Ga naar de inhoud

Evo Morales, President van Bolivia over de onderhandelingsronde van de WTO (18 juli 2008)

Een analyse van de Boliviaanse president over de Doha Ronde met zijn visie over hoe een Ontwikkelingsronde er daadwerkelijk uit moet zien: een wijze van handeldrijven die bijdraagt
aan het evenwicht tussen landen, regio’s en moeder natuur met evaluatie en correctie van
handelsregels in termen van duurzame ontwikkeling. Met de actieve inbreng en deelname van alle ontwikkelingslanden, maar ook van alle burgers.

9 min leestijd
Placeholder image



(vertaling + extra noot: Rob
Bleijerveld)

"International trade can play a
major role in the promotion of economic development and the
alleviation of poverty. We recognize the need for all our peoples to
benefit from the increased opportunities and welfare gains that the
multilateral trading system generates. The majority of WTO members
are developing countries. We seek to place their needs and interests
at the heart of the Work Programme adopted in this Declaration. Doha
World Trade Organization Ministerial Declaration, November 14, 2001"

Met deze woorden begon zeven jaar
geleden de WTO-onderhandelingsronde. Staan economische ontwikkeling,
de verlichting van armoede, de behoeften van alle volkeren en het
toenemen van kansen voor ontwikkelingslanden echt centraal bij de
huidige onderhandelingen in de WTO?

Als dat echt zo was, zouden alle 153
lidstaten, en vooral de overgrote meerderheid van
ontwikkelingslanden, de belangrijkste spelers zijn bij de
WTO-onderhandelingen. Wat we echter zien, is dat een handvol landen,
zo’n 35 in aantal, zijn uitgenodigd door de WTO-voorzitter om deel te
nemen aan informele bijeenkomsten. Op deze wijze kunnen zij hun
positie danig verbeteren en de akkoorden voor deze
"Ontwikkelingsronde" van de WTO helpen voorbereiden.

De onderhandelingen van de WTO zijn
verworden tot een gevecht waarbij de ontwikkelde landen proberen om
de markten van ontwikkelingslanden te openen ten gunste van hun eigen
grote ondernemingen.

De noordelijke landbouwsubsidies, die
vooral naar de agrarische en voedselverwerkende industrieën in de VS
en Europa gaan, zullen niet alleen blijven bestaan maar worden zelfs
verhoogd zoals de 2008 Farm Bill [1] van de VS aantoont. De
ontwikkelingslanden moeten hun tarieven voor hun landbouwproducten
verlagen terwijl de daadwerkelijke subsidies [2] die de VS of de EU
verstrekken voor hun landbouwproductie niet zullen verminderen.

Bij de WTO-onderhandelingen over
industriële goederen wordt van de ontwikkelingslanden gevraagd om
hun tarieven met 40 tot 60% te verminderen terwijl de ontwikkelde
landen hun tarieven gemiddeld slechts met 25 to 33% zullen
verminderen.

Voor landen zoals Bolivia zal de erosie
van handelsvoorkeuren door de algehele tariefsverlaging negatieve
gevolgen hebben op de concurrentiekracht van onze exportsector.

De erkenning van asymmetrieën en van
een werkelijke en effectieve speciale en gedifferentieerde
behandeling ten gunste van ontwikkelingslanden wordt beperkt en
belemmerd wanneer die wordt bepaald door de ontwikkelde landen.

Tijdens de onderhandelingen wordt door
bepaalde landen sterke druk uitgeoefend om te komen tot de
liberalisering van nieuwe dienstensectoren terwijl we juist de
liberalisering van basisvoorzieningen op gebied van onderwijs,
gezondheidszorg, water, energie en telecommunicatie definitief zouden
moeten schrappen uit het Algemeen Akkoord over Handel in Diensten van
de WTO (GATS). Deze diensten betreffen mensenrechten die niet het
object mogen zijn van particuliere commerciële relaties en
liberaliseringsregels die tot privatisering leiden.

De deregulering en privatisering van
financiële diensten zijn enkele van de redenen voor de huidige
wereldwijde financiële crisis. Verdere liberalisering van diensten
zal niet méér ontwikkeling brengen maar zal wel de kans op een
crisis en op speculatie op vitale terreinen als de voedselvoorziening
doen toenemen.

Het regiem voor intellectueel
eigendomsrecht dat door de WTO is gevestigd, bevoordeelt vooral de
transnationale ondernemingen die patenten monopoliseren waardoor
medicijnen en andere vitale producten duurder worden. Zij bevorderen
ook de privatisering en commercialisering van het leven zelf zoals
aangetoond door de verschillende patenten op planten, dieren en zelfs
menselijke genen.

