Ga naar de inhoud

Ideologische gelatenheid

Kritiek op de ideologie is natuurlijk niet echt vergeten. Wie is er voor het neoliberalisme? Wie voor een fundamentalisme van de vrije markt? Linkse mensen en strijdbare vakbondskaders zijn dat niet. Toch is hier wel iets aan de hand.

7 min leestijd

(Oorspronkelijk verschenen bij Solidariteit.nl foto Huub Mous)

In de jaren van de val van het reële socialisme, de teloorgang van de CPN en de fusie van linkse restanten in GroenLinks keerden de resterende socialisten van verschillende pluimage zich nadrukkelijk tegen de opkomst van het neoliberalisme. Iedereen in die tijd kende Milton Friedman als ideoloog van het neoliberalisme. De rol die deze ideologie speelde bij de coup in Chili was ook bekend. Neoliberalisme is principieel fout, een radicale fase van het kapitalisme dat bestreden moest worden.

Neoliberaal jargon beklijft

Het neoliberalisme is dus bij het ontstaan van zijn dominantie beslist niet over het hoofd gezien. In dezelfde periode kreeg het neoliberalisme zowel als ideologie als in concrete politieke maatregelen echter steeds meer vorm. Het had de wind in de rug van onder meer een schijnbaar opbloeiende economie, tot deze uitging als een nachtkaars in de crisis sinds 2008 die nog niet is uitgewoed.

Intussen is er ideologisch veel veranderd. Waar in de jaren zeventig en tachtig in debatten lang niet altijd openlijk beleden werd dat we in een kapitalistische maatschappij leven, is dat nu doodnormaal geworden. Ook het neoliberalisme wordt keer op keer benoemd. Soms kritisch, maar meestal zonder daar veel consequenties aan te verbinden.

De neoliberale ideologie wordt keer op keer slim verpakt met veel nadruk op persoonlijke zelfstandigheid en vrijheid. Waar je in de Koude Oorlog nog voor verschillende vormen van vrijheid kon pleiten, afhankelijk van verschillende politieke voorkeuren, wordt op grote schaal het marktfundamentalisme in de taal doorgezet, in de media en tot op de kleinste niveaus van de persoon.

Alleen de gevolgen

Drogredenen voor vermarkting en afbraak van collectiviteit zijn er te kust en te keur. Vaak hoor je de uitspraak ‘dat er nu eenmaal bezuinigd moet worden, maar niet op deze manier’, wat tot een krachtig argument leidt om in ieder geval te bezuinigen, zonder nog verder over de vermeende noodzaak te spreken. Het bedrijfsleven verdedigt zich dagelijks met ‘alles moet nu eenmaal efficiënter’, wat resulteert in massaontslag. En natuurlijk moet iedereen ‘zelfredzaam en zelfstandig’ zijn, want wie wil dat nu niet? Of ook een mooie is dat we wel voor liberalisme, maar niet voor het neoliberalisme zijn, waarmee per saldo het marktfundamentalisme, eigenbelang en egocentrisme voorop blijven staan.

Kortom, drogredenen genoeg. Waar problemen zijn, is er een enorm aanbod van individualistische noties en oplossingen, zelden sociale en collectieve. Klassiek worden alle oplossingen uitgesloten die enige aantasting van de eigendom en het particuliere eigenbelang inhouden. Dit in een tijd waar het particuliere woningbezit een enorme vlucht nam, maar het feitelijk resultaat is dat ‘de vrije burger’ met zijn huis ‘onder water staat’ of anderszins van de bank afhankelijk is. De privéschuld als hoogste particuliere eigendom. Deze schuld is niet slechts materieel, velen voelen zich er zelf schuldig onder, wat de afhankelijkheid en gelatenheid verder versterkt.

In deze situatie aanbeland, zou je denken dat het rationeel is over alternatieven voor het neoliberalisme na te denken en alle veelbekeken talkshows zich gretig op dit thema werpen. Niets is minder waar. En ook de mogelijke gedachte dat het neoliberalisme of kapitalisme zijn beste tijd gehad heeft, hoor je nauwelijks. Het neoliberaal beleid bestaat als oorzaak, maar meer en meer wordt slechts over gevolgen gesproken. In het politieke beleid wordt weliswaar geschipperd met deze ernstige gevolgen, want een fatsoenlijk mens ziet het probleem echt wel, het effect ervan is dat de oorzaak nog verder buiten beeld raakt. Al dat geschipper komt vervolgens neer op een doorgaande afkalving van sociale voorzieningen en morele waarden.

