El Salvador: niemand die nog weet hoe het verder moet
Dit is het relaas van het Klein Duimpje van Latijns-Amerika dat samen met zijn broers en zussen met broodkruimels en kiezeltjes de weg zocht naar een betere wereld. Maar anders dan in het sprookje vinden zij geen zevenmijlslaarzen en vallen zij ten prooi aan de grote reus die mensenvlees ruikt en in Washington woont.
Niet in hun achtertuin
Ooit kon El Salvador de hele wereld beroeren. Nu haalt het enkel nog het nieuws met de baseballpet van de president, de bitcoin als betaalmiddel of de opening van de allergrootste gevangenis ter wereld. Er was ook een tijd dat wij hier amper weet hadden van het bestaan ervan en dat zelfs de Verenigde Staten weinig of geen interesse hadden voor wat daar gebeurde.
Maar toen kwam de Cubaanse Revolutie en groeide de onrust in de Verenigde Staten. Het waren de jaren van de Koude Oorlog en de machtige noorderbuur werd bang. De VS zouden zich niet langer onbetuigd laten.
Om “de communistische dreiging” in de regio te “verslaan” lanceerde Washington op 13 maart 1961 de Alliance for Progress, die het kader zou vormen voor al hun programma’s in Latijns-Amerika en de Caraïben.
In diezelfde lijn keurde het Congres op 4 september 1961 een nieuwe wet op de buitenlandse hulp goed. Het militaire luik van de hulp zou beheerd worden door het ministerie van defensie. Het sociale en economische luik werd toegewezen aan het United States Agency for International Development (USAID). Dat werd op 3 november 1961 werd opgericht.
Samen moesten ze de strijd aangaan tegen “de dreiging van ideologieën zoals het communisme”. De VS ambassades moesten ter plaatse waken over de coördinatie en de complementariteit tussen beide.
De Alliantie was de perfecte dekmantel voor de VS om opstanden en revoluties te onderdrukken
Officieel heette het dat de Alliantie economische voorspoed moest brengen. Tegelijkertijd was het de perfecte dekmantel voor de VS om legers, politie en inlichtingendiensten klaar te stomen voor het onderdrukken van opstanden en revoluties.
In het begin van de jaren ’60 startten de VS met de opleiding van het Salvadoraanse leger in anti-guerrillatactieken, doodseskaders incluis. In die tijd waren er in El Salvador evenwel nog geen tekenen van gewapend verzet.
Het vuur aan de lont
De economische voorspoed gold vooral voor de rijken, de zogenaamde ‘14 families’ die het goed kon vinden met het leger dat voor orde en rust moest zorgen. De gevolgen voor het gros van de bevolking waren desastreus.
Een aaneenschakeling van economische crisissen en een toenemend politiek bewustzijn stimuleerden het sociale en politieke protest. Boeren, arbeiders, leerkrachten en studenten werden de drijvende kracht achter een breed gedragen, vreedzaam volksverzet.
Op het einde van de jaren ‘60 had het Salvadoraans leger een breed netwerk van 80.000 paramilitairen uitgebouwd dat luisterde naar de naam ORDEN (Organización Democrática Nacionalista), de voorloper van de beruchte doodseskaders in de jaren ’70 en ’80.
Hun opdracht bestond erin om communisten op te sporen en uit te schakelen. De plaatselijke afdelingen stonden onder de leiding van militairen, leden van de Nationale Wacht en van de geheime inlichtingendienst. Zij zouden meer dan eens worden ingezet bij het doden van ongewapende burgers.
Het volksverzet radicaliseerde en begon zich te bewapenen. Na de militaire staatsgreep in 1979 steeg het aantal meldingen van willekeurige arrestaties, folteringen, verdwijningen, moorden en slachtingen exponentieel. In de periode van 1980 tot 1982 werden er gemiddeld zo’n 1000 slachtoffers per dag opgetekend. Vakbonden, boeren- en studentenorganisaties waren het geliefde doelwit.
In de periode van 1980 tot 1982 werden er gemiddeld zo’n 1000 slachtoffers per dag opgetekend
De harde repressie zette de verschillende verzetsgroepen aan om de rangen te sluiten en zich te verenigen onder een gemeenschappelijk commando in het Frente Farabundo Martí de Liberación Nacional (FMLN). Op 10 januari 1981 lanceerden zij een breed offensief. Het was het begin van een burgeroorlog die 12 jaar zou duren.
Tegen beter weten in
De repressie volgend op de staatsgreep van 1979, bracht de VS aan het twijfelen, eventjes toch. Maar na de overwinning van de Sandinisten in het naburige Nicaragua eerder dat jaar, was het neerdrukken van de opstand in El Salvador voor de VS een kwestie van leven of dood. Zelfs Israël werd ingeschakeld om wapens, vliegtuigen en tanks te leveren en militaire adviseurs te sturen onder het mom van landhervormingen.
