Ga naar de inhoud

G20 in Hamburg en de enscenering van de noodtoestand

Het was een van de grootste en duurste politieoperaties in de geschiedenis van de Bondsrepubliek Duitsland. En toch lukte het niet om het doel van een volledig gecontroleerde stad te bereiken. Het Duitse kwartaalblad over Burgerrechten en Politie CILIP sprak met de Berlijnse groep Andere zustände ermöglichen (*aze) en de socioloog Peter Ullrich over rellen, polarisatie in de media en de grenzen van de rechtsstaat.

15 min leestijd

(Door Christian Meyer CILIP 118/119, vertaling globalinfo.nl (donateurs welkom!) foto Trump en Erdogan op de G20-top (public domein Witte huis)

Dr. Dr. Peter Ullrich (PU) is socioloog en cultuurwetenschapper. Hij doet onderzoek aan het Centrum voor Technologie en Maatschappij (TU Berlijn) over onderwerpen als politioneel optreden tegen protesten en sociale bewegingen. Na de Top van Hamburg voerde hij samen met een groot aantal collega’s* de studie “Mapping #NoG20” uit om de dynamiek van het geweld in het kader van de protesten te documenteren en te analyseren.

*andere toestanden mogelijk maken (andere zustände ermöglichen *aze) is een radicale linkse groepering en werd in 2011 in Berlijn opgericht. “We maken momenteel deel uit van radicale stedelijke protesten, waarbij we wijzen op de kapitalistische oorzaken van de eurocrisis en werk verrichten tegen de racistische ‘normale toestand’. We organiseren evenementen, demonstraties en blokkades, schrijven teksten en schreeuwen slogans” zoals ze zich zelf omschrijven.

Vr: *aze, jullie namen deel aan de protesten in Hamburg 2017 en trekken sowieso vaak de straat op. Hoe hebben jullie de situatie ter plaatse ervaren?

*aze: Er was niet één situatie, er waren veel verschillende situaties. Dat is iets wat je snel vergeet als alles draait om rellen en repressie in de follow-up. Weken daarvoor waren er al netwerken en processen die duurzaam bleken te zijn. Er waren ongelooflijk veel verschillende activiteiten – creatief en inhoudelijk spannend. En ook dat stond aanvankelijk op de voorgrond. Deze heterogeniteit van de bewegingen was een duidelijke kracht, de relatie met elkaar bijna altijd solidair. Met acties als het Cornern of de rave van “Alles voor Allen” met tienduizenden deelnemers, ontstond al voor de eigenlijke topconferentie-dagen een spanning, waarbij duidelijk werd dat het protest, ondanks alle laster, een enorme omvang en levendigheid zou hebben.

Het was ook leerzaam dat de poging van de politie om een zelf georganiseerde en radicaal linkse infrastructuur van meet af aan te voorkomen, op grandioze wijze mislukte. In feite was het zowel voor onze actiemogelijkheden als het discursieve niveau een aanwinst hoe het kamp in Entenwerder onmogelijk werd gemaakt. Het niet hebben van een centraal kamp, maar in plaats daarvan het kunnen bouwen op een gedecentraliseerde infrastructuur kwam overeen met de uiteenlopende vormen van protest en maakte solidariteit en synergieën mogelijk die niet gepland hadden kunnen worden. Instellingen als theaters en kerken stelden spontaan slaapruimte beschikbaar en vermenigvuldigden de deelnemers aan het protest. De kampen, die vaak door de regering en de politie worden afgeschilderd en gestileerd als vijanden, ontsproten plotseling in vele hoeken in de stad en de zelfbestuurde plaatsen vormden een essentiële ruggengraat. Ook buiten de activistische kringen overheerste in grote delen van de stedelijke samenleving de opvatting dat de overheid en de politie in hun illegale acties alle grenzen hadden overschreden en zichzelf volledig hadden gedeligitimeerd. Ook de burgerlijke pers werd gedomineerd door kritische berichtgeving over het alomtegenwoordige politiegeweld.

