Een brief aan Brazilië, van een vriend die onder Duterte leeft
Onderstaande brief van de bekende Filipijnse wetenschapper en activist Walden Bello werd al voor de verkiezingen in Brazilië geschreven, maar de inhoud is helaas maar al te actueel.
(Door Walden Bello, de vertaling verscheen oorspronkelijk op grenzeloos foto Fabio Montarroios cc/flickr)
Beste vrienden:
Ik schrijf jullie aan de vooravond van jullie verkiezingen die de toekomst van jullie prachtige land zullen bepalen.
Ik denk dat het niet overdreven is om te zeggen dat het lot van Brazilië op het spel staat. Het is ook nauwelijks overdreven om te beweren dat de verkiezingen een enorme geopolitieke betekenis hebben, want als Brazilië Jair Bolsonaro kiest, zal dat er toe leiden dat extreemrechts aan de macht is in de twee grootste landen van het westelijk halfrond. Net als velen van u hoop ik op een wonder dat zal voorkomen dat Bolsonaro aan de macht komt.
Toen ik in 2015 Rio en São Paulo bezocht, merkte ik dat de politieke bijeenkomsten van de oppositie tegen de toenmalige president Dilma Rousseff een klein, maar luidruchtig deel bevatte dat opriep tot een terugkeer naar het militaire bewind. Ik had toen geen idee dat die kleine groep uit zou groeien tot een massale beweging ter ondersteuning van een zelfverklaarde sterke man.
De verbazingwekkende overeenkomst
Het is voor velen van ons hier in de Filippijnen verbazingwekkend hoe vergelijkbaar Bolsonaro is met onze president, Rodrigo Duterte.
Duterte heeft ooit gezegd dat hij wilde dat hij een dode vrouwelijke zendeling had verkracht. Bolsonaro zegt tegen een collega in het parlement dat ze het niet verdiende om door hem verkracht te worden. Duterte heeft in bewondering voor onze dode dictator Ferdinand Marcos zijn herbegrafenis op het kerkhof van onze helden afgekondigd. Bolsonaro heeft het militaire bewind in Brazilië meer dan drie decennia geleden afgeschilderd als een gouden eeuw.
Een vriend vroeg me een paar dagen geleden, half voor de grap: ‘Waart er een virus rond dat verschrikkelijke steenpuisten als Bolsonaro en Duterte produceert?’ Ik dacht over haar metafoor en bedacht dat er iets aan de hand was, maar in plaats van het resultaat van een overdraagbare ziekte, denk ik dat autoritaire figuren voortkomen uit interne ettering in het politieke lichaam.
Voordat ik hier verder op inga, wil ik jullie echter eerst een idee geven van wat er in de Filippijnen aan de hand is, want dat zou heel goed een voorteken van de toekomst van Brazilië onder Bolsonaro kunnen zijn.
Is dit jullie toekomst?
Onze mooie Filipijnse president beloofde om als hij verkozen werd ‘de vissen in de baai van Manilla’ vet te mesten met de kadavers van criminelen.
Misschien heeft hij zijn beloften om de economische en sociale welvaart van onze mensen te verbeteren, zoals het beëindigen van contractarbeid of het verbieden van mijnbouw, niet waargemaakt, maar hij heeft deze belofte zeker waargemaakt: Het aantal vermeende drugsgebruikers en dealers dat hij vermoord heeft, voornamelijk door middel van buitengerechtelijke executies, ligt tussen de 7.000 en 20.000. Waarbij het werkelijke aantal waarschijnlijk het dichtst bij de hoge schatting ligt.
Zelfs als we van de laagste schatting uitgaan, zou het aantal doden van de anti-drugscampagne van Duterte een van de meest moorddadige ondernemingen in de recente geschiedenis van Zuidoost-Azië zijn – met op de eerste plaats de genocide van de Rode Khmer eind jaren zeventig, en als tweede de massamoord op communisten en vermeende communisten door het Indonesische leger in het midden van de jaren zestig, die beide honderdduizenden slachtoffers eisten.
De antidrugscampagne van Duterte is gebaseerd op de visie van de president dat shabu – de lokale term voor meth-“de hersenen van een persoon doen krimpen, waardoor hij niet langer vatbaar is voor rehabilitatie”. Deze mensen zijn “levende doden”, die “van geen nut meer zijn voor de maatschappij”.
Elders heb ik de benadering van Duterte beschreven als ‘blitzkrieg fascisme’, in tegenstelling tot ‘sluipend fascisme’. In het laatste geval begint de fascistische leider met schendingen van burgerrechten en politieke rechten, gevolgd door de greep naar de absolute macht, waarna willekeurige repressie volgt.
Duterte keert het proces om. Hij begint met massale, willekeurige repressie – dat wil zeggen, het ongestraft doden van duizenden vermeende drugsgebruikers – waarbij hij de schending van burgerlijke vrijheden en de greep naar de totale macht uitstelt tot de politieke sfeer geschapen is waar angst, in combinatie met het verlangen om zich te verzoenen met de sterke man, de oppositie grotendeels heeft geneutraliseerd.
