Manifest voor een rechtvaardige economie voor een eindige planeet
Naar aanleiding van het verschijnen op 22 september van de Nederlandse vertaling van het spraakmakende boek Prosperity without Growth van prof. Tim Jackson (VK), wil dit manifest ook in de Lage Landen het debat aanwakkeren over de noodzaak van de transitie naar een andere economie die ecologische grenzen respecteert en sociale rechtvaardigheid realiseert.
Oorspronkelijk verschenen op de website deWereldMorgen.be
Dezer dagen benadrukt haast elke politicus in de rijke landen de noodzaak van economische groei. Dat is begrijpelijk: met de vergrijzing op komst en de enorme schulden die de overheden torsen, is de nood aan economische groei om zo de pil te vergulden – het relatieve gewicht van de pensioenen en besparingen tegenover ons inkomen te verminderen – misschien nog nooit zo groot geweest in de voorbije 50 jaar. Jacksons boek pleit niet voor een onmiddellijke stop aan de groei. Dat is sociaal, politiek en economisch niet haalbaar. De auteurs beseffen t evens dat een land alleen hier moeilijk tegen de wind in zal kunnen gaan. In het boek wordt gedacht aan een overgangsscenario van 30 jaar om dit mogelijk te maken.
Daarmee verricht dit boek hoogst belangrijk pionierswerk want ook de nood om grenzen aan de groei te stellen is nog nooit zo groot geweest. Sinds het midden van de vorige eeuw is de mondiale economie immers meer dan vervijfvoudigd. Als ze aan dit tempo blijft groeien, zal ze op het einde van deze eeuw tachtig maal groter zijn dan ze was in 1950. Iedereen beseft dat dit onmogelijk is, nu al worden de ecologische grenzen overschreden. Toch blijven de consequenties van deze fundamentele vaststelling grotendeels onbespreekbaar en onbesproken. Zoals Jackson schrijft: ‘Elke samenleving klampt zich vast aan een mythe. Onze mythe is die van de economische groei.’ Het is de hoogste tijd dat we deze mythe ontkrachten. Het westerse, groeigerichte ontwikkelingsmodel bevindt zich in een diepgaande systeemcrisis. He t verbruikt steeds meer grondstoffen en energie, en steeds meer schuldgedreven consumptie.
Bovendien herleidt de zoektocht van burgers naar zin en betekenis tot alsmaar meer consumeren.
De realiteit dwingt ons om uitwegen te vinden uit het fundamentele dilemma van het huidig economisch model: aangehouden economische groei is ecologisch gezien onmogelijk, terwijl krimp leidt tot maatschappelijke onstabiliteit. Om uit dit dilemma te geraken, moeten wij op een andere manier leren nadenken over de fundamenten van een florerende economie. Het herdefiniëren van begrippen als vooruitgang, welvaart, persoonlijk en maatschappelijk welzijn is één van de meest urgente en gewichtige opdrachten die ons te wachten staat, zoals recent ook werd aangegeven door het VN-ontwikkelingsprogramma.
De milieu-impact van de totale wereldbevolking overschrijdt al sinds het midden van de jaren tachtig de draagkracht van de Aarde en neemt elk jaar toe. Wanneer de draagkracht van de Aarde systematisch overbevraagd wordt, dan heeft dit gevolgen voor de bestaansbasis van het (menselijke) leven op deze planeet. Naast de opwarming van het klimaat, worden we in toenemende mate geconfronteerd met het versneld teloorgaan van soorten, de verzuring van de oceanen, de achteruitgang van de visbestanden en diverse vormen van grondstoffenschaarste. Voeg hierbij de naderende olieschaarste van peak oil en de manifeste ongelijkheid in de wereld en je weet dat ons turbulente tijden te wachten staan.
