Economische groei blijkt nieuwe zeepbel
Vorige week maakten het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centraal Plan Bureau (CPB) cijfers bekend over de Nederlandse economie. In de media vervolgens juichtonen over de ontwikkelingen. Er werden groeicijfers genoemd van 3,5 procent, meer dan in de ons omringende landen. Ik ga alle cijfers die werden gepresenteerd niet herhalen. Daarover is veel informatie beschikbaar. Maar ik wilde wel eens weten wat er nou precies groeit, en of die juichtonen terecht zijn.
(Door Piet van der Lende, oorspronkelijk verschenen op konfrontatie.nl (en in deze geredigeerde versie bij doorbraak)
Er is wel linkse kritiek op de eenzijdige gerichtheid op de economische groei met haar gevolgen voor het milieu. Er wordt benadrukt dat het bij al die cijfers om de mensen gaat die dagelijks de eindjes aan elkaar moeten knopen en dat de kloof tussen arm en rijk toeneemt. De gemiddelde inwoner van Nederland profiteert nauwelijks van de toenemende rijkdom.
Woningmarktcrisis
Maar is die toename er eigenlijk wel? Misschien dat mainstream economen daar ook wel iets over te zeggen hebben. Dit artikel is op die bronnen gebaseerd. En ook dan ziet het er niet best uit. Ik heb eens gekeken naar de persconferentie die het CBS organiseerde naar aanleiding van de cijfers. Er was een presentatie van Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. Een groot deel van zijn verhaal zei niet erg veel. Maar het was duidelijk dat Van Mulligen zo zijn bedenkingen had bij de cijfers. Als hoofdeconoom van het CBS presenteer je alleen zogenaamde objectieve cijfers en geef je geen commentaar. Je moest dus bij zijn presentatie een beetje tussen de regeltjes door lezen. Van Mulligen smokkelde twee aardige grafiekjes in zijn betoog, om zijn bedekte bedenkingen voor het voetlicht te brengen. Op ongeveer minuut drie van het filmpje presenteert hij het volgende grafiekje.
Wat zien wij hier? Dit is de ontwikkeling van het Binnenlands Bruto Product (BBP) in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk tussen 2008 en 2017. De oranje lijn is de Nederlandse ontwikkeling. We zien hier dat in de jaren 2011-2014 Nederland sterk achterbleef bij de ons omringende landen. Dat had, zei hij, te maken met de woningmarktcrisis. Nederland bleek extra gevoelig te zijn voor de financiële crisis en dat heeft een grote klap betekend voor de woningmarkt. Er werden nauwelijks meer huizen verkocht. In de Nederlandse bouw zijn honderdduizend bouwvakkers ontslagen omdat ook de bouw instortte. Dat zette een sterke rem op de Nederlandse economie.
Bezuinigingen
Wat Van Mulligen niet noemde is dat de Nederlandse regering sterk heeft bezuinigd en dat dit ook de economie sterk heeft afgeremd. Uit verschillende rapporten blijkt dat. In september 2016 presenteerden economen van de ING een rapport met als conclusie: de afgelopen kabinetten onder Rutte hebben onze economie onnodige schade toegebracht. De economie loopt zo’n drie jaar achter op andere landen. Dat was vorig jaar.
Inmiddels lijkt de Nederlandse economie met een inhaalslag bezig, maar we liggen over de gehele periode 2008-2017 gerekend nog wel vijf procent achter op Duitsland en ook op Engeland. Met België en Frankrijk zijn we inmiddels weer op een gelijk niveau. Met andere woorden: door het sterke bezuinigingsbeleid en het steeds afhankelijker maken van de Nederlandse economie van de export zijn in Nederland de conjuncturele dalen dieper en de toppen hoger. In andere landen hebben ze meer een beleid gevoerd om de toppen en de dalen wat af te vlakken.
Nu is er volgens de cijfers een spectaculaire groei van de Nederlandse economie, maar groei van wat? Het blijkt dat met name de investeringen in de woningbouw sterk aantrekken, evenals de verkoop van lease auto’s (lees: autorijden op krediet) Het is duidelijk dat het Nederlandse beleid van kort op elkaar volgende sterke pieken en dalen ontwrichtend werkt op de arbeidsmarkt. In de crisis zijn duizenden bouwvakkers en thuiszorgmedewerkers ontslagen, en nu we weer omhoog gaan zijn er grote tekorten, want al die ontslagen mensen zijn wat anders gaan doen, vervroegd uitgetreden of arbeidsongeschikt geworden.
Inflatie
Van Mulligen presenteerde nog een ander aardig grafiekje:
Wat is dit? We zien hier een grafiek over de ontwikkeling van de inflatie in Nederland. Van Mulligen legt eerst uit wat economen onder inflatie verstaan. Velen denken bij inflatie aan de consumentenprijzen, maar de economen hanteren een breder begrip. Zij hebben het over “het algemene prijspeil”. Er zitten in dat prijspeil niet alleen consumentenprijzen maar ook andere zaken, zoals de prijs van arbeid, renteontwikkelingen, prijzen van koopwoningen, beurskoersen, enzovoorts. En die hebben niet allemaal dezelfde ontwikkeling.
In de grafiek zien we drie kleuren: rood is een indicator ervoor dat de inflatie meer dan gemiddeld is, bij blauw is juist sprake van heel weinig tot geen inflatie en geel zit daar een beetje tussenin. We zien veel indicatoren in het blauw. De consumentenprijsontwikkeling van diensten is laag, wat te maken heeft met de lage loonstijgingen, want die lage lonen zijn een belangrijke component van diensten.
Tijdbom
Van Mulligen noemt dit niet, maar vooral vorig jaar dreigden we richting deflatie te gaan. Deflatie is slecht omdat consumenten dan hun aankopen uitstellen in afwachting van nog goedkopere tijden en dan dreigt de economie verlamd te raken. En nu komt het: het feit dat we nog inflatie hebben komt door de weer omhoog vliegende huizenprijzen en door de hogere AEX-koersen. Veel economen, zegt Van Mulligen, zien hierin de hand terug van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) die door “kwantitatieve verruiming” zorgt voor lage rentes, waardoor geld lenen goedkoop is en dit zorgt weer voor hogere huizenprijzen en hogere beurskoersen. Die kwantitatieve verruiming heeft betrekking op de astronomische bedragen die de ECB in de Europese economieën pompt door staatsobligaties op te kopen, dus schulden op te kopen. In het verlengde van de huizenprijzen en de goedkope kredieten is er een geweldige groei van de consumptie door nieuwe woninginrichting, nieuwe keukens, enzovoorts.
Met andere woorden: we verkeren in mijn ogen nog steeds in een crisis, met dreigende deflatie, die wordt getemperd door het opkoopprogramma van de ECB met astronomische bedragen. Er is een nieuwe zeepbel gecreëerd, die ieder ogenblik weer kan instorten. Klaas Knot van de Nederlandse Bank meldt al dat de ECB moet stoppen met haar beleid. Eind 2017 moet het afgelopen zijn. De tijdbom onder de Nederlandse economie zal dan tot uitbarsting komen. Een nieuwe tijdbom, maar weer zijn het de huizenbubbel en de kredietexplosie die hem doen afgaan…
Piet van der Lende
(Dit is een geredigeerde versie van een artikel dat eerder verscheen op Konfrontatie.)