In de afgelopen 30 maanden heeft de president de opperrechter van het Hooggerechtshof aan de kant gezet. Hij heeft de onbetwiste controle over zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat verworven; heeft zijn belangrijkste politieke tegenstander in de Senaat gevangen gezet en staat op het punt een andere op te sluiten; hij heeft de meeste media gedwongen tot zelfcensuur; heeft de steun gekregen van het grootste deel van het leger en de instemming van het hoge commando; en heeft een derde van het land onder de krijgswet geplaatst. Er is weinig verontwaardiging van het publiek over deze ontwikkelingen; zijn populariteitscijfers blijven vrij hoog.
Dit laatste punt, de voortdurende populariteit van de president, brengt mij bij wat Brazilië en de Filippijnen gemeen hebben.
Men kan de opkomst van Duterte niet verklaren zonder rekening te houden met de vreselijke teleurstelling over de staat van dienst van de liberale democratische republiek die in 1986 met de afzetting van Marcos is ontstaan.
De dodelijke wurggreep in het democratische proces is het gevolg van verschillende ontwikkelingen. Een daarvan was de kaping van het verkiezingsproces door de elites als een mechanisme om onderling te concurreren en tegelijkertijd hun collectieve klassenheerschappij over het volk te bestendigen. Een andere was de combinatie van het ontbreken van landhervormingen en het opleggen van het neoliberale structurele aanpassingsbeleid van Washington, dat leidde tot aanhoudende hoge niveaus van ongelijkheid en armoede.
Als je daar nog een derde element aan toevoegt – het falen van opeenvolgende regeringen om het misdaadprobleem aan te pakken – dan is het niet verwonderlijk dat meer dan 16 miljoen kiezers, zo’n 40 procent van het electoraat, de harde, autoritaire aanpak die Duterte meer dan 30 jaar lang als burgemeester van de zuidelijke grensstad Davao had gecultiveerd, zag als precies wat het land nodig had.
Zoals de romanschrijver Anthony Doerr zei over vooroorlogse Duitsers, wachten de Filippino’s ‘wanhopig op iemand die orde op zaken kwam stellen’. Onze middenklasse, het moet gezegd worden, was de sector die het meest enthousiast was over Duterte, dezelfde middenklasse die 30 jaar eerder de afzetting van dictator Ferdinand Marcos heeft geleid.
De sombere neergang van Brazilië
Brazilië heeft dezelfde troosteloze neergang in een democratische crisis doorgemaakt. De liberale democratische politiek werd vooral een middel waarmee de gevestigde elites hun rijkdom en macht beschermden.
Zelfs de progressieve president Luiz Inácio Lula da Silva durfde geen sociale en economische hervormingen door te voeren, maar probeerde iets met een door de staat gefinancierd distributieprogramma voor de armen, de Bolsa Familia, dat echter de status van Brazilië als een van de meest ongelijke landen van Latijns-Amerika niet wezenlijk heeft veranderd. Door middel van antidemocratische parlementaire gekonkel en juridische manipulatie heeft het politieke centrum en centrumrechts Rousseff aangepakt en ervoor gezorgd dat Lula niet opnieuw president kon worden.
Corruptie is er net zo wijdverbreid als op de Filippijnen, maar hier kan men niet zomaar rechts de schuld van geven. Een van de grootste teleurstellingen voor progressieven, niet alleen in mijn land, maar wereldwijd, was de manier waarop jullie Arbeiderspartij (PT), die in de jaren negentig als opstandige kracht tegen corruptie tot de verbeelding sprak, zelf verstrikt raakte in corruptie, met name het Petrobras schandaal van 3,7 miljard dollar, waarbij zo veel leden van de PT betrokken waren.
In dit verband vertelde een pro-PT-vriend me tijdens mijn bezoek aan São Paulo: “De PT is aan de macht gekomen als een partij die bekend stond om onze strijdbare houding tegen corruptie. Nu wordt het voorgesteld alsof wij de corruptie hebben uitgevonden”. Ik kan zijn ontzetting begrijpen, maar de PT kan alleen zichzelf de schuld geven. Door corrupte praktijken toe te passen, zelfs als het doel is om stemmen te winnen om progressieve wetgeving in het parlement te bevorderen, zoals sommige PT-aanhangers het rechtvaardigden, wordt uiteindelijk het morele kompas van een progressieve partij vernietigd.
Als je aan de rechtse onverzettelijkheid en het feit dat de PT leden bezwijken onder de alomtegenwoordige corruptie van het systeem, toevoegt dat de escalatie van druggerelateerde criminaliteit, vooral in Rio en andere grote steden, niet op zinvolle wijze wordt aangepakt, dan wordt Bolsonaro, net als Duterte, een minder raadselachtig fenomeen.
