Ga naar de inhoud

Klimaattop in Warschau: wat kunnen we verwachten?

Op maandag 11 november start de negentiende internationale klimaattop in Warschau. De top zou een belangrijke stap moeten zijn in de richting van een nieuw klimaatakkoord in Parijs in 2015. Cruciale vraag is echter: welke ‘stap’, in welke richting, en naar wat voor klimaatakkoord?

4 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen op DewereldMorgen.be)(foto: Satu Pitkänen/Greenpeace Finland, 2009).

“Groei en klimaat verenigen”

De voorzitter van COP19, Marcin Korolec laat er geen misverstanden over bestaan: het doel van de top is ‘creatieve’ wegen te vinden om economische groei en klimaatbeleid ‘harmonieus’ te verenigen.

Hoe Korolec die twee precies wil samenbrengen is niet meteen duidelijk. Noch welk soort creativiteit hij precies op het oog heeft. Wel duidelijk is met wie hij vooral wil samenwerken: terwijl ngo’s minder dan de helft van het gebruikelijke aantal accreditaties kregen, is de plaats voor bedrijven prominenter dan ooit.

Zo vond begin oktober zelfs een speciale pre-COP plaats, waarbij bedrijven hun visies op de klimaatonderhandelingen konden presenteren. Dat het een meeting achter gesloten deuren was, en dat onder de genodigden heel wat bedrijven niet meteen om hun groene keuzes bekend staan (zoals BASF, Cemex, PGE, …), kon op heel wat kritiek rekenen.

Voorzitter Marcin Korolec was daarentegen erg opgetogen over deze ‘pre-meeting’. Hij benadrukte dat de grotere betrokkenheid van deze bedrijven een eerste belangrijke ‘stap’ is in het klimaatproces dat hij de komende jaren verder vorm wil geven.

Ook de top zelf voorziet een prominente plaats voor bedrijven. Geprivilegieerde ‘partners’ in de organisatie van COP19 zijn o.a. Arcelor Mittal, General Motors, Emirates, BWM en Opel. Allemaal bedrijven die, net als Marcin Korolec, er erg op gebrand zijn die klimaatmaatregelen te nemen die nieuwe winst- en groeiopportuniteiten opleveren. Maar niet meteen bedrijven die om hun groen imago bekend staan; laat staan dat ze veel belang erbij hebben de verbranding van fossiele brandstoffen sterk te helpen verminderen.

Verminderde uitstoot: een absolute voorwaarde

Dat laatste is nochtans wat er volgens het IPCC moet gebeuren: de hoeveelheid CO2 die de wereld nog mag uitstoten, willen we de klimaatverandering ‘beheersbaar’ houden, is namelijk een stuk kleiner dan wat vrijkomt als we de huidige fossiele brandstofreserves verder opstoken. Met andere woorden: als we het klimaat willen stabiliseren, moet een groot deel van de fossiele brandstoffen blijven waar ze zitten – onder de grond.

Maar is dat ook wat Marcin Korolec en zijn ‘partners’ op het oog hebben? En hoe valt dit te rijmen met hun prioritaire streven naar economische groei? De cijfers liegen er niet om: meer groei betekent ontegensprekelijk een groter energieverbruik en een grotere uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een gedeeltelijke ‘ontkoppeling’ kan plaatsvinden tussen beide (minder uitstoot per eenheid productie), is dit nooit genoeg om de gevolgen van toenemende productie te compenseren.

Simpel gesteld: als je elke auto klimaatvriendelijker maakt, maar er komen steeds meer auto’s op de weg, stijgt de totale uitstoot toch. De vraag ‘welk’ klimaatplan de organisatoren van COP19 precies op het oog hebben, wordt er alleen maar prangender op.

Emissiehandel als goocheltruc

Dé klimaatmaatregel die de puzzel doet kloppen is natuurlijk emissiehandel. Dit vernuftig marktmechanisme laat toe de economische groei aan te zwengelen en verder fossiele brandstoffen op te delven, mits zogenaamde compensatie van de uitstoot via enkele ‘projectjes’ aan de andere kant van de wereld.

Dat die projecten heel vaak geen reële uitstootreductie vertegenwoordigen, of geen stap zijn in de richting van een koolstofarme maatschappij moge duidelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan de befaamde investeringen van Arcelor Mittal in de reductie van HFC23, een nevenproduct van de productie van koelkasten.

Bovendien verklaart het meteen waarom een staalreus als Arcelor Mittal graag klimaatpartner wordt. Deze keuze is niet louter greenwashing. Via het Europees emissiehandelsysteem wist het bedrijf immers miljoenenwinsten te maken. Niet toevallig staat de verdere uitwerking van marktmechanismen in Warschau centraal op de agenda. Zo wil Marcin Korolec een pilootfase introduceren om te experimenteren met allerlei nieuwe vormen van koolstofhandel.

Er is echter één ding dat het emissiehandelssysteem niet doet: de klimaatverandering op effectieve wijze tegengaan. Het is geen toeval dat een bedrijf als Arcelor Mittal, dat als geen ander het Europees emissiehandelssysteem ‘creatief’ aanwendde om de eigen winstmarges op te krikken, zijn uitstoot nauwelijks terugdrong.

Ongetwijfeld is het de bedoeling om op deze negentiende klimaattop belangrijke ‘stappen’ te zetten naar een nieuw klimaatakkoord in Parijs in 2015; alleen gaan ze tot nog toe zo goed als allemaal de verkeerde richting uit.

Anneleen Kenis

Anneleen Kenis is onderzoekster aan de KU Leuven en  auteur van ‘De mythe van de groene economie’.