Ga naar de inhoud

Het neoliberalisme is springlevend

Van Griekenland tot Niger predikt het IMF soberheid en armoede.  Christine Lagarde heeft voor ontstemming gezorgd toen ze verklaarde meer begaan te zijn met de slechte scholingsomstandigheden van de kinderen in Niger dan met de soberheid waarmee de Grieken het nu moeten doen. Maar het misprijzen waarmee de directrice van het IMF Griekenland bejegent geldt ook voor Niger, het op één na armste land van de wereld dat omwille van de structurele hervormingsplannen sinds twintig jaar een verschrikkelijke toestand kent die er onder meer het openbaar onderwijs heeft stuk gemaakt.

5 min leestijd
Placeholder image

(Het origineel op de website van Attac Vlaanderen)

Ondervraagd door een journalist van de Guardian, heeft de algemeen directrice van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Christine Lagarde verklaard dat « de Grieken zouden moeten beginnen met elkaar te helpen », en dit « door al hun belastingen te betalen ». De vrouwen moeten bevallen zonder de hulp van een vroedvrouw? Zieken hebben niet langer toegang tot essentiële geneesmiddelen? Ouderen sterven bij gebrek aan zorgen? Het is de fout van de Grieken. « Ik denk veeleer aan de kinderen in een dorpsschooltje in Niger die twee uren per dag school hebben en één stoeltje delen met zijn drieën (…). Ik denk dat ze meer hulp nodig hebben dan de Atheners », vergelijkt de oud- minister van Economie en Financiën. De Europeanen moeten niet te erg klagen. Lagarde vergeet er aan toe te voegen dat de kinderen uit Niger zo moeilijk gescolariseerd geraken door toedoen van de instelling waarvan zij de leiding heeft.
In december 2011 deed Christine Lagarde in het kader van haar eerste Afrikaanse reis Niger aan. Ze werd er met de nodige égards ontvangen in een land waar één persoon op drie voedselonzeker is, waarmee je ook niet vlot naar school kan. Tijdens een minibezoek buiten de grenzen van de hoofdstad verzekerde ze dat het IMF « niet alleen een gedesincarneerde instelling is die overal ter wereld soberheidsmaatregelen voorschrijft”, maar ook « uiterst gevoelig is voor de eigen situatie van ieder land”. Zowaar een teken van grote edelmoedigheid.

Wanneer het IMF in het onderwijsbudget hakt Niger is één van de laagst geklasseerde landen inzake menselijke ontwikkeling [1]. 61 % van zijn inwoners overleeft met minder dan één dollar per dag, één kind op vijf sterft voor de leeftijd van vijf jaar, vooral aan vermijdbare ziekten en aan ondervoeding. De lage scholingsgraad, vooral van de meisjes, draagt bij tot een analfabetisme van 85%. Volgens Unicef , « heeft het gebrek aan bestaansmiddelen van de vrouwen ernstige gevolgen voor de toegang van de kinderen tot onderwijs en drijft het ze de kinderhandel in». Punt van overeenkomst tussen de ellende van Niger en de Griekse soberheid? Het IMF. Op last van het IMF werd het budget van Niger voor 2012 serieus verminderd. « Van 2,2 miljard euro, werd het teruggebracht tot 1,9 miljard, met substantiële verminderingen in de sociale sector, waar twee derden van de afgeschafte bedragen zich concentreren », informeert het Réseau national dette et développement (RNDD). Het meest teruggeschroefde budget is dit van onderwijs, met 73 miljoen euro minder (48 miljard frank CFA) dan voorzien. Ook Landbouw, Gezondheid en het Hoger Onderwijs moeten inleveren.

Leerkrachten die niet langer betaald worden Budgettaire keuzes werden beslecht in contradictie met de verbintenissen aangegaan door de president van Nigeria, Mahamadou Issoufou, en zijn regering, meldt het Réseau national dette et développement. De ngo roept de parlementairen van het land op het diktat van het IMF te weigeren en de regering tot meer verantwoordelijkheid te dwingen. De ngo herinnert eraan dat « de door de internationale instellingen toegestane leningen de schulden nog zullen doen toenemen en zo verdere ontwikkeling in de weg zullen staan”. Sinds meer dan één decennium is Niger op sterven na dood, ten dele omwille van de in Washington uitgedachte structurele aanpassingsplannen.
Het IMF, dat toen geleid werd door Michel Camdessus en de Wereldbank ontschepen in Niamey op het einde van de jaren ‘90. Zij schudden een « Plan décennal de développement de l’éducation » uit hun mouwen. Dit plan voorziet dat massaal een beroep zal gedaan worden op leerkrachten met een precair statuut, met name op « vrijwilligers en contractuelen ». In 2012 vertegenwoordigen zij 80 % van de effectieven. Om te decentraliseren worden zij geacht betaald te worden door de regionale entiteiten en de basisgemeenschappen. In feite zijn het er steeds minder. Want niemand kan hen betalen! De hervormingen opgelegd door het IMF, hebben ook het aantal lesuren verminderd, het aantal toegekende studiebeurzen doen dalen alsook de scolarisatiegraad. « Een perfecte illustratie van waartoe een neoliberaal beleid leiden kan », verklaarde in 2004 Mamane Sani Adamou vanuit andersmondialistische kritiek [2].

De economie van Niger gedestructureerd door het IMF Een ander programma van het IMF om de mensen uit de armoede te halen is een driejarig plan met als titel « facilité de réduction de la pauvreté et de croissance » (sic). Het werd ondertekend in 2000 in ruil voor nieuwe leningen en heeft de economie van Niger ernstig gedestabiliseerd door het afschaffen van douanerechten, een daling van de invoertaksen en de privatisering van openbare bedrijven. Op die manier heeft Vivendi (voortaan Veolia environnement) de nationale watermaatschappij gerecupereerd.
Een andere criminele verplichting was de afschaffing van de nationale veterinaire dienst om de schuld te kunnen herschikken. De nomaden en de boeren waren niet langer in staat de prijs te betalen die de privé-ondernemingen voor hun entstoffen, geneesmiddelen en vitaminen vroegen, zodat de veestapel die één van de rijkdommen van het land was, drastisch ineenkromp. De door het IMF opgelegde liquidatie van de voedselreserves was dan weer verantwoordelijk voor opeenvolgende hongersnoden.
Om de stoelen van de schoolkinderen te betalen zou Niger aan Areva dat zijn uraniumrijkdommen uitbaat of aan de Chinese multinational China National Petroleum die zich in het land aan het inplanten is vragen om meer stortingen te doen.

Wat denkt Christine Lagarde, wier inkomen zou toelaten tientallen onderwijzers te betalen hiervan?

—————————-

door Nolwenn Weiler (1 juni 2012)/Met dank aan Jan Blancke voor de vertaling voor Attac Vlaanderen

[1] Indicator uitgewerkt door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties

[2] Algemeen secretaris van de Organisation pour la démocratie nouvelle en stichtend lid van de vereniging Alternative espaces citoyens.