Jullie weten dit alles natuurlijk allemaal, maar ik herhaal het alleen maar om te onderstrepen dat de liberale democratie het vertrouwen van een groot aantal mensen in onze beide landen heeft verloren en dat zij hebben gestemd – of op het punt staan te gaan stemmen – om de macht in handen te geven van mensen die in wezen beloofd hebben er een einde aan te maken. Als er iets is dat pro-fascistische krachten in de wereld hebben geleerd van Hitler, dan is het wel dat men met democratische middelen aan de macht kan komen. Maar als je eenmaal aan de macht bent, zorg er dan voor dat je de kiezers nooit de kans geeft om die van je af te pakken.
Hoe reageren we op de opkomst van extreem-rechts?
Hoe kan links reageren? De eerste verdedigingslinie voor pro-democratische krachten is ervoor te zorgen dat extreemrechts niet aan de macht komt. Nu we daarin hebben gefaald, staan we voor de uitdaging om deze krachten de macht te ontnemen, natuurlijk met democratische middelen.
Staan jullie mij toe enkele stappen voor te stellen die we kunnen nemen om de aantrekkingskracht van de democratie te herstellen.
In de eerste plaats vragen de tijden om een progressieve politiek die verder gaat dan het eisen van een terugkeer naar de oude, in diskrediet geraakte elite-democratie, waar gelijkheid zuiver formeel was, naar een politiek die het bereiken van werkelijke economische en sociale gelijkheid centraal stelt, of men dit nu socialisme of postkapitalisme noemt. Dat programma moet oproepen tot een sterker beheer van de economie door de staat en de maatschappij die het voorbij het kapitalisme brengt, met een radicale herverdeling van inkomen en rijkdom, versterking van democratische processen, secularisering en het verdedigen van de rechten van minderheden.
Ten tweede, terwijl een groot aantal mensen, vooral uit de middenklasse, delen in wat we – om een term van Antonio Gramsci te lenen -zouden kunnen noemen, een “actieve consensus” die de autoritaire politiek ondersteunt, houden veel van de armere en meer gemarginaliseerde klassen ofwel extreemrechts op afstand of beperken hun steun tot ‘passieve consensus’. We moeten onze tegenbeweging op deze sectoren richten.
Ten derde moeten we ernaar streven het publiek voor te lichten over de wortels van de misdaad en waarom mensen terecht komen in de drugshandel door armoede en ongelijkheid, maar democraten mogen niet worden gezien als ongevoelig voor de bezorgdheid van mensen over misdaad. We zijn het misschien niet eens met zijn oplossing, maar we kunnen niet voorbijgaan aan het inzicht van Thomas Hobbes dat een van de redenen voor het ontstaan van de staat een reactie was op het verlangen van mensen naar bescherming van hun lijf en leven. Bovendien is het de middenklasse die het meest bang is voor criminaliteit, maar het zijn de armen die er het meest onder lijden.
Ten vierde zijn rechtse partijen en personen als Duterte en Bolsonaro, sterke vrouwenhaters in een tijd waarin de strijd van vrouwen voor hun rechten overal ter wereld in opmars is. Het is dus van groot belang dat vrouwen in grote getale een centrale rol spelen in de politiek van de antifascistische beweging. Vrouwen zijn, wanneer ze gemobiliseerd worden, een van de sterkste bolwerken tegen het fascisme.
Ten vijfde zijn het veel progressieve- en liberale personen en partijen die een sleutelrol speelden in het in discrediet brengen van de oude liberaal-democratische politieke arena , samen met het liberaal-democratische systeem. De Filipijnse liberale iconen Cory Aquino en haar zoon Noynoy Aquino behoren tot het verleden, net als de PT-figuren Dilma en Lula. Hoewel we dus brede coalities moeten vormen, is het absoluut noodzakelijk dat nieuwe gezichten, nieuwe politieke formaties en nieuwe ideeën het progressieve antwoord op het fascisme vormen. De jeugd staat centraal in dit conflict, en we verliezen onder hen terrein.
Laat ik mijn brief beëindigen door te herhalen wat ik onlangs nog eens heb gezegd op een conferentie over mensenrechten hier in Manilla:
De wereld waarin we ons vandaag de dag bevinden is er een die ongeveer hetzelfde is als in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen extreemrechtse krachten in het offensief waren en het lot van de progressieve democratische politiek op het spel stond. De afgelopen jaren is het deterministische idee van Francis Fukuyama dat de liberale democratie de toekomst van elk land was, begraven, net zoals daarvoor het even deterministische idee dat het socialisme de toekomst was. De toekomst komt voort uit de botsing van bewegingen en ideeën, die gekenmerkt wordt door grote onzekerheid en onvoorziene omstandigheden. Er is geen garantie dat onze kant zal zegevieren, maar we zullen zeker verliezen als we ons niet verzetten op een manier die vastberadenheid, passie en wijsheid combineert.
In solidariteit, Walden Bello, Manilla, 25 oktober 2018
Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos uit The Nation.