Europees herstelfonds of afbraakfonds?
“NextGenerationEU is een tijdelijk herstelinstrument van 750 miljard euro dat moet helpen de onmiddellijke economische en sociale schade ten gevolge van de coronapandemie te herstellen”. Zo stelde de EU haar coronaherstelplan voor, eind december 2020. Corona was toen al ongeveer een jaar geleden uitgebroken, en lockdowns hadden de Europese economie al in ernstige problemen gebracht. Een herstelplan op Europese schaal was dus zeker geen overbodige luxe. Maar we zijn nu mei 2021, en van dit herstelplan is nog geen cent uitbetaald.
(Door Herman Michiel, oorspronkelijk verschenen bij Ander Europa)
Straffer zelfs: dit geld is nog niet voorhanden. Want dat moet de Europese Commissie lenen op de financiële markten, en alle lidstaten moeten daartoe toestemming geven. Vorige maand was dit nog niet gebeurd door 10 lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland. Bovendien moeten de lidstaten om beroep te doen op het herstelfonds gedetailleerde plannen indienen, die niet alleen de besteding van het geld omschrijven, maar ook toezeggingen bevatten over ‘structurele hervormingen’ van hun economie. De Commissie wil dan twee maanden om deze plannen te bestuderen, en indien goedgekeurd, (en de fondsen beschikbaar) zou dus misschien tegen de herfst 2021 ‘herstelgeld’ kunnen toegekend worden.
Deze slakkengang begint zelfs de Franse minister van economie te irriteren. “De Verenigde Staten zijn in volle opbloei, en China begon ook al zijn herstel”, kloeg Le Maire onlangs. Maar zulke klachten worden door de Europese Commissie op een wel zeer originele manier gepareerd. Als het in december 2020 nog luidde dat het herstelinstrument moest helpen “de onmiddellijke economische en sociale schade ten gevolge van de coronapandemie te herstellen”, zegt de sociaaldemocratische eurocommissaris voor economie Gentiloni nu dat het geld niet bedoeld is als een noodmaatregel als antwoord op de gezondheidscrisis. Daar hebben de lidstaten al zelf voor gezorgd. Waarvoor dient het dan wel? “Dit gemeenschappelijk geld is voor kwalitatieve groei, in relatie met de groene en digitale transitie en hervormingen”, aldus Gentiloni in een gesprek met IMF-voorzitter Georgieva.
… en hervormingen. Wat iedereen die de EU een beetje kritisch opvolgt voorspelde , komt nu steeds duidelijker naar voren: de coronacrisis is voor de EU een nieuwe kans om de lidstaten nog meer in het neoliberale keurslijf in te snoeren. “Aan de herstelfondsen zullen voorwaarden verbonden zijn” (‘strings attached’), zei men eerst, verwijzend naar de Europese plannen voor een vergroening en digitalisering van de economie. Dat moet de economie ‘duurzamer’ maken, maar dan volgens de EU-formule: duurzaam = neoliberaal. Voor het goedkeuren van de nationale herstelplannen zal de Commissie nagaan in hoeverre de lidstaat rekening houdt met haar ‘landenspecifieke aanbevelingen’ (de country specific recommendations of CSR). ‘Populaire’ aanbevelingen zijn het begrotingsevenwicht, de beperking van de overheidsuitgaven, de verhoging van de pensioenleeftijd, de liberalisering van de arbeidsmarkt, activering van werklozen, invoering van 5G, ontmanteling van openbare diensten, enzovoort.
In een recent rapport verwijst de Europese denktank CEPS (Centre for European Policy Studies) naar de ‘opportuniteiten’ van het herstelfonds voor het doorvoeren van hervormingen, en ziet een aantal redenen waarom dit nu meer succes zou kunnen hebben dan gewoonlijk. De goedkeuring van de plannen is minder bureaucratisch (in vergelijking met de uitbetaling van structuurfondsen, cohesiefondsen enzovoort) omdat alleen de Commissie (zonder de Raad) beslist op basis van het halen van ‘milestones’. De uitbetaling zal ook in schijven gebeuren, om de zes maanden, wat een additioneel drukkingsmiddel geeft.
Maria Demertzis, adjunct-directeur van Bruegel, een andere Europese denktank, heeft er wat twijfels over of het herstelfonds er inderdaad zo goed zal in slagen om onpopulaire economische hervormingen [“met een hoge politieke kost”] door te voeren. Ze vreest dat de voorwaarden te eenzijdig zullen gekoppeld zijn aan de vergroening en de digitalisering van de economie, en te weinig aan grondige economische hervormingen. Maar “als er ‘eerste stappen’ zouden gezet worden op vlak van de arbeidsmarkt, pensioenen en andere moeilijke thema’s” zou ze dit toch ook al niet slecht vinden.