Ga naar de inhoud

Het vertigo van de subprimes

In deze chaotische wereld waar de
verleiding groot is om net zoals Candide van Voltaire zich ‘in zijn
eigen tuintje’ terug te trekken en elke hoop te laten varen om ‘er
iets van te begrijpen’, zijn er juist weinig gebeurtenissen die meer
het vernuft tot nieuw leven kunnen wekken dan het volgen van de
huidige financiële crisis, die als een kruisraket door onze
samenleving waart.

18 min leestijd
Placeholder image

Door Yann Moulier Boutang (Multitides). Een quick’n dirty vertaling van
Patrice Riemens

 
Wij hebben namelijk beslist nog niet de
oevers bereikt van ‘het einde van de geschiedenis’, cq. het
‘zelfbeheer der dingen’ die aangekondigd werden door Kojeve en
Fukuyama. De chaos in de economie reikt nu tot aan de hemel. En als
altijd wanneer Janus zich met zijn dubbel gezicht vertoont,

bloeien de parallellen op aangaande de
apocalyptische, finale instorting van het kapitalisme, alsmede
vergelijkingen met de Grote Depressie van de dertiger jaren van de
vorige eeuw. Een vaag gevoel van onbehagen wordt merkbaar ter
linkerzijde, zelfs bij de vleugel die het dichtst aanschurkt tegen
het patronaat: men komt erachter dat het neo-liberalisme historisch
dood is (al kan ie, net als een onthoofde eend, nog een heel eindje
doorrennen) . "Het einde van de vrolijke globalisering";
"Het kapitalisme is bezig aan zijn zelf-vernietiging";
"De Grote depressie staat voor de deur"; "Het ergste
moet nog komen" – zie hier de titels van recentelijk (in
Frankrijk -PR) verschenen boeken. Iedereen laat Cassandra-achtige
geluiden horen: "het kapitalisme rijdt in de muur" – tenzij
het zich snel, en radicaal, hervormt.

Wijzelf hebben op zich niets tegen
Cassandra-geluiden, maar ja, niet iedereen heet John Maynard Keynes.
Een econoom, zelfs een heel conservatieve, zal je vertellen dat de
crisis der dertiger jaren ook al het probleem kende van "de
motor van de economische groei weer op te starten" in een
situatie waarin alle prijzen eenduidig in neerwaartse richting wezen
en waar de internationale handel sterk aan het inkrimpen was. Maar
ook al beroept men zich op Keynes, is het zaak om de kern van zijn
boodschap in de gaten te houden.

En dan is het verbijsterend om zich
links noemende economen een ‘zuivering’ te zien voorschrijven die ons
zou verlossen van speculatieve handelingen teneinde een kapitalisme
te reconstrueren dat eindelijk gebaseerd zou zijn op een gezonde
productie-economie. Hun motto is kennelijk "Leve de crisis!".
Eindelijk de financiële sector en zijn schandalige uitwasemen de nek
omdraaien! Nuchtere waarnemers hoeden zich voor dit terugkerende
moralisme omdat zij donders goed weten dat het vooral dient om wilde
groeistuipen te verwerken en vooral om op gezette tijden de
zegeningen van de Staat te herontdekken, volgens het geheiligde
principe van de privatisering der winsten en het socialiseren van de
verliezen. En weer anderen denken dat als je maar de renteniers van
de wereldbeurzen een tijdje op droog brood zet, wij vanzelf terug
zullen keren naar een wat ‘reëlere’, op goederen en diensten
gebaseerde economie. Weg dus met de heerschappij van het Geld!

Frisse ideeën hierover – om van
uitwegen uit de complexe crisis van vandaag maar te zwijgen – zijn
wij echter nog niet tegen gekomen. En zorgvuldige afwegingen zijn ook
al ver te zoeken, als je een en ander naast de toestand met Pakistan,
Georgië, het Midden-Oosten, Iran en nog zo’n paar plekken zet. Wat
de crisis van de subprimes juist aantoont, is de onmogelijkheid om de
‘foute’ speculatie te scheiden van de geglobaliseerde markten binnen
de wereldeconomie die wel OK zouden zijn. Alle beste bedoelingen
bij elkaar zullen nooit het verschil weten hard te maken tussen
soliede en waardeloze vorderingen. Evenmin als het mogelijk is om het
kaf van het Amerikaanse, op de US Dollar gebaseerde monetair leadership met zijn monsterlijke
dubbel-tekorten (de staatsschuld en die van de particulieren -PR)
van het koren van de ‘gezonde’ economische groei te scheiden. "We
moeten de soldaat ‘Groei’ redden" schijnt het motto van de
Amerikaanse overheid te zijn.

