Ga naar de inhoud

In Frankrijk strijden kleine boeren en activisten samen tegen grote boeren en machthebbers

Toen Macrons minister van Binnenlandse Zaken, Gérard Darmanin, op 21 juni de “ontbinding” afkondigde van Les Soulèvements de la Terre (SLT, de Opstanden van de Aarde), een netwerk van ecologische activisten en groepen, leek dat misschien niet meer dan een tactiek om de aandacht af te leiden van de vijandigheid tegen de regering en de alsmaar voortdurende koloniale situatie in de banlieues (voorsteden).

14 min leestijd

De neo-liberale regering van Emmanuel Macron wordt nu (augustus 2023) al maanden geconfronteerd met een bevolking die haar politiek massaal afwijst. Macrons voorstel om de pensioengerechtigde leeftijd in Frankrijk te verhogen riep over de hele linie weerstand op – van uiterst rechts tot uiterst links, en van zo’n beetje alles daartussenin. Zijn plan bracht ruziënde vakbonden samen, zette aan tot spraakmakende werkonderbrekingen in de belangrijkste arbeidssectoren, en bracht in steden en dorpen demonstraties op gang die de hele winter en lente het ritme van het dagelijks leven zouden bepalen. De afkeer van het bezuinigingsbeleid van Macron, die in 2018 dramatisch tot uitbarsting kwam toen de “gele hesjes” protesteerden tegen een verhoging van de brandstofbelasting, bereikte in maart een hoogtepunt toen Macron zich realiseerde dat hij de parlementaire stemming over de pensioenshervormingen zou verliezen en in plaats daarvan een speciaal regeringsbesluit wilde nemen om ze toch door te drukken. Een nieuwe golf van opstanden begon op 27 juni 2023, toen de politie Nahel Merzouk, een zeventienjarige jongeman van Noord-Afrikaanse afkomst, vermoordde in een voorstad van Parijs.

Tegenover zo’n wijdverspreide impopulariteit heeft Macrons regering haar toevlucht genomen tot zowel militaire onderdrukking van demonstranten door de politie, als tot subtielere strategieën om de aandacht af te leiden. Toen Macrons minister van Binnenlandse Zaken, Gérard Darmanin, op 21 juni de “ontbinding” afkondigde van Les Soulèvements de la Terre (SLT, de Opstanden van de Aarde), een netwerk van ecologische activisten en groepen, leek dat misschien niet meer dan een tactiek om de aandacht af te leiden van de vijandigheid tegen de regering en de alsmaar voortdurende koloniale situatie in de banlieues (voorsteden). Er was, beweerde Darmanin, een nieuw type terrorist opgedoken die verwoestingen aanrichtte, dit keer niet in de steden maar op het platteland: de ecoterrorist.

Maar hoewel het aanpakken van het zogenaamde ecoterrorisme misschien een nuttige afleidingsstrategie was, had de regering ook andere redenen om de SLT te willen ontbinden. In hun korte bestaan van twee jaar is het netwerk door hun theatrale, directe confrontaties met vervuilers, projectontwikkelaars en infrastructuur een echte bedreiging geworden voor het monopolie van de industriële landbouw op het platteland. De ontbinding door de overheid van groepen die verdacht worden van geweld tegen de staat, het ultieme politieke wapen in het arsenaal van de regering, werd tot voor kort vooral gebruikt tegen moslimterroristen en neo-fascistische groeperingen. Nu wordt het ingezet tegen milieuactivisten. Op 11 augustus 2023 heeft de hoogste bestuursrechtbank van Frankrijk, de Conseil d’Etat, de ontbinding tijdelijk opgeschort om de kwestie nader te bestuderen (In november 2023 besloot de Conseil de ontbinding ongedaan te maken, omdat die naar zijn mening niet “een passende, noodzakelijke en evenredige maatregel” was. – vertaler).