Met name het gewelddadig neerslaan van de “Welcome to Hell”-demo op donderdagavond maakte duidelijk dat het optreden van de politie niet langer gebaseerd was op het recht van vergadering, maar op hun politieke vijandelijke vastberadenheid, en dat dit ook de komende dagen te verwachten was. Een van de resultaten van deze ervaring, die door duizenden mensen op straat werd gedeeld en live op het internet kon worden ervaren, was een brede en vastberaden solidariteit. Pas na de rellen op de Schanze (buurt in Hamburg in de buurt van Congrescentrum, vert.) op vrijdagavond konden de traditionele scheidings- en perceptielabels, die onze samenleving klaar houdt, weer worden benut. En de discursieve orde kon ook alleen weer worden gestabiliseerd ten gunste van de normale toestand door uitgebreid mediawerk van de politie, de senator van Binnenlandse Zaken en de burgemeester.

Vr: Peter, met het Instituut voor Protest- en Bewegingsonderzoek hebt je de protesten tijdens de top wetenschappelijk begeleid en geanalyseerd. Jullie samenvattende publicatie is getiteld “Escalation”.(*1) Waar en waarom is de situatie geëscaleerd tijdens de protesten tegen de top?

PU: Om dit te begrijpen, moet een aantal factoren in beschouwing worden genomen. In ons perspectief staat een afkeer van het “intentionalisme” centraal. Dit betekent dat men weinig begrijpt als men aanneemt dat wat er is gebeurd, onvermijdelijk zo moest gebeuren omdat omdat bepaalde actoren, bijvoorbeeld ‘linkse extremisten’, simpelweg hun vooropgezette plannen hebben uitgevoerd. Een groot deel van het opgewonden discours dat volgde, deelde precies deze simplistische visie. Maar escalatie is een proces. Ten eerste heeft die een politieke, historische en juridische context die vooraf is gestructureerd door eerdere ervaringen, mogelijkheden voor macht, mogelijkheden voor handelingen, enzovoort.

Ten tweede ontvouwt die zich situationeel, als de actoren met elkaar te maken krijgen en in verband met gelijktijdige ontwikkelende interpretaties. Overigens spelen hier ook media-interpretaties een rol, die in het geval van sociale media zelfs directe deelname op afstand mogelijk maken. Voor de escalatie van geweld is het nu doorslaggevend of de perspectieven van de deelnemers sterk uiteenlopen, hoe de intenties van de tegenstander worden geïnterpreteerd en hoe fundamenteel het (waarde)conflict is of wordt. Het verschil in perspectief was in het begin al groot, vooral gezien de vijandige oriëntatie van de politie op de grondrechten. De daadwerkelijke onderdrukking van het protest, zoals het voorbeeld van de Camps, heeft het conflict ook regelrecht opgewaardeerd tot een fundamenteel conflict over democratische rechten.

Bij ons onderzoek gaan we in detail na hoe bepaalde ruimtelijke constellaties, mediamythes en allerlei andere factoren, waaronder banaliteiten, het conflict hebben bepaald. De belangrijkste reden voor deze uitbreiding is dat steeds meer mensen zich tegen de politiestrategie keerden. Dit werd versterkt door een ongelooflijke polarisatie in de media. In de loop van de protestweek splitste de pers zich op in twee duidelijk gescheiden kampen die volledig tegengestelde realiteiten kenden. In de sociale media heeft de politie de overhand gekregen en werd de politie de centrale speler – niet alleen in het conflict, maar ook in de interpretatie ervan.

Vr: Ervaren activisten zeiden dat ze een dergelijk politieoptreden niet eerder in Duitsland hadden gezien en dat het hen meer deed denken aan de G8-top in Genua in 2001. Anderen zeggen dat dit in kwalitatief opzicht geen nieuw niveau van repressie was. Was het nu uitzonderingstoestand of de normale gang van zaken?