De armste landen zullen de grootste
verliezers zijn. De economische ramingen van een potentieel
WTO-akkoord, zelfs die welke zijn uitgevoerd door de Wereldbank [3]
geven aan dat de opgetelde kosten van het verlies aan
werkgelegenheid, de inperking van nationale beleidsvoering en het
verlies aan tariefinkomsten groter zullen zijn dan de "voordelen"
van de zogenaamde Ontwikkelingsronde.

Na zeven jaar heeft de WTO-ronde anker
geslagen in het verleden en is ze verouderd door de belangrijkste
fenomenen waarmee we nu te maken hebben: de
voedselcrisis, de energiecrisis, de klimaatsverandering en het
verdwijnen van culturele verschiedenheid. De wereld wordt ten
onrechte voorgehouden dat een akkoord nodig is om de wereldwijde
problemen op te lossen. De fundamenten van dit akkoord zijn
ongeschikt om deze problemen aan te pakken.

Studies van de FAO wijzen uit dat het
op basis van de huidige capaciteit voor landbouwproductie mogelijk is
om 12 miljard mensen te voeden, dus bijna het dubbele van de huidige
wereldbevolking. Maar er is een voedselcrisis gaande omdat de
productie niet is gericht op het welzijn van mensen maar op de markt,
speculatie en winstgevendheid van de grote producenten en de
voedsel-marketeers. Om de voedselcrisis aan te pakken, is het
noodzakelijk om de kleinschalige en op familiebedrijfjes gerichte
landbouwgemeenschap te ondersteunen. De ontwikkelingslanden moeten
weer het recht krijgen om hun importen en exporten te reguleren [4]
om zo de voedselvoorziening voor hun bevolking te kunnen garanderen.
We moeten een eind maken aan consumentisme, verspilling en luxe. In
de armste delen van de planeet sterven elk jaar miljoenen mensen van
de honger. In de rijkste delen worden miljoenen dollar uitgegeven om
vetzucht te bestrijden. We consumeren buitensporig, verspillen
natuurlijke hulpbronnen en produceren het afval dat Moeder Aarde
vervuilt.

Landen zouden prioriteit moeten geven
aan de consumptie van hetgeen lokaal wordt geproduceerd. Een product
dat de halve wereld rondgaat alvorens het zijn eindbestemming
bereikt, kan weliswaar goedkoper zijn dan een ander product dat in
eigen land is vervaardigd, maar de ecologische kosten van het
transport en de energieconsumptie en de CO2-uitstoot van de productie
zijn hoger. Consumeren wat lokaal wordt geproduceerd is gezonder voor
de planeet en de mensheid.

Buitenlandse handel moet aanvullend
zijn aan de lokale productie. We mogen niet kiezen voor buitenlandse
markten als dat ten koste gaat van de nationale productie. Het
kapitalisme wil ons allen eenvormig maken zodat we veranderen in
louter consumenten. Voor het noorden bestaat er slechts één
ontwikkelingsmodel, namelijk dat van henzelf. De uniforme modellen
van de economische ontwikkeling worden vergezeld van processen van
veralgemeniseerde acculturatie [5] om ons één enkele cultuur op te
leggen, één enkele mode, één enkele manier van denken en dingen
beoordelen. Met het vernietigen van een cultuur, het dreigen met de
vernietiging van de identiteit van een volk wordt de mensheid de
meeste schade berokkend.

Respect en het op vreedzame en
harmonische wijze aanvullen van de verschillende culturen en
economieën is essentieel voor het redden van de planeet, de mensheid
en het leven. Een onderhandelingsronde die daadwerkelijk over
ontwikkeling gaat en die verankerd is in heden en toekomst van de
mensheid en de planeet zou daarom:

* de deelname van alle
ontwikkelingslanden in alle WTO-bijeenkomsten moeten garanderen en elke exclusieve bijeenkomst zoals
de "green room" moete stopzetten [6];

* van daadwerkelijke assymetrische
besprekingen ten gunste van ontwikkelingslanden moeten uitgaan waarbij de ontwikkelde
landen doeltreffende concessies doen;

* de belangen van ontwikkelingslanden
moeten respecteren zonder grenzen te stellen aan hun capaciteit om nationaal beleid voor
landbouw, industrie en diensten te ontwerpen en uit te voeren;

* op doeltreffende wijze de
protectionistische maatregelen en subsidies van de ontwikkelde landen moeten reduceren;

* moeten verzekeren dat
ontwikkelingslanden het recht krijgen om hun opkomende industrieën te beschermen voor zolang ze dat
nodig achten, op dezelfde wijze waarop de geïndustrialiseerde landen dat in
het verleden deden;

