Ga naar de inhoud

Markten als jakhalzen en de druiven van de gramschap

De neoliberale EU en de financiėle markten

7 min leestijd
Placeholder image

 

Wie een gecondenseerd zicht wil krijgen op de schade en de mislukkingen van het neoliberaal kapitalisme, moet gewoon maar kijken naar de enorme druk die de financiële markten hebben doen wegen op Griekenland (en in het kielzog daarvan op Spanje, Portugal en uiteindelijk op de Europese constructie van de eurozone) en naar de politieke mediaheisa in verband met de “redding” van dit land door de Europese Unie. Hoe kan deze financiële wurggreep gelost worden?

De enorme crisis die de wereld meemaakt sinds 2007 is helemaal op rekening te schrijven van diegenen die het toppunt van hun ontwikkeling bereikt hebben en die zo hard aan de touwen van de speculatie getrokken hebben dat het speeltje stuk is: de financiële markten. Met financiële markten bedoelen we de privé-investeringsfondsen, de banken, de pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen. Allen hebben ze geprofiteerd van de euforische periode voor de crisis met de ruime kredietmogelijkheden om hun zakenimperium constant te herstructureren in functie van de winst door zich meester te maken van alle veelbelovende activiteiten. Allen hebben ze de hulp ingeroepen van de centrale banken en vervolgens van de staten om hen te redden van het faillissement. Met het geld van de gemeenschap moesten hun rotte aandelen en nepkredieten opgevangen worden.

Veel modale Amerikaanse gezinnen hebben er hun woonst bij verloren, veel loontrekkenden in de wereld verloren hierdoor hun job, tientallen miljoenen mensen vervoegden het leger van de armsten en de belastingsbetalers zullen vroeg of laat de lege staatskassen moeten vullen.

Er is inderdaad een totaal surrealistische dimensie aan deze crisis: de staten hebben hun relanceplannen moeten verveelvoudigen en hiervoor waanzinnige sommen lenen bij de financiële markten die ze net van het bankroet gered hadden. Het openbaar deficit bereikt nieuwe records (10 % van het BBP in de Verenigde Staten, 12% in het Verenigd Koninkrijk, 8,4% in Frankrijk , 11% in Spanje en 12,3 % in Griekenland). Idem voor de openbare schuld (meer dan 200% van het BBP in Japan, 90% in de Verenigde Staten, 112% in Italië, 72% in Frankrijk en 112% in Griekenland).

En wat doen de financiële operatoren? Ze blazen de jachthoorn ten aanval. Griekenland heeft een lening nodig van 20 luttele miljard euro (vergeleken met de 11.000 miljard die sinds drie jaar in de wereld geļnjecteerd werden om de financiële wereld te ondersteunen) in de periode van april tot mei. Griekenland ziet zich een interestvoet van 6,76 % opgelegd voor zijn staatsbons, praktisch twee keer meer dan de interesten die de ‘deugdzame’ staten moeten betalen.

Wie maakt trouwens dat onderscheid tussen ‘deugdzame’ landen en ‘slechte betalers’? De rating agencies, dezelfde waarvan de vooruitziendheid zo legendarisch was in de jaren 2000. De financiële markten gebruiken deze agencies om hun volgende slachtoffers aan te duiden en in het vizier te nemen. Zij spreken van PIGS, hun schimpwoord voor Portugal, Ierland, Griekenland, Spanje en IJsland. Zij vallen deze zwakste schakels aan, zo kunnen ze maximale winst maken op korte termijn en exorbitante risicopremies eisen. Terwijl iedereen weet dat het risico altijd op het einde van de rit op de kap van de gemeenschap zal worden afgeschoven.

Het Europees failliet
De Europese Unie levert nu het bewijs dat de principes die haar leiden aan de basis van de crisis liggen en tevens verhinderen dat ze ten gronde aangepakt kan worden. Gebonden door de verdragen van Maastricht en Lissabon kunnen de leden van de Unie geen beroep doen op de Europese Centrale Bank om de sommen te lenen die nodig zijn om uit de modderpoel te geraken. Zo zijn ze veroordeeld tot de bedelstaf en moeten ze aan de financiële instellingen duurbetaalde noodhulp vragen. Daarbij kunnen de banken zich herfinancieren bij de Europese Centrale Bank, door er de staatsbons te beleggen. Dat de regeringsleiders van de Eurozone uiteindelijk in het tweede weekend van mei hebben ingegrepen en enkele principes opzij hebben geschoven is alleen te wijten aan het feit dat de constructie van de euro bedreigd was en de Europese constructie op sterven na dood).

