Jeffrey Sachs: “Buitenlandbeleid VS is oplichterij gebouwd op corruptie”
De jaarlijkse militaire uitgaven van de VS van 1.500 miljard dollar zijn een zwendel die alsmaar geld blijft toeschuiven aan het militair-industrieel complex en aan insiders in Washington. Dit, terwijl de VS en de wereld erdoor worden verarmd en in gevaar gebracht. Aldus Jeffrey Sachs, econoom en hoogleraar aan de Columbia-universiteit in New York.
(foto: Tweemaal stemden de VS een VN-Resolutie weg met hun veto in VN-Veiligheidsraad, die oproept tot een staakt-het-vuren in Gaza. UN Photo)
Zo op het eerste oog lijkt de buitenlandse politiek van de VS volslagen irrationeel. Het land raakt betrokken bij de ene na de andere rampzalige oorlog: Afghanistan, Irak, Syrië, Libië, Oekraïne en Gaza. Vandaag staan de VS ten opzichte van de rest van de wereld geïsoleerd met hun steun aan de genocidale acties van Israël tegen de Palestijnen.
Het land stemde in de VN-Algemene Vergadering tégen een staakt-het-vuren in Gaza. Die resolutie kreeg nochtans de steun van 153 landen die samen 89 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen. Maar ze werd dus tegengewerkt door de VS en negen kleine landen die samen nog geen 1 procent van de wereldbevolking uitmaken.
Mislukkingen
De afgelopen twintig jaar mislukte elk belangrijk doel van het buitenlandse VS-beleid. De Taliban kwamen weer aan de macht na twintig jaar Amerikaanse bezetting van Afghanistan. Het Irak van na Saddam Hoessein werd afhankelijk van Iran. De Syrische president Bashar al-Assad bleef aan de macht ondanks een poging van de CIA om hem omver te werpen.
Libië verzeilde in een langdurige burgeroorlog nadat een door de VS geleide NAVO-missie Muammar Kadhaffi ten val bracht. Oekraïne werd in 2023 door Rusland op het slagveld neergeknuppeld nadat de VS in maart 2022 in het geheim een vredesakkoord tussen Rusland en Oekraïne in de kiem hadden gesmoord.
Wil je de zwendel met het buitenlands beleid snappen, dan moet je je de huidige federale VS-regering voorstellen als een gangsterorganisatie met meerdere divisies die gerund wordt door de hoogste bieders
Ondanks deze opmerkelijke en kostbare mislukkingen, de een na de ander, staan nog steeds dezelfde figuren al tientallen jaren aan het roer van de Amerikaanse buitenlandse politiek, onder wie Joe Biden, Victoria Nuland, Jake Sullivan, Chuck Schumer, Mitch McConnell en Hillary Clinton.
Wat is er aan de hand?
De puzzel laat zich oplossen door te erkennen dat het Amerikaanse buitenlands beleid helemaal niet draait om de belangen van het Amerikaanse volk. Het gaat om de belangen van de insiders in Washington, die campagnebijdragen voor hun herverkiezing najagen en lucratieve baantjes voor zichzelf, hun personeel en voor familie. Kortom, het buitenlandbeleid van de VS bevindt zich in de greep van het grote geld.
Het resultaat is dat de Amerikaanse bevolking grote verliezen lijdt. De mislukte oorlogen sinds 2000 hebben ongeveer 5.000 miljard dollar aan directe uitgaven1 gevergd. Dat staat gelijk aan circa 40.000 dollar (36.500 euro per jaar, 3.332 euro per maand) per huishouden. De komende decennia zal nog eens zo’n 2.000 miljard dollar worden uitgegeven aan de zorg voor veteranen.
Naast de kosten die de Amerikanen rechtstreeks maken, moeten we ook rekening houden met de verschrikkelijk hoge verliezen in het buitenland in de vorm van miljoenen verloren levens en triljoenen dollars aan vernietiging van eigendommen en natuur in de oorlogsgebieden. (Zie de tabellen in de weblink hierboven.)
De kosten blijven alsmaar stijgen. De militaire uitgaven van de VS zullen in 2024 oplopen tot ongeveer 1.500 miljard dollar, wat neerkomt op 12.000 dollar (€10.950 euro per jaar, 912 euro per maand) dollar per huishouden, inclusief de directe uitgaven van het Pentagon, de budgetten van de CIA en andere inlichtingendiensten, het budget van de Veteran’s Administration, het kernwapenprogramma van het Department of Energy, de militaire “buitenlandse hulp” van het State Department (zoals aan Israël) en andere veiligheidsgerelateerde begrotingsposten.