Om ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid te realiseren, is er behoefte aan een overgang of transitie naar een nieuw (ecologisch-)economisch model, dat een hoge levenskwaliteit weet te koppelen aan een lage milieu-impact, en dat tevens de ongelijkheid tussen en binnen landen drastisch terugdringt. Om ecologisch duurzaam te zijn, moet de doorstroom van materialen en energie binnen de draagkracht van de Aarde blijven. Op lange termijn betekent dit een steady state of stationaire toestand: een economie waar men ontwikkeling eerder beschouwt als verbetering van de kwaliteit van het leven eerder dan het consumeren van almaar dingen. Dit inzicht is vooral relevant voor de zogenaamde rijke landen. De grote meerderheid van de mensheid stelt het met zoveel minder materiële welvaart dan in de rijke landen, en leeft dikwijls nog op de rand van de hongersnood. Daar is uiteraard nog veel economische groei en een goede verdeling van de welvaart nodig. De rijke landen zullen hun milieu-impact sterk moeten reduceren. Een drastische dematerialisering (hetzelfde produceren met minder grondstoffen en energie) is een noodzakelijke voorwaarde voor ecologische duurzaamheid. De almaar toenemende doorstroom van materialen en energie door de economie moet volgens toonaangevende milieuwetenschappers met een Factor 10 afnemen. Deze daling met 90 procent kan niet gerealiseerd worden door louter te mikken op de zogenaamd e ontkoppeling tussen BNP-groei en milieudruk. Hoezeer deze dematerialisering ook noodzakelijk is, gegevens over de afgelopen decennia bieden weinig hoop dat een absolute Factor 10-reductie mogelijk is in een groeiende wereldeconomie. Of het nu gaat om de productie van voedsel (vooral vlees), metalen of elektronische apparatuur, men zal altijd een bepaalde hoeveelheid grondstoffen, water en energie nodig hebben. Het is een illusie om te denken dat het einde van het materiaaltijdperk in zicht is of dat ontkoppeling altijd maar kan doorgaan. Jackson stelt terecht dat zij die ontkoppeling promoten als een vluchtroute uit het dilemma van de groei beter moeten kijken naar de historische bewijzen – en naar de eenvoudige wiskunde van het groeiverschijnsel. Dit doet denken aan het provocerende citaat van de ecologische econoom Kenneth Boulding: ‘Anyone who believes exponential growth can go on forever in a finite world is either a madman or an economist.’
We kunnen er ni et omheen: de BNP-groeidwang van het huidige economische systeem moet beëindigd worden door een geleidelijke overgang of transitie naar een ecologisch economisch model waar consumptiegroei niet langer noodzakelijk is. Dat klinkt makkelijk maar het is het niet. Immers, het huidige systeem genereert meteen werkloosheid zodra de economie minder snel groeit dan de productiviteit van de werknemers toeneemt. Dat is logisch: als de productiviteit met zeg maar 2 procent toeneemt, kan je dit jaar met 98 mensen hetzelfde maken als vorig jaar met 100. Als je iedereen aan het werk wil houden, moet je dus die 2 mensen ook dingen laten maken, zodat de ‘berg’ aan producten moet toenemen om iedereen aan het werk te houden. Het ontbreekt ons nog steeds aan een macro-economisch model dat economische en sociale stabiliteit kan garanderen zonder eindeloze consumptiegroei.
In Welvaart zonder groei gaat Jackson dieper in op het ontwerpen van zo’n robuust sociaal-rechtvaardi g én ecologisch macro-economisch model. Zijn theoretisch raamwerk is verhelderend en laat toe om het debat op een niveau hoger te tillen. Het richt zich op het doorbreken van de vicieuze cirkel van de elkaar versterkende factoren van schuldgedreven consumptie en een nieuwigheden-producerende economie. De meest invloedrijke factoren zijn de veranderingen in de structuur van de investeringen en de arbeidsmarkt. Essentieel in dit transitiegebeuren is de herwaardering van de publieke sector. In plaats van de ‘vrije markt’ te verstoren, zal de openbare sector een proactieve rol dienen te spelen in het beschermen van de macro-economische stabiliteit, het leveren van openbare diensten, en – fundamenteel – het investeren in groene productie- en consumptiesectoren (bv. grondstofefficiëntie, hernieuwbare energie, schone technologie). Het gaat om een verschuiving van private naar publieke investeringen die samenhangt met een ecologische ombouw van het belastingstelsel . Wat de arbeidsmarkt betreft, vormt het verkorten van de werkweek de structurele oplossing voor de uitdaging van het behoud van werkgelegenheid met een niet-toenemende materiële productie.
De economische crisis vormt een unieke kans om te investeren in de noodzakelijke verandering. Om doorheen concrete stappen een radicale trendbreuk te realiseren. De concrete invulling kan enkel door het openen van een publiek en politiek debat. In wat volgt omschrijven we alvast een agenda. Deze wordt geschraagd door drie grote uitdagingen: de ecologische grenzen bepalen en erkennen, het economische model ombouwen en de sociale logica wijzigen. Deze agenda, geïnspireerd door Jackson, is niet te nemen of te laten. Maar het is wel een van de eerste samenhangende voorstellen om de omslag te bewerkstellingen naar een andere economie.
.