* het recht van ontwikkelingslanden
op het reguleren en vaststellen van eigen beleid in de dienstensector moeten garanderen,
waarbij uitdrukkelijk de basisvoorzieningen uit het Algemeen Akkoord over Handel in
Diensten van de WTO (GATS) worden verwijderd;

* de monopolies van grote
ondernemingen over intellectueel eigendomsrecht moeten beperken, de overdracht van technologie
moeten bevorderen en de patentering van alle vormen van leven moeten verbieden;

* de voedselsouvereiniteit van landen
moeten garanderen en elke beperking moeten weghalen die de mogelijkheden van staten om
voedselexporten en -importen te reguleren aan banden legt; en

* maatregelen moeten aannemen die
bijdragen aan het beperken van consumptie, het verspillen van natuurlijke hulpbronnen, het
verwijderen van broeikasgassen en het produceren van afval dat Moeder Aarde schaadt.

In de 21e eeuw kan een
"Ontwikkelingsronde" niet langer uitgaan van "vrijhandel",
maar moet juist een wijze van handeldrijven bevorderen die bijdraagt
aan het evenwicht tussen landen, regio’s en moeder natuur, waarbij
indicatoren worden vastgesteld die de evaluatie en correctie van
handelsregels in termen van duurzame ontwikkeling mogelijk maken.

Wij, de regeringen, dragen een enorm
grote verantwoordelijkheid ten aanzien van onze burgers. Niet alleen
ministers, zakenlieden en "deskundigen" moeten
overeenkomsten zoals die van de WTO kunnen inzien en erover
debatteren, maar dat geldt ook voor alle burgers. Wij, de burgers van
deze wereld, moeten niet langer passieve slachtoffers blijven van
deze onderhandelingen maar moeten de belangrijkste spelers worden van
ons heden en onze toekomst.

Evo Morales Ayma
President van Bolivia

Bron (engelstalig):
http://boliviarising.blogspot.com/2008/07/evo-morales-president-of-bolivia-on.html)

Noten:
[1] Op 22 mei werd de 2008 Farm Bill
aangenomen door het Amerikaanse parlement. Het staat ondermeer het
verlenen van landbouwsubsidies toe tot een bedrag van 307 miljard
dollar over de komende 5 jaar. Daarvan zal ongeveer 208 miljard
dollar worden besteed aan voedselprogramma’s.
[2] De huidige concepttekst voor de
landbouwonderhandelingen gaat uit van de vermindering van de
Amerikaanse subsidies met 13 tot 16.4 miljard dollar per jaar. In
werkelijkheid gaat het om een reductie van ongeveer 7 miljard dollar
per jaar. De Europese Unie biedt bij de WTO-onderhandelingen niet
meer aan dan de hervorming die ze in 2003 in het kader van de Common
Agricultural Policy (CAP) uitvoerde.
[3] De ontwikkelingslanden hebben
weinig te winnen bij de WTO-ronde: het geschatte voordeel voor hen is
0.2%, de wereldwijde armoedereductie betreft 2,5 miljoen mensen
(minder dan 1% van het totaal aantal armen) en de verliezen door
misgelopen tariefinkomsten bedragen tenminste 63 miljard dollar (Zie:
"Market and Welfare Implications of Doha Reform Scenarios,"
door Anderson, Martin, en van der Mensbrugghe, in Agricultural Trade
Reform and the Doha Development Agenda van Anderson en Martin
(https://www.gtap.agecon.purdue.edu/resources/download/2241.pdf);
en "World Bank in Back to the Drawing Board: No Basis for
Concluding the Doha Round of Negotiations," door Kevin P.
Gallagher en Timothy A. Wise, RIS Policy Brief #36
(http://www.ris.org.in/pb36.pdf)).
[4] Deze regulering moet het recht
omvatten exportbelastingen te heffen, tarieven te verlagen (ter
begunstiging van bepaalde import), bepaalde exporten uit te bannen,
binnenlandse productie te subsidiëren, prijsbanden vast te stellen,
en moet – in het kort – elke maatregel omvatten die uitgaande van de
situatie in het betreffende ontwikkelingsland nodig is om op de beste
wijze de voedselvoorziening voor de bevolking te garanderen.
[5] [Toevoeging RB:] Onderlinge
culturele uitwisseling bij eerste contact tussen groepen en
aanpassing van de originele culturele patronen als gevolg daarvan.
[6] ‘Green room meetings’ is de naam
voor de informele onderhandelingen bij de WTO waaraan een groep van
35 landen deelneemt die door de directeur-generaal van de WTO is
uitgekozen.
[7] Bij het daadwerkelijk reduceren van
de landbouwsubsidies van de VS blijft er minder dan 7 miljard dollar
per jaar over.