*Aze: Het gepraat over de uitzonderingstoestand is een beetje alarmistisch. Als we de protesten in Genua of de G8-top van 2008 in Heiligendamm in gedachten houden, zien we soortgelijke taferelen. En natuurlijk, als de politie er op voorhand over opschept dat ze alle moderne technologie die ze tot hun beschikking hebben gaat gebruiken, weet iedereen dat ze een krijgshaftig beleid kunnen verwachten. Nieuwe apparatuur en bewakingstechnologieën brengen ook nieuwe kwaliteiten met zich mee. Aan de andere kant is een op escalatie gebaseerde politiestrategie niet nieuw voor Hamburg – misschien is de kwantiteit wel nieuw, maar niet de kwaliteit.

Daarnaast is de kwestie van de noodtoestand ook een kwestie van perspectief: willekeurig politiegeweld is gemeengoed voor mensen die niet wit zijn. Voor illegale vluchtelingen is deze uitzondering de norm. De G20-top heeft op grote schaal laten zien wat er op veel plaatsen al op kleine schaal wordt toegepast. Veel antifascisten die de nazi’s in de weg staan, zijn bekend met het brute politiegeweld. We vinden dat de logica van de uitvoerende macht hier eenvoudigweg nieuw terrein aan het betreden is – en ja, ze gaat inderdaad steeds verder dan wat de zogenaamde garanties van de burgerlijke staat zijn. Het activistische perspectief is in sommige opzichten niet noodzakelijkerwijs bevoorrecht om de grotere tendensen te zien. In ons dagelijks leven worden we voortdurend op kleine schaal geconfronteerd met politiegeweld en “de noodtoestand”, of het nu gaat om acties tegen uitzettingen en deportaties, demonstraties, arrestaties of huiszoekingen. Vanuit deze alledaagse ervaring kunnen geleidelijke verschuivingen in het grotere geheel niet altijd direct en nauwkeurig worden bepaald. En helaas maakt het deel uit van het zelfbeeld van de politie om in elke situatie te bepalen wat de wet is.

Vr: Het politieperspectief was, tenminste na de opstand in de Schanze-buurt alomtegenwoordig in de media. Voor je studie heb je ook politiediensten ondervraagd. Was het mogelijk om iets nieuws te weten te komen over hun visie op de gebeurtenissen?

PU: Ja, we konden hier en daar wat oppikken. We wilden bijvoorbeeld onderzoeken hoe het zat met de politie-oriëntatie op de ‘worst case’, met de bestaande vijandsbeelden en de harde aanpak op commando-niveau – juist omdat dit van buitenaf zo onbegrijpelijk lijkt. Op het niveau van het “voetvolk” kan men iets leren over druk tijdens operaties, bijvoorbeeld over de problemen met de politieradio. Er was ook interne kritiek. Maar het was erg moeilijk om toegang tot de politie te krijgen. De afdelingschefs hadden de leiding over deze kwestie, of toegang werd volledig verhinderd, zodat we zeer grote leemten hadden en afhankelijk waren van documenten en observaties. Het daarmee samenhangende probleem dat de politie haar definiërende kracht niet alleen in haar eigen werk in de dagelijkse controle en sanctiepraktijk, maar ook in het proces van het interpreteren van haar organisatie wil waarborgen, maakt onafhankelijk, kritisch onderzoek naar de politie fundamenteel moeilijk.

Vr: Was dit een uitzonderlijke gebeurtenis in Hamburg of zullen we in de toekomst aan dergelijke scenario’s moeten wennen?

PU: Hamburg was iets bijzonders in de Duitse context – een uitzonderlijke situatie, alleen al vanwege de omvang en het belang van het evenement. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat de gebruikte middelen, zoals barricades, grootschalige samenscholingsverboden en andere preventiestrategieën, welbekend zijn van vele topconferenties – en in zekere zin typerend. Veel schendingen van de wet en activiteiten die in juridisch grijs gebied plaatsvonden, d.w.z. op het gebied van “discretionaire bevoegdheid”, maken voor bepaalde groepen ook deel uit van het dagelijkse demonstratieleven – in die zin is voor sommigen de noodtoestand, in de zin van minder dwingende wettelijke verplichtingen van de staatsgeweldspecialisten, een permanente realiteit.

