Ga naar de inhoud

Europese aanpak van coronacrisis kan ook zonder extra schulden te maken

Het pleidooi van Nederlandse economen voor een Europese financiering van de aanpak van de coronacrisis zal voor meer schulden zorgen, zo betogen Thomas Bollen en Martijn Jeroen van der Linden. Volgens hen is er een betere oplossing: monetaire financiering.

4 min leestijd

(Door Thomas Bollen en Martijn Jeroen van der Linden, Volkskrant 2 april 2020 foto ECB FRankfurt door Frank Friedrichs cc/flickr)

Deze week publiceerden de Volkskrant en economenblad ESB een open brief van 80 ‘prominente’ Nederlandse economen. In die brief pleitten ze voor ‘gemeenschappelijke financiering van een Europese aanpak van de coronacrisis’.

Wanneer Europa de aanpak niet als geheel financiert, ligt een selffulfilling prophecy voor de hand. De kredietwaardigheid van de ‘arme’ zuidelijke landen op financiële markten zal verslechteren. Daardoor zullen ze meer rente moeten betalen om de crisismaatregelen te financieren. Dat staat een snelle bestrijding van het coronavirus en het beperken van de economische schade in de weg – juist in de landen die het hardst zijn getroffen. Heel Europa zal daar onder lijden, ook Nederland.

Tot zover bevat de brief een duidelijke analyse.

Als oplossing suggereren de prominenten twee opties: kredietlijnen voor lidstaten vanuit het bestaande ESM-noodfonds, of de uitgifte van Europese ‘coronabonds’. Beide oplossingen leiden onherroepelijk tot hogere schulden – gezamenlijk gedragen, maar niettemin: schulden.

Dat maakt dit pleidooi zeer opmerkelijk. De afgelopen jaren hebben internationale instituten als de Bank for International Settlements, het Internationaal Monetair Fonds en de Oeso gewaarschuwd voor het gevaar van hoge schuldenlasten. In Nederlands hebben onder andere De Nederlandsche Bank, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Sustainable Finance Lab en verschillende van de ondertekenaars eenzelfde geluid laten horen. Dat deden ze niet voor niets: er is in het afgelopen decennium een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs verzameld over de gevaren van hoge schuldenlast. Bij de huidige schuldenniveaus zullen meer schulden de economische ontwikkeling remmen, crises verergeren en herstel na een crisis moeilijker maken.

De oplossing van de economen – het verdelen van de schuldenlast over de eurolanden – pakt niet de kern van het probleem aan: groei van de schuldenlast. Hun oplossing sluit dus niet aan op de stand van de wetenschap.

Taboe

Een alternatief dat de prominenten onbesproken laten is monetaire financiering. Daarmee kan Europa geld voor crisisbestrijding creëren zonder dat de schuldenlast stijgt.

Monetaire financiering van fiscale crisisuitgaven bewerkstelligt dat schulden en rentes niet hoger oplopen, zonder dat lidstaten voor elkaars schulden garant hoeven te staan. Daarnaast kan monetaire financiering van private uitgaven (ook wel helikoptergeld geheten) worden overwogen als een effectieve en egalitaire manier om de economie weer op gang te krijgen zodra het coronavirus is bestreden. Een heldere afbakening van het exacte bedrag en de maatregelen die monetair gefinancierd mogen worden, is verder een politiek vraagstuk.

Het risico op oncontroleerbare (hyper)inflatie als gevolg van monetaire financiering is beperkt. De Britse econoom Josh Ryan-Collins vond in recent onderzoek een positief effect van monetaire financiering op economische ontwikkeling, maar geen relatie tussen monetaire financiering en inflatie. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft bovendien voor biljoenen aan effecten op haar balans staan die ze eenvoudig kan verkopen om de (basis)geldhoeveelheid te verkleinen.

Omweg

Economisch gezien vindt monetaire financiering allang plaats: de ECB koopt voortdurend obligaties op in de secundaire markt om ineenstorting van het financieel stelsel te voorkomen. De opkoopprogramma’s zijn een omweg om staats- en bedrijfsschulden monetair te financieren. Zo omzeilt de ECB het verbod op monetaire financiering van staten.

In de VS en Groot-Brittannië bestaat zo’n verbod niet, maar ook daar rust op monetaire financiering als beleidsinstrument een politiek taboe. In 2015 bepleitte Adair Turner (voormalig hoofd van de Financial Services Authority, de Britse financiële waakhond) op een IMF-bijeenkomst voor het doorbreken van dit taboe. De ‘prominente’ economen van Nederland geven daar wederom geen gehoor aan. Het Europese verbod op monetaire financiering van staten blijft zo een onderwerp dat niet openlijk wordt bediscussieerd in de politieke arena. Dat is een gemiste kans.

Thomas Bollen is financieel econoom en onderzoeksjournalist bij Follow the Money. Martijn Jeroen van der Linden is lector new finance aan de Haagse Hogeschool en voorzitter van Stichting Ons Geld.