Gehuld in de valse deugdzaamheid van de concurrentie is de Unie niet uitgedacht om de solidariteit uit te bouwen tussen 27 landen die sterk verschillende ontwikkelingsniveaus hebben en waarvan de politieke macht ook sterk ongelijk is verdeeld is (Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië hebben duidelijk veel meer invloed dan bijvoorbeeld België, Portugal, Griekenland, Ierland; en wat te denken over de politieke macht van de Oost-Europese landen?) Verlamd tussen 2007 en 2008 bij de vloedgolf van de wereldcrisis is ze monddood gebleven gedurende meer dan een jaar terwijl de financiële eisen waarmee Griekenland opgezadeld werd maar bleven groeien, met als gevolg dat de hele eurozone op springen stond. Er was geen enkel mechanisme voorzien om te anticiperen op de moeilijkheden die een lidstaat kan ondervinden om dit land te helpen om ze te overwinnen.

Vermits alleen de vrije concurrentie kracht van wet heeft kan er geen sprake zijn van solidariteit. De artikels 102 en 104 van het verdrag van Lissabon, verbieden dat de Unie de schulden van een lidstaat, lid van de eurozone, zou garanderen.

Maar iedereen weet dat wanneer de zwakste schakel het begeeft, de ganse ketting stuk is. Zo werden Duitsland en Frankrijk gedwongen het hoofd te nemen van de reactie voor het te laat was. Zij deden dit terwijl ze er tezelfdertijd voor zorgden dat dit niet als een precedent zou lijken dat duidelijk zou maken dat er absoluut nood is aan een politiek Europa. Door van de Grieken een nog zwaarder saneringsplan te eisen, moeten de Duitse kanselier en de Franse president ongetwijfeld vergeten zijn dat in 2003 hun beider landen de regels hadden geschonden die ze zelf hadden ingesteld. Het waren de regels die sancties voorzagen bij overdreven deficit. Kortom, fiasco, kakofonie en impasse van een neoliberaal bestuur van de Unie en van de euro, waarvan het zogezegde anticrisisschild, verdampt is.

Halt aan het vuur!
De brand van de crisis is nog niet geblust. De vlammen zullen terug opflakkeren zodra de financiële markten, op adem gekomen ten koste van de publieke fondsen, opnieuw op de as gaat blazen.
Het zijn de zwakste bevolkingen die het gelag betalen van de fratsen van de financiers en van de onbekwaamheid van de regeerders: gisteren de bevolkingen uit het Zuiden, uitgehongerd door de speculatie op de graangewassen en de gronden, vandaag de Griekse arbeiders, die een vernietigend besparingsplan ondergaan, intussen de werkenden en werklozen in Spanje en Portugal en morgen zullen het nog anderen zijn. In het zicht van de huidige gebeurtenissen winnen de voorstellen om te breken met de neoliberale orde, sterk aan kracht.
Ondermeer:

  • remtaksen (Tobintaks, Financiële Transactietaks,…) op de financiële transacties;
  • opheffing van de markten met wederzijdse toestemming om te verhinderen dat verzekeringstitels zouden uitgewisseld worden om te ontsnappen aan de nadelen van de CDS (credit default swaps), waardoor de speculatie zichzelf voedt;
  • publieke controle van de banksector
  • drastische vermindering van te grote kloof tussen de inkomens. Zoals in de jaren dertig van de vorige eeuw, temidden de Grote Depressie, waarin John Steinbeck schreef: de druiven van de gramschap zijn te veel geperst.

Vandaag storten de financiële markten, decennialang gevoed door de neoliberale EU, zich inderdaad als brutale jakhalzen op de nationale staten van diezelfde EU waardoor onze sociale welvaart zwaar onder druk komt.
We hebben alle redenen om een onhoudbare situatie te weigeren.

————————–

PIGS : cochons de marchés ou Les raisons de la colère werd vertaald door Jules Debroux waarvoor onze beste dank. De originele vertaling verscheen bij Attac-Vlaanderen.