*aze: We zullen er zeker niet aan wennen. Maar we zullen nog meer van dit soort scènes meemaken. Repressie neemt voortdurend toe en kan daarbij rekenen op nieuwe technologieën. Stedelijke oproerbestrijding maakt al jaren deel uit van de Europese politieopleiding en is het onderwerp van strategiedocumenten. De G20 was een min of meer berekenbare gebeurtenis, en men kan zeggen dat de politie deze test niet heeft doorstaan. Maar ze zullen er hun conclusies uit trekken. Hamburg was ook het resultaat van een opstandige praktijk die op Europees niveau in opmars is. Van Griekenland tot Frankrijk zijn rellen zoals die in de Schanze-buurt niet ongewoon en vinden plaats tussen Banlieues en Champs-Elysées in bijna wekelijkse cycli. Het is echter uiterst onduidelijk of deze praktijk ook in Duitsland kan worden ingevoerd en geconsolideerd. In die zin was Hamburg ook een ambivalente protestgebeurtenis, waarbij radicale linkse strategieën en vormen veranderden. Er is een Black Block die op donderdagavond de gezichtsbedekking verwijderde om te kunnen demonstreren, wat de politie zoals bekend geen bal uitmaakte. Verderop waren explosieve groepen die het Schanzenviertel bevrijdden van de politie. Dit heeft uiteraard vorm gegeven aan de situaties en het gedrag van de politie, en de vraag over hoe dit zich in de toekomst zal ontwikkelen, moet met beide rekening houden.

In de toekomst moet in ieder geval de ervaring van de G20 worden meegenomen in een realistische beoordeling van potentieel geweld. Het zou ook belangrijk zijn om de discursieve gevolgen te kunnen beïnvloeden. De G20 heeft op grote schaal laten zien dat er in heel Duitsland veel politieagenten zijn die bewust linkse demonstranten willen verwonden en die beschermd worden door de het politiekorps en de sfeer die daar heerst en door – om het ouderwets te zeggen – de klassenjustitie. Bovendien zijn momenten van bevrijding dialectische gebeurtenissen. De afwezigheid van staatsmacht maakte een sterke solidariteit tijdens de opstand mogelijk. Maar ook seksisme en masculien gedrag namen een hoge vlucht. In de analyse moet deze ambivalentie worden erkend; bij toekomstige herhalingen moet de vraag worden gesteld hoe hier effectief op kan worden ingegrepen.

Sommige mensen voorspellen een grote toekomst voor rellen. Niet dat Hamburg een noviteit was in termen van verzet tegen de politie. De fysieke ernst van de gevechten was zeker niet minder ernstig in de Bondsrepubliek in 1967, in Kreuzberg in 1987, tijdens de Chaos Dagen in Hannover in 1995 of bij de protesten tegen de G8 in Rostock. Maar in de ogen van sommige theoretici vervangen de rellen als strijd op het gebied van de circulatie van het kapitaal in toenemende mate de strijd op het gebied van de productie sinds de jaren zestig en zeventig, een fenomeen dat sommigen in Hamburg ook naar Duitsland zagen overslaan. In deze visie zijn ze immanent in vorm en expressie. Of deze visie helpt om na te denken over welke acties de huidige omstandigheden van uitbuiting en onderdrukking kunnen overwinnen, is een andere vraag. Uiteindelijk vinden wij het belangrijker om het militante karakter niet te fetisjeren. Een opstand kan ook plaatsvinden zonder brandende barricades, ook al vinden we dit, afhankelijk van de gelegenheid, een mooi en nuttig iets. De traditie van militante debatten mag niet door de rellen worden vergeten .

Vr: wat kan worden toegeschreven aan de specifieke situatie van de topconferentie en wat is een uiting van grotere maatschappelijke ontwikkelingen?