Tegen projectontwikkelaars en agro-industrie

Les Soulèvements de la Terre is geen vereniging en ook geen partij. Zij hebben in feite geen wettelijke status. De term die de leden verkiezen om de vorm van hun activiteiten te beschrijven is “constellation”. Het ontbinden van zo’n vaag geheel (“Een sociale beweging kan niet ontbonden worden” is een van de slogans van de SLT) blijkt veel moeilijker dan in de jaren zestig en zeventig, toen de staat trotskistische en maoïstische politieke cellen op de korrel nam. Nadat de regering aangekondigd had de groep te gaan ontbinden, duurde het vervolgens nog twee maanden voordat ze het ook daadwerkelijk deed. Al snel bleek dat Macron onder druk was gezet door Arnaud Rousseau, het hoofd van de FNSEA, een machtig agro-industrieel syndicaat van grootgrondbezitters dat vanuit het perspectief van de SLT vaak verantwoordelijk is voor beslissingen van hogerhand over de toewijzing en het gebruik van land. “Vandaag”, zei Rousseau in een interview in Le Point op 15 juni, “heerst er totale straffeloosheid, die iedereen naar een burgeroorlog zal leiden. Boeren zijn geen tweederangsburgers, ze moeten beschermd worden en hun rechten moeten bekrachtigd worden. FNSEA, dat altijd verantwoordelijk handelt, roept iedereen op tot kalmte en gematigdheid. Maar ik moet er wel bij zeggen dat ik er niet zeker van ben dat ik mijn troepen nog veel langer onder controle kan houden.” We kunnen er maar het beste vanuit gaan dat Rousseau dit letterlijk bedoelt. Zijn “troepen” vechten in wat de journalist Nicolas Truong “een oorlog tussen twee verschillende werelden” heeft genoemd.

Aan de ene kant, in de woorden van de antropoloog Philippe Descola, staat “een kleine groep producenten” die zich bezighouden met intensieve landbouw en monocultuur, die ofwel weigeren in te zien dat agro-industrie ecologische gevolgen heeft, of er gewoon maling aan hebben dat dat zo is. Aan de andere kant staan de aanhangers van een landbouw die gebaseerd is op kleine boerenbedrijven en ecologisch duurzame methoden, die erkennen dat de klimaatverandering ons dwingt om volledig te veranderen wat we verbouwen en hoe we het verbouwen. Van de vele ecologische crises die ons te wachten staan, heeft de SLT ervoor gekozen om prioriteit te geven aan het verdedigen van landbouwgrond tegen projectontwikkelaars en agro-industrie. De al te abstracte roep om “het klimaat te redden” moet volgens hen met beide benen op de grond worden gezet, en eigenlijk op specifieke stukken aarde. Hun acties omvatten bezettingen, blokkades en wat ze “ontwapening” noemen, een vorm van sabotage, die niet door een paar schimmige figuren in het holst van de nacht wordt uitgevoerd, maar door duizenden mensen op klaarlichte dag. In juni 2021, bijvoorbeeld, gooiden bezetters van de Lafarge-cementfabriek zand in de brandstoftanks van machines, waarmee zij de fabriek lam legden.

Megabekkens

Ik deed voor het eerst mee aan een SLT-actie in maart 2022, in het departement Deux-Sèvres in het westen van Frankrijk. Het was een demonstratie tegen megabekkens – enorme kuilen waarin opgepompt grondwater wordt opgeslagen voor zo’n zeven procent van de boeren in de regio, grootgrondbezitters die dorstige gewassen verbouwen zoals tarwe en maïs, om het vee in industriële boerderijen mee te voeden. In de winter wordt grondwater in de megabekkens gepompt en daar bewaard voor de lente en zomer. Maar door het vullen van de grote bekkens zakt het grondwaterpeil, zeker in dit gebied dat altijd al te kampen had met droogte en nu nog meer door de klimaatcrisis.