Honderden miljarden dollars zijn weggegooid geld, verspild aan nutteloze oorlogen, overzeese militaire bases en aan een volstrekt onnodige bewapeningsopbouw die de wereld dichter bij een Derde Wereldoorlog brengt.
Militair-industrieel complex versus gezondheidszorg
Toch is het beschrijven van deze gigantische kosten ook een verklaring voor de verdraaide ‘rationaliteit’ van het VS-buitenlandbeleid. De $1.500 miljard aan militaire uitgaven gaan om een oplichterij die maar blijft spenderen – aan het militair-industrieel complex en aan de insiders uit Washington – zelfs als het de VS en de wereld verarmt en in gevaar brengt.
Wil je de zwendel met het buitenlandbeleid doorgronden, dan moet je je de huidige federale VS-regering voorstellen als een gangsterorganisatie met meerdere divisies die gerund wordt door de hoogste bieder.
De Wall Street-divisie wordt geleid vanuit het ministerie van Financiën. De divisie Gezondheidszorg wordt geleid door het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten. De divisie Big Oil en Steenkool valt onder de ministeries van Energie en Binnenlandse Zaken. En de afdeling Buitenlandse Beleidsontwikkeling wordt geleid vanuit het Witte Huis, het Pentagon en de CIA.
Elke divisie zet publieke macht in voor het behalen van privaat gewin door handel met voorkennis, mogelijk gemaakt door bijdragen van bedrijven aan verkiezingscampagnes en aan uitgaven voor lobbying.
Interessant genoeg evenaart de divisie Gezondheidszorg de divisie Buitenlandse Zaken als een even opmerkelijke financiële zwendel. De VS-uitgaven voor gezondheidszorg bedroegen in 2022 in totaal een verbazingwekkende 4.500 miljard dollar, ofwel zo’n 36.000 dollar (32.860 euro per jaar, 2738 euro per maand) per huishouden.
De VS kent verreweg de hoogste gezondheidskosten ter wereld. Dit, terwijl de VS qua levensverwachting pas op pakweg de 40ste plaats staat in de rangschikking van landen. Een falend gezondheidsbeleid vertaalt zich in heel veel geld voor de gezondheidsindustrie, net zoals een falend buitenlandbeleid zich vertaalt in mega-inkomsten voor het militair-industrieel complex.
Hoe meer oorlogen, des te beter voor de business
Spelbepalers
De divisie Buitenlandse Politiek wordt geleid door een kleine, geheimzinnige en hechte kliek, waaronder de top van het Witte Huis, de CIA, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het Pentagon, de Commissies Strijdkrachten van het Huis van Afgevaardigden en van de Senaat en de belangrijkste militaire bedrijven als Boeing, Lockheed Martin, General Dynamics, Northrop Grumman en Raytheon. Er zijn misschien wel duizend sleutelfiguren betrokken bij het bepalen van het beleid. Het algemeen belang speelt daarbij amper een rol.
De belangrijkste spelbepalers van het buitenlandbeleid leiden de operaties van 800 Amerikaanse militaire basissen, gaan over de besteding van honderden miljarden dollars aan militaire contracten en leiden de oorlogsoperaties waarbij dit materieel wordt ingezet.
Hoe meer oorlogen, des te beter dat natuurlijk is voor de business. De privatisering van het buitenlandbeleid is enorm versterkt door de privatisering van de oorlogsindustrie zelf, nu steeds meer “kernfuncties” van het leger werden overgedragen aan wapenproducenten en aan leveranciers als Haliburton, Booz Allen Hamilton en CACI International.
80 landen
Naast de honderden miljarden dollars aan militaire contracten zijn er ook belangrijke zakelijke overloopeffecten van militaire en van CIA-operaties. Met militaire bases in 80 landen over de hele wereld en CIA-operaties in nog veel meer landen, speelt de VS een grote, maar meestal geheime rol in het bepalen wie er regeert in die landen en daarmee op het beleid dat vorm geeft aan lucratieve deals voor mineralen, koolwaterstoffen, pijpleidingen en landbouw- en bosgrond.
De VS hebben zich sinds 1947 ingezet om minstens 80 regeringen omver te werpen, meestal onder leiding van de CIA via staatsgrepen, moordaanslagen, opstanden, burgerlijke onrust, geknoei met verkiezingen, economische sancties en openlijke oorlogsvoering. (Voor een uitstekende studie van de Amerikaanse regimewisselingsoperaties van 1947 tot 1989, zie Covert Regime Change van Lindsey O’Rourke).