Via de CIA en USAID werd nog meer geld het land binnengebracht en een christendemocratisch president, Napoleon Duarte, moest soelaas brengen en een “marxistische” machtsovername belemmeren.
In de periode van 1980 tot 1990, zou de VS bijna 6 miljard dollar besteden aan hulpprogramma’s voor El Salvador, waarvan meer dan 1 miljard aan militaire hulp. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS wist dat het leger stelselmatig zijn macht bleef misbruiken en evengoed dat het daar nooit voor gestraft zou worden.
In weerwil van het officiële mensenrechtendiscours werden de fondsen telkens weer uitbetaald. De VS waren bang dat het FMLN de oorlog zou winnen.
In een studierapport over de ‘counterinsurgency doctrine’ (anti-opstand doctrine) van de VS in El Salvador nam het RAND Instituut (National Defense Research Institute) in de VS geen blad voor de mond. El Salvador, dat beschouwd werd als “ideale testcase” was één groot fiasco over de hele lijn. “De VS hebben gefaald”, staat in het rapport.
De VS waren bang dat het FMLN de oorlog zou winnen
“Het zijn precies de jonge, agressieve officieren die door de VS werden opgeleid, die het meest doordrongen zijn van het extreem rechts gedachtengoed en (…) die vele gruweldaden hebben gepleegd”.
Ook de landhervormingen en de hervormingen in justitie, die door USAID waren uitgedacht en uitgevoerd, moesten het ontgelden, net als de civiel-militair vredesplan dat het imago van het leger bij de bevolking had moeten verzachten via sociale dienstverlening.
Tussen haakjes, het samengaan van militaire hulp met sociale dienstverlening maakt nog steeds deel uit van de internationale ontwikkelingsagenda, ook in België, onder de noemer ‘3D’ (defense, diplomacy, development).
Omdat het niet anders kon
Het FMLN heeft steeds ingezet op het vinden van een politieke oplossing via onderhandelingen. In augustus 1981 reeds erkenden Frankrijk en Mexico de alliantie van het FMLN met zijn politieke tegenhanger, het Frente Democrático Revolucionario (FDR) als “een representatieve politieke macht” en bijgevolg als volwaardige onderhandelingspartner.
De VS heeft zich altijd tegen onderhandelingen verzet. Tot in 1990. De Berlijnse Muur was gevallen, de Sovjet-Unie stond op springen, de Sandinisten hadden de verkiezingen in Nicaragua verloren en een militaire overwinning voor eender wie van de partijen leek uitgesloten.
De Verenigde Naties zouden bemiddelen, maar niet zonder voorafgaand akkoord van de VS. Javier Pérez de Cuellar, de Algemeen Secretaris van de VN zou meermaals persoonlijk tussenkomen om dossiers te ontmijnen.
Voor het FMLN was de demilitarisering van El Salvador prioriteit nummer één. Er werd overeengekomen om een Waarheidscommissie op te richten om de belangrijkste oorlogsmisdaden te onderzoeken en het leger zou niet langer bevoegd zijn voor het handhaven van de openbare orde. De Vredesakkoorden kwamen ook tegemoet aan de eisen van het FMLN om het leger uit te zuiveren en het politieapparaat en het rechtssysteem grondig te hervormen.
Aan de fundamenten van het economisch systeem en van de sociale onrechtvaardigheid werd echter niet geraakt. Veel meer dan een verbintenis om een sociaaleconomisch forum te organiseren kon het FMLN niet uit de brand slepen.
Het FMLN stond voor de enorme uitdaging om zichzelf opnieuw uit te vinden, als politieke partij dit keer
Op 16 januari 1992 werden de Vredesakkoorden van Chapultepec in Mexico ondertekend. In de maanden die volgden legden 15.000 militanten van het FMLN de wapens neer.
Het FMLN stond voor de enorme uitdaging om zichzelf opnieuw uit te vinden, als politieke partij dit keer. In de jaren die volgden zou zij meermaals het hoofd moeten bieden aan oude vetes en het opportunisme van sommige kopstukken die vooral handelden uit eigenbelang.
De oorlog is dood, leve de oorlog
ONUSAL, de waarnemingsmissie van de VN die toezicht moest houden op de naleving van de Vredesakkoorden, verliet El Salvador op 30 april 1995. Haar mandaat was ten einde. De verkiezingen van 1994 hadden de macht van ARENA bestendigd, ook in het parlement. Deze extreem rechtse partij was bekend om zijn sterke historische banden met het leger, de doodseskaders en de economische elite.
