Een werker is een werker
Afgelopen week deed de rechter uitspraak in de zaak die vakbond FNV had aangespannen tegen taxiplatform Uber. Uber wil zich geen werkgever noemen, maar de rechter oordeelde dat Uber wel degelijk een werkgever is en zich dus aan het arbeidsrecht moet houden. Ook bleek uit de uitspraak dat mensen die voor Uber werken, géén ondernemers (of zzp’ers) zijn, maar werknemers. Wat vreemd dat daar een rechter voor nodig is, dacht ik.
(Foto Dianne Yee, Flickr CC2.0)
Afgelopen week deed de rechter uitspraak in de zaak die vakbond FNV had aangespannen tegen taxiplatform Uber. Uber wil zich geen werkgever noemen, maar de rechter oordeelde dat Uber wel degelijk een werkgever is en zich dus aan het arbeidsrecht moet houden. Ook bleek uit de uitspraak dat mensen die voor Uber werken, géén ondernemers (of zzp’ers) zijn, maar werknemers. Wat vreemd dat daar een rechter voor nodig is, dacht ik. Wat is er gebeurd met de normale mensentaal? Wat bezielt Uber om zich geen werkgever te willen noemen en waarom zijn de mensen die voor het bedrijf werken opeens de ondernemers? Uber heeft alle woorden verwisseld!
Ik moest denken aan een verhaal van de Zwitserse schrijver Peter Bichsel met de titel ein Tisch ist ein Tisch, waarin de hoofdpersoon besluit om de namen van de dingen te verwisselen. Want waarom zou je ‘bed’ eigenlijk ‘bed’ noemen, denkt hij. Zodoende noemt hij zijn bed ‘schilderij’, zijn stoel doopt hij om tot ‘wekker’ en de tafel gaat verder als ’tapijt’. Zo ontwikkelt hij woord voor woord een nieuwe taal. Hij heeft er lol in, tot hij op een dag tot de ontdekking komt dat niemand hem meer verstaat. De man eindigt ongelukkig, eenzaam en zwijgend.
Niet zomaar een experiment
Het woordenspel van Uber is natuurlijk niet zomaar een experiment met taal. Net als veel grote multinationals kiest Uber bewust voor een strategie waarbij er zoveel mogelijk winst naar de top gaat, en zo min mogelijk geld naar de mensen die de hoge omzet van het bedrijf verzorgen. De woordenverwisseling berust op een ideologische keuze: Uber wil zich niet alleen ontdoen van het woord ‘werkgever’, maar ook van alle verantwoordelijkheden die daarbij horen, zoals een degelijke cao en afdracht van belastingen en premies. In die zin zijn de consequenties van deze tactiek net zo dramatisch als het taalspelletje van Peter Bichsel. Want de gevolgen zijn desastreus: verdere individualisering van de samenleving, meer wantrouwen naar elkaar, nog meer mensen met precair werk, ontwrichting van de maatschappij.
Bij deze strategie van multinationals speelt taal een grote rol. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar het woord ‘zelfstandig ondernemer’. Het woord ‘ondernemen’ is sowieso prachtig bedacht. Het klinkt veel actiever en avontuurlijker dan bijvoorbeeld ‘arbeider’ of ‘werknemer’. De term zzp’er wordt vaak geflankeerd met lonkende woorden als ‘vrijheid’, ‘zelfstandigheid’. Prachtig, wie wil dat nou niet? Natuurlijk zijn er zzp’ers die zelf hun tijd kunnen indelen en genoeg geld verdienen om af en toe op vakantie te gaan en verzekerd te zijn. Maar dat is lang niet aan iedereen voorbehouden. Zeker als je kijkt naar de zzp’ers die bij Uber werken, of bij andere platforms, zoals Temper, dan zie je dat er iets niet klopt. Mensen dragen wél alle risico’s die horen bij het ondernemerschap, maar dat staat in geen enkele verhouding tot de zeer lage beloning.
Taal als wapen van de vakbond
Zelfs in de winkelstraat, bij grote parfumerieën en in warenhuizen, spreek ik veel mensen die ‘zzp’er’ blijken te zijn. Zij behoren tot de 1,7 miljoen ‘zelfstandige ondernemers’ die ons land inmiddels telt. Geregeld spreek ik mensen die het prima vinden om zzp’er te zijn, omdat je aan het eind van de maand wellicht net iets meer overhoudt dan met een minimumloon. Maar velen willen dolgraag een vast contract, zodat zij kunnen terugvallen op het verzorgingssysteem dat we in Nederland hebben opgebouwd.
Multinationals zetten de taal in om meer geld en macht te vergaren. Voor de vakbond is taal net zo goed een belangrijk wapen; en dan heb ik het niet alleen over de leuzen op onze spandoeken en actieborden. Het is belangrijk dat ook wij als bond de juiste woorden kiezen. Als we alleen al kijken naar één van onze belangrijkste woorden: ‘werknemer’, dan is het tijd voor een activeringsslag! Als je goed kijkt naar ‘werknemer’ dan is het eigenlijk best wel gek om juist de mensen die werk leveren ‘nemers’ te noemen. Strikt genomen geven zij juist het werk. Het woord ‘arbeider’ is al een tijd minder in zwang, omdat het wellicht wat archaïsch is. Het nieuwe linkse tijdschrift Jacobin, heeft in de stijlgids opgenomen het woord ‘werker’ te gebruiken. Laten we daar een voorbeeld aan nemen.
(1) Vakbondsvrouw in de winkelstraat (FNV Handel).