Ga naar de inhoud

Een gemeenschappelijke kapitaalmarkt voor de EU?

Verleden donderdag bespraken de regeringsleiders van de Europese Unie op een Europese Top een rapport van de voormalige Italiaanse premier Enrico Letta. De inzet: de concurrentiekracht van de EU. Zijn advies: de Europese gemeenschappelijke markt voor energie, telecommunicatie en financiële diensten verder uitbouwen, want de markten van de lidstaten zijn te klein om op die cruciale terreinen wereldwijd de concurrentie aan te kunnen.

3 min leestijd

Hij wil ook de regels voor fusies en overnames binnen de EU aanpassen om meer ‘Europese kampioenen’ te creëren. Of een fusie marktverstorend werkt moet niet beoordeeld worden binnen de Europese interne markt maar wereldwijd.

Een gemeenschappelijke kapitaalmarkt bleek echter niet vanzelfsprekend. Een Europees speelveld scheppen voor banken, vermogensbeheerders en beurzen vereist dat Europees toezicht georganiseerd wordt, en dus gemeenschappelijke regels. Dat vinden belastingparadijzen zoals Luxemburg of Ierland geen fijn idee. De premier van Estland Kaja Kallas was van een ontroerende eerlijkheid: “Wij als klein land hebben niet veel concurrentievoordelen, maar we hebben wel een concurrentieel belastingsysteem, dus neem dat asjeblieft niet af”. Duitsland denkt ook dat Europese regels te veel extra kosten betekenen voor de bedrijven. En veel landen vrezen dat grote financiële spelers uit Duitsland en Frankrijk de winnaars zullen blijken in een gemeenschappelijke kapitaalmarkt.

Gemeenschappelijke kapitaalmarkt

Volgens Enrico Letta en anderen is een gemeenschappelijke kapitaalmarkt echter nodig om het nodige kapitaal te mobiliseren voor de grootste plannen van de EU. Er is immers veel weerstand tegen het verhogen van de begroting van de EU (nu ongeveer één procent van het BBP). Ook een herhaling van het met Europese leningen gefinancierd coronaherstelfonds stuit op veel weerstand. Een fonds voor ‘strategische technologieën’ werd al terug geschaald van 10 miljard euro naar 1,5 miljard euro. Een ander fonds voorgesteld door Letta om de uitbreiding van de EU te financieren stuit ook op de nodige scepsis.

Nochtans zijn de financiële behoeften enorm. Volgens een rapport van Mario Draghi, ook al een oud Italiaanse premier, zal de vergroening van de EU 500 miljard euro per jaar kosten. De Europese Centrale Bank heeft het over 800 miljard euro per jaar, en de Europese Commissie lanceerde het cijfer van 1500 miljard euro jaarlijks. Natte vingerwerk dus, maar dat er veel geld mee gemoeid is lijkt wel zeker. Ook de wapenindustrie, die de vergroening als Europese prioriteit aan het overvleugelen is, heeft veel extra kapitaal nodig. En dan zijn er nog de plannen de EU uit te breiden met Oekraïne, Moldavië en de landen van de Westelijke Balkan. Die landen hebben ook veel geld nodig. Als de overheid dat geld niet kan mobiliseren, moeten private spelers gemobiliseerd worden, maar ook dat lijkt dus niet te lukken.

Pessimisme

Je kan je voorstellen dat de Europese leiders de vergadering verlieten met gemengde gevoelens. Hoge energiekosten en lege overheidsbuidels zetten al talrijke industriële bedrijven ertoe aan de oceaan over te steken naar het beloofde land van Joe Biden. De EU stelt ook steeds minder voor: in 1993 stond haar economie nog voor 20 procent van de wereld, vandaag amper 13,3 procent. Zij wordt platgewalst tussen de VS en China, en binnenkort ook India. Of het crisisgevoel gaat leiden tot extra daadkracht is nog maar de vraag. Het gefnuikte Europees zelfvertrouwen speelt allicht ook een rol in de opkomst van extreem rechts, en haar hunkering naar het glorierijke verleden.

Het slechte nieuws uit Oekraïne zal niet helpen. Volgens berichten in de media treffen de Russische raketten niet alleen de elektriciteitsvoorziening van Oekraïne, maar ook ondergrondse plekken voor de opslag van gas die de Europese Unie nodig heeft om haar voorraden op pijl te houden. Misschien groeit de verleiding Oekraïne dan toch maar voor de Russische bus te gooien, om zo wat tijd te winnen, al leidt dit onvermijdelijk tot een crisis in de Atlantische familie. Tenzij Trump de impasse doorbreekt.

Of Europees politiek links, dat traditioneel haar lot verbonden heeft met het lukken van de EU, in deze slangenkuil een eigen stem ontwikkelt valt af te wachten.