EU drijft uit elkaar
In de coronacrisis worden de toch al grote economische verschillen tussen de eurolanden nog groter. Dit blijkt uit een analyse van de Europese Commissie, die maandag 18 januari op een online-vergadering van de Eurogroep werd besproken. De ministers van Financiën willen de situatie verhelpen door hulpfondsen te koppelen aan ‘hervormingsvoorwaarden’.
(Door Steffen Stierle (*) verschenen op 19 januari 2021 in Junge Welt, Nederlandse vertaling: Ander Europa, foto Rock Cohen, CC2.0/Flickr)
Daarom moeten alle lidstaten die willen profiteren van het coronaherstelfonds “Next Generation EU”-momenteel zogenaamde herstelplannen opstellen. Het kader is in november door de Raad vastgesteld. De toewijzing van middelen gaat dan ook gepaard met de verplichting om de digitale transformatie te bevorderen en te investeren in klimaatvriendelijke technologieën. Maar ook de liberalisering van de arbeidsmarkt is een thema, waar bijvoorbeeld geëist wordt om “de ontwikkeling van het menselijk kapitaal en succesvol veranderen van job” te ondersteunen.
Bovendien verwacht Brussel dat de hervormingsprogramma’s reeds een terugkeer naar een strikte begrotingsdiscipline bevatten: “Een heroriëntatie van het begrotingsbeleid, onder meer door een einde te maken aan de steunmaatregelen voor bedrijven en burgers, zou zo snel mogelijk moeten bijdragen tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange termijn”, aldus het analyseverslag.
Het gaat er nu dus om na te gaan of de hervormingsplannen van de eurolanden overeenstemmen met de ideeën van de Raad en de Commissie. Alleen dan kan het geld stromen. Het Duits federale ministerie van Financiën gaat ervan uit dat de uitbetalingen op zijn vroegst in het midden van het jaar kunnen beginnen. De reactie van Brussel op de eerste golf van de coronapandemie zou dan maanden na de eerste verjaardag van de uitbraak komen.
Volgens een voorbereidend document waarover junge Welt beschikt, wil de Duitse regering er in het debat voor zorgen dat de lidstaten “in de nationale plannen aangeven hoe zij het groeipotentieel en de veerkracht van hun economieën zullen vergroten door middel van hervormingen en gerichte investeringen”. Zij hadden hun eigen herstelplan al in december goedgekeurd en aan de Commissie voorgelegd. Dit moet eind april worden afgerond. Minister van Financiën Olaf Scholz (SPD) kan rekenen op zo’n 23 miljard euro uit de EU-pot voor Duitsland.
Een ander belangrijk onderwerp van de Eurogroep waren de toenemende economische onevenwichtigheden. Met name de Duitse crisispolitici proberen al maandenlang de crisis te baat te nemen en aan de industrie en de financiële wereld aanzienlijke overheidssubsidies uit te keren, en zo hun suprematie in het EU-statenkartel verder uit te breiden en het machtsverlies ten gevolge van Brexit tegen te gaan.
Zoals blijkt uit een ‘technische nota’ van de Commissie ter voorbereiding van het debat van de Eurogroep, verwachten hun diensten dat deze economieën tijdens de crisis nog verder uit elkaar zullen drijven; reeds bestaande onevenwichtigheden nemen momenteel nog toe. De Commissie wijst er bijvoorbeeld op dat de pandemie tot nu toe de grootste impact heeft gehad in de lidstaten die vóór de crisis al werden gekenmerkt door een relatief hoge overheids- en particuliere schuld. Bovendien zijn dit vaak landen waar het toerisme een bijzonder belangrijke economische rol speelt.
De Commissie benadrukt ook dat de coronacrisis ‘fundamenteel’ verschilt van de financiële crisis van 2008 en niet het gevolg is van ‘financiële excessen’. Desalniettemin zijn de geformuleerde hervormingsdoelstellingen vergelijkbaar met die van de Troika. De maatregelen zijn bijvoorbeeld bedoeld om de productiviteit te verhogen, de goede werking van de markten te waarborgen en de administratie efficiënter te maken.
Wat uiteindelijk in de Eurogroep wordt onderhandeld, gebeurt vaak onder het motto van de ‘Europese solidariteit’. Maar als Brussel het over solidariteit heeft, speelt steeds het principe ‘voor wat hoort wat’. Voor wat : de coronaleningen of subsidies; hoort wat: hervormingsprogramma’s in de zin van het neoliberale economische beleid van de EU.
(*) Steffen Stierle is een zelfstandig journalist in Berlijn, met bijzondere belangstelling voor de politieke economie van de EU. Hij is actief in Attac-Duitsland en in Eurexit.