Ondanks het bewijs dat megabekkens de agro-industrie in staat stellen om meer water te verbruiken dan de natuur kan aanvullen en dat kleine boeren te maken krijgen met watertekorten, blijft de overheid de bouw ervan goedkeuren en legt ze gebruikers van illegaal aangelegde bekkens geen strobreed in de weg. De helft van de landbouwgrond in Frankrijk zal de komende tien jaar van eigenaar veranderen aangezien de boeren ouder worden. De acties van de SLT in zorgvuldig gekozen, meestal landelijke conflictgebieden zoals Deux-Sèvres hebben de kwestie van die grond – de toegang en het gebruik ervan – zowel in het middelpunt van het politieke debat als in het middelpunt van een oorlog geplaatst.

Een recente uitgave van het tijdschrift L’Obs laat zien hoe die oorlog eruit ziet en wie zoal de slachtoffers zijn. Het beschrijft de beledigingen, intimidatie en zelfs fysieke agressie waarmee verdedigers van de agro-industrie journalisten, militanten tegen bestrijdingsmiddelen en tegenstanders van destructieve projecten zoals kunstsneeuw ski-parken, bestoken. Een jonge militant tegen waterbekkens werd, toen hij thuiskwam van zijn dagelijkse rondje joggen, in zijn voortuin aangevallen door twee mannen die zijn neus en een aantal ribben braken, zodat hij een maand lang niet kon werken. Op dertig januari werd Paul François, een boer die Monsanto met succes had aangeklaagd, door voor de rechtbank aan te tonen dat hij vergiftigd was door een van de producten van dit concern, in zijn garage aangevallen door drie mannen die hem vastbonden en bedreigden met een mes. “We zijn het zat om je praatjes te horen en je tronie op tv te zien”, zeiden ze tegen hem.

Les Soulèvements de la Terre daarentegen vallen infrastructuur en eigendommen aan, maar geen mensen. Hun ontwapeningsacties bestaan uit het opgraven en vernielen van pijpleidingen die gebruikt worden om megabekkens te vullen met onlangs geprivatiseerd grondwater. De SLT zien dergelijke acties – de belangrijkste reden voor de beslissing van de regering om de groep te ontbinden – als zelfbescherming, omdat ze proberen te vernietigen wat ons vernietigt: vervuiling en het kapitalistische systeem zelf zijn massavernietigingswapens die gericht zijn tegen onze vrijheid, onze gezondheid en de grond en andere natuurlijke hulpbronnen die ons in leven houden.

Landbezetting

De beweging vindt haar oorsprong in een decennialange bezettingsactie, die bekend werd als de Zone à Défendre, of ZAD. Die begon halverwege de jaren zeventig, toen boeren weigerden om een stuk land in de buurt van de stad Nantes in West-Frankrijk te verkopen, waar een internationale luchthaven moest komen. Jarenlang wachtte de staat tevergeefs tot de boeren zouden vertrekken. In het begin van de jaren 2000 hervatte de staat het project, en de boeren riepen om hulp en een paar honderd activisten, jongere boeren en biologen arriveerden. Tegen het einde van het decennium had een gemeenschappelijke bezetting vorm gekregen: de deelnemers bouwden hutten en andere gebouwen en bedachten alternatieve manieren om in hun basisbehoeften te voorzien – een soort geleefde en leefbare afscheiding van de staat. Wat begon als een verdediging van de landbouwgrond, kwam na verloop van tijd neer op het beschermen van het type gemeenschapsleven dat tijdens de verdediging vorm kreeg. Na vele jaren van juridisch getouwtrek, referenda, gewapende invallen door de staat en de vernietiging van huizen in de zone, won ZAD de strijd: het vliegveld, zo besloot de regering Macron in 2018, zou niet aangelegd worden. Sommige van de bezetters die op deze plek bleven wonen om verder te experimenteren met collectieve landbouw, hielpen later mee met het brainstormen over en organiseren van de SLT.

