Klimaatscepsis en conservatisme: Waar komt de afwijzing van de wetenschap vandaan?
Wat zit er achter de klimaatscepsis bij liberalen en conservatieven? Is het gebrek aan kennis of onwil om de rekening te betalen, of zit er meer achter? Een analyse aan de hand van het in juli 2014 verschenen rapport ‘Zeker van energie’ van de Teldersstichting. (Deel 1, deel 2 volgt later).
(Oorspronkelijk verschenen bij Sargasso.nl)
Het is verontrustend dat de denktank van een partij die in het centrum staat van de macht in Nederland – dat kun je wel zeggen van de VVD – is bevangen door pseudowetenschappelijk denken. Door ons en anderen is al geschreven over de sceptische houding ten opzichte van klimaatverwarming in het Teldersstichting-rapport Zeker van energie. Recent liet ook een Tweede Kamerlid van de VVD, Remco Dijkstra merken, dat hij twijfelt aan de resultaten van klimaatonderzoek door te beweren dat het IPCC een organisatie is van ongenuanceerde onheilsprofeten.
Wat bij de VVD gebeurt, is onderdeel van een internationale trend. Vooral in Angelsaksische landen is onder conservatieve partijen al langer sprake van toenemend wantrouwen in de resultaten van klimaatwetenschap. Het gaat daarbij om conservatieve en liberale partijen die een marktgeoriënteerde politiek voorstaan. Een van de eerste maatregelen die de conservatieve regering van Tony Abbott in Australië nam was dan ook de opheffing van de klimaatcommisie. Dit jaar werd de CO2-belasting op fossiele brandstof afgeschaft en adviseurs van de Australische regering waarschuwden voor afkoeling van het klimaat. De voorstellen in het rapport van de Teldersstichting gaan niet zo ver, maar de achterdocht ten opzichte van de klimaatwetenschap is duidelijk aanwezig.
Ik ga hier niet inhoudelijk in op de argumenten van conservatieve klimaatsceptici. Op Sargasso en door anderen is de ‘klimaatscepcis’ van het rapport al voldoende weerlegd. Wat mij interesseert is de vraag waar de scepsis vandaan komt. Hoe is het mogelijk dat een wetenschappelijk bureau van een belangrijke partij in Nederland zich zo onwetenschappelijk opstelt? Ik zal laten zien dat conservatieven fundamentele problemen hebben met wetenschap in het algemeen.
Verkeerd begrepen eigenbelang?
Waar komt de deze afwijzing van wetenschap vandaan? Is het een vorm van verkeerd begrepen eigenbelang? Domheid dus? Volgens Ronald van Raak is dat inderdaad zo: SP-ers zeggen namelijk vaak tegen elkaar dat ‘een rechtse intellectueel een contradictie in termen is’. Maar behalve dat het dom is om je tegenstander te onderschatten, blijkt uit sociologisch onderzoek ook dat het niet waar is.
Uit dit onderzoek, uitgevoerd door Gordon Gauchat, blijkt dat in de Verenigde Staten over een periode van dertig jaar het vertrouwen in wetenschappelijk onderzoek alleen bij conservatieven(*) is afgenomen. Vaak wordt verondersteld dat dit komt omdat de ‘science literacy’ de afgelopen jaren achteruit zou zijn gegaan. Maar Gauchats onderzoek laat zien dat de daling bij conservatieven positief is gecorreleerd met opleidingsniveau. Het wantrouwen in de wetenschap is geen gevolg van gebrek aan kennis. Het is juist omgekeerd: hoe hoger de opleiding, hoe groter het wantrouwen.
De belangrijkste reden hiervoor is volgens Gauchat, dat wetenschappelijke adviezen vaak niet overeenkomen met de conservatieve filosofie: evolutiebiologie en klimaatwetenschap zijn bekende knelpunten. Hoe hoger men is opgeleid hoe beter men zich hiervan bewust is. Pogingen om de science literacy te vergroten, zullen dat alleen maar erger maken. Conservatieven zijn niet dom en wetenschappelijke educatie, bijvoorbeeld door het aangaan van inhoudelijke debatten, zal niet tot verandering van mening leiden. Het gaat ergens anders om.
Watermeloen
Niemand zal het verbazen als ik zeg dat de klimaatscepsis bij de liberalen te maken heeft met aversie tegen de staat. Door de omvang, de complexiteit en het grote belang ervan is het onvermijdelijk dat de overheid zich bemoeit met de energiemarkt. Dit gaat in tegen de filosofie van de liberalen. VVD-voorlieden als Rutte en Zijlstra laten regelmatig merken dat zij groot belang hechten aan het terugdringen van de staat.