En dan moeten we erkennen dat het deze
‘masters of the universe’ zijn, natuurlijk in de beste loge gezeten
wat betreft het doorgronden van de globale situatie, die het gelijk
aan hun kant hebben tegenover de minne, ondergeschikte Europese
naties die nog steeds stijf volharden in het bestrijden van
begrotingstekorten en staatsschulden op een manier die weldra de dood
van de patiënt zullen betekenen. De Verenigde Staten kondigen een
steunplan groot 3000 miljard Dollars in de vorm van federale
kredietgaranties (ten gunste van verzwakte financiële instellingen
-PR), maar onze eigen (Franse- PR) eerste minister krijgt al de
bibberatie als hij 45 miljard moet voorschieten. De Franse regering
klooit maar wat aan met het ‘sociaal activiteit inkomen’ – waarvan de
kosten voornamelijk op de ‘gewone’ huishoudens worden afgewenteld –
en nog meer van dat soort halfbakken maatregelen (*) . Maar met een
groei die onder de 1% aan het duiken is en een tekort dat de 3%
vrolijk gaat passeren, zal hij – en met Frankrijk heel Europa – wel tot
veel radicalere maatregelen moeten besluiten. Het zal niet verbazen
als te zijner tijd een lekker ouderwetse sociale uitbarsting deze
feiten onder de neus van onze ingedutte elites zal gaan wrijven.

De naakte waarheid is dat de huidige
subprimes crisis de eerste globale crisis is van _het communisme van
het kapitaal_ dat wil zeggen van de wereld economie opgevat als een
algehele terbeschikkingstelling (**). Zij bewijst de totale
wederzijdse afhankelijkheid van schuldeisers en debiteuren. Zij heeft
enerzijds iets weg van het oud liedje "ik hou je… jij houdt
me … bij de ballen!", en met wat Keynes al een eeuw geleden zo
formuleerde: "als het om een klein bedrag gaat heeft de
schuldenaar een probleem, maar als het bedrag groot genoeg is, is het
de schuldeiser die in de puree zit" (***).

Wij kunnen een en ander illustreren aan
de hand van de bekende Russische poppen die in elkaar schuiven: De
Chinese politieke stabiliteit (aka " de harmonische
samenleving") en het inlijven van honderden miljoenen werknemers
via loondienst in het accumulatie-mechanisme zijn te groot om de Beijing Express af te remmen of
zelfs op het zijspoor van de duurzame groei te geleiden – never
mind the planet (en vergeet maar helemaal de ‘natuurlijke’ rechten
van het menselijk beest waarvan de eindeloze bio-plasticiteit wederom
overtuigend gedemonstreerd en opgehemeld werd ter gelegenheid van de
meest grandioze Olympische Spelen ooit…). Evenzo is het Russisch
gas van te groot belang voor Europa om de zure beker (formaat viskom)
van hetgeen de Russische autocraten Georgië aandoen aan zich voorbij
te laten gaan. Het levenspeil van het gemiddeld Amerikaanse
huishouden (de 12% die van de ‘droom’ zijn uitgesloten, toch nog zo’n
37 miljoen zielen, zijn pro memorie) was al te zwaarwegend om de
Kyoto akkoorden te kunnen ondertekenen. Zei president Bush met zijn
gebruikelijk gevoel voor de subtiele nuance: "no way wij
Amerikanen het zonder onze SUVs zouden moeten doen!".Het
resultaat van dit staaltje realpolitik kan thans bewonderd worden aan
de hand van het bijna-failliet van de 3 belangrijkste autofabrikanten
die nu 70 miljard Dollars steun willen van de overheid – deze biedt
‘slechts’ 45 miljard… beetje sneu, niet waar? Het probleem is
wederom dat deze automakers te groot zijn om failliet te gaan, en dat
bovendien hun financiële problemen voor een deel veroorzaakt worden
door de pensioen-aanspraken van hun werknemers (bij ons is het
sociaal verzekeringsstelsel die met dit soort ongemakken moet zien te
overleven).