Ik denk dat de wrok over het verlies van de slag om het vliegveld deels het geweld heeft doen oplaaien dat nu tegen de SLT wordt gebruikt. Krab het vernislaagje weg van de karikatuur van “de ecoterrorist” en je zult zijn eerdere uitdrukking vinden: een zadist. Enkele dagen nadat Darmanin het plan van de regering aankondigde om de SLT te ontbinden, maakte hij de oprichting bekend van een speciale groep “anti-ZAD juristen”, die ervoor moest zorgen dat een ZAD, die een vorige minister van Binnenlandse Zaken vergeleken had met een kankercel, nooit meer voet aan de grond zou krijgen in Frankrijk.

Allianties

De vaardigheid van de zadisten om brede allianties op te bouwen en gaande te houden zorgde voor paniek onder de elites. De marxistische filosoof Henri Lefebvre geloofde dat dit soort alliantievorming over brede sociale en ideologische scheidslijnen heen een kenmerk was van alle gevechten om land. Hoewel de strijd van de ZAD gericht was tegen “het vliegveld en zijn wereld”, was die in staat om mensen te mobiliseren – waaronder conservatieven, winkeliers en volksvertegenwoordigers – die niet per se anti-kapitalistisch waren, maar die gewoon niet in de buurt van een vliegveld wilden wonen. Zadisten noemen deze solidariteit tussen mensen met verschillende ideologieën, identiteiten en overtuigingen “compositie”. De diverse samenstelling van de beweging maakt het mogelijk om zich uit te drukken via verschillende soorten acties; bij de ZAD waren dit onder andere het indienen van juridische verzoekschriften, het opbouwen en onderhouden van contacten met verre steungroepen, de confrontatie met de politie, het catalogiseren van bedreigde diersoorten in de zone en het saboteren van machines. Geen enkele methode werd superieur geacht aan een andere; er was geen legaliteits-, maar ook geen illegaliteitsfetisjisme. Voorstanders van de ene methode onthielden zich van het beargumenteren van de superioriteit van hun aanpak. De nadruk lag, zoals een vriend het uitdrukte, op “tact, niet op tactiek”.

Na de overwinning op het vliegveld was de vijand nog altijd aanwezig maar minder tastbaar. Nu het vliegveld er niet meer zou komen, was het de vraag hoe de strijd tegen “zijn wereld” het beste voort te zetten. De grote, brave pre-corona klimaatmarsen in Europese hoofdsteden en elders werden grotendeels ineffectief geacht, deels vanwege hun abstracte doelen. Worteling in pragmatische lokale strijd was nodig, aandacht voor specifieke gemeenschappen en hun geschiedenis, en een manier om verschillende activiteiten te verenigen in een gemeenschappelijk front met mondiale ambitie, onwrikbaar maar ook flexibel en tegelijk ook goed georganiseerd.

In januari 2021 ontstond de SLT toen een honderdtal activisten van verschillend pluimage en overtuigingen – waaronder leden van Extinction Rebellion, Youth for Climate, Friends of the Earth en ATTAC – samenkwamen met bewoners van ZAD en leden van vakbonden van kleine boeren, zoals de Confédération Paysanne, om hun werkzaamheden te coördineren en, zoals een vriend het uitdrukte, “de aarde van de kleine boeren te verbinden met de planeet van de milieuactivisten”. Ze organiseerden zorgvuldig een reeks acties: een tegen een Monsanto-fabriek in Lyon (Zuidoost-Frankrijk), een ter verdediging van de gemeenschappelijke tuinen van arbeiders in Besançon (Oost-Frankrijk) en een tegen zandwinning om cement te maken in de buurt van Nantes (West-Frankrijk). De groep telt nu meer dan 150.000 leden over de hele wereld, waaronder Noam Chomsky, de hele Zapatista-gemeenschap (Mexico) en ikzelf. Meer dan vijftigduizend mensen zijn lid geworden sinds de ontbinding; Greta Thunberg stond samen met leden van de beweging op de persconferentie in Parijs op de dag dat de regering de ontbinding aankondigde en betuigde haar steun op een topconferentie enkele dagen later.

