Ga naar de inhoud

Europese democratie en de financiële staatsgreep

Het is duidelijk dat de Europese Unie niet de politieke wil kan opbrengen om tegen de markten op te treden en de crisis op te lossen.

5 min leestijd
Placeholder image

 

(Het origineel op Znet, vertaling Tijn van Beurden/globalinfo.nl)

 

Tot nu toe werd het betreurenswaardige gedrag van de Europese leiders toegeschreven aan hun onthutsende incompetentie. Maar die op zich correcte beoordeling gaat niet ver genoeg, vooral na de recente “financiële staatsgrepen” die in Griekenland en Italië bepaalde opvattingen over democratie hebben vernietigd. Wat er gebeurde is minder een kwestie van middelmatigheid en incompetentie dan actieve medeplichtigheid met de markten.

 

Wat bedoelen we met markten? Een groep van investeringsbanken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en hedgefondsen die feitelijk vier soorten activa kopen en verkopen: valuta, aandelen, obligaties en derivaten.

Om hun kolossale macht te bevatten kunnen we volstaan met een paar cijfers: elk jaar genereert de reële economie (de productie van goederen en diensten) wereldwijd naar schatting 45 biljoen euro, het bruto mondiaal product. In diezelfde tijd verplaatsen de markten in de financiële sfeer 3.450 biljoen dollar aan kapitaal, ofwel zesenzeventig keer de totale productie van de reële economie.

Het gevolg is dat geen enkele nationale economie, hoe machtig ook (we moeten ons realiseren dat Italië de achtste grootste economie ter wereld is) een aanval van de markten kan weerstaan als die eenmaal hebben besloten een gecoördineerde aanval te starten, zoals ze al meer dan een jaar hebben gedaan tegen landen die nogal neerbuigend worden aangeduid als de PIGS (Portugal, Italië, Griekenland en Spanje).

 

Erger nog, in tegenstelling tot wat kan worden verwacht, zijn die markten geen exotische krachten die van verre hoogtes neerstreken om onze lokale economieën aan te vallen. Integendeel, de meerderheid bestaat uit onze eigen Europese banken (dat zijn dezelfde waarvan de EU-landen besloten dat ze met ons geld gered moesten worden). Om het anders te stellen, het probleem is niet een massieve aanval op de euro zone door de financiële sector van de VS, China, Japan of Arabische landen.

 

Wat er gebeurt is in wezen een oorlog van binnenuit geleid door Europa‘s eigen banken, verzekeringsmaatschappijen, speculatieve fondsen, pensioenfondsen en financiële instellingen. Dat zijn de entiteiten die het geld van Europa beheren en het grootste deel van de Europese staatsschulden bezitten. En dat zijn degenen die (in theorie) de belangen van hun cliënten verdedigen, door te speculeren en de rentetarieven opdrijven die de regeringen moeten betalen om te lenen. Dat gaat zover, dat enkele landen – Ierland, Portugal en Griekenland- tot de rand van een faillissement zijn gedreven. Als gevolg van dat gedrag werden de burgers van die landen gedwongen om bezuinigingsmaatregelen en gruwelijke hervormingsprogramma’s te ondergaan, die door de Europese regeringen werden opgelegd om de gieren van de “markten” te kalmeren, dat wil zeggen hun eigen banken.

Die laatsten konden bovendien makkelijk fondsen krijgen van de Europese Centrale Bank tegen een rente van 1%, wat ze doorleenden aan landen als Spanje en Italië voor 6,5%. Dan is er nog de grote en schandalige macht van de ratingbureaus (Fitch, Moody’s en Standard & Poor’s) die de kredietwaardigheid van een land bepalen, aan de hand waarvan de rente waartegen een land kan lenen op de markt wordt vastgesteld. Hoe lager de rating, des te hoger de kosten.

Die bureaus maken dikwijls fouten, de meest dramatische was wel hun beoordeling van de subprime hypotheken, dat fiasco heeft tot de huidige crisis geleid. Ze spelen ook een perverse en weerzinwekkende rol in situaties als de huidige. Het is duidelijk dat elk bezuinigingsplan en hervormingsprogramma naar een daling van de groei zal leiden in de eurozone, waardoor de bureaus de rating van een land moeten verlagen, wat de schuldaflossingskosten verhoogt, wat weer scherpere bezuinigen tot gevolg heeft, de economie verder verzwakt en een weer lagere rating veroorzaakt, enz. enz.

 

Het is goed te zien aan deze vicieuze cirkel, die feitelijk een economische oorlog is, waarom de situatie van Griekenland steeds wanhopiger werd, juist omdat de regering meer en meer snoeide op de begroting en extreme bezuinigingsmaatregelen oplegde. De opofferingen van de burgers voerden tot niets. De Griekse schuld is nu afgewaardeerd tot de “junk” status.

Op die manier kregen de markten wat ze wilden: haar vertegenwoordigers hebben nu direct toegang tot de staatsmacht, zonder zich druk te hoeven maken over verkiezingen. Zowel Lukas Papademos, de nieuwe Griekse premier als Mario Monti, de Italiaanse premier, zijn bankiers. Beiden hebben op een of andere manier samengewerkt bij de Amerikaanse bank Goldman Sachs, die gespecialiseerd is in het plaatsen van zijn mensen op hoge posten. Ze zijn allebei lid van de Trilaterale Commissie.

 

In een kader van “beperkte democratie”, moeten deze technocraten, zonder rekening te houden met de sociale kosten, maatregelen opleggen die de markten eisen, meer privatiseringen, meer bezuinigingen en meer opofferingen, die bepaalde politici niet op durfden te leggen vanwege de sterke tegenstand van de bevolking.

 

De Europese Unie is de laatste plaats in de wereld waar een primitief kapitalisme wordt getemperd door systemen van sociale bescherming, wat bekend staat als de welvaartsstaat. Dat beviel de markten niet en ze willen dat vernietigen. Dat is de strategische missie van de technocraten die op deze nieuwe manier aan de macht zijn gekomen, via de financiële staatsgreep, die wordt gepresenteerd als strokende met de democratie.

 

Het is onwaarschijnlijk dat deze “post-politici” er in slagen de crisis op te lossen. Als een technische correctie genoeg was, zou dat al zijn gebeurd. Maar wat zal er gebeuren als de burgers van Europa inzien dat hun opofferingen voor niets zijn geweest en dat de recessie voortduurt? Hoe gewelddadig zullen de protesten worden? Hoe kan de economische orde worden gehandhaafd op de straten en in de hoofden van de mensen? Zullen de Europese democratieën ‘autoritaire democratieën’ worden?

——————————————–

Voor noten zie oorspronkelijke artikel op ZNET.