Een andere inschuifpop wordt gevormd
door de groep door wie de subprimes crisis aan het licht kwam: de
Amerikaanse huishoudens als hypotheeknemers, met z’n allen een beetje
te talrijk om massaal uit hun huis gezet te worden (12 miljoen op een
totaal van 60 miljoen leners). Hierdoor speelt zich al een jaar of
anderhalf een fraai partijtje ping-pong af: de banken hebben de
vorderingen al vergaand ‘verwaterd’ alvorens ze aan andere financiële
instellingen door te spelen, die ze op hun beurt ‘gestructureerde’
hebben en aan private partijen en publieke instellingen doorverkocht,
en wel zo dat de vorderingen nu echt nooit meer inbaar zijn geworden.
Nochtans zeggen banken en financiële instellingen die op een
Himalaya aan speculatieve instrumenten zitten tegen de centrale
banken: sorry jongens, maar we zijn te grote vissen om in de bakpan
te geraken. Die boodschap kreeg de Fed en de Bank of England al te
horen, en nu mogen alle centrale banken meedoen. En dan zeggen de
V.S. op hun beurt tegen de rest van de wereld, en de laatste tijd
meer in het bijzonder tegen China: sorry, maar ons dubbelle tekort is
gewoon te groot om ons bankroet te verklaren. Als wij zinken
verzuipen jullie allemaal mee. En het is nog waar ook. De politiek
van Ben Bernanke (president van het Federal Reserve System -PR), zelf
een uitnemende kenner van de crisis van 1929 en opvolger van Alan
Greenspan (de man die de oren van de markt had) kwam dus neer op het
tot elke prijs vermijden van een liquiditeiten-crisis bij, en van het
failliet van de tien belangrijkste Amerikaanse banken. Tenzij men
liever 150 miljoen werklozen in de VS ziet, gevolgd door een kekke
kernwapens-holocaust tussen India, Iran, China en Pakistan (met een
waarschijnlijke toegift van de kant van het nog steeds chaotisch
dekoloniserend Rusland, tezamen met een quasi-automatische plof in
het Midden-Oosten, en dus in Europa) valt er op dit beleid weinig aan
te merken.

Er bestaat geen intrinsieke reden om
aan te nemen dat deze maatregelenpakket die tot doel heeft de
liquiditeits- en krediet-crisis te vermijden, alsmede de instorting
van het financiële stelsel als geheel, erniet in zou slagen om, zo goed en zo
kwaad als het kan, de crisis inderdaad te bezweren en de financiële
activa (waarvan de waardestijging, om in de woorden van Mister
Greenspan te spreken, ‘uitzinnig’ was) gevoelig in waarde te doen verminderen.
Er staat feitelijk ook niets in de weg van een ingrijpende hervorming
van het Internationale Monetaire Fonds, wellicht in de vorm van wat
Keynes zonder succes bij de onderhandelingen van Bretton Woods in
1944 had voorgesteld: Op de markt brengen van een kolossale
hoeveelheid speciale trekkingsrechten, verpand op de toekomstige
industriële groei van de economieën in het Zuiden, alsmede op een
definitieve sprong naar het ‘cognitief kapitalisme’ , met name in het
Noorden (dat wil zeggen nu eens een echte serieuze
investeringsinspanning in research en onderwijs ter hoogte van 10%
van het BBP en in het transformeren van de Europese Unie in een echte
federale staat die dezelfde soort economische daadkracht zou
ontplooien als de Verenigde Staten). Wat is dan de reden dat Ben
Bernanke zo bezorgd is dat hij op 20 augustus de toestand van de
wereldeconomie schetste als "de meest complexe die er ooit
bestaan heeft"? Waarom zou het systeem dat de laatste twintig
jaar (min of meer) gefunctioneerd heeft niet nog een tijd
geprolongeerd kunnen worden?

