Soma aan de ene kant en de premier en werkgever aan de andere kant. Zo heeft de werkgever bijvoorbeeld laten weten dat hij de afgelopen drie jaar nooit in Soma is geweest. De afstand tussen de samenleving en de premier was niet slechts zichtbaar door de reacties van mensen dat ze de premier als schuldige aanwijzen, maar ook door de inzet van 3.500 politieagenten en gendarmes in Soma. De afstand was niet slechts figuurlijk, maar ook letterlijk. Er stonden twee rijen politieagenten en twee rijen gendarmes tussen de mensen en de premier, terwijl aan de andere kant de premier handen ging schudden met de werkgever.
Daarnaast werden gelijk na de ramp waterkanonnen en politie ingezet op het Taksim-plein in Istanboel, omdat de regering geen solidariteitsacties wilde vanuit de samenleving. Toch werden er op veel verschillende plekken in Turkije solidariteitsacties gehouden, waarbij de politie hard ingreep. De dag na de mijnramp zijn er protesten geweest bij het hoofdkantoor van Soma Holding in Istanboel, waarbij ook veel politie aanwezig was. Verschillende vakbonden en belangenorganisaties hebben stakingen aangekondigd, er kwamen solidariteitsverklaringen van hooligangroepen tot politieke bewegingen, en ook internationaal was er veel aandacht.
Niet alleen de politie en gendarme gebruikte geweld tegen mensen, maar ook de adviseur van de premier en zelfs de premier zelf deden dat. Op foto’s is te zien dat de adviseur van de premier, Yusuf Yelken, iemand aan het trappen is die op de grond ligt en door twee gendarmes wordt vastgehouden. Volgens verschillende bronnen was deze persoon een kennis of familie van een overleden mijnwerker. Vervolgens is op beelden vastgelegd dat de premier in een supermarkt iemand uitscheldt als “zaad van Israël” en daarop een klap uitdeelt op zijn of haar gezicht. Het gebruik van geweld tegen de samenleving en vóór de werkgever en de staat is de dagen na de mijnramp goed zichtbaar geworden.
Naast dat Erdogan een klap uitdeelt met zijn handen, doet hij dat ook met woorden. Tijdens de persconferentie zegt hij dat dit incident niet gezien moet worden als iets dat nooit gebeurt in koolmijnen: “Deze dingen gebeuren, het hoort bij het vak”. Om zijn woorden kracht bij te zetten, gebruikt Erdogan voorbeelden van de mijnrampen in Engeland in de negentiende (!) eeuw. Ook benadrukt hij dat extremisten deze gebeurtenissen zullen misbruiken, maar dat het belangrijk is dat we voor de vrede en eenheid van het land daar geen aandacht aan zouden moeten geven.
Pas na deze woorden groeit het protest in rap tempo, omdat iedereen weet dat dit geen ongeval is, maar moord. Daarbij komt nog dat er leugens worden verspreid waar de media een belangrijke rol in spelen. Zo zou de mijnbouw in Soma bijvoorbeeld een van de veiligste van Europa zijn. Maar er komen via sociale media ook berichten van bewoners van Soma dat het aantal doden veel hoger ligt dan de ongeveer driehonderd die nu door de overheid worden erkend. Er zouden zelfs helemaal onderin de mijn, waar nauwelijks zuurstof is, onverzekerde en onderbetaalde Syrische vluchtelingen aan het werk geweest zijn.
Zo geven de gebeurtenissen voor en na de mijnramp een goed beeld van de manier waarop het neo-liberalisme werkt: de werkgever zet alle middelen in om de winst te maximaliseren, waarbij mensenrechten en mensenlevens onbelangrijk zijn. De staat zet alle middelen in om de werkgever te beschermen, waarbij mensenrechten en mensenlevens onbelangrijk zijn.
Cihan Ugural