In hoofdstuk 3 van het rapport, met de titel ‘Energie: een liberaal kader’, wordt de liberale visie geformuleerd. Bij elk probleem dat wordt besproken wordt de vraag gesteld of de staat mag ingrijpen in de markt. De econoom Pierre Limieux wordt daarbij aangehaald:
Paradoxically, in an epoch, supposed to be marked by freedom and individualism, the concept of authority has taken a nearly sacred connotation provided it is dressed in democratic clothes. [voetnoot 1, p. 71]
Liberalen zijn bang voor een hellend vlak. Ze zijn bang dat links, onder het mom van het algemeen belang, de staat te veel macht geeft. Dit is de eerste stap op weg naar een totalitaire staat zoals de Oostenrijkse econoom Friedrich Hayek dat beschrijft in zijn boekThe road to serfdom. Klimaatbeleid is in deze visie dus als een watermeloen: groen beleid aan de buitenkant maar socialistisch rood van binnen. ‘Groene argumenten’ worden gebruikt om een autoritaire (en uiteindelijk socialistische) staat te legitimeren.
Meer vertrouwen in de markt dan in de wetenschap
Een echte verklaring voor de afwijzing van de wetenschap is dit nog niet. Misschien gaat het wel om een pose en is het niet meer dan gebrek aan integriteit. ‘Gegijzeld door fossiele en nucleaire belangen,’ schrijft Huib de Zeeuw. Of zijn er (ook) fundamentele motieven? In het rapport wordt een theoretische onderbouwing gegeven voor het belang van marktoplossingen. Hierover wordt in het rapport het volgende gezegd:
De complexiteit en omvang van de sector zullen sommigen er snel toe doen neigen te pleiten voor een grote rol van de staat. […] Kunnen wij er wel vanuit gaan dat de staat alle antwoorden heeft op dit terrein? [p. 71]
‘Alle antwoorden’? In een voetnoot wordt verwezen naar Individualism and economic order van Hayek. Hierin staat een artikel uit 1945: ‘The Use of Knowledge in Society’, waarin hij zijn kennisleer beschrijft. Volgens Hayek kunnen we alleen als we alle relevante feiten kennen en alleen dan, een rationele economische orde inrichten. Informatie zit verspreid over alle individuen in de maatschappij en is vaak tegenstrijdig. Eén mens (‘one mind’), of een hiërarchische organisatie van mensen zoals de staat, kan nooit al die kennis bevatten, laat staan dat zij door planning de meest optimale beleidskeuzes kan maken voor de maatschappij als geheel.
Alleen de resultante van het gezamenlijk handelen van niet hiërarchisch georganiseerde – vrije – individuen, die ieder voor zichzelf voordelige beslissingen nemen – zonder rekening te houden met het algemeen belang – is in staat om de complexe informatiestromen in de maatschappij ‘te begrijpen’. De systemen die dat kunnen noemen we markten. De markt is volgens Hayek dus een informatieverwerkend systeem dat superieur is aan planning door de staat, ook als zij gebruik maakt van wetenschappelijke kennis.
In tegenstelling tot markten zijn wetenschappelijke organisaties hiërarchische systemen die planmatig moeten werken. Wetenschap is een op autoriteit gebaseerd kennissysteem waarin mensen de immense complexiteit van de wereld proberen te begrijpen en deze proberen te besturen. Hayek heeft laten zien – volgens liberalen dan – dat alleen de markt dit kan, een mens (of mensen georganiseerd in een staat) kunnen dat niet omdat zij niet over voldoende kennis beschikken.
Neoliberaal
Dit is dus de tweede reden dat liberalen problemen hebben met wetenschappelijk onderzoek: de markt is een superieur kennissysteem vergeleken met de wetenschap. Als de staat dan ook nog eens ingrijpt in de markt, wordt informatieverwerkende capaciteit van de markt verstoord, ook al doen bestuurders dat met de beste intenties en op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Er zijn dus twee principiële redenen om zicht te verzetten tegen klimaatpolitiek: het is een eerste stap op het pad naar de totalitaire staat en er is sprake van een alternatieve op de marktwerking gebaseerde kennisleer. Beiden ideeën zijn gebaseerd op het werk van Friedrich Hayek. Hayek is ook een van de oprichters van de Mont Pèlerin Society, de eerste neoliberale denktank.
In de volgende aflevering, die morgenavond verschijnt, onderzoek ik in hoeverre het rapport van de Teldersstichting neoliberaal genoemd mag worden en beschrijf ik hoe neoliberalen de klimaatcrisis willen oplossen.
(*) De VVD noemt zich een liberale partij, maar zij is ook een conservatieve partij. Anders dan in de VS, is liberalisme in Europa politiek gezien conservatief. Daarom denk ik dat deze conclusie ook relevant is voor de VVD en andere ‘liberale’ partijen in Europa.