Boutros Boutros-Ghali, de opvolger van Pérez de Cuellar, had er geen goed oog in. De Salvadoraanse overheid bleef elke vooruitgang in de naleving van de akkoorden blokkeren. Hij had nochtans zijn best gedaan om het mandaat van ONUSAL te verlengen, maar de VN-Veiligheidsraad was niet langer geïnteresseerd, ook de VS niet. El Salvador was geen prioriteit meer.
ONUSAL was de allereerste vredesmissie van de VN met mensenrechten in haar mandaat. Op 15 maart 1993 bracht de Waarheidscommissie haar rapport uit. Op acht maanden tijd had zij meer dan 75.000 gevallen van folteringen, moorden en verdwijningen gedocumenteerd. In 85 procenten van de gevallen werden het leger, de politie en de doodseskaders als verantwoordelijken aangeduid.
De VN documenteerde meer dan 75.000 gevallen van folteringen, moorden en verdwijningen
Eén van de aanbevelingen luidde dat de verantwoordelijken moesten worden berecht. Als reactie vaardigde de Salvadoraanse regering (ARENA) prompt een algemene amnestiewet uit. De toon was gezet.
Meer dan 20 jaar later, in 2016, zou het Grondwettelijk Hof de amnestiewet ongrondwettelijk verklaren. Maar het leger legde het bevel van president Salvador Cerén (FMLN; 2014-2019) om zijn archieven open te stellen, doodeenvoudig naast zich neer. Tot op de dag van vandaag.
Het zijn niet enkel de Salvadoraanse militairen die hun archieven weigeren te delen, ook het Center for Human Rights in Washington krijgt maar met moeite toegang tot de dossiers van de CIA, het ministerie van defensie en van Buitenlandse Zaken in de VS, en dan nog worden grote delen gecensureerd.
Eenendertig jaar na het ondertekenen van de Vredesakkoorden is er in het mensenrechtendossier geen noemenswaardige voortuitgang geboekt. Tienduizenden slachtoffers wachten nog steeds op erkenning, laat staan op één of andere schadeloosstelling. Tot nog toe kon het gerecht slechts 5.000 dossiers behandelen.
Het programma dat onder president Cerén werd opgezet om de slachtoffers te vergoeden, stierf een cynische dood omdat het parlement weigerde om de nodige budgetten goed te keuren.
Ondanks de steeds weerkerende getuigenissen over de betrokkenheid van de leger en politie bij grove schendingen van de mensenrechten, blijven de VS hen nog steeds steunen. Het Salvadoraanse leger is voor de VS een cruciale partner in de War on Drugs en handig inzetbaar in de vredesmissies van de VN en de NAVO in Irak, Afghanistan, Mali.
De VS mag ook beschikken over de Salvadoraanse luchtmachtbasis in Comalapa en onlangs leverden ze nog ultramoderne gevechtshelikopters zodat het Salvadoraanse leger zijn internationale missies naar behoren kan uitvoeren.
Het Salvadoraanse leger is voor de VS handig inzetbaar in de vredesmissies van de VN en de NAVO in Irak, Afghanistan, Mali
Onder het mom van de strijd tegen het geweld van de maras, de drugbendes die vooral de arme wijken terroriseren, gaan de doodseskaders nog steeds ongestraft hun gang. USAID weigerde het Plan El Salvador Seguro dat door de regering van Cerén was uitgewerkt en mede door USAID was goedgekeurd, te steunen en zette met SoluciónES parallelle initiatieven op.
Niemand die nog wil weten dat de VS kort na de vedesakkoorden zelf de bendes naar El Salvador heeft geëxporteerd.
Soft war en lawfare
Het zou achttien jaar duren vooraleer het FMLN de presidentsverkiezingen zou winnen. Het FMLN zou tien jaar lang regeren, van 2009 tot 2019, maar zonder meerderheid in het parlement. De dreiging van een militaire staatsgreep was nooit veraf.
Kort na het aantreden van Funés in juni 2009, vond in Honduras een staatsgreep plaats tegen president Mel Zelaya, die toenadering zocht tot president Chávez in Venezuela. De Verenigde Staten namen zelfs de moeite niet om hun betrokkenheid te ontkennen. Na de verkiezingen van 2014 dreigde ARENA met een staatsgreep. Het FMLN had de boodschap begrepen en zou met de nodige voorzichtigheid regeren.
De dreiging van een militaire staatsgreep was nooit veraf
Maar dat was niet de enige dreiging. De oorlog tegen het FMLN werd en wordt ook via de media gevoerd. Die zijn in handen van dezelfde Salvadoraanse elite die ook het parlement en de economie controleert. Die elite profileert zich zelfs als vertegenwoordigers van de ‘civiele maatschappij’ en pareert onder die noemer zelfs een wetsvoorstel van het FMLN voor het recht op antwoord.
