Griekse Schuld: Verrot land of verrot systeem?
Sinds 25 mei schudt Griekenland op z’n grondvesten door het protest van honderdduizenden mensen. Zij overspoelen pleinen in steden met als eis de stopzetting van het bezuinigingsbeleid van de regering Papandreou, de EU de Europese Centrale Bank (ECB) en het IMF.
Onmiddellijk nadat de crisis in Griekenland uitbrak, begon er ook een massale aanval van Westerse media tegen de Griekse bevolking. De staatsschuldcrisis werd voorgesteld als het resultaat van wanbestuur van publieke middelen, corruptie, lage productiviteit, een buitensporig grote publieke sector en een belachelijk genereuze welvaartsstaat. Daarnaast benadrukken de media – waarbij de Nederlandse media voorlopers geweest zijn – de verantwoordelijkheid van de ‘gewone’ Griekse burger voor de crisis. Plotseling gingen alle kranten verhalen afdrukken over Grieken die handig belasting zouden weten te ontwijken, hoge lonen ontvangen voor weinig werk, uitkeringen ontvangen waar ze geen recht op hebben en al op 53-jarige leeftijd met pensioen zouden gaan.
(dit stuk verschijnt in de komende uitgave van klasse! (http://www.klasse-krant.nl)
foto’s john porfyropoulo/flickr)
Geen enkele van die verhalen is waar. Een snelle blik in de officiële cijfers van EUROSTAT of de OESO leert al dat Grieken gemiddeld 2120 uur per jaar werken (de Nederlanders 1389) en ze gaan gemiddeld met pensioen als ze 61.9 jaar zijn (de Nederlanders 62.1). Belastingontduiking bestaat alleen voor rijken. Er zijn 4000 offshore bedrijven actief in Griekenland, die helemaal geen belastingen betalen. Wat de ambtenaren betreft: die beslaan 22.6 procent van de totale arbeidskracht (22.7 procent in Nederland) (cijfers ILO 2006). In 2009 bedroeg het totaal aan uitgaven aan lonen en pensioenen voor ambtenaren 10.3 procent van het BBP en sociale uitgaven 15 procent. Beide cijfers zijn aanzienlijk lager dan bij de meeste andere Europese landen (OECD Employment Outlook, 2005)
De oorzaken van de crisis
Volgens het Global Wealth Databook (Oktober 2010) hebben 60.000 Grieken – in land en onroerend goed – bezit ter waarde van ongeveer $ 736 miljard, met nog eens $340 miljard aan ‘mobiel’ bezit. Hoe hebben ze dit bij elkaar kunnen krijgen? De Griekse staat was niet bezig met het subsidiëren van de bevolking, zoals de Europese media beweren, maar was vooral bezig de grote Griekse ondernemingen te spekken. De Olympische spelen waren het toppunt van dit subsidiebeleid. Bedrijven kregen enorme bouwopdrachten toegespeeld tegen bedragen die drie keer hoger waren dan de marktprijzen. De Spelen kostten officieel 11.2 miljard maar sommige schattingen komen zelfs in de buurt van 20 miljard. Geen wonder dus dat de Olympische Spelen een begrotingstekort van 5 miljard betekenden.
Sinds begin jaren ’80 is Griekenland een van de beste klanten van de militaire industrie geweest. Naar schatting heeft de Griekse staat in die periode 100 miljard gestoken in de race om Turkije op bewapeningsgebied bij te houden. Het beruchte voorbeeld van de defecte onderzeeërs die Griekenland midden in de crisis van Duitsland kocht, is nooit onderwerp van aandacht geweest bij de geplande bezuinigingen.
De kredietcrisis van 2008 gaf de laatste slag. Naar het ‘briljante’ voorbeeld van andere EU-landen, gaf de Griekse regering grote kapitaalsinjecties aan de banken om hun faillissement te voorkomen. Tot nu toe hebben Griekse banken meer dan 110 miljard ontvangen in verschillende vormen van financiële steun. Het zal niet verbazen dat ze dit geld nooit gebruikt hebben om de reële economie te stimuleren.