Oorlogszuchtig
Naast zakelijke belangen zijn er natuurlijk ook ideologen die echt geloven in het recht van Amerika om de wereld te regeren. De immer oorlogszuchtige familie Kagan is het bekendste voorbeeld hiervan, hoewel hun financiële belangen ook sterk verweven zijn met de oorlogsindustrie.
Het belangrijkste ideologische aspect is dit: ideologen hebben het bijna altijd bij het verkeerde eind gehad en zouden hun podium in Washington al lang zijn kwijtgeraakt als ze niet zo nuttig waren geweest als oorlogsstokers. Bewust of onbewust, ze dienen als betaalde toneelspelers voor het militair-industrieel complex.
Er is één hardnekkig pijnpunt bij deze doorlopende handelszwendel. In theorie wordt het buitenlandbeleid uitgevoerd in het belang van het Amerikaanse volk, in werkelijkheid gebeurt het tegendeel. (Een soortgelijke tegenstrijdigheid geldt natuurlijk ook voor de te dure gezondheidszorg, het voortdurend redden van Wall Street door de overheid, extraatjes voor de olie-industrie en andere zwendelpraktijken).
De Amerikaanse bevolking steunt zelden de machinaties van het buitenlandbeleid wanneer ze af en toe de waarheid hoort. De oorlogen van de VS worden niet gevoerd op vraag van het volk, maar door beslissingen van hogerhand. Er zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig om de bevolking weg te houden van de besluitvorming.
In theorie wordt het buitenlandbeleid gevoerd in het belang van het Amerikaanse volk. Toch is het tegenovergestelde de waarheid.
Propaganda
De eerste maatregel is zorgen voor niet aflatende propaganda. George Orwell sloeg de spijker op de kop in zijn boek 1984 (Nineteen Eighty Four) toen ‘de Partij’ plots de buitenlandse vijand verwisselde van Eurazië naar Oost-Azië zonder enige uitleg. De VS doen in wezen hetzelfde. Wie is de grootste vijand van de VS?
Kies maar uit, afhankelijk van het moment: Saddam Hoessein, de Taliban, Hugo Chávez, Bashar al-Assad, ISIS, al-Qaida, Kadhaffi, Vladimir Poetin en Hamas: ze hebben allemaal de rol van ‘Hitler’ gespeeld in de Amerikaanse propaganda.
John Kirby, woordvoerder van het Witte Huis, brengt die propaganda met een grijns op zijn gezicht, waarmee hij aangeeft dat ook hij als gewezen militair best weet dat wat hij zegt belachelijk is, zij het dat hij dat op een enigszins vermakelijke manier doet.
Donaties en denktanks
De propaganda wordt aangejaagd door de denktanks in Washington die bestaan dankzij donaties van de defensie-industrie en af en toe van buitenlandse regeringen die deel uitmaken van de zwendeloperaties van de VS. Denk aan de Atlantic Council, CSIS en natuurlijk het immer populaire Institute for the Study of War, dat door de grote defensie-ondernemingen wordt gefinancierd.
De tweede maatregel is het verbergen van de kosten van de buitenlandse operaties. In de jaren 1960 maakte de VS-regering de fout om de eigen bevolking te laten opdraaien voor de kosten van het militair-industrieel complex door jonge mensen op te roepen om te gaan vechten in Vietnam en door de belastingen te verhogen om die oorlog te kunnen financieren. De bevolking barstte uit in verzet.
Tekortfinanciering
Vanaf de jaren 1970 pakte de regering het een stuk slimmer aan. Ze schafte de dienstplicht af en maakte van soldaat zijn een betaalde job in plaats van een openbare dienst. Bovendien werd dit gedaan, gesteund door middelen van het Pentagon, om soldaten uit lagere economische lagen te rekruteren.
De regering liet ook het merkwaardige idee varen dat overheidsuitgaven moeten worden gefinancierd uit belastingopbrengsten. In plaats daarvan werd het militaire budget verlegd naar deficit-financiering om het beter te kunnen beschermen tegen kritiek vanuit de bevolking, dan wanneer de uitgaven rechtstreeks uit belastingen gefinancierd zouden worden.
Verwijderd van de frontlinie
De VS hebben ook hun vazalstaten als Oekraïne overgehaald om de eigen oorlogen op hun grond uit te vechten, zodat geen Amerikaanse lijkzakken de VS-propagandamachine zouden kunnen bederven. Het is overbodig om op te merken dat Amerikaanse oorlogsleiders als Sullivan, Blinken, Nuland, Schumer en McConnell veilig op duizenden kilometers van de frontlinies verwijderd blijven. Sterven is iets wat blijft voorbehouden aan Oekraïners.