Als je wat dieper graaft in de websites van de zogenaamde onafhankelijke pers, stoot je regelmatig op USAID en de Open Society Foundations als financiers van wat zij definiëren als het vrije woord. Tegen zoveel mediageweld hebben de lokale radiozenders waarvan sommige door het FMLN werden opgestart tijdens de burgeroorlog, geen verhaal.
Ook justitie wordt als wapen ingezet. Zowel president Funés als Cerén worden ervan beschuldigd overheidsgelden te hebben misbruikt. De beschuldigingen doen denken aan de gelijkaardige verdachtmakingen tegen die andere linkse presidenten die de dominantie van de VS in vraag durfden stellen: Lula (Brazilië), Correa (Ecuador), Morales (Bolivia), Chávez (Venezuela), Ortega (Nicaragua), Zelaya (Honduras) en Castillo (Peru).
De hand van de VS is nooit ver weg. De strijd tegen corruptie is standaard één van de prioriteiten van USAID, ook in El Salvador. Interpol weigert nog steeds om tegen Funés een internationaal arrestatiebevel uit te vaardigen want het is niet bevoegd voor politieke disputen.
De nieuwe Messias
Sinds het aantreden van Nayib Bukele als president op 1 juni 2019 is het hek helemaal van de dam. In 2017 was hij door het FMLN uit de partij gezet. Als communicatie-expert bij het familiebedrijf weet hij als geen ander hoe belangrijk een goed georkestreerde PR is. Voor zijn verkiezingscampagne had hij een internationale marketingploeg aangetrokken, waaronder medestanders van Juan Guaidó, de man die zichzelf – met de steun van de VS – tot president van Venezuela, zou uitroepen, en CID Gallup, een studiebureau dat al meerdere opdrachten voor USAID en de CIA had uitgevoerd.
Tijdens de vorige legislaturen was het leger er al in geslaagd om stukje bij beetje zijn vroegere macht te recupereren. Bij zijn aantreden beloofde Bukele meer manschappen en meer middelen. In februari 2020 liet hij het leger het parlement omsingelen en dwong hij de aanwezigen om een lening van 109 miljoen dollar voor de strijdkrachten goed te keuren.
Tijdens de parlementsverkiezingen van 2021 behaalde Bukele met zijn partij, Nuevas Ideas, een absolute meerderheid halen, 56 zetels op een totaal van 85.
Bukele liet het leger het parlement omsingelen om de te dwingen aanwezigen om een lening voor de strijdkrachten goed te keuren
Vier dagen na de verkiezingen had hij een lang onderhoud met de ambassadrice van de VS. Een week later kreeg hij een tweet van John Bolton, de VS adviseur inzake Nationale Veiligheid. Felicitaties van Juan Gaidó zouden ook niet ontbreken. De parlementsleden mochten bij hun eedaflegging geen trouw zweren aan de Salvadoraanse staat maar wel aan hem persoonlijk.
Bukele regeert via de sociale media, zonder uitgeschreven programma en is op zijn zachtst gezegd, een controversieel figuur. Hij heeft de steun van andere partijen niet meer nodig en lapt alle rechtsregels aan zijn laars. Bukele ontslaat en benoemt ook eigenhandig zijn rechters en de leden van het Grondwettelijk Hof.
Wie niet voor hem is, is tegen hem. Alle sociale hervormingen die tijdens de regering van Funés en Cerén werden opgestart, heeft hij stopgezet.
Kort voor de herdenking van de 30ste verjaardag van de Vredesakkoorden liet hij weten dat de akkoorden een “farce” zijn en besliste hij bij presidentieel decreet dat voortaan op 16 januari de slachtoffers van de oorlog zullen worden herdacht. De officiële herdenking van de Vredesakkoorden werd officieel begraven en vergeten.
Niemand die nog weet hoe het nu verder moet
Niemand die nog weet hoe het nu verder moet. In de laatste populariteitspoll – die werd uitgevoerd door CID-Gallup – behaalt hij 91% van de stemmen. Zelfs de Verenigde Staten weten niet meer zo goed wat ze aan moeten met hun wispelturige bondgenoot. Maar dat wil niet zeggen dat de financiering wordt drooggelegd.
Volgens de meest recente, nog onvolledige, cijfers bedroeg de buitenlandse hulp van de VS aan El Salvador vorig jaar 110 miljoen dollar, waarvan 97,6 miljoen via USAID werd gekanaliseerd.
Na meer dan 60 jaar van militaire steun en ‘ontwikkelingshulp’ lijkt het alsof het RAND Instituut destijds in 1991 een kristallen bol had toen het concludeerde dat het een illusie was te denken dat de VS in het buitenland een democratie kon creëren.