Groei van de beweging

Bij de eerste SLT-demonstratie die ik bijwoonde, in Deux-Sèvres, waren een paar duizend mensen aanwezig; een enorme menigte voor mij en anderen die gewend waren aan de eenzame opsluiting van de coronatijd. Een jaar later, op 25 maart 2023 in Sainte-Soline (West-Frankrijk), opnieuw voor een demonstratie tegen megabekkens, waren we met dertigduizend, een bewijs van het talent van de SLT om de blik van stedelingen te richten op de misdaden die op het platteland worden gepleegd. Die dag had de politie het bassin omsingeld met gepantserde voertuigen en vuurde ze naar eigen zeggen meer dan vijfduizend granaten af op de demonstranten in minder dan twee uur tijd, waarbij tweehonderd mensen gewond raakten, waarvan twee levensgevaarlijk. Sommige van de granaten die de politie gebruikte, zijn nergens anders in Europa toegestaan, en worden beschouwd als oorlogswapens. Ook blokkeerden politieagenten hulpdiensten die probeerden de gewonden te bereiken.

In zijn analyse van het politiegeweld in Sainte-Soline begon historicus Christophe Bonneuil met de vraag waarom de regering oorlog wilde voeren tegen haar eigen burgers om een gat in de grond te beschermen. Ten eerste, suggereerde hij, voelde ze de behoefte om een show van bruut geweld te geven, als waarschuwing aan demonstranten in de steden, die steeds woedender werden door het gebruik van een speciaal regeringsbesluit om de pensioenshervormingen door te zetten. Maar de regering wilde ook, zo voegde hij eraan toe, haar onvoorwaardelijke steun aan de industriële landbouw bevestigen. Volgens hem was ze bereid om haar eigen burgers te doden om de “onrechtvaardige sociale orde” van het kapitalisme te beschermen.

Het kabinet was ook duidelijk in paniek door de enorme media-aandacht en het publieke karakter van de toenemende onvrede – een woede die zo breed gedeeld werd dat duizenden mensen uit het hele land, van wie velen een paar weken eerder nog niet van het bestaan van megabekkens hadden gehoord, honderden kilometers reisden naar een plek die stedelingen misschien zouden omschrijven als “the middle of nowhere”. Een menigte van die omvang die zich langzaam tussen bebouwde akkers beweegt, is een vreemd en merkwaardig ontroerend gezicht. De laatste keer dat zoveel Fransen voor een politieke reden de behoefte voelden om zo ver te reizen naar een afgelegen gebied was vijftig jaar geleden, om schapenboeren in de Larzac (Zuid-Frankrijk) te steunen in hun (uiteindelijk succesvolle) poging om hun land te verdedigen tegen onteigening door de overheid voor een oefenterrein voor het leger.

Het kan de Franse regering – of de mijne, die van de Verenigde Staten, dat maakt op dit punt geen verschil – niet schelen hoeveel studies er zijn geschreven over de vernietiging van de leefomgeving door het kapitalisme. Ze trekt zich niets aan van statistieken of gegevens of verhandelingen of academische rondetafelgesprekken. Ze besteedt geen aandacht aan de voorspelbare, goedbedoelde marsen in de hoofdstad. Maar dertigduizend mensen in de velden van het dorpje Melle in het midden van het departement Deux-Sèvres, dat is iets anders.

Kristin Ross

De oorspronkelijke tekst “The War of the Worlds in France” verscheen in augustus 2023 in The New York Review of Books. De volledige tekst vind je hier. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit. Kristin Ross is een Amerikaanse professor; ze is gespecialiseerd in Franse literatuur en cultuur.

Verder lezen