Nederlands regeerakkoord, migratie en politieke moed
Bij het lezen van het Nederlands regeerakkoord was ik verbaasd hoeveel het gaat over identiteit-vluchtelingen-migratie-terrorisme (voor hen allemaal hetzelfde). De Nederlandse regering gaat meer investeren in veiligheid, onderwijs en zorg. In die volgorde!
(Door Frank Slegers, oorspronkelijk verschenen op Ander Europa)
Idem dito elders in Europa: in Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, en ik vergeet er vast nog een paar, overal leken deze kwesties de centrale inzet van verkiezingen. Waar het me om gaat is de proportie, de dominantie in het beleid die in geen enkele verhouding lijkt te staan tot de realiteit die je afleest in cijfers en serieus maatschappelijk onderzoek.
Ik ben er altijd van uitgegaan dat de heersende klasse weliswaar schoften zijn, maar rationele schoften, met een goede inschatting van het eigen belang. Eerst dacht ik dus dat het regime tegen heug en meug toegaf aan de (electorale) druk van een deel van de bevolking (denk aan Angela Merkel). Maar je kan er niet omheen dat vandaag vanuit het regime zelf deze politieke evolutie meer en meer actief wordt gepromoot (denk aan Sybrand Buma of Mark Rutte). Wat bezielt hen? Hebben ze echt geen belangrijker katten te geselen?
Wat bezielt hen?
Het antwoord lijkt te liggen in de ontwikkeling van de globalisering: de productie zelf wordt geglobaliseerd, maar deze wereldwijde verknoping heeft geen duidelijke hiërarchie meer. Er is geen onbetwiste leider meer: de VS, China, Japan, Europa,…, Allen tegen allen met de daarmee gepaard gaande instabiliteit is de orde van de dag. Maar isolationisme is dus geen oplossing. Als het Nederlands regeerakkoord een zin bevat die de nagel met de kop slaat is het wel deze: “We verdienen een groot deel van ons inkomen in het buitenland”. Terugplooien is dus geen optie, integendeel, meer dan ooit moet je je tanden laten zien op het wereldtoneel.
De paradox is dan deze: om de bevolking mee te krijgen in deze wereldwijde ratrace helpen een sterk identiteitsdiscours en een stevige portie vreemdelingenhaat. De crisis met minister Jeanine Hennis over de investeringen in defensie kwam ook mooi op tijd.
Het probleem van de Europese Unie is overigens juist de afwezigheid van een sterke Europese identiteit. Als er al zoiets bestaat als een Europese identiteit zou het wel eens die van losers kunnen zijn, de vrees het onderspit te delven tegen nieuwe opkomende machten. De onderhuidse sociale crisis die het gevolg is van decennia neoliberaal beleid wordt op het conto geschreven van de oneerlijke concurrentie door werkende mensen van elders. Voor een Rutte of Buma is het dus moeilijk laveren tussen Nederlandse en Europese identiteit.
Vrijhandel en apartheid
De migratie die het politieke debat beheerst is nauw verbonden met het hoger beschreven beeld van de globalisering. Kijk maar waar de migranten vandaan komen: uit onder druk van de neoliberale globalisering uiteengevallen staten, failed states in het jargon – het ontwikkelingsmodel rond sterke staten uit de jaren 1950 is door de neoliberale profeten illegaal verklaard, enkel landen zoals China legden dit verbod naast zich neer; of uit landen getroffen door wat verkeerdelijk burgeroorlogen worden genoemd, in feite oorlogen aangejaagd door mondiale en regionale machten die elk hun eigen milities bewapenen, het soort proxy-militaire interventies waar de arabische lente het slachtoffer van werd.
Arbeidsmigratie gaat niet meer om contingenten Marokkaanse of Turkse arbeiders die in overleg met hun regeringen naar hier worden gehaald om de steenkoolmijnen draaiend te houden Op de keper beschouwd is ook de arbeidsmarkt vandaag wereldwijd geïntegreerd: Chinese arbeiders blijven in China om de productiekosten van een Ipad in de hand te houden. Met tewerkstellingsvergunningen en Blue Cards wordt een zekere overloop van arbeidskrachten gereguleerd. Maar globaal gezien functioneert de globalisering met een gesegregeerde arbeidsmarkt, wat in andere tijden apartheid werd genoemd.
‘Illegale’ arbeidsmigratie is dan een soort lek in dit systeem, veroorzaakt door ineengestorte staten en uit de hand gelopen proxy-oorlogen.
Kijken naar het globale plaatje
De discussie over wat een arbeidsmigrant is, en wat een échte vluchteling, is geen zinloze haarkloverij. Het beschermen van het statuut van vluchteling is belangrijk, nu de Conventie van Genève over vluchtelingen van alle kanten onder vuur ligt. Het zou een vergissing zijn dit specifieke gevecht niet te voeren onder voorwendsel dat alle mensen die naar hier komen daar een goede reden voor hebben, of dat alle mensen sowieso recht van vrij verkeer moeten hebben net zoals goederen of kapitaal.
Maar een links programma moet steunen op het globale plaatje. Terugplooien op de nationale grenzen is geen optie: we zouden dommer zijn dan Rutte en Buma wier identitair verhaal echt wel een internationaal perspectief dient. Een internationaal perspectief kan ook gebaseerd zijn op samenwerking. Dat begint al met de manier waarop je kijkt naar mensen die van elders komen. In België of Nederland werken bijvoorbeeld heel wat Polen. Je kan die mensen bekijken als instrumenten van sociale dumping: ze hebben hier niet zelf voor gekozen, dus we gaan ze niet belagen, maar het zou toch fijn zijn als ze weerkeren naar hun eigen land. Je kan ze daarentegen ook bekijken als een kans: in de strijd voor een ander Europa hebben we een groot land als Polen nodig, en de grote aantallen Polen hier bieden een kans voor grensoverschrijdende solidariteit en organisatie. Het scheelt met andere woorden een slok op een borrel hoe je kijkt naar mensen uit Polen (of uit Senegal, China,…
Misschien staan we op een keerpunt, te vergelijken met de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Er heerste toen een sterk nationalistische sfeer, soldaten paradeerden in een feestelijke sfeer op weg naar de grote slachtpartij waar ze nog geen vermoeden van hadden. De sociaaldemocratie bleek niet opgewassen tegen deze nationalistische druk, en stemde de oorlogskredieten. Politiek links stapt vandaag in de regel niet mee in het racistisch discours, maar toch valt op hoe delen niet thuis geven als het gaat over de drama’s in de Middellandse Zee, of meedenken met fantasmen zoals ‘opvang in de regio’. Gebrek aan politieke moed, of erger?
Frank Zappa
Tijdens het schrijven van dit artikel luisterde ik op Spotify naar de Halloween sessies van Frank Zappa, onder meer over Bobby Brown en diens American dream. Wat een geweldige muzikant was dat toch. (fs)