AGENDA VOOR EEN ECOLOGISCHE ECONOMIE
I. Het vaststellen van de grenzen
De spilzucht van de consumptiemaat schappij put de natuurlijke hulpbronnen uit en laadt een onhoudbare last op de ecosystemen. Het is van het grootste belang om te bepalen tot hoever we met de hulpbronnen en het milieu kunnen gaan.
1. Grondstoffen- en emissieplafonds en reductiedoelstellingen
Naast broeikasgassen zijn er ook grenzen aan het gebruik van grondstoffen.
2. Fiscale hervorming voor duurzaamheid
Fundamenteel is o.m. de verschuiving van belastingen op arbeid naar belastingen op milieu-impact, inclusief de uitstoot van broeikasgassen.
3. Steun voor ecologische transitie in ontwikkelingslanden
De huidige beperkte steunmechanismen moeten fors worden uitgebreid.
II. Aanpassing van het economisch model
Een economie gebaseerd op de oneindige uitbreiding van materiële consumptie is ecologisch niet duurzaam, sociaal problematisch en economisch onstabiel. Dit veranderen vereist de ontwikkeling van een nieuwe macro-economie voor duurzaamheid: een e conomische motor die voor zijn stabiliteit niet afhankelijk is van doorgeschoten consumptiegroei en een groeiend materiaalverbruik.
4. Ontwikkeling van een ecologische macro-economie
We hebben een model nodig dat het gedrag van economieën begrijpt als deze zich voegen binnen ecologische grenzen.
5. Ecologische investeringen in jobs, activa en infrastructuren
Het gaat om een andere ecologie van investeringen waar kortetermijn winst niet centraal staat.
6. Financiële en fiscale voorzichtigheid
Andere investeringen gaan samen met het democratisch controleren van de financiële markten.
7. Het herzien van de nationale rekeningen
Het BNP zoals het nu berekend wordt, schiet schromelijk tekort. Het gebruik van alternatieve welvaartsindicatoren zoals de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) moet dringend worden ingevoerd.
III. Het veranderen van de sociale logica
Een voorwaarde voor blijvende welvaart is mensen uit de sociale logica halen die hen opsluit in een op het materiële gericht consumentisme als grondslag voor deelname aan het maatschappelijk leven, en ze gunstige gelegenheid bieden voor een duurzame en zinrijke levenswijze.
8. Arbeidstijdbeleid
Een algemeen streven vormt de meer gelijke verdeling van de beschikbare arbeid.
9. Aanpak van systeemgebonden ongelijkheid
Een ongelijke samenleving genereert negatieve gezondheids- en sociale effecten.
10. Het meten van ontplooiingsmogelijkheden van mensen
Want welvaart is meer dan productie en consumptie
11. Het versterken van het sociaal kapitaal
Welvaart bestaat ten dele uit de mogelijkheid om deel te nemen aan het gemeenschapsleven.
12. De cultuur van consumentisme ontmantelen
Het afbreken van de complexe mechanismen die ons voortdurend prikkelen tot consumeren.
Om het draagvlak voor de ombouw naar een andere economie te creëren, zijn wij er v an overtuigd dat de transitie rechtvaardig moet zijn. Een just transition houdt volop rekening met de sociale en werkgelegenheidsaspecten van het omschakelingsproces. Sociale dialoog en begeleidende maatregelen zijn essentieel. Anders dan nu mag de economie niet op maat gesneden zijn van de financieel en politiek machtigen. Samenlevingen horen er greep op te hebben om ze te sturen in het algemeen belang. De realisatie van de ombouw is de verantwoordelijkheid van alle burgers en maatschappelijke actoren. Gezien de potentiële kracht die schuilgaat in een verenigd progressief maatschappelijk middenveld, kan het een cruciale rol spelen in het op gang brengen, versnellen en vooral rechtvaardig maken van de broodnodige transitie naar een ander economisch model. Het is tijd.
.
Initiatiefnemers
.
Peter Tom Jones (Onderzoeksmanager KULeuven, co-auteur Terra Reversa (2009))
Dirk Holemans (coördinator Oikos – Denktank voor sociaal-ecologische verandering)
Guy Gypens (Artistiek Directeur Kaaitheater)
Dirk Barrez (De WereldMorgen.be, auteur Van eiland tot wereld)
John Vandaele (MO*, auteur)
Ward Bosmans (Coördinator Terra Reversa)
Jan Wyckaert (Vredeseilanden)
Eric Goeman (Attac Vlaanderen)
.
U kan het manifest ook zelf ondertekenen – klik hier