In een opinie-stuk in het Franse
dagblad ‘Le Monde’ van 28 augustus herinnerden een aantal economen
(te weten Christian de Boissieu, Jean-Herve Lorenzi en Olivier
Pastre) ons aan het feit dat de crisis nog steeds niet opgelost is, en dat op de
boeken van banken en financiële instituties nog steeds een goede
helft aan twijfelachtige (leest: nimmer te innen) vorderingen staan.
Zodoende komt er geen einde aan de zuivering, omdat het Amerikaans
systeem nu eenmaal niet te zuiveren valt (ondanks het feit dat
hetzelfde systeem heel snel en heel doelmatig gereageerd heeft bij
ophefmakende schandalen zoals bij Enron, en het stock options regime
alsmede de boekhoudregels van bedrijven ingrijpend aangescherpt
heeft). Die onmogelijkheid valt feitelijk samen met de onmogelijkheid
om politiek het Amerikaanse stelsel van ‘vermogende democratie’ zelf
te zuiveren. Het levenspeil van de Amerikaanse huishoudens vertoont
een rigiditeit waar de salarisinkomens een puntje aan kunnen zuigen!
En die rigiditeit valt navenant moeilijk aan te pakken.

De Amerikaanse ommekeer of de tweede
dood van Milton Friedman

s’Werelds eerste macht, aan de
vooravond van de alleszins mogelijke maar geenszins gegarandeerde
verkiezing van Barrack Obama tot president, staat op het punt van een
kruipende nieuwe ‘New Deal’. Kijk maar naar de verhulde
nationalisatie van instellingen die hypotheken her-financieren, naar
de mega-hulp voor de auto-industrie, de verkapte bail-out van
zakenbanken zoals Bear Sterns, federale kredieten aan lokale
overheden om massieve beslagleggingen op woonhuizen te vermijden en
het woningkrediet te herfinancieren, het heropstarten van de sociale
woningbouw, enzovoorts, enzovoorts. Het enige wat er nog ontbreekt is
een algemene dekking van de ziektekosten (maar dat stond op het
verkiezingsprogramma van Hillary Clinton en is door Barrack Obama
overgenomen) en een publieke financiering van ouderdomspensioenen –
iets wat tot nu toe door de particuliere ondernemingen werd gedaan –
nu, mede daardoor, aan de rand van de failliet. Met andere woorden,
na de rest van de wereld de criteria van het neo-liberaal consensus
te hebben opgelegd zijn de Verenigde Staten bezig aan een
‘Europeiserende’ inhaalslag. Milton Friedman is dus nu echt goed
dood.

Maar in de tussentijd klooit Europa maar wat aan met een even
impotente als perspectiefloze politiek confederalisme en wil maar niet aan het scheppen van een echt
pan-Europees begrotingstekort, die echter volstrekt niet te vermijden
is wil men niet in een buitengewoon zware recessie terecht komen. Op
dezelfde manier wil Europa maar niet aan de herziening van het status
van de Europese Centrale Bank die haar in staat zou stellen om van de
Euro een echte internationale reserve-munt te maken, wat op zijn
beurt de mogelijkheid zou openen om genoeg geld te lenen om de
Europese universiteiten, onderzoekscentra, en technologie
ontwikkelingspolen uit hun bijkans derde wereldse achenebbisj te
halen.

Maar wat valt er eigenlijk te klagen,
hoor ik u al opmerken. Wij laten eindelijk het fanatieke tijdperk van
de ‘Chicago Boys’ achter ons – kijk maar naar Latijns Amerika waar
men overal, met variaties, terugkeert naar het model van de gemengde
economie. Het kapitalisme gaat een beetje aan moraal doen. Zelfs
Mevrouw Parisot (voorzitster van de Franse ondernemersverbond -PR)
ziet af van haar hobby parachute springen, kennelijk om elke genante
associaties met de gouden varianten hiervan te vermijden en maakt gelijk schoon schip
in haar notoir corrupte vereniging, een situatie die overigens wel de
sociale vrede hielp handhaven.

