Ga naar de inhoud

Kritiek economen op groeibeleid

Waarom zo hechten aan het groeibeleid, kan dat niet anders?

Economen en andere wetenschappers hebben grote twijfels bij het bestaande beleid ten aanzien van economische groei

4 min leestijd
Placeholder image

Op 7
september 2007 is er een publieksbijeenkomst over het thema: Waarom zo hechten
aan het groeibeleid, kan dat niet anders? Daaraan zal worden deelgenomen door
economen en andere wetenschappers, politici, vertegenwoordigers vanuit de
vakbeweging en het bedrijfsleven, en mensen afkomstig uit verschillende sociale
bewegingen en organisaties. Ter voorbereiding was op 23 februari een expert
meeting met deelname van economen en andere deskundigen.

Het
initiatief komt voort uit een petitie aan de Tweede Kamer opgesteld door mensen
afkomstig uit verschillende niet-gouvernementele organisaties, en waarin
gepleit wordt voor de ontwikkeling van een duurzame en solidaire manier van
economisch meten, zie www.globalternatives.nl. De petitie werd door meer dan
1000 mensen ondertekend, waaronder veel gerenommeerde economen, en in augustus
2006 overhandigd aan de Tweede Kamer.

Op 23
februari heeft een groep van ongeveer vijfentwintig economen en andere
deskundigen zich gebogen over de kritiek op de heersende opvatting van
economische groei. Onder de aanwezigen bevonden zich economen als Bob
Goudzwaard, Arnold Heertje, Roefie Hueting, Lou Keune, Jacob Polak en Piet
Terhal, natuurwetenschappers als Hans Lyklema en Lucas Reijnders, topambtenaren
van het CBS, en mensen actief op verschillende terreinen van de mondiale
sociale en ecologische vraagstukken. Enkele economen konden niet deelnemen maar
hadden schriftelijke bijdragen ingestuurd.

Er was
brede overeenstemming over de urgentie van enkele actuele wereldwijde
vraagstukken van ecologische en sociale aard. Problemen als de groeiende ongelijkheid
van inkomens op wereldniveau, het broeikaseffect, de versnelde afname van de
biodiversiteit en de overbelasting van de aarde vragen om snelle en ingrijpende
maatregelen. Die maatregelen zullen zeker ook diep ingrijpen op het huidige
patroon en het huidige volume van economische groei, met name de materiele
groei. Het economisch beleid zou zich veel meer door die urgentie moeten laten
leiden. Met spijt werd geconstateerd dat het staande beleid nog steeds uitgaat
van de misplaatste opvatting dat de volgens het bruto binnenlands product – BBP
gemeten economische groei zo hoog mogelijk dient uit te vallen.

Er was
algemene consensus over de tekortkomingen van de huidige manier van meten van
de economische ontwikkelingen. Vooral de BBP-indicator werd algemeen gezien als
een te beperkte, versluierende en op bepaalde punten zelfs ronduit misleidende
welvaartsindicator. Ze laat belangrijke, voor de economische welvaart in de
brede zin des woords soms zelfs zeer nadelige invloeden op het milieu en het menselijke
welbevinden vrijwel geheel achterwege. Het BBP komt in het systeem van
nationale rekeningen om statistische redenen een bepaalde (bescheiden) plaats
toe, maar als welvaartsindicator deugt ze niet. In die zin stemden veel
aanwezigen in met de uitroep van (econoom) Jeroen van den Bergh: ''BBP, weg
ermee!''

De
noodzaak en urgentie van het ontwikkelen van andere methoden van meten, met
betere indicatoren, werden algemeen erkend. Het is nodig uit te gaan van een
breed welvaartsbegrip, breder dan nu in het economische beleid domineert en dat
is gebaseerd op in geldswaarden gemeten activiteiten. Verschillende aanwezigen
verwezen met instemming naar de hierover ontwikkelde gedachtegang in het
recente boek van Arnold Heertje: 'Echte economie'. De meningen verschilden over
de vraag of er toegewerkt zou moeten worden naar slechts een alternatieve
indicator, of dat er beter een set van verschillende indicatoren gebruikt zou
moeten worden. Besloten werd tot een volgende workshop om de verschillende
alternatieven te ordenen en keuzes te maken.

Tegelijkertijd
werd geconstateerd dat er een taboe bestaat over het in twijfel trekken van het
nut en de noodzaak van een verdergaande materiele economische groei in vooral
de rijkste landen. 'Groei moet' is de heersende gedachtegang die als een
'tunnelvisie' werd aangemerkt. Die opvatting moet uitdrukkelijk als achterhaald
worden beschouwd. Ze is niet alleen gegrond op discutabele gegevens en
aannames. Ze veronachtzaamt ook dat verregaande ingrepen noodzakelijk zijn om de
eerder genoemde vraagstukken van wereldwijde ongelijkheid en ecologische
overbelasting aan te pakken. Daarbij spelen, naast de problematiek van het
meten, meer factoren een rol. Genoemd werden, als voorbeelden, krachten in de
financiele wereld, de rol van het internationale bedrijfsleven, en de neiging
te blijven streven naar loonsverhogingen met de daaraan gekoppelde stijging van
de materiele consumptie.

Een
uitgebreid verslag van de bijeenkomst volgt binnenkort. In maart vindt er een
vergelijkbare discussiebijeenkomst met politici plaats, gevolgd door een
bijeenkomst in april met vertegenwoordigers van de vakbeweging en het
bedrijfsleven. Dit alles ter voorbereiding van het symposium van 7 september.

Achtergrondinformatie
over het initiatief kunt u vinden op de website

http://www.globalternatives.nl