Dit alles heeft de Griekse staatsschuld volslagen onhoudbaar gemaakt. In de laatste 10 jaar heeft Griekenland 490 miljard geleend. Van dit bedrag werd 450 miljard gebruikt om vorige leningen te herfinancieren en maar 20 miljard om het begrotingstekort te dichten (en er is geen bewijs voor wat er met de resterende 20 miljard gebeurd is….). In 2011 bedroeg het geheel aan staatsuitgaven 56 miljard, terwijl de kosten van herbetalen van schulden 58 miljard zijn…
Eerste bail out – eerste reddingspakket voor de banken
Een jaar na de invoering van de eerste ronde van bezuinigingsmaatregelen is duidelijk dat hun doel allesbehalve was om de Griekse economie te redden. Deze maatregelen hebben geleid tot een ernstige daling van consumptie en volledige economische stagnatie. Sinds mei 2010 zijn 65.000 ondernemingen gesloten, terwijl de activiteit in de bouw met 73 procent afnam. Werkloosheid is gestegen naar 16.2 procent (voor jongeren 40). Het BBP van het land -gemeten naar driemaandelijkse waarde – is gedurende 2010 met 6.8 procent gedaald. Het antwoord op de vraag waarom dit beleid gevoerd wordt, wordt gegeven door de voormalige president van de Bundesbank, Karl Otto Pohl (Spiegel 18/05/2010). Het reddingsplan “was gericht op het beschermen van Duitse banken, maar met name Franse banken, tegen het afschrijven van uitstaande leningen” (…) “Als je dat bekijkt, kun je zien waar het hier werkelijk om ging – namelijk om het redden van banken en rijke Grieken“. Wat de Nederlandse media niet vertellen is dat geen ene cent van het geld dat de Nederlandse staat als lening aan Griekenland geeft, bij de Griekse bevolking is geëindigd. De lening mag alleen gebruikt worden om de oude schulden te financieren. De EU-regeringen financieren dus de banken met de Griekse crisis als excuus. Het resultaat van deze reddingsoperatie is het overhevelen van een onhoudbare schuld naar de rest van de Europese landen.
De eerste lening werd vorig jaar aan Griekenland gegeven om tijd te kopen voor de Franse, Duitse, Nederlandse en andere banken zodat ze hun aandeel in de Griekse obligaties konden afstoten. Ze konden die voor een groot deel doorverkopen aan de ECB of aan private speculanten die gokten op het vergroten van hun onderhandelingspositie in het vooruitzicht van een tweede steunpakket dat er nu aan zit te komen. Dat tweede pakket gaat namelijk gepaard met de eis dat Griekenland het gehele collectieve bezit van de Griekse bevolking in de uitverkoop gooit. Staatsbedrijven en diensten, grond en gebouwen, vliegvelden, havens… In de meeste gevallen is de ‘vrijwillige verlenging’ van de terugbetalingstermijn van staatsobligaties die nu voorgesteld wordt als de ultieme oplossing voor de crisis, niets meer dan de uitruil van deze verlenging voor het verkrijgen van staatseigendom voor een habbekrats.
Griekse burgers op de voorgrond
Een nieuw element de laatste maand, is dat de Griekse burgers niet langer toeschouwers van de crisis blijven. Het aantal mensen dat de pleinen vult, overtreft verre de grenzen van mensen die zich links beschouwen en de creativiteit en gedrevenheid van de demonstranten gaat elke beperking te boven die traditie of ervaring zou kunnen opleggen. Mensen stromen de centrale pleinen van alle steden van het land op in hun tienduizenden en soms honderdduizenden. Op 15 juni vond het grootste protestevenement in de geschiedenis van het land plaats in Athene. Mensen blokkeerden het parlement en slaagden erin om het Syntagma plein te heroveren na een brute politieaanval.
De diversiteit van de deelnemers in het protest is opvallend. op dit moment voegen mensen uit het gehele politieke spectrum zich bij de protesten. Vakbondsleden, linksen met een lange ervaring in protesten, anarchisten staan naast mensen die voor het eerst in hun leven aan protesten deelnemen en de Griekse vlag meetorsen, of mensen van conservatieve oorsprong. In het begin werd deze diversiteit door traditioneel links argwanend bejegend. Vertegenwoordigers van partijen en vakbonden werd geen prioriteit geschonken in de volksvergaderingen. De protesten en de volksvergaderingen formuleerden geen heldere doelen naar aloude linkse strategie. Maar in de loop van de weken die volgden, werd de argwaan overwonnen en nu neemt iedereen evenredig en voluit mee aan de protesten en de vergaderingen. De opvallende enige uitzondering vormt de Griekse Communistische Partij (KKE). Deze partij doet alles wat mogelijk is om zich te onderscheiden van de protesten die ‘politiek onduidelijk’ zouden zijn. Daarmee wordt de regering een alternatief geboden om de reacties van de bevolking te sturen naar een politiek gezien ongevaarlijke manier. De KKE koos er ook voor om te breken met standpunten die lange tijd heilig waren om zich van de beweging te onderscheiden. Op hetzelfde moment dat een meerderheid van de bevolking beseft dat de Euro geen zegen maar een zonde is, verklaart de Communistische Partij dat ‘het nu niet het moment is om uit de Euro te stappen’.
Los van de standpunten van politieke partijen en organisaties is nu duidelijk dat de mensen stand zullen blijven houden. Op het moment dat dit stuk geschreven wordt voert de beweging hevig strijd om te proberen te bereiken dat het stemmen over de bezuinigingsmaatregelen geblokkeerd wordt. Ongeacht de uitkomst van die strijd, kan er een veilige conclusie getrokken worden: de socialistische regering en de EU en het IMF kunnen niet eenzijdig beslissen over het lot van de Grieken. Wij hebben besloten dat dat lot in eigen handen willen nemen, en zijn niet van plan dat op te geven!