Helaas zit er wel een lek van formaat
in deze Hollywoodiaanse "Globalisation Paradise – The Return"
luchtballon. Er ontbreekt namelijk een element waarzonder zelfs de
allervernuftigste financiële constructies niet werken, te weten:
vertrouwen. De US Dollar is nog steeds de internationale reservemunt,
en maken het de Verenigde Staten mogelijk om hun binnenlandse
klassenstrijd (vroeger de opkomst van een militante arbeidersklasse,
nu de wankelende onroerend goed bonanza uitgekeerd aan de
middengroepen en de ‘creatieve klasse’) naar de rest van de wereld te
exporteren door hun tekorten om te toveren in papiergeld en Treasury
Bonds. Maar dat is waarschijnlijk de zwanenzang van de alleen
overgebleven supermacht die ontstond onder Bush senior met de val van
het reëel bestaand socialisme. De Europese landen en Japan, die wel
gebukt gaan onder de druk van externe factoren, trekken het vermogen
van de V.S. om stand te maken tegenover hun werknemers steeds meer in
twijfel: het lijkt er niet op dat zij in staat zouden zijn om
drastische bezuinigen, gepaard gaan met werkloosheid en
koopkrachtverlies, door te voeren. De onenigheid tussen Jean-Claude
Trichet (ECB), zijn collega bij de Bank of England, en die van de
Japanse Centrale Bank aan een kant, en Ben Bernanke aan de andere,
illustreert de strategische scheiding der geesten: de eersten willen
stabiele wisselkoersen en staat de strijd tegen de inflatie, annex
loonsverhogingen centraal, voor de laatste gaat het vooral om koste
wat het koste te vermijden dat de economische groei inzakt.

Maar in
dit balletduet is een derde partner verschenen: de groep landen uit
het Zuiden die de laatste jaren steeds welvarender zijn geworden,
China, India en de Arabische olie-producerende landen. Zij kloppen
aan onze deuren met hun soevereine fondsen, ook zij staan voor
economische groei tot elke prijs, ent als de V.S., maar zij zijn
benauwd voor een protectionistische slag van dezelfde V.S. (het
Congres heeft al het verkopen van havens aan buitenlandse
investeerders aan banden gelegd), alsmede van een al te grote
waardevermindering van de Dollar. Ook zij hebben Uncle Sam bij de
ballen, maar natuurlijk ook omgekeerd, zoals eerder betoogd. Weigeren
ze het waardepapier van de Amerikaanse schatkist te kopen, dan
riskeren ze een majeure Dollar crisis, en daarmee het instorten van
het mondiale financiële systeem als geheel. Maar kopen zij die
wel, dan moeten ze rekening houden met een gestage waardevermindering
van hun activa en, nog erger, ligt er stagnatie en inflatie in het
verschiet. Men kan zich voorstellen dat zij hiermee niet echt, en
steeds minder, blij zijn. En zolang China niet overschakelt van
‘export-led growth’ naar op binnenlandse vraag gebaseerde economische
groei, hetgeen decente beloningen en een wat minder schaal niveau van
sociale zekerheid inhoudt, zal het bij tij en onweer vastgebonden
blijven aan de Amerikaanse schuit. Hier ook weer geldt: het gaat om
_politieke_ keuzes.

Zoals Boissie, Lorenzi en Pastre het
goed analyseerden (****), tekent de financiële crisis, ondanks het
feit dat ze tot nu toe onder controle lijkt, een op mondiaal niveau
geheel nieuw landschap van eigendomsrechten. De massieve Amerikaanse
schuld tegenover de rest van de wereld (110% van het BNP, en slechts
47% de andere kant op) vertaald zich nu in het betreden van het
NewYorkse financiële walhalla door Indiase en Chinese soevereine
fondsen. Toen men in Frankrijk besefte dat staalgigant Arcelor en zijn technologie in hun
geheel in handen van Mittal zou vallen was de ontzetting voelbaar.
Men kan zich dus de gevoelens voorstellen van het aristocratisch New
Yorkse financiële establishment bij de gedachte dat zij Saudische,
Koeweitse en Chinese geldschieters in hun raden van besturen zullen
moeten verwelkomen.