Senator Richard Blumenthal uit Connecticut verdedigde de Amerikaanse militaire hulp aan Oekraïne met het argument dat het geld daar goed besteed is omdat er “geen enkele Amerikaanse vrouw of man gewond is geraakt of verloren is gegaan”. Op de een of andere manier dringt het inzicht niet tot de goede senator door om levens van de honderdduizenden Oekraïners te sparen die zijn gestorven in een door de VS uitgelokte oorlog over de uitbreiding van de NAVO.
Ondergeschikt Congres
Dit systeem wordt mogelijk gemaakt door een volledige ondergeschiktheid van het Amerikaans Congres aan het oorlogsbedrijf, om te vermijden dat er vraagtekens zouden kunnen worden geplaatst bij de buitensporige budgetten van het Pentagon en de oorlogen die door de uitvoerende macht worden geïnitieerd. Die ondergeschiktheid van het Congres werkt als volgt.
Ten eerste werd het toezicht van het Congres op oorlog en vrede grotendeels gedelegeerd naar de Commissies Strijdkrachten van het Huis en de Senaat. Zij kaderen het belangrijkste deel van het algemene beleid van het Congres (en het budget van het Pentagon).
Ten tweede financiert de militaire industrie (Boeing, Raytheon en de rest) de verkiezingscampagnes van de Democratische en Republikeinse parlementsleden van die Commissies Strijdkrachten. De militaire industrieën geven ook enorme bedragen uit aan lobbying om aftredende leden van het Congres, hun personeel en hun gezinnen van lucratieve salarissen te voorzien, hetzij rechtstreeks in militaire bedrijven of in lobbybedrijven in Washington.
Het is de dringende taak van het Amerikaanse volk om het buitenlands beleid te hervormen dat zo gebroken, corrupt en bedrieglijk is dat het de regering in de schulden steekt terwijl het de wereld dichter bij een nucleair Armageddon brengt
Het buitenlandbeleid van het Congres wordt niet alleen gekaapt door het militair-industriële complex. De Israël-lobby heeft de kunst van het (om-)kopen van het Congres lang geleden onder de knie gekregen.
De medeplichtigheid van de VS aan Israëls apartheidsstaat en aan oorlogsmisdaden in Gaza is totaal zinloos voor de Amerikaanse nationale veiligheid en diplomatie, om nog maar te zwijgen van menselijk fatsoen. Dit zijn de vruchten van de investeringen van de Israëlische lobby die in 2022 het bedrag van $30 miljoen aan campagnebijdragen bereikte en die dat bedrag in 2024 ruimschoots zullen overtreffen.
Wanneer het Congres in januari 2024 weer bijeen komt, zullen Biden, Kirby, Sullivan, Blinken, Nuland, Schumer, McConnell, Blumenthal en hun geestverwanten ons vertellen dat we absoluut de verliezende, wrede en bedrieglijke oorlog in Oekraïne en het voortdurende bloedbad en de etnische zuivering in Gaza moeten financieren, opdat wij en Europa en de vrije wereld, en misschien het zonnestelsel zelf, niet bezwijken voor de Russische beer, de Iraanse mullahs en de Chinese Communistische Partij.
De leveranciers van dit rampzalige buitenlandbeleid handelen niet irrationeel met deze angstzaaierij. Ze zijn bedrieglijk en buitengewoon hebzuchtig en streven bekrompen belangen na in plaats van die van het Amerikaanse volk.
Armageddon
Het Amerikaanse volk heeft als dringende opdracht een complete herziening van het buitenlandbeleid dat nu zo gebroken, corrupt en bedrieglijk is dat het de regering bedelft onder de schulden, terwijl het de wereld naar een nucleair Armageddon drijft.
Deze herziening zou in 2024 moeten beginnen met de afwijzing van elke verdere financiering van de rampzalige oorlog in Oekraïne en van de oorlogsmisdaden van Israël in Gaza. Niet militaire uitgaven maar vrede stichten en diplomatie vormen de weg naar een VS-buitenlandbeleid dat het algemeen belang dient.
Het opinieartikel US Foreign Policy Is a Scam Built on Corruption werd vertaald door Rein van Gisteren
Noot:
(*1) 1 miljard is 1.000 miljoen, 1 biljoen is 1.000 miljard, 1 triljoen is 1.000 biljoen. De redactie geeft de voorkeur aan 1.000 miljard in plaats van biljoen omdat dat meer tot de verbeelding spreekt en de walgelijke enormiteit van die bedragen beter weergeeft.