Ga naar de inhoud

Een lange economische en sociale crisis in Portugal

Portugal ligt aan een buitenrand van Europa, zowel geografisch als economisch: het heeft maar een buurland (Spanje) en het is een klein landje, met een kleine, weinig geïndustrialiseerde economie die zwaar afhankelijk is van economische relaties met Europa. Toen de keuze moest worden gemaakt om zich bij de Europese Unie te voegen, en bij de Eurozone, was er eigenlijk geen andere optie voor dit proces van integratie. Dat ondanks de risico’s om tegenover zeer sterke concurrentie te staan in een open internationale markten of de trend om een neoliberale agenda in Europa opgelegd te krijgen. Zelfs als het zou hebben besloten om niet bij de Europese Unie te gaan, zou Portugal zijn zwakke economie hebben moeten overleveren aan mondiale economische concurrentie. 

4 min leestijd
grevegeral

(Deze tekst maakte onderdeel uit van een workshop van real World Economics op Occupy Beursplein in Amsterdam op 12 november) Het origineel in het Engels op de weblog van Joao Romao)

Anderszins heeft Portugal ook een zeer zwakke verzorgingsstaat, die pas laat ontwikkeld is, pas na de revolutie in April 1974. In tegenstelling hadden de Noord-Europese landen (en hebben nog steeds) de meest ontwikkelde welvaartsstaten in de wereld en ook de sterkste systemen van sociale vertegenwoordiging en onderhandeling. De zwakte van het welvaartssysteem in Zuid-Europa wordt duidelijk getoond met de volgende grafiek, die laat zien hoe de sociale ongelijkheid in sommige Europese landen is. Het is ook mogelijk om te zien dat deze ongelijkheden wat teruglopen in het Zuiden van Europa, maar toenemen in een land als Nederland.

 

joao1

 

(bron: Eurostat)

 

Deze trend van stijgende ongelijkheid in meer ontwikkelde economieën houdt duidelijk verband met de ‘financialisatie’ van de economieën: de ontwikkeling van een groot aantal mogelijkheden om te speculeren met “innovatieve” financiële producten, zorgde ervoor dat kapitaal kon reproduceren en winst maken zonder arbeid. Als gevolg daarvan nam het aandeel van loon in de algemene inkomsten af, een trend van de afgelopen decennia die automatisch zorgt voor stijgende ongelijkheid.

 

joao2

 

joao3

 

(bron: Jorg Huffschmid, “Financialization: the emergence of a new constellation in contemporary capitalism”)

 

Toetreding tot de Eurozone had verregaande implicaties voor de Portugese economie, die extreem afhankelijk is van laagtechnologische export en haar concurrentiepositie binnen de mondiale markten baseert op lage prijzen. Door het gebruik van een zeer sterke munt als de Euro in combinatie met het verliezen van de gelegenheid om in geval van nood te devalueren, werden de traditionele industriële sectoren in Portugal (zoals schoenenindustrie en textiel) bijna volledig verwoest in de afgelopen twintig jaar. Deze industrieën zaten voornamelijk geconcentreerd in het noorden van het land, waar vervolgens werkloosheid en armoede dramatisch toenamen. De volgende grafiek toont het aandeel hoogtechnologische producten van de totale export van sommige Europese landen, waardoor de verschillende niveaus van technologische ontwikkeling van deze economieën zichtbaar worden. Als voorbeeld van de gevolgen van zogenaamde vrijhandel tussen zo verschillende economieën, zien we dat de export van Portugal naar Duitsland tussen 2000 en 2010 met 5 % groeide en andersom, van Duitsland naar Portugal in dezelfde periode met 87%.

 

joao4

 

(bron: INE (Portugal))

 

Zoals de volgende grafiek laat zien, werken mensen in de Zuid-Europese landen het langst/hardst, wat erop wijst dat de economische problemen waar ze mee te maken hebben, met andere factoren te maken hebben, zoals productiviteit, technologische ontwikkeling of management.

 

joao5

 

Bron: OECD

 

Onmachtig om haar munt te devalueren om het concurrentievermogen te vergroten in mondiale markten, volgt de Portugese economie nu een dramatisch proces van “interne devaluatie”, opgelegd door het IMF, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank, naar voorbeeld van vergelijkbare plannen die toegepast worden in Griekenland (en die trouwens eerder uitgevoerd werden in landen als Chili in de jaren ’70 of Brazilië in de jaren ’80, dan wel Argentinië jaren ’90, als die landen al economisch konden herstellen, dan was dat het gevolg van het weigeren van deze neoliberale therapieën, die sociale cohesie verwoesten en ernstige aantasting van de rechten van arbeiders en het aanbod van publieke diensten als gezondheidszorg, onderwijs, water of energie, die geheel of gedeeltelijk geprivatiseerd worden).

 

Net als in Griekenland gebeurt dit in Portugal anno nu: de regering heeft ingezet op een groot aantal privatiseringen, waaronder drinkwatervoorziening, en legt een drastische verhoging van belastingen op inkomen en consumptie, waaronder die van voedsel en energie. Aan de andere kant worden uitkeringen en subsidies op gezondheidszorg, onderwijs of transport sterk teruggebracht. Desondanks zijn belastingen op kapitaal of winst niet gestegen en de regering heet tot nu toe geweigerd om nieuwe belastingen in te voeren voor de ultra-rijken of op erfenissen. Ten slotte hebben ambtenaren twee van hun veertien maanden salaris (per jaar: lonen zijn laag in Portugal, en er is daarbij een stelsel van een of twee extra maanden salaris als compensatie) verloren. Dat hakt er nogal in, in een land waar het minimumloon 475 Euro bedraagt en het gemiddeld loon minder dan 900,-.

 

De gevolgen van deze bezuinigingsmaatregelen zijn dramatisch: de economie zit in een diepe recessie, de interne markt is stilgevallen door verlies aan koopkracht van Portugese gezinnen en de toegang tot buitenlandse markten is extreem moeilijk door de technologische onderontwikkeling van het land en het onvermogen om z’n munt te devalueren. Deze maatregelen zullen de crisis erger maken en zullen geen enkel positief effect hebben op de buitenlandse schuld, zolang de economie niet groeit. Maar een kleine bovenlaag van economische groepen zal profiteren van de privatisering van publieke diensten. In feite is de “Portugese 1%” erg tevreden met de crisis. Het IMF en de Europese unie doen hun werk!

 

————-

 

Aanvulling vertaler

 

Voor 24 november is een algemene staking uitgeroepen in Portugal.

 

clip staking vorig jaar