Maar dit zijn slechts verwikkelingen die niet
verschillen van wat gebeurde tijdens het zogenaamde Tweede Keizerrijk
van Napoleon III in Frankrijk: toen ook al beurs-crashen bij de vleet
en een volstrekt dolgedraaide onroerend goed sector. Wat belangrijker
is, is dat de financiële globalisering – en dus niet alleen maar de
V.S. – zich nu op een doodlopende weg bevindt. In tegenstelling tot
wat men algemeen aanneemt, ligt het probleem niet bij het afschrijven
van de consumptieschulden en onaflosbare hypotheken van de
Amerikaanse burgers, maar bij het ontbreken van een politiek
compromis met de nieuwe productieve klassen. In zijn tijd had Keynes
gepleit voor het afschaffen van de Gouden Standaard, die hij
beschouwde als een historische fossiel. Wij moeten nu loskomen van
die andere fossiel: de financialisering (van de economie). Deze had
het het kapitalisme mogelijk gemaakt om het gebrek aan flexibiliteit
van de factor arbeid binnen het fordistisch systeem te omzeilen, zei
het alleen maar door het daadwerkelijk invullen van de eeuwige droom
van eigen (huis)bezit en kapitaal inkomens voor een aanzienlijk deel
van de bevolking – zodoende waren het er genoeg die geroepen werden
tot het heiligdom van de rente, en ook het aantal verkozenen was
groot genoeg om het kwart van de bevolking dat arm bleef in het
gareel te houden. Maar tenzij een nieuwe ‘New Deal’ er snel komt,
waarbij de aloude, maar thans door 30 jaar neo-liberalisme vermolmde,
rechten van de welvaartsstaat hersteld, maar vooral vernieuwd worden,
met name wat betreft de positie van het ‘cognitief precariaat’ van de
‘creatieve klasse’ die nu hard op weg is naar de totale
proletarisering, blijft het volstrekt onduidelijk hoe de liquidatie
van de rente niet gepaard zou gaan met massief politiek geweld.

De doorgangspoort is erg nauw en Alan
Greenspan noemde op 14 maart jongstleden de huidige crisis "de
ergste sinds de Tweede Wereldoorlog". Het is geen ’technische’
crisis, hoezeer de financiële wereld technisch gezien ongelooflijk
voortgang heeft gemaakt, maar een politieke. Het heeft geen zin om de
wetstafels van het neo-liberalisme erop na te slaan: deze zijn
zojuist aan gruzelementen geslagen. Thans zijn de politici aan zet
om daar de consequenties uit te trekken. (*****)

(Opmerkingen van de vertaler)

(*) Zelf vind ik de RSA helemaal niet
zo’n slecht plan , en zijn financiering, een extra belasting op
levensverzekeringen en aandelen, al helemaal geen slecht idee.
Sarkozy: "sorry mensen, maar kapitaal inkomens zijn de laatste
jaren veel meer gestegen dan inkomens uit arbeid, dus…". Soms
heeft Sarko gelijk, en YMB pist naast de pot.

(**) Oeps, pfff… da’s heftuge
neo-theorie, maar het komt neer, volgens mij, op het verschijnsel
dat de neo-liberale kapitalistische economie alles en iedereen en
altijd en overal naar zich toezuigt. Cf ‘biopolitiek’, 24/7/365
bedrijvigheid enz. enz.

(***) Carl Barks, de onovertroffen
tekenaar van Donald Duck, liet Oom Dagobert dit wat plastischer
formuleren: "als jij, Donald, 100 Dollar wegmaakt is dat
diefstal, maar als ik het met 100 miljoen doe heet dat een geniale
financiële operatie!" (ook bekend uit de film "Black Cat
White Cat" als ‘fenomenalna combinacija" …)

(****) De typisch Yann Moulier
Boutangesque toevoeging/sneer "althans op dat punt" laat ik
maar onvertaald (sic).

(*****) Waarmee YMB Duyvendak
na-papagaait. Overigens heeft de Britse minister van financiën
Alistair Darling eergisteren een schepje bovenop gegooid: "dit
is de ergste crisis in 60 jaar, en het einde is nog lang niet in
zicht". Wij kunnen dus rustig gaan zuipen…