PU: De militarisering van de politie vindt sowieso plaats: meer en hardere wapens, een “robuust uiterlijk”, het denken in termen van vrienden en vijanden. Hamburg was een gelegenheid om een dergelijke oriëntatie te legitimeren, op te zetten en te testen. Het was echter slechts één van de aanleidingen, waarbij het terrorisme als uitdaging een grotere rol in de politiediscussie lijkt te spelen. Het was dus een van de vele stappen in de richting van de normalisering van een politionele afbakening. Toch is het beangstigend (hoewel helemaal niet ongewoon) dat de vele aanvallen en dergelijke (door de politie) waarschijnlijk geen gevolgen zullen hebben voor de wetsovertreders. Tot nu toe zijn alle processen tegen politiemensen stopgezet, terwijl de vierde golf van publieke opsporingsverzoeken tegen demonstranten nu aan de gang is. (Daarbij geeft de politie beelden vrij van gezochte demonstranten, die de media dan verder verspreiden, GI)

*aze: Ons antwoord zou luiden dat de topconferentie in de huidige sociale ontwikkeling dient als een soort legitimatiekatalysator voor de realisatie van de fantasieën van de ministeries van Binnenlandse Zaken. Openbare opsporingen worden nu veel vaker gebruikt en direct na de top was er een SEK-eenheid (bijzondere politie-eenheid tegen zware misdaad en terrorisme, vert.) ingezet bij een antifascistische demonstratie in Wurzen.

Het resultaat van de geënsceneerde noodtoestand in Hamburg is op dit moment geen massabeweging tegen de politiestaat, maar een landelijke golf van nieuwe wetten die de politie bevoegdheden geeft die ze sinds het nationaalsocialisme niet meer hebben gehad – en in een tijd waarin fascistische deelname aan het bestuur op staatsniveau niet langer kan worden uitgesloten. In de ruimere context van de verschuiving naar rechts betekent de top dus een dreigende doorbraak van anti-linkse politiek. Linkse projecten zouden plotseling moeten worden gesloten, het onafhankelijke online platform „linksunten“ werd met een absurde juridische constructie verboden, alleen het woord “links” werd belasterd. Er is dus nu al sprake van een aanscherping van de politiële, politieke en juridische maatregelen.

Vr: Er is Daar is jullie onderzoek, er is de documentaire “Hamburger Gitter” en andere films, veel linkse journalisten* waren ter plekke aanwezig. Maar waarom was het nauwelijks mogelijk om een ander verhaal dan dat van het stadsbestuur en de politie te populariseren?

PU: Ik zou het niet zo absoluut stellen. De gevreesde grote golf van de sluiting van de linkse centra is niet gekomen en in Hamburg worden nu zelfs voorschriften ingevoerd dat politie zichtbare identiteitstekens moet dragen. Toch is het grensoverschrijdend protest in het defensief zolang de politie tot de instellingen behoort die het grootste vertrouwen genieten bij de bevolking. Want dit maakt hen voor een groot deel immuun, ook ideologisch gezien, voor de noodzakelijke radicale kritiek en sociale controle, die door het gebrek aan onafhankelijke controle-instellingen institutioneel toch al niet gegarandeerd is.

*aze: Meemaken dat journalisten hun accreditatie werd afgenomen omdat ze door kritisch werk op de politieke lijsten van de politie of de geheime dienst zijn beland, zal waarschijnlijk net zo veel verontwaardiging veroorzaken als dat het intimiderend werkt. Toch heeft één visie op de gebeurtenissen niet de overhand gehad. Het lijkt erop dat de berichtgeving over politiegeweld is toegenomen sinds de G20. De juridische solidariteitsgroep in de zaak Fabio heeft er duidelijk op gewezen dat dit een politiek rechtssysteem is. De ontwikkelingen zijn niet eenvormig, ook al worden fundamentele rechten en grondwettelijke inperkingen van de staatsmacht momenteel steeds vaker door de overheid als onuitvoerbaar terzijde geschoven, waarbij de meeste media daar weinig tegenin brengen. Duitsland presenteert zich als liberaal en redelijk tegenover de wereldwijde autoritaire ontwikkelingen – een beeld dat ook van buitenaf op Duitsland wordt geprojecteerd en dat een kritische kijk op de lokale omstandigheden versluiert. En de reactie op de vertoogmacht van de AfD is helaas vaak niet zozeer een aandringen op solidariteit met linkse ideeën, maar een “extremisme”-vertoog gericht op distantiëringen.