Valse vanzelfsprekendheid

Een systeem dat dominant is, heeft niet per definitie het eeuwige leven. Maar als je om je heen vraagt of mensen het gevoel hebben dat de crisis wordt opgelost, verneem je heel iets anders. Regelmatig zeggen mensen die niet eerst naar hun eigen portemonnee kijken dat ze helemaal niet het gevoel hebben dat deze crisis weer voorbij gaat. Waar vroeger een industrieel kapitalisme bij verdere technologische ontwikkeling werkers uitstootte, kon een deel daarvan zich verder ontwikkelen en kwam te werken in dienstverlening of zorg. Waar nu echter de dienstverlening en andere sectoren de nieuwe digitale mogelijkheden louter gebruiken om werkers uit te stoten, welke sector kan dan duurzaam massaal werk bieden? De creatieve sector menen sommigen, maar hoe rendabel blijft die, voor wie en hoe massaal? Op dit vlak van nieuwe ondernemingen zijn door de digitalisering de kopieermogelijkheden oneindig vergroot. Dat zal de winstmogelijkheden en stabiliteit er niet groter op maken. Elk product roept sneller dan ooit de productie van zijn goedkopere kopie op.

Als mensen vervolgens wel naar hun eigen positie kijken, zien zij werkloosheid en uitstoting, zware werkdruk, de tegenstelling tussen arm en rijk, de stagnerende en vaak achteruitgaande loonontwikkeling, totale uitholling van medezeggenschap, de particuliere schuldenlast, de verzwakking van de positie van delen van de middenklassen, enzovoort. Dat nog afgezien van onvermijdbare grote maatschappelijke opgaven die ook stagneren, zoals een grondige verduurzaming van de economie, zowel de productie als de consumptie.

Het neoliberalisme moet dus maar weg. Maar zeg je dat zo? Of liever, hoe treed je hier effectief op? Is er nog kruid gewassen tegen de valse vanzelfsprekendheid?

Samenwerking en eigen richting

Dat er geen makkelijke oplossingen bestaan een mondiaal dominante ideologie effectief aan te vechten, zal duidelijk zijn. Maar dat betekent niet dat er niets kan gebeuren. Voorop staat dat politiek, vakbonden en andere actieve groepen zich moeten blijven verzetten tegen verslechteringen. De inzet om de discussie te verbreden, moet de valkuil van passiviteit vermijden. Acties tegen directe verslechteringen kunnen bovendien een basis vormen verder te kijken naar de oorzaken.
Dan kunnen socialistische, sociale en linkse mensen, bewegingen, partijen, vakbonden en nog te bedenken groepen het wel degelijk hebben over ideologie en met name over kapitalisme en neoliberalisme. Misschien wil de vakbond zich liever niet met politiek bemoeien, de politiek raakt in de uitvoering van het neoliberale beleid de vakbond echter wel. Dus is er weinig keus, het gaat ook om het bestaan van de vakbeweging. Het is bovendien niet erg wanneer partijen en groepen het niet direct met elkaar eens zijn, wel dat er gezwegen zou worden. In de globale richting kunnen mensen elkaar vinden. Dat kan krachtig met stevige leuzen, dat kan ook met mensen die daar helemaal niet van houden, maar zich wel inzetten voor sociale en maatschappelijke doelen en milieuvraagstukken.

Er zijn globale richtingen die de positie van werkenden en werklozen structureel kunnen verbeteren. Daarmee verdwijnt niet gelijk het kapitalistisch systeem, maar ontstaat naast directe verbetering een aanzet voor een verdere sociale en rationele richting.

Hierbij kan worden gedacht aan algemene arbeidstijdverkorting zolang er werklozen zijn en weer werkgelegenheid voor iedereen af te dwingen, wettelijk gegarandeerd basisinkomen, loonacties, collectieve sectoren van zorg, vervoer en energie weer onder de staat of ander collectief beheer brengen, enzovoort.

Waarom zijn dat goede invalshoeken? Omdat ze een algemeen belang vormen en alle mensen, werkende en werklozen daarmee gezamenlijk in hun positie en macht kunnen versterken. Het gaat immers om een algemene zaak. Niet slechts om een beleid, maar een stelsel dat niet deugt en niet oneindig kan bestaan. Een systeem dat haar productieve mogelijkheden enorm heeft uitgebreid, maar dat niet ten goede laat komen aan de bevolking. Dat zich onmachtiger dan ooit toont om welke grote belofte dan ook waar te maken.

Het getuigt van redelijkheid hier overal gewoon over te spreken. Het alomtegenwoordige neoliberalisme is extreem, jij bent dat niet!